N°. 43.
MIDDELBERGSCIIE
COUR A X
Zatnrdag
10 April 1330.
NIE UTVSTIJ DINGEN.
NEDERLANDEN.
ZEE-T IJDINGEN.
ZM.FJJV
T U R K IJ E.
KONSTANTINOPEL den 8 maart. Voor eenige dagen is hier een
Fransch courier bij den graaf Guillemltiot aangekomen. Aanstonds
verspreidde zich het gerucht, dat hij de overbrenger was van de slot
akte der Londonsche conferentien en werkelijk .hebben sedert ook de
gezanten der drie bemiddelende mogendheden dagelijks zamenkomsten
en verlaten hunne tolken het paleis der Porte bijna niet meer. Men
gelooft dat het lot van Griekenland nu ten volle beslist isen alleen
nog maar de toestemming der Porte tot de te Londen gemaakte bepalin
gen ontbreekt.
DUITSCHLAND.
FRANKFORT den 1 april. In bijzondere brieven uit Bucharest
wordt gemeld, dat, naar getuigenis van reizigers, die aldaar onlangs uit
Ronstantinopel waren aangekomen, de tijding van de vrijverklaring van
Griekenland en van deszelfs geheele afscheiding van het Turksche rijk
eene groote neerslagtigheid in de hoofdstad verwekt hadte meer om
dat men vast in het denkbeeld verkeerd had dat Griekenlandeven als
Servie, een leen van de Porte zou gebleven zijn, en dat tusschen het
zelve en het Turksche rijk zekere betrekkingen zouden hebben blijven
bestaan. De Turksche kooplieden zijn over de gemaakte schikkingen bij
zonder ontevreden, daar zij vreezen, dat de Grieken voor hen zeer
gevaarlijke mededingers in den Archipel en in Italië zullen zijn. De
rust, welke te Konstantinopel heerscht, merkten deze reizigers slechts
als schijnbaar en oogenblikkelijk aan, want, naar hun zeggen, zijn de
Turken bij voortduring hoogst onvergenoegd over de hervormingen
welke de groote-heer maakt, en het is te duchten, dat dit ongenoegen
vroeg of laat tot dadelijkheden zal overslaan. In Rumelie en Bulgarie
is de geest zeer opgewonden, en worden de inwoners alleen door de
tegenwoordigheid der Russische troepen in toom gehouden. Wanneer
deze eens vertrokken zullen zijn kan de gesteldheid dier provinciën
zeer bedenkelijk worden.
Te Odessa is, ingevolge een besluit van den raad van koophandel
te Petersburg, op den 11 maart II. eene kamer van koophandel opge-
rigten tot voorzitter derzelve benoemd de burgerlijke gouverneur en
vice-president van Odessa, de koopman Gary. De bevolking van Odessa
bedraagt thans 41,552 zielen, waarvan 33,000 de stad zelve en de ove
rige de voorsteden bewonen. Onder de genoemde bevolking telt men
overigens 7,906 Joden.
Volgens een bijzonderen brief uit Berlijntrekt aldaar een werk
je onlangs te Augsburg uitgekomen, en den titel voerende van Brieven
van den graaf Rivalière van Fraucndorf aan Z. M. den koning van Pruis-
sen, de algemeene aandacht ten hoogste tot zich. De schrijver, welke
van den jare 1807 tot 1813 aan den Pruissischen staat diensten bewe
zen heeft, en deswegens vrij aanzienlijke belooningen heeft ontvangen,
doch [naderhand in moeijelijkheden is geraakt, welke hem zijn vermogen
hebben gekosttast het bestuur van het genoemde rijk op de hevigste
wijze aan, en legt sommige ministers de grofste misslagen in hun beheer
ten laste.
Op de verspreiding van dit werkjehetwelk de schrijver dadelijk in
grooten getale aan alle de ambtenaren, en ook aan 7.. M den koning zei
ven, heeft doen toekomen, i$ op bevel des konings eene bijzondere
commissie van den staats-raad benoemdom de ingebragte bezwaren te
onderzoeken.
Te Weenen waren, den 29 maart, de 5 pets. metallieken 103
de 4 pets. 99, en de bank-actien 1371 fl.
GROOT-B RITTANJE.
LONDEN den 3 april. Volgens verzekering van het ministerieel
blad zijn de geruchten omtrent 's konings gezondheid bezijden de waar
heid. Z. M. is indedaad ziek geweest, ten gevolge eener galachtige on
gesteldheid, door gevatte koude veroorzaakt, maar bevindt zich vol
gens de laatste rapporten veel beter, en neemt spoedig iri beterschap toe.
Men verneemtdat het Fransche gouvernement met verscheidene
stoomboot-maatschappijen onderhandelt, om eenige groote stoom vaartui
gen als transporten voor de expeditie tegen Algiers te huren. Dit zou
de eerstemaal zijndat stoomschepen in groot getal tot' eene krijgs-ex-
peditie gebruikt worden.
Heden waren de 3 pets. geconsolideerden 92I.
FRANKRIJK.
PARIJS den 3 april. Heden bevat de Moniteur de reeds lang ver
wachte koninklijke ordonnantie, waarbij een aantal prefecten zijn ver
plaatst of tot andere ftinctien geroepenen eenige weinigen uit hunne
posten zijn ontslagenonder deze laatsten zijn de heeren de Beanmont
Feutrier en de Legardiere, prefecten van Doubs, Lot en Garonne en
Mayenne. Het verschijnen dezer ordonnantie wordt algemeen als een
voorbode van de ontbinding der kamer beschouwdhoewel sommigen
steeds van gevoelen zijn, dat het ministerie, te dien aanziennog geens
zins tot een bepaald besluit is gekomen.
In alle de bijzondere brieven uit het Zuiden wordt als nu verze
kerd dat met veel ernst aan de expeditie tegen Algiers wordt gearbeid.
De ruiterij, welke een deel derzelve zal uitmaken, bestaat uit een rege
ment dragonderseen regement hussaren en een regement jagers te paard,
voor welker inscheping 60 transport-schepen worden ingerigt.
Als een verschrikkelijk voorbeeld van de gevolgen van dronken
schap, strekke het volgende geval, hetwelk den 1 dezer te Falaise heeft
plaats gehad: Zekere Rambouiliet, een wever, na twee dagen uithui
zigheid, welke hij in onderscheidene herbergen en koffijhuizen had
doorgebragt, te huis komende, vond zijne vrouw en beide dochters zeer
tegen hem verbitterd; zij deden hem sterke verwijten over zijn slecht
gedrag. Deze, noch zeer verhit door den wijn, werd zulks te meer
door deze verwijten; hij wordt woedend, gaat uit het vertrek naar eene
andere kamer, voorziet zich van een groot mes en komt met vonkelen
de oogen terug; hij valt het eerst op zijne vrouw aan, brengt haar een
steek aan de keel en een tweede in het hart toe; hij vliegt vervolgens
naar zijne dochters, brengt de eene een vuistslag toe welke haar buiten
bewustzijn brengt, en zonder de andere tijd te geven om hulp in te roe
pen, duwt hij haar driemalen het mes in het hart; daarna begeeft hij
zich weder na zijne eerste dochter; doch dezelve voor dood houdende,
brengt hij haar slechts een steek aan de keel toe, waarna hij naar een
ander vertrek snelt, waar hij eenige oogenblikken blijft. Zijne dochter,
welke hij dood waande, bij zich zei ven gekomen zijnde, loopt naar be
neden en roept om hulp. De buren schieten toe en vliegen den trap
op; Rambouiliet alstoen geen middel ziende om zich te redden, springt
door het venster en neemt de vlugt.
Het Journal de Toulouse behelst eene belangrijke daadzaak van het
raagnetismus, toegepast op de heelkunde, voorgevallen in het departe
ment du Gers, bij den vrederegter van het kanton van Condomin te
genwoordigheid van verscheidene notabele personen; te weten, eene in
snijding met gelukkig gevolg door den doctor Lar iii een etterge
zwel van zekeren Jean in de dij, nadat alvorens de graaf van B
bekend door zijne magnetische kracht, den lijder in den magnetischen
slaap, en daarna de gevoelloosheid op het lijdend deel, had gebragt. Bij
zijn ontwaken heeft de patiënt verklaard hoegenaamd geen gevoel van de
kunstbewerking te hebben gehad.
-i- Te Lucca is een bedelaar gestorven, wiens nalatenschap op 70
duizend fr. wordt begroot.
's GRAVENHAGE den 6 april. Bij koninklijk besluit van den 31
maart II., is als vice-consul van Z. M. den Koning van Spanje, te Am
sterdam, erkend en toegelaten de heer Joseph d'Arripe.
Zaturdag avond is alhier overleden de heer Pieter Agnisius Ra gay
thesaurier van het huis des Konings en ridder der orde van den .Neder-
Iandschen Leeuw.
De bevolking van Gent is, sedert den jare 1815, even als de
handel aldaar, niet weinig toegenomen. Dezelve is van laatstgemeld
jaar tot op het tegenwoordig tijdstip met niet minder dan 21,166 zielen
vermeerderd. Inzonderheid is zulks in het laatste jaar het geval ge
weestals wanneer de bevolking met 12,019 zielen is toegenomen, en
bij de intrede van dit jaar alzoo bestond uit 81,941 inwoners.
De dag, waarop de zaak van de heeren de Potter en Tieleman
c. s. voor het hof van assises zal voorkomen, is op den 16 dezer be
paald geworden. De heer de Potter zal verdedigd worden door de hee
ren van MeenenCendebien en van de IVeyer de heer Tielemans, door-
de heeren Blargnies en de Gamond; de heer Bartels, door den heer
Lebégue, uit Gent; de heer Coché- Mommensdoor de heeren Jottrant
en Mascartde heer van der Straeten door den heer Redemans en
de heer de Neve door den heer Spinnael.
De verdedigers van den heer Tielemans spreken, in een artikelin
den Courrier des Pays-Bas geplaatst, tegen, dat, zoo als zulks inde
akte van beschuldiging verzekerd isin de antwoorden van dien heer
op de vragen van den regter van instructie, blijken gevonden worden,
dat deze heer zou gezegd hebben, dat de heer de Potter misbruik ge
maakt had van het in hem gestelde vertrouwendoor het door hem
'Tielemanstoegezonden ontwerp der statuten van de confederatie open
baar te maken.
Van den anderen kant worden door den National eenige bijzonderhe
den, omtrent de briefwisseling tusschen de heeren de Potter en Tiele-
matsmedegedeeld. Hierin zou, onder anderen, door den heer da
Potter van de schrijvers van den Courrier des Pays-Bas gezegd worden
dat al de hoofden dier schrijvers te zamen nog niet één goed hoofd kon
den uitmaken. De heer Ducpétiaux moet daarin onder den naam van
Markiezinde heer Mascard onder dien van Mascarilleen de heer
C/aes onder dien van Polichinelle voorkomen. De National verzekert
verder, dat uit die briefwisseling blijkt, dat de heer Tielemans onder
scheidene redevoeringen gemaakt heeft, welke daarna door sommige
leden der Staten-Generaal in de vergadering geïmproviseerd zijn geworden.
Men schrijft uit Luik dat aan de raadkamer van de regtbank al
daar een request is ingediend, ten einde de provisionele in vrijheid,
stelling te erlangen van de beschuldigden, in de zaak van de ongere
geldheden in den schouwburg, die naar de correctionele regtbank in die
stad zijn verwezen. Niettegenstaande het openbaar ministerie zich in
deszelfs requisitoir daartegen verzet heeftis de borgtogt aangenomen.
Men leest in een dagblad van Luik het volgendeOnlangs is er
eene belangrijke ontdekking gedaan van eene zoutbronbij het riviertje
de Lésse, niet verre van Rochefort, in de Ardennes. Te midden van
een löopend water bevond zich eene afgezonderde plaats waar de koei-
jen bij voorkeur gingen drinkenzonder eenigen trek naar het omrin
gende water te toonen. Daar dit reeds tallooze malen geschied was
kwam de herder op de gedachte, deze plaats te onderzoeken en het
water te proeven. Hij bevond dat hetzelve zout was, en ontdekte de
houten overblijfselen van eenen ouden put, zamengesteld uit een vier
kant raam van dikke eiken balken en op den grond van den put drie
Romeinsche medailles, welke, met eenige andere zich daarbij bevinden
de overblijfsels, de bewijzen opleveren van eene zoutziederij, die in
den tijd der Romeinen bestaan heeft. Deze ontdekking mag als gewig-
tig worden aangemerkt, daar zij het zekere spoor aanwijst van de lig
ging der zout-rotswier ontginning niet ver af schijnt te zijn. Eene
voorloopige en zonder groote voorzorg genomen proef, heeft reeds uit
édne flesch water, na gedane verdamping, 14 wigtjes zout opgeleverd."
BRUSSEL den 6 april. Het Journal de la province de Liige heeft
den 31 maart de tijding bevestigd, welke zich daags te voren te Ver-
viers had verspreid van den dood des bankiers, den heer R.zijn lijk
is nabij Herstal in de Maas terug gevonden. Als aanleiding tot dien
zelfmoord gaf men eene ongelukkige gebeurtenis in zijne zaken voor, en
inderdaad verneemt men dat er een failliet bestaat en dat het passief 3
millioen beloopt. Dit bankroet brengt een ijsselijken slag toe aan den
handel van Verviers en zal welligt den ondergang 'van twaalf of veer
tien handelaars, die met den heer R.in betrekking Stonden, toe
zich Slepen.
MIDDELBURG den 9 april. Gisteren is van-hier gezeild het Kof
schip Fr ede en Vrijheidkapitein F. A. Lammertsnaar de Oostzee op
avontuurmet ballast.