N\ 35.
MIDÜELBURGSCHE
C O
Dingsdag
wamt:
CKWüON
23 Maart 1830.
t;
■fas
NIEUWSTIJDINGEN.
NEDERLANDEN.
r - rv<
Lj
- V.'
'£rr*s9*
DUITSCHLAND.
FRANKFORT den 16 maart. Men kent thans den inhoud van het
protocol, 't welk den 4 januari;te Londen, betrekkelijk de Griek-
sche aangelegenheden is gesloten en waarbij de gevolmagtigden der
drie mogendheden, op de verklaring van de Verhevene Porte, dat deze
zich zoude houden aan hetgeen deswegens in Londen zoude w-orden be
paald, zijn overeengekomen, dat Griekenland, beperkt binnen engere
grenzen dan vroeger waren aangewezen, zal zijn eene onafhankelijke,
'erfelijke monarchie; dat de grenzen aan de noordzijde zullen worden af
gebakend door drie commissarissendoor de drie mogendheden te benoe
men, dat de mogendheden verder zullen zorgen, dat de vijandelijkheden
tusschen de Turken en Grieken dadelijk worden gestaakten dat de we-
derzijdsche vestingen, welke nog vreemde bezetting inhebben, onmid-
delijk znllen worden ontruimd; zoo dat men eerlang de tijding te ge-
moet mag zien, dat Athene op nieuw in het bezit der Grieksche krijgs-
berlden is gesteld.
Een gedeelte van Frederikstad in Noorwegen, is, inden nacht
tusschen den 15 en 16 februarij, eene prooi der vlammen geworden.
Onderscheidene openbare gebouwen en 41 woningen van bijzondere
personen zijn daarbij verbrand.
GROOT-BRITTANJE.
LONDEN den 16 maart. Gisteren heeft de kanselier va:? den ex-
chequer in het lagerhuis de middelen voorgesteld ter bestrijding van de
staats-behoeftenover het loopende jaar 1830. Ter verligting van de
lastenwelke tegenwoordig op de ingezetenen drukkenis voorgedragen
om de belastingen op het Iederhet bier en den cidergeheel af te schaf
fen. De inkomsten voor het volgende jaar zijn geraamd op 50,486,000
p. st.de uitgaven op 47,812,000 p. st, Cwaarin de staatsschuld deelt
voor 29,900,000, p. st.) Het batig slot zal dus 2,667,000 p. st. op
leveren. Ofschoon de thans voorgestelde vermindering niet aan aller
wemchen hééft voldaan, heeft dezelve echter de algemeene verwachting
verre overtroffen.
FRANKRIJK
PARIJS den 8 maart. Heden heeft de groote commissie uit de ka-
roer van afgevaardigden het adresin antwoord op 's konings openings
rede der kamers, aan Z. M. overgebragt, den voorzitter, den heerRoyer-
Collard, aan het hoofd hebbende, die dezelve op eenen krachtigen toon
heeft voorgelezen.
Het adres begint met eene plegtige verklaring van eerbied en onver
zettelijke verkleefdheid aan den persoon des konings, maar tevens van
het gevoel der verpügting, welke der kamer is opgelegd, en het be
sluit, om aan dezelve te voldoen.
Ten opzigte van Griekenland maakt het adres geen gewag van den
vorst, welke geroepen is, om dien staat te regeren, en verklaart het
zich piet over de belartglooze staatkunde van Frankrijkvan welke in
Zr. Ms. aanspraak is gewaagd.
Met betrekking tot de geldelijke maatregelen verklaart mende deswe
gens voor te dragen wetten met eerbied te zullen afwachten.
De zinsnede, ten aanzien der Portugesche aangelegenheden, wordt al
dus beantwoordHet is U. Ms. zorg aanbevolenom een einde te ma
ken aan de rampen, onder welke Portugal gebukt gaat, zonder het
heilzaam beginsel der vettige orde van zaken, 'c welk niet minder on.
schendbaar is voor koningen, dan voor volken, te verkorten.
Die, welke betrekking heeft tot Algiers, heeft aanleiding gegeven tot
het navolgend antwoord: U. M. oordeelt, het erlangen der schitteren
de voldoening voor den hoon, die uwe vlag is aangedaan, niet langer te
moeten uitstellen. Wij zullen met eerbied de bijzonderheden afwach
ten, welke U. M welligt noodig zal oordeelenons, omtrent eene
aangelegenheid, die met zulke gewigigte belangen in verband staatmede
te deelen. Telken reize, sire, dat het 'er op aan komt, om de waar
digheid uwer kroon en den nationalen handel te verdedigenkan U. M.
op den bijstand, zoo wel als op den moed uwer volken, rekenen."
Het einae van het adres luidt ten naastenbij aldus: Uit alle de oor
den van het rijk te zamen gekomenleggen wij aan de voeten van den
troon neder de hulde van een getrouw volk, 't welk steeds getroffen is
van u als den weldadigsten van allen, bij de algemeene weldadigheid,
te hebben onderscheidenen t welk in u het voorbeeld vereert van de
edelste deugden.
Sirehet volk bemint en vereert uw gezag. Vijftien jaren van vre
dewelke het aan u en aan uwen broeder verschuldigd is, hebben de
dankbaarheid, welke het aan uw doorluchtig geslacht verbindt, diep in
zijn hart geprent. Zijn verstand, door de ondervinding geoefend, zegt
het, dat, inzonderheid in zaken van gezag, de oudheid van bezit een
der heiligste regten is, en dat, niet minder voor zijn geluk, dan voor
uwen roem, verscheidene eeuwen uwen troon op eene hoogte hebben
gepantst, a waar dezelve veilig is voor stormen. Zijne overtuiging stemt
in met zijnen pl'gt, om u de heilige regten van uwen troon voor te
dragenals den zekersten waarborg voor zijne vrijheiden de onschend
baarheid uwer voorregtenals den beschermer zijner eigene regten.
Intusschen, sire, ontdekt zich, te midden van deze gevoelens van
eerbied en liefde, eene onrust in de gemoederenwelke de kalmte, die
Frankiijk begon te genieten, verstoort, en welke, verder voortduren
de, gevaarlijk zoude kunnen worden voor de openbare rust. Ons gewe
tenonze eer, de trouw, welke wij 11 gezworen hebben, en welke wij
steeds zullen in acht nemen, maken het ons ten pligt, om U. M. de
oorzaken daarvan te ontvouwen.
Sirehet charter't welk wij aan de wijsheid uws broeders ver
schuldigd zijn, en welks voordeelen U. M. vastelijk besloten hebt te
handhaven, heiligt het legt van de tusschenkomst des lands in de be
raadslaging en bepaling der openbare belangen. Deze tusschenkomst
behoorde erkend te worden; dezelve is niet regtstreeksen wijsselijk
bepaald binnen naauwkeurig omschrevene grenzen welke wij nimmer
zullen dulden dat geschonden worden. Maar derzelver werking is niet
minder afdoende, want zij stelt de overeenstemming van de staatkundi
ge inzigten van uw bestuur met de wenschen van uw volk als eene
onvermijdelijke voorwaarde voor den regelmatigen gang der openbare
aangelegenheden.
Sire onze welmeenendheidonze zelfopoffering veroordeelen ons,
om u te kennen te gevendat deze eenstemmigheid niet bestaat. Een on»
regtmatige argwaan betrekkelijk de gevoelens en het gezond verstand
van Frankrijk, is thans de gedachte, die de overhand heeft bij het be
stuur. Uw volk treurt daar onder, om dat die argwaan hetzelve belee-
digt; het wordt er door verontrust, om dat dezelve de vrijheid be-
dreigt. Dit mistrouwen kan tot uw edel hart niet doordringen. Neen
Sire, Frankrijk wil evenmin de regeringloosheid, als U. M. de wille,
keur. Het verdient, dat gij vertrouwt op de regtschapenheid der inge
zetenen, gelijk deze vertrouwen op uwe beloften.
Dat U. M. in zijne hooge wijsheid besliste tusschen hendie eene
zoo kalme, getrouwe natie miskennen, en ons, welke, met eene diepe
overtuigingde klagten van een geheele volkdat naijverig is op de
achting en het vertrouwen van zijnen koning in uwen schoot neder-
leggen. De koninklijke regten Ur. M. hebben in uwe handen het mid
del gesteld, om, onder de magten van den Staat, die grondwettige een
stemmigheid te vestigen, welke de eerste en noodzakelijke voorwaarde
is van,de kracht van den troon en de grootheid des Rijks."
De koning heeft nagenoeg aldus geantwoord.
Ik zoude op de medewerking der beide kamers hebben moeten rekenen
om het geluk van mijn volk daar te stellen-, doch ik zie met leedwezen
dat die medewerking mij van de zijde der kamer van afgevaardigden ont
breekt. Ik heb u mijne voornemens bij mijne openings-rede dezer zitting doen
kennen; deze voornemenszijn onveranderlijk; het belang van mijn volk ver
biedt mij er van af te wijken. Mijne ministers zullen u mijne bedoelingen
doen kennen
Den 19 maart. Bij koninklijke ordonnantie van heden, is de
zitting der beide kamers verschoven tot den 1 september aanstaande.
'sGRAVENHAGE den 18 maart. In hare zitting van heden heeft
de Tweede Kamer der Staten-Generaalbij de voortgezette deliberatien
over het wetboek van strafvordering, ook titel III, handelende van
dagvaardingen in persoon en van de in hechtenisneming van beklaagden
met 52 tegen 44 stemmen verworpen maar daarentegen titel IVhan
delende van de verzending van het geding naar het provinciaal geregts-
hof, en van de nadere beschikkingen daaromtrent door het hof te nemen
met 95 tegen 2alsmede titel Vhandelende van het regtsgeding op dt
teregtzitting van het provinciaal geregtshof, met 94 tegen 1 stem aan
genomen. Waarna de verdere beraadslagingen tegen morgen middag ten
twaalf uren bepaald werden.
Bij het nieuwe ontwerp van wettot aanvulling der inkomsten ter
dekking van de gewone staatsbehoeften over het loopende tienjarig tijd
vak, worden voorgedragen de volgende middelen:
Een-accijns op de koflij, voor zoo ver die tot binnenlandsch gebruik
overgaat, ten bedrage van tien gulden de 100ponden; eene verbooging
van 15 pet. der hoofdsom van den accijns op het zout; eene verhoo
ging van 12 pet. der hoofdsom van den accijns op buitenlandschen wijn;
eene verhooging van 5 pet. der hoofdsom van den accijns op binnen
landsch gedisteleerd eene verhooging van 5 pet. der hoofdsom van den
accijns op binnenlandsche bieren en azijneneene verhooging van 7 pet.
der hoofdsom van den accijns op de suiker en eene verhooging van 7
pet. op de personele belasting, waartegen de opcenten ten behoeve
der gemeente-kassen zullen vervallen.
Den 19 maart. In de zitting van heden is titel VI van het
bovengemelde wetboek met 70 tegen 25 stemmen; titel VII met 90 te
gen 2 stemmen; titel VIII met 80 tegen 13 stemmen, en titel IX met
algemeene (83) stemmen aangenomen.
Men zegt, dat de wet op het openbaar onderwijs door het gou
vernement zal worden ingetrokken, naardien het schijnt, dat de meer
derheid der leden in de sectien van gevoelen isdat de tijd niet daar
isom dienaangaande nieuwe wettelijke bepalingen in te stellen.
Het heeft Z. M., bij besluit van den 12 dezer, behaagd te bepa
len, dat de zee-oflicierenbeneden den rang van vlag-officier, welke in
administrative en sedentaire posten geplaatst zijn, uit het vaste korps
zullen worden afgevoerd, met behoud hunner titulaire rangen, en dat
eenigen, uit hoofde van ouderdom, ongesteldheid als anderzins, tot pen
sioen zullen worden voorgedragen.
Z. M heeft verder de navolgende bevorderingen gedaan, en benoemd:
Tot vice-admiraalden schout-bij-nacht jhr. A. Ruijsch, directeur
en kommandant der marine, in het hoofd-departement van de Maas.
Tot schouten-bij-nacht, de kapiteins-ter-zee F. IV. C. van de Sande
.7. A. van der Stratenjhr. A. C. TwentH. IV. Lantsheer.
Tot kapiteins-ter-zee, de kapitein-luitenans.ter-zee J. P. M. IVillitick
F. G. Courier dit Dubekart.
Tot kapitein.luitenants-ter-zee, de luitenants-ter-zee der iste klasse
F. C. Zwaanshals, F. Jonker, A. C. Edeling, D. IV. Paling, G. A. C.
lieidewicr l 'ignon.7. Godsen S. .7. KeucheniusN. L. Koops.
Tot, lüitenants-ter-zce dar ïotc kW.., de luitenants ter-zc» 3je
klasse IV. G. A. Lochmann van Köningsfe/dtL. Speng/erIV. IV. Ja
gerJ. A. B. IViseliusIV. KannegieterIV. J. H. AllewaertJ. II.
VelsbergIV. de Kwartel, J. Schröder, J. F. A. Coertzen, G. IJ. Mees
man II. J. GalupIV. C. SingendonckIV. F. Baars.
Tot iuitenants-ter-zeé der 2de klasse, al de tegenwoordig in dienst
zijnde buitengewone luitenants-ter-zee der 2de klasse, alsmede de adel
borsten der iste klasse A. E. Thierens, A. B. Troulja, L. C. H. Ane-
maetJ. ReesenF. J. EyckholtJ. E. T. ToussaintJ C. Pieterse,
G. H. BuschmanB. H. Staring, L. Nicolson.7. van HaeftenH. Das
Kramp IV. J. ScheltusC. van der Hart.
Tot adelborsten der iste klasse de adelborsten der 2de klasse G. du
Cloux Jr.C. J. de CasembrootP. L. PieterseT. HansenIV. A. de
GelderF. L. JonkerC. P. de BrauwN. Gansneb genaamd Tengna-
gelA. D. S. ClarksonF. IV. van der SleydenT. G. Hojfman C. J.
Polkijn C. van der Tak.7. L. van FlorensteynA. F. Siedenburgen
den buitengewonen adelborst K. E. Besier.
Bij verdere besluiten van Z. M., insgelijks van den 12 dezer, is aan
den benoemden schout bij nacht A. C. Twent opgedragen de generale in
spectie over het loodswezenzoo wei in het Noorder- als Zuider-de-
partementwelke departementen tot nu toe afgezonderd waren.
De schout bij nacht H. IV. Lantsheer, tornu toe directeur bij het de
partement der marine, benoemd tot directeur en kommandant der mari-