MIDDELBURGSCHE >B?
N\ 18.
éJü ï'i
Donderdag
HIEUrrSTIJ DINGEN.
awi>
GEWOHN
TE
JSECÜtr-H
11 Febrtiarij 1830.
NEDERLANDEN.
ZEE-'I1JDINGEN.
RUSLAND.
PETERSBURG den C januarij. In den loop van het vorig jaar heb
ben eetiige Russische nntuur-onderzoekers eene wetenschappelijke
reis naar den Knukasus gedaan, bij welke gelegenheid ook de hoogste
top van dat gebergte, de Elborus of Elbrus, die nog nooit door raên-
schen was betreden geworden, beklommen is.
De aan de zoogenaamde Kaukasische linie bevelvoerende Russische ge
neraal Emmanuel heefc aan deze reizigers allen inogelijken bijstand ver
leend, en hen in persoon met een aantal zijner manschappen op dien
togt vergezeld; hebbende zij het voornamelijk daaraan te danken, dat
zij hun oogmerk bereikt hebben.
Uit eenen brief, die een van hen aan den voorzitter der Petersburg-
sche maatschappij van wetenschappen geschreven heeftontleenen wijde
volgende beschrijving van het beklimmen des Elborus.
Men verbeelde zich eene in alle rigtingen uiteengescheurde land
streekdie 8 k lo,ooo voeten boven de oppervlakte der zee verheven
is, waar bergruggen, met welig gras begroeid, met steile afgronden af
wisselen, om 2ich een juist denkbeeld te kunnen vormen van het ge
bergte, door hetwelk onze weg in het eerst liep. Hier kan men, als
men den bergrug volgt, overal gemakkelijk te paard en zelfs met wa
gens voortkomen. Slechts enkele zeer hooge bergen, zoo als de Kin-
schal, Inat, Besmabück en andere, zijn van alle kanten door steile af
gronden omringd, en bijna ontoegankelijk. Wanneer men den Elborus
nader bij komt, verandert plotseling de gedaante der bergen. Steile, ge
takte porfier-rotsen verheffen zich tot aan de sneeuwlijn en nog hooger.
De smalle weg leidt dikwerf langs verschrikkelijke afgronden henen
Tegts heeft men een onbeklimbaren rotsmuur; lings eene onmetelijke diep
te. De Elborusdie met eeuwige sneeuw bedekt is, en insgelijks uit por
fier bestaat, maakt het middelpunt van dit gebergte uit, en de zoo even
beschrevene porfierbergen liggen in een kring om denzelven heen, zoo-
dat hij zich als midden uit eenen krater verheft, boven welks hoogsten
rand hij 4 of 5000 voeten uitsteekt.
In den avond van den 20 julij sloegen wij ons kleine leger zoo digt
mogelijk bij den Elborus op, aan den oever der Malka, niet ver van
een waterval. Den volgenden morgen beklom generaal Emmanuel eenen
nabij gelegen berg, om de omstreek te onderzoeken, en dienvolgens het
noodige te beramen. Na zijne terugkomst verzamelde hij de moedigste
van onze Kozakken en alle de aanwezige Cirkassiers, en spoorde hen aan
om alle hunne krachten ter bereiking van den top des Elborus in te span
nen* lovende hij verschillende prijzen uit voor degenen, die daarin zou
den slagen. Ten 10 uren trokken wij, van leeftogt voor 3 dagen, van
eenen voorraad hout en andere benoodigdheden voorzien, over de Mal
ka, begeleid door 90 Kozakken, een aantal Cirkassiers en 20 man voet
volk. Daar wij aan de overzijde steile rotsen moesten beklimmen, zon
den wij onze paarden terug; ons goed werd door de manschappen ge
dragen. Ofschoon meestal een vochtige mist de rotsen overdekte die
wij beklimmen moesten, zoodat wij soms geen 10 voeten voor ons uit
konden zien, bereikten wij echter reeds teu 4 uren de sneeuwgrens, al
waar wij besloten hadden te overnachten. Bij eene kleine waterkom
werden eenige mantels op de rotsen uitgespreid, en na ons door een
weinig spijs verkwikt, en 2 vuurpijlen, ten teeken van onze aankomst,
afgestoken te hebben legden wij ons ter rust. Tegen den avond werd
de lucht helder, en de opkomende maan deed ons den Elborus in al
zijne pracht zien.
Den 29 braken wij des morgens ten 3 uren op, om den top zei
ven te beklimmen. Eerst ging de weg over eenige sneeuwvlakten
dan weder over kale rotsen tot wij eindelijk aan den kegel zeiven kwa
men, die geheel met sneeuw bedekt is, en slechts aan den top eenige
daarvan ontblootte plaatsen vertoont. Wij moesten trappen in de sneeuw
doen gravenom voort te komen de lucht was zoo dun dat men naau w-
lijks adem kon halen verscheidene malen werden wij door duizelingen
overvallen die ons bijna noodzaakten om terug te keeren om de twin
tig schreden moesten wij uitrusten. De dalen onder ons waren met dik
ke wolken bedektterwijl wij den heerlijksten zonneschijn genoten.
Tegen 11 uren waren wij tot op 1500 voeten beneden den hoogsten
top gevorderd, maar zoo uitgeput, dat wij moesten stilhouden. Slechts
de heer Lenz was in staat om met eenige Kozakken en Cirkassiers voort
te gaan doch ook hem verlieten', toen hij nog 1000 voeten hooger
geklommen waszijne krachtende meeste Kozakken en Cirkassiers
hadden hem verlaten; eene breede sneeuwvlakte lag nog tusschcn hem,
en den ongeveer 500 voeten hooger liggenden top; maar de sneeuw was
door de zon zoo week geworden, dat men er tot aan de knieën instap
te, zoo dat ook dc heer Lenz moest terugkeeren. Een eenige Cirkas-
jier, Killar genaamd, bereikte den top. Intusschen was het voor ons
te laat geworden om eene nieuwe poging daartoe te wagen; onze gid
sen vermaanden ons terug te keeren om niet in de smeltende sneeuw
te verzinken die hier verschrikkelijke afgronden bedekt. Het afklim
men was nog moeijelijker en gevaarlijker dan het omklimmen de Cir
kassiers bonden zich met lange touwen aan elkander vast, om zich we-
derkeerig te kunnen tegenhouden, indien e"eu hunner docr de sneeuw
mogt zakken. Wij werden door twee Kozakken onder de armen geno.
men, en bijna naar beneden gedragen. Doornat en geheel uitgeput kwa
men wij des avonds aan onze legerplaats bij de Malka aan.
„De Generaal Emmanuel had, zoo veel de mist hem zulks toeliet,
onze bewegingen gade geslagen toen hij zag dat Killar den hoogsten
top bereikt had, deed hij de trommel slaan, en uit honderd monden
klonk een luid hurrnh, waarvan wij natnurlijk niets hoorden. Toen wij
in het leger aankwamen, werden alle manschappen verzameld, en werd
aan den Cirkassier Killar, met de meeste plegtigheiddeuitgeloofde be
looning, 100 roebels in zilver bedragende, uitgereikt. Den volgenden
dag onthaalde de generaal ons en de aanwezige vorsten der Cirkassiers
op een groot gastmaal ter viering van deze merkwaardige gebeurtenis."
Uit de metingen welke deze nacuur-onderzoekers gedaan hebben
is gebleken, dat de hoogte van den Elborus 16,330 Engeische voeten
(ruim 4,970 Nederl. ellen) boven dc oppervlakte der zee bedraagt.
ODESSA den 8 januarij. In eene der landsteden heeft, bij de laat
ste ligiing van rekruten, een boer, Tarassoff genaamd, een zeldzaam
voorbeeld van verknochtheid aan zijhen keizer eh Zijn Vaderland gegö-
ven. Terwijl bij zulke gelegenheden vele rekruken langs allerlei sluip
wegen zich aan de dienst zoeken te onttrekken hrngt Tarassoff zijna
beide zoons voor de overheid, en liet aan deze de keus over, wie van
beiden het geschiktste voor de dienst zou zijn, waarbij tusschen te twee
broeders een edele wedstrijd ontstond, die slechts met moeite beslist kon
worden. Z. M. de keizer heefc, ter erkentenis van deh roemwaardigen
ijver van deze boeren familie, aan den vader een eere-kaftan doen uit
reiken, en tevens last gegeven, om den zoon, die in dienst is gesteld,
onder de garde op te nemen.
GROOT-BRITTAN] E.
LONDEN den 93 januarijHet half-offlcieel avondblad maakte on
langs gewag van een ontwerp, hetwelk in Frankrijk gevormd is, om
namelijk, door een kanaal in het zuiden van dat rijk, te weten van
Bayonne naar Toulouse de Atlantische met de Middellandsche zee te
verbinden, teneinde daardoor den handel van het noord-westelijk Europa
eenen korteren en meer veiligen weg, dan door de straat van Gibraltar,
te openen. Hoezeer niet geheel afkeerig van dit ontwerpgelooft ge
meld blad nietdat hetzelve immer verwezenlijkt zal kunnen worden» en
wel voornamelijk wegens de ontzaggelijke kostendie daarmede Zouden
gepaard gaan; want, zegt het, de Fransche kapitalisten zijn aan zoo
danige ondernemingen niet gewoon, en buitenlandschedat zij.) Engei
sche en Nederlandsche kapitalisten, zullen bezwaarlijk gelden schieten
voor eene gemeenschap die noodzakelijk door Frankrijk beheerd zal
moeten worden Alleen kan de mogelijkheid der uitvoering van dit
reusachcige ontwerp verwezenlijkt wordendöor eene krachtige mede
werking en ondersteuning der regering van dat land zelve. Het ministe
riële avondblad berekent de kosten daarvan op niet minder dau 5 milt
lioenen ponden sterl. (60 millioenen Nederlandsche guldens).
Een onzer dagbladen behelst de volgende bijzonderheden omtrent
den koning van Frankrijk
„Hoezeer Z. M. reeds een' hoogen ouderdom bereikt heeft, Staat h(i
toch 's morgens ten zeven uren op, zoo wel des winters als in den ZO-
mer ten half-acht hoort Z. M. de mis en ontbijt stipt ten acht uren.
Ten negen uren neemt de koning zaken onderbanden ten tien uren
verleent hij gehoor aan de ministers en de lieden van het hof. Geen
dag gaat er voorbijof de koning bemoeit zich met de staatszakenhij
weet alles wat er omgaateven goed als zijne ministershij leest de
dagbladen van allerlei kleuren daarbij ook nog Engeische tijdschriften.
Hij neemt h^t middagmaal ten half-zesstaat dadelijk na den maaltijd
opspeelt alle avonden eene partij whisten verwijdert zich ten half-
elf uren.
Zelden is Z. M. ongesteld,- zijn geregeld en matig leven is bevor-
derlijk aan het behoud zijner gezondheid. Hij rijdt als een man van 30
jaren te paardmet veel gemak en bevalligheid.
„Op de jagt is hij onvermoeid; whist speelt hij volmaakt; het is
bijna het eenige spel waarin hij behagen heeftnimmer zet hti ecbtef.
meer dan een louis-d'or in. Sommigen meenendat hij een stijf Roojnscij
Katholijk ismaar zij bedriegen zich hij acht de Protestanten zoo wel
als anderen.
Zijne avond-partijen zijn niet schitterend de koning spreekt niet
veel, maar wanneer hij spreekt, heeft hij altijd iets aangenaams te zeg
gen. Hij bezit zoo grooce kundigheden niet als Lodewijk XVIIImaar
is minzamer."
Den 25 november 11. heeft men te Baltimore een kolossaal stand
beeld van Washington, op een verheven voetstuk rustende, opgerigt.
De toevloed der menigte bij die gelegenheid uit personen van allen rang
en ouderdom bestaandewas buitengemeen groot. Het standbeeld weegt
36,960 ponden.
Er is thans eene geregelde gemeenschap tusschen de Vereenigde-
Staten van Noord-Amerika en de stille Zuidzee geopend. De van Nieuw.
York gezondene brieven komen maandelijks te Panama aan, alwaar de
Amerikaansche consul ze naar derzelver verdere bestemming afzendt,
terwijl, wederkeerig, de te Panama aangekomen brieven kosteloos met
schepen naar Nieuw-York worden medegegeven.
Alhier ziet thans het lichc eene verbeterde uitgave in twee 8vo.
deelen van het bekende werk van wijlen den heer Thomas Stamford Raf-
fles, over Java; alsmede de gedenkschriften en het leven van genoemden
schrijver, die de plaats van gouverneur-generaal op dat eiland, tijden*
het bestuur van Groot-Brittanje aldaar, heeft bekleed. Dit laatste werk,
waarin men vele bijzonderheden aantreft nopens den handel en de hulp
bronnen van den Oosterschen archipel, is in 410. formaat.
Dezer dagen zijn alhier zeer belangrijke gedenkschriften en brieven
van den heer Jefferson, gewezen president der Vereenigde-Statenin het
licht verschenen.
BRUSSEL den 27 januarij. Uit eene opgave in een der Parijsche
maandwerken blijkt, dat in 1827 in Frankrijk is ingevoerd eene waarde
van 752 millioenen fr.en in 1828 eene waarde van 815 millioenen;
dat bij deze invoeren de Nederlanden hebben geleverd in 1827, 121,
en in 1828, 145 millioenen. Daarentegen heeft Frankrijk uitgevoerd
eene waarde van 642 millioenen in «827, en van 638 millioenen in
1828, en daarvan naar de Nederlanden in 1827, 48 millioenen en in
1828, 56 millioenen.
MIDDELBURG den 9 fehruar\j. Heden isin goeden staatter
reede van Vlissingen gearriveerd het schip Walcherenkapt. C. Riekels,
geladen met koifijvoor rekening der Nederlandsche Handel-Maatschappij
herwaards bestemdzijnde den 9 october 11. van Java vertrokken.
VLISSINGEN den 10 februarij. Gisteren zjjn alhier ter reede geko
men l''iperkapt. R. Jaquesvan Savannah naar Gent, met'katoen en
the General Wolfkapt. J. Kirkvan Brazilië naar Antwerpen bestemd s
met koffij.