N\ 42.
MIDDELBURGSCHE
COÜ R Ai T.
Donderdag
NIEUWSTIJDINGEN.
frankrijk.
NEDERLANDEN.
8 April 1830.
ZEE-TIJDINGEN.
BESTUREN eh ADM 1 NISTRATIEN.
DUITSCHLAND.
HAMBURG den 30 maart. Den 19 dezer heef: 7.. M. de koning
van Zweden den rijksdag met eene aanspraak gesloten. Hierin
wordt gezegd, dat de toestand van liet koningrijk, zeo wat deszelfs bui
ten- als binnenlnndsche betrekkingen betreft, zeer gunstig is. Tnsschetj
hetzelve en alle vreemde mogendheden heerschen vrede en vriendschap.
Inwendig neemt het welvaren van jaar tot jaar toe. Voor 20 jaren
zegt de koning, telde het aloud beroemde het krijgszuchtige Zweden,
niet meer dan 2 millioen viermaal honderd duizend inwoners, nu telt het
eene bevolking van bijna 3 millioenen. Zweden was toen belast met
eene schuld van meer dan 53 millioen hiervan zijn thans reeds 44 mil
lioen afgedaan. In 1812 beliep de jaarlijksche uitgave 2 millioen zes
honderd en vijftig duizend rijksdaalders; dezelve is thans ongeveer met
een vijfde verminderd. De handel wordt meer en meer uitgebreid ter
bevordering van denzelven is het groote kanaal gegravendat bijkans vol,
tooid is. De rust is bevestigd, de regten van den troon en des volks
zijn verzekerd, de toestand van het leger is verbeterd. Voor de op
voeding der jeugd wordt gezorgd, hare doelmatige opleiding wordt be-
vordert!.
Alvorenszoo besloot Z. M. zijne rede, ik tot de koningen he
nen ga, die mij tot hunnen zoon hebben aangenomen, acht ik mij ge
lukkig, mij door mijne diensten het regt te hebben verworven, u te zeg
gen: Doordringt u met den geest uwer regering; gij zijt dit verschuldigd
aan het goede, hetwelk zij stichtte. Gij weet dat ik mijn geluk steeds
in het welzijn des rijks gevonden heb, en ik bidde den Almagtigen,
ook nog verder het vaderland zijnen bijstand, zijne bescherming en zij
nen hemelschen zegen te verleenen."
Den 25 junij zal in Duitschland, op de plegtigste wijs, gevierd
worden het derde jubelfeest der Augsbnrgsche confessie.
De groothertog van Bade isna eene ziekte van eenige dagen
gisteren morgen ten 2 uren, te Carlsmhe, in zijn 67ste jaar overleden.
Een aanval van zenuw-beroerte schijnt zijn einde verhaast te hebben. De
groothertog Leopold, broeder van den overledenen, is hem dadelijk op
gevolgd.
De groothertog van Hessen-Darmstad ligt mede bedenkelijk ziek.
GROOT-BRITTANJE.
LONDEN den 3 april. Naar aanleiding van eenige vragen van lord
J. Rnssell heeft de minister Peel gisteren avond in het huis der gemeen
ten verklaard, dat de mogendheden, die het traktaat van 6 julij 1827
geteekend hebben, tot een besluit zijn gekomen ten aanzien van het
gouvernement van Griekenland, en van de betrekkingen die het met de
overige magten zal moeten onderhoudenen dat zij het ook volkomen
eens zijn over den vorst, in wiens handen de souvereiniteit van Grie
kenland moet berusten. Omtrent alle die punten dachten de genoem
de mogendheden steeds eenstemmig; maar er bestonden nog onderhan
delingen over punten van minder belang, tusschen de drie verbon
den hoven ter eenre en den prinsdie tot souverein van Griekenland
bestemd was, ter andere zijde, en zoodra deze zoo ver gevorderd zou
den zijn, dat de beloofde staatsstukken aan het parlement konden voor
gelegd worden, zonder dat daardoor de belangen van dit land noch die
van den Griekschen staat in de waagschaal gesteld werden, zou het
ministerie zich haasten om die belofte naar te komen.
Het ministerieel avondblad antwoordt op de geruchten, die door
sommige Fransche nieuwspapieren verspreid wordenals of Engeland
voornemens was Frankrijk te hinderen in de expeditie tegen Algiers, en
verklaart, dat Frankrijk het volkomen regt heeft om door een oorlog
herstel en schadevergoeding te zoeken voor beleediging zijne nationa
le eer aangedaan, en dat, zoo het zich daartoe bepaalt, geene vreem
de bemoeijing in deze zaak te pas kan komen; doch dat, zoo, naguns-
tigen afloop dezer expeditie, Frankrijk dit sterke rooversnest militair
bezet wilde houden, dat echter nog niet duidelijk bewezen is zijn oog
merk te zijn, de zaak een geheel nieuw aanzien verkrijgen zou. Onder-
tusschen verzekert het niet de minste vrees te koesteren dat er iets
geschied is of beoogd wordt, waardoor de goede verstandhouding, die
thans zoo gelukkigl.ijk tusschen beide mogendheden bestaatzou kunnen
in gevaar gebragt of gestoord worden.
PARIJS den 1 april. Het schijnt vrij zeker, hoewel daaromtrent nog
niets bepaalds bekend is, dat het ministerie heeft besloten, het systema
ln werking te brengen, van die ambtenaren, welke de beginselen van
het bestuur niet hebben omhelsdvan hunne posten te ontzetten. Men
spreekt reeds als zoodanig van zes prefecten, die door anderen zouden
vervangen worden. Ook de wijs, op welke de ministeriële bladen zich
daaromtrent uitlaten, versterkt het vermoeden, dat die maatregel binnen
kort zal ten uitvoer gebragt worden.
Volgens berigten uit Lissabon van den 17 maart, zou dom Mi
gnel voornemens zijnaan alle soldaten en officieren beneden den rang
van kapitein, amnestie te verleenen, gelijk mede aan alle burgerlijke
ambtenaren, die geen werkelijk deel hebben genomen aan de bemoeijin-
gen tegen de vestiging van zijn gezag. Zij zullen echter hunne posten
niet weder bekomen. De goederen der thans uitlandige Portugezen
die terugkeeren mogen, zullen wedergegeven worden, maar niet de in
komsten waarover het gouvernement reeds beschikt heeft. De gene
raals SaldanhaVilla-Flor StulisMello en eenige anderendie in
der tijd tegen den marquis de Chaves en den generaal Povoas gestreden
hebben, zullen voor altijd gebannen zijn. Door Engeland erkend zijn
de, zou hij nog aan eenige andere personen vrijspraak verleenen.
BRUSSEL den 2 april. De heer de Stassart heeft, op zijne reis
van 's Hage naar Namen, alhier eene poging gedaan om zjine vrienden
de Polter en consorten in de gevangenis te sprekendoch zulks is
hem geweigerd geworden.
MIDDELBURG den 7 april. Bij besluit van den 17 maart, heeft
Z. M. de statuten goedgekeurd van eene nieuwe maatschappij te Kort-
rijk, onder het voorzitterschap van den heer Pyckelid der Tweede Ka
nier, voor het kweeken van witte moerbeziënboomen en zijdewormen.
Uit het algemeen verslag wegens den staat van den landbouw op
Java en Madura, over het jaar 1828, aan Z. Exc. den commissaris-gene-
Vv -yv* V v-:
raai op den 29 augustus 1829 Ingeleverd, blijkt, dat de proeve, weU
ke men te Java genomen heeft, om het Cochenille-insekt hetwelk op
bevel van Z. M. derwaarts was overgebragtaldaar te acclimateren In
den beginne met groote zwarigheden is gepaard gegaan, zoo zelfs,
dat al de overgebragte insekten binnen korten tijd zijn gestorven, uit
genomen drie; dat echter deze drie in leven zijn behouden, en door
groote zorg en door de aankweeking der Nopalplant, zijnde derzelvef
gewone voedsel, zoodanig zijn vermenigvuldigd, dat erbij het einde
des jaars 1828, reeds een vijftigtal, rijk met die insekten bevolkte No-
palplanten te Buitenzorg aanwezig waren. Men ging steeds voort, met
aan dezen nieuwen tak van nijverheid verdere uitbreiding te geven, teil
welken einde, onder andereneene menigte afzetsels van de aangebragte
Nopalplanten was gemaakt. De Cochenille, te Buitenzorg geteeld en
gewonnen, is aanvankelijk bevonden uitmuntend te zijn en met de besta
Amerikaansche te kunnen wedijveren.
De Zijdenwormen-teelt;welke sinds eenigen tijd, insgelijks in Java,
is ingevoerd, slaagt zeer naar wensch zoo dat men de hoop voedt,
dat deze belangrijke tak de beste gevolgen zal opleveren.
Nog heeft men eene proef genomen op dat eilandom Thee aan te
kweekenwelke niet ongelukkig is uitgevallenen die het uitzigc
schijnt te geven dat men daarin slagen kan.
In de Bredasche Courant leest men het navolgende:
Tijdingen uit Frankrijk melden dat aldaar aan de commissie voor
het wapenen der artillerie, de last is opgedragen, om op al de vuur.
wapenen de zoogenaamde percussie-ontstekingmanier toe te passen. Dit
zal haar des te gemakkelijker vallen daar het Nederlandsch gouverne
ment reeds lang de onkosten van beproeving heeft gedragen en hierin
boven alle verwachting geslaagd is. De percussie-toestellen voor het ge.
schut, door den hier in garnizoen zijnden kolonel der rijdende artillerie
en kommandant der 2de artillerie-inspectie, Listuitgevonden, laten
niets te wenschen over. Ook vernemen wij van goeder handdat de
kapitein der rijdende artillerie, Dineauxeene zeer kunstig uitgedachte
verandering aan de sloten der gewone munitie heeft aangebragt, waardoor
dezedoor eene even doelmatige als onkostbare bewerkingtot percus
sie-geweren zouden kunnen gebragt worden. Het model van een zooda.
nig geweer is aan Z. K. H. Prins Frederik aangeboden."
De Gorinchemsche courant behelst het volgende artikel
Men heeft in Noord-Amerika sedert 4 jaren eene maatschappij van Ma
tigheid opgerigt, wier middelpunt Nieuw-York is, alwaar ook een week
blad door haar uitgegeven wordt, onder den titel van: Menschlievend-
heids-bladten doel hebbende om de voortgangen der maatschappij te
doen kennen. Zij stelt zich eeniglijk voor, om de dronkenschap uit te
roeijen, en telt reeds meer dan duizend hulp-genootschappen in de ver.
schillende staten. De leden dezer maatschappij, zoo wel vrouwen als
mannen, verbinden zich tot eene geheele onthouding van wijn en andere
geestrijke dranken; derzelver getal beloopt reeds meer dan honderd dui
zend.
„Men gevoelt, dat dit genootschap, bij verdere uitbreiding, groote
veranderingen zal te weeg brengen in een land als Noord-Amerikawaar
de drankzucht algemeen is, en waar door, gedurende 1829, reeds meer
dan 700 dronkaarts genezen zijn. Nagenoeg 50 branderijen hebben op
gehouden te stoken en 400 slijters hunne winkels geslotenin sommige
steden is het vertier van sterke dranken een vierde en in andere negen
tienden verminderd. Ook onder de stammen der Indianen is de invloed
der maatschappij merkbaar, en zij begint reeds in Engeland, Schotland
en Ierland navolging te vinden; zoo dat zij slechts het kanaal behoeft
over te steken om de Nederlanden te bereiken."
VLISSINGEN den 6 april. Heden is van de reede naar zee gezeild,
Fortuna kapt. G. H. Quedensvan Antwerpen naar Hamburg gedesti-
neerd met stukgoederen.
Sedert den 3 dezer zijnvoor Antwerpen bestemd alhier ter reede
gekomen Saint Georgekapt. G. Ferrillay van Bataviamet suiker en
koHij /inna Christinakapt. T. G. Stangenetvan Marseille, met stuk
goederen; Zephyrkapt. S. Nielsen van Messina, met fruit; de Maria
kapt. H. Loets, van Hamburg, met tarwe en garst1'Est herkapt.
M. Bonjonnier van Bayonne met wijn.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
Hoofdplaats van de Provincie Zeelandbrengen bij deze ter kennisse van
ajle.de genen, die daarbij eenig belang mogten hebben, dat door den
Raad dezer Stad is gearresteerd het navolgende Reglementhoudende
bepalingen omtrent het gebruiken van Manden bij den aanvoer en ver
koop van Aard- en Boomvruchten
Art. I. Alle Aard- en Boomvruchten zullen voortaan in geene andere
Manden mogen worden verkocht, gemeten of op eene der Markten of
openbare plaatsen te koop gesteld dan in diewelke de hoeveelheid
bevatten van de Nederlandsche Muddede Nederlandsche Halve Mudde
het Nederlandsche Schepel of den Nederlandschen Kop.
Art. 2. Voor zoo verre In- of Opgegetenen niet van eene genoegza
me hoeveelheid dier Manden zijn voorzien en de aanvoer der Aard. en
Boomvruchten ter Markt of aan de Huizen der Aard- en Boomvruchten-
Verkoopers zonden verlangen te doen in Zakken, kan zulks geschieden,
mits de uitmeting van de daarin zijnde waren plaats hebbe met de hier-
bovengemelde Nederlandsche Maaten deze Zakken inhouden elk de
hoeveelheid waren van twee Halve of ééne Nederlandsche Muddeover
eenkomstig Zr. Ms. besluit van den 27 October 1827 {Staatsblad no. 46).
Art. 3. Alle fijne Vruchten en Fruiten zullen bij voortduring mogen
worden verkocht in gewone kleine Mandjes, Kommetjes, Testjes of Potjes.
Art. 4. De Controleur bij de Plaatselijke Belastingen, waarnemende
den Post van Marktmeesterzal de noodige zorg dragen dat aan deze
bepalingen op de Markten of andere openbare plaatsen van Verkoop stip-
telijk worde voldaan; terwijl de Commissaris van Policie Agenten en