N\ 54.
MIDDELBU11GSCIIE
COÜRAN T.
Donderdag
TE
jW
'A'
6 Mei 1830.
NIE UtrSTIJ DINGEN.
DÜITSCHLAND.
FRANKFORT den 30 april. Men heeft officiële tijding, dat de ver
schillen tusschen het Oostenrijksche gouvernement en den keizer
van Marokko vereffend zijn.
GROOT-B 11 ITTANJE.
LONDEN den i mei. Z. M. bevindt zich in een kommerlijken toe
stand, en de geneesheeren die bekend zijn met den aard zijner ziekte,
laten zich daaromtrent zeer ongunstig uit.
Prins Leopold is donderdag avond laat te Londen aangekomen van
Douvres, waar Z. K, II. van Parijs komende, dien dag aan land was
gestapt.
De onder-koning van Ierland heeftbö eene proclamatie een ze-
ker genootschapte Dublin bestaande, onder den naam van vrienden
van Ierland en van alle godsdienstige gevoelens als gevaarlijk voor de
openbare rust, verboden.
frankruk.
PARIJS den 2 mei. De drie groote mogendheden toegestaan hebben
de om de leening der 60 millioen te waarborgen, zoo denkt men dat
prins Leopold nu niet langer aarzelen zal de souvereiniteit van Grieken
land op zich te nemen.
NEDERLANDEN.
s GRAVLNHAGE den 3 mei. Z. M. de Koning is gisteren morgen
omtrent 9 urenna het bijwonen van de vroegpreek naar Brussel ver-
trokken. Naar inen verzekert, zal hoogstdezelve tegen het einde dezer
week van daar terugkeereu ter bijwoning van den verjaardag van
H. K. H. Prinses Marianne.
Tweede Kamer der Staten-Generaal is heden ten 2 uren ver
gaderd.
Eenige ingekomen verzoekschriften, waaronder van kooplieden te
Rotterdam en Nijmegen, tegen de belasting op de koffijvan den ad-
vokaat van den Boschte Brussel, en van ingezetenen van Nijmegen,
houdende bedenkingen op de wet omtrent de' drukpers, zijn naar de
daartoe benoemde commissie verzonden.
Een exemplaar van het gedrukte rapport der commissie omtrent het
middelbaar onderwijs, door Z. Exc. den minister van binnenlandsche
zaken ingezonden is voot notificatie aangenomen en op eenige inge
komen boekwerken is het gewoon besluit genomen.
Namens de centrale afdeeling is door den griffier voorgelezen het rap
port dier afdeelingomtrent de vermindering van het aantal leden der
algemeene rekenkamer.
Nog is, namens de centrale afdeeling, rapport uitgebragt omtrent de
voorgestelde vermindering der prcts. renten van het amorti$atie-sijn-
dicaat.
Thans zijn aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Gene
raal rondgedeeld de processen-verbaal van de afdeelingenhoudende
aanmerkingen tegen het ontwerp van wet op het personeel.
ROTTERDAM den 3 mei. De afdeeling van de maatschappij tot be
vordering van de Toonkunstalhier gevestigd, heeft vrijdag haar bestaan
door een muzijkfeest, het eerste van dien aard hier te lande, ingewijd,
en zijn daartoe, met de de ouverture uit de Euryanthe van von IVeber
en de vijfde symphonie van von Beethoventwee groote zangstukken uit
gevoerd, het eene de 103de psalm van Fesca, het andere het oratorium
Christus op den Olijfberg van von Beethoven. De uitstekendste talenten
zoo van hier als elders hebben zich Vereenigd, door rang noch stand te
rug gehouden, om aan dit feest allen mogelijken luister bij te zetten.
De verwachting van alle kunstkenners is dan ook niet te leur gesteld.
Men heeft met genoegen de eensgezindheid en goede orde opgemerkt
die bij deze gelegenheid hebben plaats gehad. De goedkeuring van alle
aanwezigendie zich onder anderen door eene godsdienstige stilte bij
het uitvoeren der zangstukken heeft doen kennendoet algemeen geioo-
venat e maatschappij in der tijd volkomen aan haar doel beantwoor
den en alzoo strekken zal tot eer van de kunst en tot roem van het
vaderland.
BRUSSEL, den 3 mei. Z. M. de Koning is gisteren avond om 8 uren
alhier aangekomenalsmede de heer minister van Cobbelschroy. Z. M
heeft heden morgen vergezeld van gemelden minister, het lokaal voor
de aanstaande tentoonstelling bestemd, bezigtigd.
In het vonnis waarbij de heeren de Potter c. s. tot bannissement
worden veroordeeld is ook bepaalddat zijna het einde dagrvan
nog even zoo vele jaren als dit bannissement zal duren, onder het op-
zigt der hooge politie zullen blijven. Men verzekert dat het hof van
assises het vonnis met eenparige stemmen gegeven heeft. De veroor
deelden hebben zich in cassatie voorzien.
koninklijk besluit van den 28 april heeft de heer Tielemans
zijn ontslag ontvangen als referendaris.
Den 4 mei. Z. K. H. de Prins van Oranje is heden morgen ten
4 ure" a'hier gearriveerd.
BESlüREN Elf ADMINISTRATIEF.
PUBLICATIE.
SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
Hoofdplaats van de Provincie Zeelandgezien de aanschrijving van den
Heer Gouverneur van den 28 April jl.Provinciaal Blad no. 55, hou
dende voorschriften omtrent de uitvoering der Wet op de Schutterijen
vaii den 11 April 1827.
Gelet op Art. 6 van Zr. Ms. besluit van 21 Maart 1828, Staatsblad
no 6brengen bij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks zoude
mogen aangaan, dat, ter voldoening aan Art. 6 der wet van den 11
April 1827, «n opzigte van de Schutterijenvan Zaturdag den 15
Mei aanstaande tot op den 31 daaraanvolgende, dagelijks (uitgezonderd
Zon- en Feestdagen,) van des morgens ten 10 tot des middagsten 12
urenter Secretarij van deze Stad, zal gereed liggen het Register van
inschrijvingwelk Register op den 1 Junij daaraanvolgende moet wor
den gesloten.
En worden mitsdien alle Ingezetenen dezer Gemeente zonder onder
scheid, gehuwd of ongehuwd, welke op den 1 Januarij dezes jaars hun
25ste jaar zijn ingetreden en hun 34ste nog niet hebben volbra#(hoedil-
nigen zijn alle mannelijke Ingezetenen, geboren in het jaar 1805) bij
deze opgeroepen en aangemaand om zich op voorschreve plaats en uren
vóór den 1 Junij aanstaande ter inschrijving in het Register aan te die
nen, terwijl ter voorkoming van alle misvatting, welke zoude kUnnetl
ontstaan met betrekking tot de verpligtingendie bij voorzeide wet op
de Schutterijen worden voorgeschreven, aan de belanghebbende Ingeze
tenen dezer Gemeente bij deze wordt onder het oog gebragti
-f. Dat behalve zij die op den 1 Januarij van dat jaar hun 25ste Jaar zjjtl
ingetreden, zich me.le ter inschrijving voor de Schutterij moeten aan
geven, die Personen welke hun 34ste jaar niet voleindigd hebbende,
schoon in andere Gemeenten ingeschreven sedert de laatste inschrij
ving in deze Gemeente zijn komen inwonen, alsmede de Vreemdelin
gen die sedert de laatste inschrijving in de termen zijn- gevallen otn
op grond van Art. 9 der wet van den 11 April 1827, als Ingezete
nen te worden beschouwd, met welke gelijk staan de uit de dienst
ontslagene Militairen voorzoo verre deze in de jaren.der Schutterij
verkeeren en welke zich alzoo mede ter inschrijving moeten aan
geven.
B. Dat de verpligting en bevoegdheid tot de Schutterlljke diensten mits
dien tot de inschrijving en het domicilie van inschrijving is geregeld
bij de Artikelen 12 7 en 8 der voorschreve wet, zijnde van den
navolgenden inhoud
Art. Ieder Ingezeten van het Rijk, die op den eersten Januarij van
elk jaar zijn 25ste jaar zal zijn ingetreden en zijn 34ste niet voleindigd zal
hebben zal ingevolge de bepalingen dezer wet daartoe opgeroepen
zijnde, verpligt wezen de Schtitterlijke dienst uit te.oefenen.
Art. 2. Als Ingezetenen worden, met betrekking tot de toepassing de
zer wet, beschouwd:
a .Alle Nederlanders binnen het Rijk htin gewoon verblijf houdende.
b. Alle Vreemdelingen binnen het Rijk woonachtigwelke hun voor
nemen om zich aldaar te vestigen zullen hebben aan den dag gelegd,
hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het werkelijk
overbrengen van den zetel van hun vermogen, en de hoofdmiddelen
yan hun bestaan.
De tijdelijke uitoefening van een Bedrijf of Handwerk in eenige
ondergeschikte betrekking, gelijk die van Leerling, Knecht, enz.,
kan op zich zeiven niet beschouwd worden als een bewijs van het
voornemen 0111 zich in dit Rijk te vestigen.
Art. 7. Züdie in meer dan ééne Gemeente hun gewoon verblijf hou-
denof" den zetel van hun vermogen hebben gevestigdzullen tot de
inschrijving verpligt zijn binnen de Gemeentealwaar eene dienstdoende
Schutterij aanwezig is.
Jjij aldien in die verschillende Gemeenten alleen dienstdoende of alleen
rustende Schutterijen bestaan, zullen zij zich doen inschrijven in de Ge
meente alwaar zij voor de Personele Belasting zijn aangeslagenen de
Ambtenaren in die Gemeente, alwaar zjj ambtshalve verpligt zijn hun
verblijf te houden.
Art. 8. Die van hunnen ouderdom geen voldoend bewjjs geven, zullen
doqr het Plaatselijk Bestuur worden ingeschreven naar deszelfs oordeel,
onverminderd de bevoegdheid van den ingeschrevenen, om van zijnen
juinen ouderdom nader te doen blijkenen
C. Dat de straffen op het niet voldoen aan de verpligtingen betrekkelijk
de inschrijvingen zijn omschreven in Art. 9 van gemelde wet, zijnde
van den navolgenden inhoud
Art. 9. Die bevonden zullen worden zich niet voor den 1 Junij te
hebben doen inschrijvenzullen door het Plaatselijk Bestuur ambtshal
ve ingeschreven wordenen door den Schuttersraad worden verwezen
tot eene geldboete; terwijl zij daarenboven zonder loting bij de Schut
terij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken dat er tijdens de
verzuimde inschrijving, geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten
hunnen aanzien bestonden.
En opdat niemand hiervan onkundig zij, zal deze worden gedrukt,
afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Cónrant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg den '3 Mei 1830.
Burgemeester eri Wethouders voornoemd
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun F.d. Achtb.
J. F. BIJLEVELD Secretaris.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
brengen bij deze ter kennisse van alle FabrijkantenWerkbazenDag-
loonersKunstenaars, Uitvinders, met een woord, van alle de zoodani-
gen welke voornemens zijn met voorwerpen hunner nijverheid, de derde
1 entoonste'lingwelke door Z. M. bepaald is dat, in den loop van dit
jaarj, te flrussel zal plaats hebben, te helpen verfraaijen, dat deze Teir-
toonstelling zal worden gehouden in de maanden Julij en Augustus aan
staande; dat de termijn voor de inzending van deze voorwerpen, voor
de bedoelde Tentoonstelling bestemd vroeger tot den 1 Mei openge
steld, thans is verlengd tot den 10 Junij aanstaande; dat alle aldaar la
ter komende voorwerpen niet meer zullen worden aangenomen, en dat
uit gcenerlei hoofde te dien aanzien eenig uitstel zal worden verkregen;
terwijl alle de belanghebbenden zich verzekerd kunnen houden, dat de
opgezondene voorwerpen met de grootste zorgvuldigheid bij hunne aan
komst en verblijf te Brussel zullen worden behandeld en bewaard.
Dat almede bij besluit van Z. M. van den 2 April No. 25 is bepaald
dat na afloop der Tentoonstelling, eene Loterij zal worden geopend,
van zoodanige der op die Tentoonstelling geplaatst geweest zijnde voor
werpen, als zullen worden aangekocht uit het bedrag der Aandeelen,
welke in deze Loterij zullen worden genomen.
Dat mitsdien niet alle voorwerpen die op de Tentoonstelling zijn toe
gelaten geweest, in de Verloting kunnen worden opgenomen, doch dac
hieromtrent zal worden gehandeld, zoowel naar den aard der voorwer
pen in verband tot de prijzenwelke daarvoor door de Eigenaars zullen
worden gevraagdals naar het getal lotenhetwelk ter verkrijging van
het noodige fonds zal kunnen worden geplaatst.
Wordende dien ten gevolge alle Eigenaars, welke eenige voorwerpen
naar voorschrevene Tentoonstelling zullen opzenden, bij deze witgenoo-
digd eu aangemaandom bij de opzending hunner voortbrengselen van
W Ï-V.-W
aÖr\;
fe"'
SFv ?-/f