N". 5g.
MIDDE.LBUIIGSCHE
COÜBAN
T.
Dingsdag
18 Mei 1830.'
NIEUWSTIJDINGEN.
Frankfort den 12 mei. Met eene buitengewone gelegenheid
heeft men berigten uit Konstantinopel van den 26 april ontvangen
welke inhouden dat de Porte den vorigen dag aan de gezanten van
Engeland, Frankrijk en Rusland eene nota had doen toekomen, waarin
zij verklaarde, dat zij tegen de besluiten der drie mogendheden, ten
aanzien van Griekenland, geene bedenkingen had, en zich alzoo met de
te Londen geslotene protocollen vereenigde. De drie gezanten hadden
dadelijk couriers naar hunne hoven afgezonden om dezelve dit besluit
der Porte mede te deelen.
NEDERLANDEN.
DUITSCHLAND.
GROOT-BRITTANJE.
LONDEN den 12 mei. Gisteren avond waren de berigten omtrent
*s konings toestand zeer ongunstig.
Zattirdag heeft de hertog van Wellington eene audiëntie bij Z. M. ge-
had. Ook hebben dien dag de hertogin van Gloucester en de hertog van
Cumberland den koning bezocht.
Z. M. heeft zijne zusters, prinses Augusta en de hertogin van Glou
cester, gisteren doen uitnoodigen om hem een bezoek te geven.
Gisteren avond heeft het huis der gemeenten met eene meerderheid
van 114 stemmen eene motie van den heer Hume verworpen, strekken
de tot afschaffing van den post van lord-luitenant van Ierland.
Alle de zwarigheden, die prins Leopold voor het aanvaarden der
sonvereiniteit van Griekenland geopperd hadzijn thans geheel uit den
weg geruimd, daar de drie groote verbonden mogendheden aan Z. K. H.
de som gewaarborgd hebben, die hij verlangde. De kanseiier van den
exchequer heeft aan het huis der gemeenten beloofd, dat alle de stuk
ken rakende de schikkingen omtrent Griekenlandbinnen weinige da
gen aan het parlement zullen medegedeeld worden.
De bisschop dezer stad heeft aan de inwoners van Londen en
Westminster eenen brief uitgevaardigdwegens het verwaarloozen van
den rustdag. Voornamelijk wordt in denzelven geklaagd over het ge
ven van tooneel-vertooningenhet varen van stoomschepen en het
openstaan van winkels inzonderheid van die der vleeschhouwersop
zondag.
F R A N K R IJ K.
PARIJS den 13 meiOmtrent de expeditie naar Afrika is men zon
der stellig nieuws.
Naar men verzekert hebben de troepen te Toulon, bij gelegenheid
van den wapenschouw, dien de dauphin, vergezeld van den generaal de
Bourmont en van den minister der marine, over haar gehouden heeft,
weinig blijken van geestdrift gegeven, hetwelk toegeschreven wordt aan
de weinige achting, die zij den generaal de Bourmont, hunnen opper
bevelhebber, zouden toedragen.
Te Mahon zal de algemeene stapelplaats voor de expeditie van Al
giers opgerigt worden.
Men verzekert, dar de pneba van Egypte den dey van Tripoli zou
aangezegd hebben om dat regentschap te verlatenof dat hij hem daar
uit verjagen zounademaal de beide regentschappen door een bevel van
den grooten heer bij het pachalik van Egypte waren ingelijfd. Indien
dit waar rnogt zijn, zou daaruit volgen, dat de pacha van Egypte niet
geweigerd heeft om Frankrijk in zijne onderneming tegen de Barbarijsche
staten bij te staan.
's GRAVENIIAGE den 14 mei. Bij de Tweede Kamer der Staten-
Generaalvan gisteren zijn de beraadslagingen over het ontwerp van
wet, tot nadere vaststelling der middelen, ter voorziening in de uitga
ven, aanvang nemende met 1830, voortgezet. Dertien leden hebben
wederom over dit ontwerp van wet het woord gevoerd, en welde hee-
ren op ten Hooffde Moorvan ReenenHacker, van Alphen, van
Dam, van SytzamaLuzacHeelaertsDonker Curtiusde Brouckere,
Serruys en Luyben. Van alle deze sprekers hebben alleen de heeren de
BrouckereSerruys en Luyben voor de wet geconcludeerd; terwijl de
heer van Reenen zich zijne stem heeft voorbehouden, om nadere inlich
tingen af te wachten, zoo uit de adviezen der leden als uit de antwoor
den, welke Z. Exc. de minister van financien zal geven, daar hij als
jiog niet van de billijkheid en deugdelijkheid der voorgedragen wet over
tuigd was. De overige redenaars hebben allen het ontwerp van wet af-
gekeurd. Vele der reeds geopperde zwarigheden en gemaakte bedenkin
gen zijn, in deze discussie, welke vijf achtereenvolgende uren geduurd
heeft, herhaald, maar ook nieuwe beweegredenen en denkbeelden tot
afkeuring en aanneming van het ontwerp van wet te berde gebragt en
ontwikkeld. Zoo heeft de heer op ten Hoof in het breede betoogd
dat, door het aannemen dezer wet, de handel in het voornaam arti
kel der koffij zich zal verplaatsen de speculatien zullen onderdrukt wor
dende handel in kleine partijen langs de grenzen geheel zal worden
vernietigden de maatregel schadelijk voor de belangen der koloniën zal
zijn voorts de schadelijke aanpeil noodzakelijk maken en veel aanlei
ding tot sluikerij geven zal.
De heer de Moor was van gevoelen dat eenige opcenten op het bier
zout en de wijnen de inkomsten zouden kunnen vervangen, die eene
verderfelijke belasting op de koffij geven zal.
De heer van Reenen wilde de belasting bij wijze van abonnement ge
heven hebbenzoo zij volstrekt noodzakelijk mogt zijn.
De heer Backer noemde eene belasting onvoorzigtig, die eenen han
delstak treffen zou waarin jaarlijks achttien millioenen worden omgezet.
De heer van Alphen zeide: dat een stelsel, 't welk van 1819 tot 1821
was gewogen en te ligt bevonden hem niet vatbaar scheen om weder
ingevoerd te worden vooral niet om maar anderhalf millioen te vinden.
De heer van Dam protesteerde tegen deze heillooze wetdie een der
bloeijendste takken van onzen handel zou doen verloren gaan.
De heer van Sytzama bestreed de wet in het algemeenen wees eeni
ge gebreken aan in haar tarief.
De heer Luzac verklaarde de belasting verderfelijk vooralle ingezetenen.
De heer Beelaerts verklaarde het ontwerp strijdig met de wet van 12
julij 1821 en zeide dat hij bij de afschaffing van het gemaal, waaraan
hij tot bevordering van eendragt zijne toestemming had gegeven, niet
heeft kunnen voorzien, dat dien ten gevolge een tak van den grooten
handel zou bezwaard worden.
De heer Donker Curtius noemde het Onstaatkundig, om, nu de eetia
bron van twist, de belasting op het gemaal, pas gestopt was, eene an.
dere te openen; want in de Noordelijke provinciën was er evenveel af
keer van eene belasting op de koflij, als in de Zuidelijke Van eene be»
lasting op het gemaal.
De heer de Brouckete noemde het Ontwerp een bewijs Van de onbe
kwaamheid der ministers, ofschoon hij voor de wet stemmen zou daar
de koffij een geschikt belastbaar artikel en de voofgestelde accijns niet
te hoog was.
De heer Luyben zag met genoegeneindelijkde koffij als belastbaar
voorwerp aangewezen: die accijns zou niemand drukken, zoo als het
gemaal, dat voor de minvermogenden een bloedgeld kon genaamd wor
den. De gevreesde nadeelen voor den handel kwamen hem hersenschim
mig voor, en hij zou dus voor het ontwerp stemmen.
In de bijeenkomst van de Tweede Kamervan heden heeft de
centrale afdeeling rapport uitgebragt over het ontwerp van wet tegert
hoon en laster. Uit hetzelve blijkt, dat, ten gevolge der medegedeelde
bedenkingm nog eenige veranderingen zijn gemaakt in art. 1,3 en 6.
Maandag tanstaande zal over het ontwerp openbaar worden beraadslaagd.
Vervolgens zijn de beraadslagingen over de laatst voorgestelde finan
ciële wet voortgezeten hebben het woord gevoerd voor de wet, de
heeren Fabry LongréePescatore deSecus, de StassartCeeihand en
Barthilitiytegen, de heeren de JongeIVeertsde MoorLemker
van Aschvan fVijckHinlópen van Dam, G. G. CU ford en Frets,
Van den eenen kant zijn als nieuwe argumententer bestrijding def
wetonder anderen aangevoerd dat men een belangrijk punt uit het
oog had verloren, namelijk, de commissie-handel, welke zich vati onze
havens zal verwijderen, en dat men de handel-maatschappijdie groote
betrekkingen heeft en het algemeen belang behartigt, had moeten raad
plegen en van den anderen kant, tot aanneming van het ontwerp (de
heer Barthé/émy')dat in Engeland en Frankrijk de belasting op de kof
fij veel hooger is dan den voorgestelden accijns zonder dat de handel
zich daarover beklaagt. De heer Frets heeft in zijn advies gezegd, dat,
door de aanneming der in deliberatie zijnde wet, Z. M. ware vrienden
zal verliezen.
In den loop dezer discussie had de heer Geethandvan Antwerpen,
gezegd, dat de belasting op de koffij niet schadelijk voorden handel van
die stad zou zijn. Hierop werd door den heer de Moor geantwoord,
dat er eene petitie door verscheidene kooplieden dier stad tegen den
accijns op de koffij was geteekend en dat die petitie reeds moest toe
gezonden zijn aan den president, die echter verklaard haddeze niet
ontvangen te hebben. De heer Bijleveld verlangde, dat de discussie
niet rnogt worden ten einde gebragtalvorens men wistof de handel
van Antwerpen voor of tegen den maatregel was dit kwam hem van be
lang voor. In antwoord hierop verzekerde de heer Goelens dat ver
scheidene kooplieden van Antwerpen hem gezegd hadden, dat de belas
ting op de koffij niet schadelijk voor den handel van die stad wezen zal.
De president herhaald hebbende, dat hü van niets wist en geene peti
tie ontvangen hadwerden de verdere beraadslagingen over het ontwerp
van wet voortgezet.
Ten 4 uren is de vergadering gescheiden, en geadjourneerd tot mor
gen ochtend ten 11 uren tot voortzetting der discussie.
In dé buitengewone vergadering der Staten van Drenthe, van den
11 is de heer mr. IV. H. Hofstede, vrederegter van het kanton Assen,
benoemd tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaalin plaats
van den graaf van Heiden tot Reinesteinonlangs overleden.
Men spreekt van het bijeenroepen van de Eerste Kamer tegen het
laatst der volgende week.
Z. M. de Koning heeft den luitenant-generaal, baron Kraijenhof
pensioen verleendden luitenant-kolonel Schouten benoemd als plaatse
lijken kommandant van Deventer, en den luitenant-kolonel Ledclvan
de expeditionnaire afdeelingonlangs van Java teruggekomenter be
schikking gesteld van het departement van oorlogonder genot van
het aan zijnen rang verbondene traktement.
Gisteren ochtend zijn de troepen uitmakende de bezetting dezer
residentie, en bestaande uit twee bataillons grenadiers, een bntaillon
jagers, een detachement artillerie en een eskadron kurassiers, in de ma
liebaan door Z. M. den Koning en de Prinsen in oogenschouw geno
men terwijl H. M. de Koningin, benevens de Prinsessen Frcderik
Marianne en Sophia in rijtuigen .gezeten, deze parade hebben bijge
woond. De uitstekende bedrevenheid en houding der troepen heeft de
algemeene goedkeuring weggedragen. Z. M. de Koning en de leden
van het koninklijk geslacht zijn door de menigte met een levendig vreug
degejuich begroet.
Na den afloop der parade heeft de heer minister secretaris van staat,
baron de Meyeen groot dejeuner gegeven, 't-welk de Prinsen en Prin
sessen met hoogstderzelver tegenwoordigheid hebben vereerd.
BRUSSEL den 13 mei. Bij ordonnantie van de raadkamer der regt-
bank van eersten aanleg te Brusselonder dagteekening van gisteren,
zijn de heeren Claesoud 25 jaren, advokaar, geboren te Leuven, wo
nende te Brussel, en Jan Neervoortoud 30 jaren, drukker, geboren
te 's Gravenhagewonende te Brusselverzonden geworden naar de
kamer ter beschuldiging, beschuldigd van aanhitsing of van voorstel door
gedrukte geschriften tot eenen aanslag of zamenspanning, strekkende om
het gouvernement te vernietigen of te veranderen.
Frangois ProvéJan Vijvermans en Piet er Joseph de Munter zijn
door de regtbnnk van eenvoudige politie veroordeeld, ieder tot vijf da
gen gevangenis, en de eerste daarenboven tot eene boete van zeven
gulden, de tweede tot eene boete van vijf gulden vijftig cents, en de
derde tot eene boete van zes gulden wegens het aanheffen van kreten
tijdens het proces van de heeren de Potter, Tielemansenz.
MIDDELBURG den 17 mei. Den 14 verzekerde men te Parijs,
dat dien dag de telegrafische tijding van Toulon was ontvangen, dat de
opperbevelhebber en de eerste divisie van het leger van Afrika, den 13
ingescheept, en, in den morgen van den 14, naai Mahon, de algemeene
verzamelplaats der vloot, gezeild waren.