N\ 34.
MIDDELBURG SCSIE
C O U RIN
Zaturdasr
20 Maart 1830.
NIEUWSTIJDINGEN.
NEDERLANDEN.
BESTUREN en ADMINISTRATIEN.
Gehuwd
ADVERTENT1EN.
O/ L
ri
Jonge nog kortelijk het woord gevoerd hadden ging de vergadering tot
de stemming over, waarvan de uitslag was, dat zich 50 leden tegen etl
42 voor dat ontwerp van wet verklaarden zoo dat Z. M. verzocht zat
worden dien titel in nadere overweging te nemen waarna de vergade
ring ten half vijf uren is gescheiden en geadjourneerd tot morgen och.
F R A N K R ij K
PARIJS den 13 maart. Dezer dagen heeft alhier zeer veel gerucht
gemaakt een geschrift, getiteld: Memorie aan den raad des konings
óYer den waren toestand van Frankrijk en over de noodzakelijkheid van tenli ten 11 uren.
ten gouvernementhetwelk de revolutie te keer gaat. Hetzelve is geheel Men verneemt, dat de voorgestelde belasting op de koflij 10 op
in den geest der ultramonarchalen gesteldbevat de buitensporigste stel- de honderd Nederlandsche ponden is, en dat de overige voorgestelde
lingen, en heeft vooral door deszelfs hevige uitvallen tegen de konink- j middelen en belastingen, ter bestrijding der uitgaven voor het tienjarig
Mjke geregrshovèn en sommige regtbanken, welker lédennaar hetzelve1 tijdvakdezelfde zijn, die thans geheven worden, met verhooging vatl
voor het meerendeel uit revolutionairen bestaan, algemeen de veront- j eenige opcenten, welke verhooging echter te gemoet zal gekomen wor-
waardiging opgewekt
Het koninklijk hof alhier heeft, op de gronden des eersten reg-
ffcrs, het vonnis der correctionele regtbank bevestigd, waarbij het Jour
nal du Commcrce en de Courrier Francaiswegens de Bretonsche associa
tie zijn veroordeeld.
's GRAVENHAGE den 16 maart. In de zitting van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaalvan heden, is ontvangen eene koninklijke
boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet, overeenkomstig art.
124 der grondwet voorstellende eenige wijzigingen in de wet van den
«4 december 1829, houdende middelen ter bestrijding van 's rijks uit
gaven, gedurende het tienjarig tijdvak. Onder die wijzigingen merkte
men op, dat de belasting op het geslagt zal worden behouden, uithoof
de van de moeijelijkheidom andere middelen ter verkrijging van die
belasting te vinden. En werd besloten deze stukken te doen drukken
ronddeelen en ter overweging naar de afdeelingen té verzenden.
De beraadslagingen over bet ontwerp van wetboek van strafvordering
alsnu aan de orde van den dag zijnde, ontwikkelde de heer Sijpkens
als lid der commissie voor de zamenstelling der wetboeken de gronden
van opgemeld ontwerp van wetboek in eene uitgebreide redevoering,
waarin hij onder anderen deed opmerken dat men van de Fransche wet
geving heett behouden wat men goed oordeeldeen overigens het wet
boek naar onze zeden en onze behoeften is ingerigt. Hij zeide ook,
op de jury niet te zullen terugkomen, daar dit vraagstuk in de vorige
zitting is afgehandeld en beslist geworden.
Na dat vervolgens ook de heer Dijckmcesterinsgelijks lid van de com
missie voor de wetboekenbijzonderlijk de gronden van den eersten en
tweeden titel van het wetboek van strafvordering had ontwikkeld, stel
de de president, onder goedkeuring der kamer, de discussie open eerst
over het ontwerp van wetboek in deszelfs geheel, en vervolgens over
elk gedeelte .zoo als dat in een afzonderlijk ontwerp van wet begre
pen was, in het bijzonder. De heeren SandelinFockemaDonker
Curtius en Luzac hierop het woord gevoerd hebbende, werden de be
raadslagingen over het geheel gesloten en ging men over tot de behan
deling van het eerste afzonderlijk ontwerp van wet, houdende algemeene
bepalingenen werd dit door de 87 aanwezig zijnde leden met eenpa
righeid aangenomen.
Over het tweede afzonderlijke ontwerp van wetbevattende den eer
sten titelontstond eene eenigzins langdurige woordenwisseling, tenge
volge eener aanmerking van den heer RoisinOnderscheidene leden en
Z. Exc. de minister van justitie namen daaraan deel; en werd die titel
ten slotte met 82 tegen 8 stemmen aangenomen.
Over het derde afzonderlijke ontwerp van wetbehelzende den twee
den titelbragt de heer la Hott eene bedenking in het midden, welke
ffiede tot eenige woordenwisseling aanleiding gaf, doch op voorstel van
den heer Reyphins, die aan het woord was, werd besloten om de ver-
derê beraadslagingen tot morgen middag ten 12 uren te verschuiven,
waartoe besloten werd.
Op voorstel van den heer van Asch van iVijck zullen de redevoerin
gen varr de heeren Sandelin en Dijcbneester in beide de talen gedrukt
en rondgedeeld worden.
Gisteren hebben de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten.
Generaal zich bezig gehouden met de ontwerpen van wet, betreffende
de vermindering van het getal leden der algemeene rekenkameren de
aflossing of vermindering van den intrest der 4J prcts. obligatien van het
amortisatie-syndicaat.
Den 17 maart. Heden is de Tweede Kamer der Staten-Gene-
laal omstreeks 1 uur vergaderd. Zijne Exc. de minister van justitie
troonde wederom deze zitting bij. Drie ingekomen verzoekschriften
Werden in handen der daartoe benoemde commissie gesteld. Hierna
werden de beraadslagingen over den tweeden titel van het wetboek
van strafvordering hervat. De heer Reyphins bekwam eerst het woord
hij verklaarde zich tegen eene zinsnede van art. 5 van dien titel, waar
bij bepaald' wordt, dat een ambtenaar van het publiek ministerie de
verhooren van een beschuldigde voor den regter-commissarisdes ver
kiezende, kan bijwonen; hij vermeende, dat zulks een nadeeligen indruk
op den geest van den beschuldigden kon hebben die minder tegen
woordigheid van geest in het bijzijn van twee dan van een règt'ernjk
ambtenaar zou aan den dag leggen. Deze aanmerking van den heer
Reyphins gaf aanleiding tot eene langdurige discussie waaraan de hee
ren Donker Curtiusvan Rennen, Zijne Exc de minister, Sypkens
LuzakBeelaerts, van Dam, JVarin, GeelhandTrenteseauxre llon
de Gerlache, Barthtiimyde Stassart van Crombrugghe en Marechal
deel namen. Onder die sprekers zeide de heer IVarin dat hij geens
zins in het gevoelen van den eersten spreker deeldedat hij dikwijls,
in hoedanigheid van regter ter instructie gewenscht had dat deoffibier van
justitie bij de verhooren mogt tegenwoordig geweest zijn hij be-
sdflOTTWde dus de- bevoegdheid van dien ambtenaar als zeer nuttig. De.
spreker mankte nog eenige- aanmerkingen op artikel 8 van gemelden ti
tel omtrent het booren van getuigen, waarover zich ook eenige andere
leden uitlieten. Eindelijk stelde de heer Marechal voor, om de beraadsla
gingen tot morgen uit te stellen, ten einde Z. Exc. den minister ge
legenheid te geven de verlangde veranderingen in die artikels te kun
nen bewerkstelligen. De president aangemerkt hebbende dat die ver
anderingen dan eerst naar de afdeelingen zouden moeten gezonden wor
den door de afschaffing of vermindering der thans geheven wordende
gemeente, opcenten.
ANTWERPEN den 17 maart. Alhier is het bouwen van eenen niêu.
wen schouwburg voor 303,000 aangenomen, door mejufvrouw van Im-
schoft; dat werk moet in april 1832 gereed zijn. De verdere verfraai,
jingen, het tapijt en schilderwerk, de machines en versierselen, enz.,
zullen, naar men berekent, mede nog ƒ100,000 vereischen.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
in aanmerking nemende de terugkeer der ziekte van het Ongans onder
het Wolvee, en de veelvuldige sterfte onder het Rundvee, ten gevolge
van de aanhoudende natte weersgesteldheid van het jaar 1829, en het
niet aanwenden der aanbevolene middelenwillen bij deze alle de Vee»
houders in deze Gemeente hierop indachtig hebben gemaakt, en dezelve
met den nieesten ernst hebben aangemaand, om, ter voorkoming vatl
ziekte, van het meest geschikte voorbehoedmiddel, het Zout, bij het
Vee gebruik te maken, en speciaal van de overige middelen, welke wor.
den opgegeven en aangerroffen in de Raadgeving aan Landlieden, door
den Hoogieeraar A. Numan Directeur van 's Rijks Vee-Artsenijschool
te Utrechtopgesteldtot voorkoming van ziekten onder het Vee etl
welk stuk gedrukt en, tegen tien Centenbij de Boekverkoopers de Ge»
broeders Abrahamste verkrijgen is.
Middelburg, den 15 Maart 1830.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LANTSIIEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtb.
J. F. BIJLEVELD Secretaris.
Het BESTUUR der binnen deze Stad gevestigde en in bloei steed»
toenemende SPAARBANK, heeft derzelver verslag over het jaar 1829,
aan het Middelburgsche Departement der Maatschappij Tot Nut van 't Al
gemeen, onlangs ingezonden, en daarbij den voordeelingen staat dier In-
rigting uitvoerig aangetoond; waaruit gebleken is, dat op 31 December
1829, de 547 openstaande Rekeningen der Inleggers, te zamen, we
gens kapitaal en intressen de aanzienlijke som van ruim 65,000 be
droegen terwijl daarvoor Nederlandsche Fondsen aanwezig zijn, wel
ker waaidevolgens eene matige berekening het bestaande Waarborg-
Fonds opruim 10,000 heeft gebragtzoo dat de belanghebbenden, zelf#
tegen aanmerkelijke daling van den cours der Effecten verzekerd zijn.
Uit aanmerking van dit een en ander, alsmede om de zucht tot Spaar
zaamheid te versterken en aan te moedigen heeft het Bestuur vrijheid
gevraagd en verkregen om Twintig Premien 4 5 Gulden uit te loven
en door het iot toe te kennen, waartoe zij in derzelver laatstgehoudene
Maandelijksche Vergadering zijn overgegaan.
De begunstigde Nommers zijn geweest: 8, 19, 20, 114, 115,
116, 148, 157165. 22a, 230, 242, 281, 291, 335, 417,
480, 499, 540 en 568.
Bij aanbieding der aldus genommerde Aanteekening-Boekjeswordt
daarop de toegekende Premie bijgeschreven.
Het Bestuur vertrouwt, dat velen in deze Stad, welke van de be
staande Inrigting nog geen gebruik makenhun belang zullen leeren in
zien en diegenen hunner Stadgenooten volgenwelke van de Spaarbank
een naarstig en dankbaar gebruik maken, 'tgeen voor niet weinigen in
den afgeloopen strengen Winter het middel is geweest om zich, bij
gemis van werk echter te kunnen voeden en verwarmenzonder de
hulp van anderen te moeten inroepen.
Middelburg, 19 Maart 1830.
In naam van het Bestuurder Middelburgsche Spaarbank,
ABRAHAM van den BROECKE Jz.
Secretaris.
VOORLEZING over de Natuurlijke Historie, door Prof. de Jonge
Woensdag den 24 Maart 1830, des avond ten zes uren, in het Museum.
Middelburg
den 17 Maart 1830.
Ondertrouwd
Middelburg
den 18 Maart 1830.
P.
NORTIER, van Coes
Weduwenaar
en
E. REU SE.
C.
K.
P.
ROELSE Lz.
en
J. C R A M E R.
NB. Vrienden en Bekenden gelieven deze algemeene ook voor bijzon-
dere kennisgeving aan te nemen.
J-Jeden ochtend, circa vier uren, overleed alhier, in den ouderdom
van ruim zeven-en-zestig jarenMevrouw ANNA CORNELIA van
EPS, Weduwe van wijlen den Heer LAURENS STRAUB
den, vatte Z. Exc. de minister het woord op en verdedigde de beide j Ieder, die de overledene gekend heeft, zal ligtelijk kunnen beseffen
artikels,, tia vooraf gezegd te hebben dat hij aan het verlangen van 1 wat wij in haar gemis betreuren,
den heer Marechal niet kon toegeven alvorens de meening van de meer- i Middelburg II. J. L A U F F E R M A N.
derheid der Kamer hem bekend was. fta dat de heeren Aeyphins en de ("den 14 Maart 1830. R. A. S T R A U B.