c o N\ x6. MIDDELBURGSCHE rv: xsw Zaturdag 6 Februari] 1830* NIEUFTST1J DINGEN. DUITSCHLAND. HESSEN-KASSEL den n januarij. Onze keurvorst heeft een he velschrift uitgevaardigd, ter voorkoming van de tweegevechten bij Zijne krijgsmagt. De bepalingen bij dat bevelschrift vastgesteld en welke ook op burgerlijke personen die zich aan een tweegevecht schuldig maken, zullen toegepast worden, komen op het volgende neder Het is aan niemand geoorloofd wegens eene wezenlijke of gewaande beleediging, voldoening in een tweegevecht te zoeken, of eene uitda ging daartoe aan te nemen. De beleedigde moet zichom voldoening te erlangen, tot den krijgsraad of de burgerlijke regtbank wenden, waar aan de beleediger onderworpen is; degeen die uitgedaagd is, moet daar van kennis geven aan de bevoegde overheid van den uitdager. Zij die dezebepalingen overtreden, zullen op de volgende wijzen gestraft Worden. Hij, die een ander tot een tweegevecht uitdaagt, zalnaar mate de uitgedaagde meerder of minder aanleiding daartoe heeft gegeven met opsluiting in eene vesting, van 3 tot 6 jaren, gestraft worden. Hij, die eene uitdaging aanneemt, wordt met eene dergelijke gevan genis van 1 tot 3 jaren gestraftnaar mate der redenen van verontschul diging welke hij kan bijbrengen. Zoowel degeen die uitdaagt, als de geen die de uitdaging aan neemt verliest het regtom wegens de aangedane beleedigiugen vol doening te vragen. Heeft het tweegevecht werkelijk plaats gehad, en is eene der partijen daarin omgekomen, dan zal op den overblijvende den bepaling van het ge wone sttafregt ter zake van moord of manslag toegepast worden. Indien geene der partijen gedood is dan zullen zij beide met verlies van den adeldommet ontzetting uit de dienst en naar bevind van zaken, met tienjarige of eeuwigdurende gevangenis in eene vesting ge straft worden, Wanneer zich iemand door de vlugt aan de straf van het tweegevecht onttrekt, zullen deszelfs bezittingen zijn leven lang In beslag genomen worden; zijne beeldtenis zal aan den schandpaal worden opgehangen. Die bij eene voorvallende woordenwisseling naar den degen of eenig ander wapen grijptzal eene gevangenis van 6 maanden tot een jaar ondergaan. Ook de gene, die slechts dreigt een ander tot het tweegevecht te zullen noodzakelijkzal als rustverstoorder gedurende 1 of 2 jaren in eene vesting worden opgesloten. Wie een ander aanzet, om door een tweegevecht voldoening te er langen of als getuige tot begunstiging van een tweegevecht bijdraagt wordtwanneer eene der partijen gedood isvoor tien jaren en an ders voor vijf jaren naar eene vesting gezonden. Hij die wegens het bijleggen van eenen twist aan eene der partijen verwijtingen doet, of zijne minachting doet blijken, zal met één tot vijfjarige gevangenis in eene vesting gestraften van zijn post ontzet worden. Deze strafbepalingen zullen ook dan van toepassing zijnwanneer het tweegevecht buiten 's lands heeft plaats gehad. GROOT-BRITTANJE. LONDEN den 15 januarij. Aan de munt alhier is kort geleden een aanmerkelijke diefstal gepleegd. Een man, die eenige zakken met gou den blancs, of platen metaal van welke souvereinen geslagen moesten wordennaar een ander gedeelte van het gebouw moest dragenheeft de helft daarvan gestolen. Er waren acht zakken, elk wegende 15 pon den eu bevattende 701 stukken. Vier heeft hij medegenomen en vier andere, waarschijnlijk om niet te zeer beladen te zijn, laten staan; de gestolen hoeveelheid bedraagt dus 2804 stuks. De man had 20 jaren Igng aan de munt gewerkt, stond voor zeer eerlijk bekend en schijnt verleid geworden te zijn door eene gelegenheiddie hem in den gewo nen loop zijner werkzaamheden niet voorkwam. De policie-beambten zijn niet alleen door Engeland, en naar Edemburg en Dublin, maar ook naar Frankrijk en de Nederlandengezonden om hem op te sporenen in onze bladen wordt, nevens zijn signalement, de meening te kennen gegeven dat hij niet onontdekt kan blijven. FRANKRIJK. PARIJS den 18 januarij. De heer Josua Coffinvoerende het schip Cangesvan Nantucket in Noord. Amerikaheeft vier eilanden ontdekt, die nog op geene kaarten gevonden werden. Het eerste ligt op 4 gr. 30 min. Zuider breedte en 174 gr. 22 min. Ooster lengte; het is laag en met hout bezet; hij heeft het, ter eere zijner reedersGardners-ei- land genoemd. Het tweede, dat hij naar zich zeiven Coffins eiland ge- .heeten heeft, ligt op 13. gr. 13 min. Z. breedte, en 178 gr. 54 min. 13 sec. W. lengte; omtrent 12 mijlen N. W. van dit land ontmoet men een zeer gevaarlijk rif; deze twee eilanden zijn wel bevolkt. De twee an deredie onbewoond zijn, liggen het eene op 10 gr. 25 min. Z. breed te en 180 gr. 45 min. W. lengte, het ander op 10 gr. breedte en 160 lengte. Deze laatste heeft de ontdekker Ganges-eilanden genaamd. De heer Balbi, heeft^eene vergelijkende tafel in het licht gege ven, van de betrekkelijke lengte der nachten, op eenige plaatsen des aardbolsvan de evenachtslijn tot het eiland Melville; te Cayenne en Pondichery duurt de langste nacht 12, te St. Domingo 13, te Isnahan 14, te Parijs, Dyon en Carcassonne 15, te Arras en Dublin 16, te Koppenhagen en Riga 17, te Stokholm 18, te Drontheim, in Noorwe gen, en Archangel 20, te Ulea, in Bothnie, 21, en te Torneo 22 uren. Te Enoutekies wordt de zon niet gezien gedurende 43, te Ward- liuns gedurende 66, aan de Noordkaap gedurende 74, en eindelijk, op het eiland Melville gedurende 102 dagen. Men heeft besloten om deze stad, door middel van ijzeren pijpen, die in de huizen zullen uitkomen, uit de rivier de Onrq van water te voorzien. Men rekent dat hiertoe 1,400,000 kwintalen ijzer vereischt zullen worden, en dat de kosten méér dan 40 "millioen franken zullen bedragen. NEDERLANDEN. MIDDELBURG den 5 febtuarij. Hét Journal de Cand kondigt eéiié brochure aanden titel voerende vanTwee woorden bver eenige voor werpen aan de orde van den dag. De schrijver drukt zich daar in over de vrijheid van het onderwijs, op de navolgende naar ons inzien t niet minder juiste, dan belangrijke wijzë, slduS Uit: Wij vragen," schreeuwt men, „de vrijheid van liet onderwijs omdat de grondwet ons dezelvé geeftomdat men door ze te be- perken, de heilige regten der vaderlijke magt schendt; omdat, eun delijkdie vrijheid een kostbaar goed is, en het eene dwingelandij is ons er van te beröoveii." Ten eersteis het onwaar te zeggendat de grondwet de Vrijheid van het onderwijs gewettigd heeft. Artikel 266, het eenigste waarin er van wordt gesprokenzegt er geen woörd van. Het openbaar 011J derwijs is een aanhoudend voorwerp der zorgen van het gouverne- ment. De Koning doet alle jaren aan de Staten-Generaal een verslag overleggen van den staat der hoogere, middelbare en lagel e scholen." Ziet daar den geheelen inhoud van het artikel. Het is dus klaarblijke lijkdat liet eerste voorwendsel van al degenen, dié de vrijheid van së onderwijzen vorderen, geheel en al van grond ontbloot is. De opstel lers van ons maatschappelijk verdrag hebben ongetwijfeld gedacht, dat het wijs was, aan de wijsheid der regeerders de zorg over te laten, om het onderwijs te regelen naar de omstandigheden de benoodigdhedert en ten meesten welzijn van het land. Beweert men met meerdere juistheid dat de regten der vaderlijke magt geschonden worden door de vrijheid van het onderwijs te be perken In den maatschappelijken staat zijn de regten niets, dan het. gene zij door de wetten zijn. De vaderlijke magt is bij de Belgen geens zins, hetgene zij was bij de Romeinen. h In alle tijden heeft het maat-, schappelijk ligchaam zich op de burgers meerdere of mindere bepaalde regten voorbehouden en dus de regten der bijzondere personen beperkt. Dit alles hangt af van het staatkundige stelsel en van de wetten welke de natiën, in hare wijsheid, oordeelen te moeten aannemen, E11 worden nu de vorderingen der voorstanders van de vrijheid vait het onderwijs beter geregtvaardigd uit het oogpunt van het algemeen belangdan dat van het regt en de grondbeginsels Het algemeen belang is het tneeste welzijn van het grootste getal en daar het welzijn voor den mensch niet anders is, dan de voldoe ning van zijne benoodigdheden en van zijne wenschenen men deze vol doening niet verkrijgt, dan met behulp van zijne vermogens(Jacultés ziels-ligchamelijke en maatschappelijkevolgt er uitdat eene ze kere maat van vrijheid in het gebruik zijner vermogens in het algemeen eene voorwaarde van geluk is. Maar welke is de juiste maat van vrij heid welke men in den maatschappelijken staat voor het grootste wel zijn van het grootste getal genieten moet Dat is hetwat onmogelijk- juist te bepalen is. Wat daarenboven voor één volk goed is, is het zelden voor een ander. Er bevinden zich veelligt geene twee volken voor welke dezelfde maat van vrijheid in alles goed is. Al wat men hieromtrent het stelligste kan zeggen, is, dat het misbruik aan het ge bruik grenst, en dat het in het algemeen nuttig is, de vrijheid of de magt der regeerders, zoo wel als de vrijheid of de regten dergeregeer- den te bepalen. Dit heeft de grondwet der Nederlanden gedaan. Wij zeggen in het algemeen; want er is geen volstrekt beginsel, zelfs in het stuk der vrijheid. „In welken staat bevond zich het openbaar onderwijs, en, in het bijzonder, het volks onderwijs, het gevvigtigste van alle, vóór dat het door de vaste en vrijzinnige hand van onze regering werd bestuurd en toen het aan zich zelfs was overgelaten De helft der gemeenten was van schoolvertrekken verstokenan deren hadden er slechts zeer ongemakkelijke en zeer onvoldoendede onderwijzers in de dorpenwaar zich die bevonden, konden naauwe- lijks lezen, zeer weinigen konden schrijvenen bijna geen een kende de cijferkunst, waarvan men in zeer vele scholen nooit had liQoren sprekende meesten waren kosters die zich vergenoegdenaan de kinderen den catechismus onder het bestuur van den pastoor te leeren de scholen werden niet, dan gedurende vier of vijf maanden van elk jaar bezocht; de onderwijzers, in dat beroep geen middel van bestaan vindende, waren verpligt, om zich aan andere bezigheden over te geven; overal heerschten de diepste onkunde, de droevigste en vernederendste vooroordeelennaauwelijks ontmoette men hier en daar eenen boer, die zijnen naam konde schrijven. Thans hebben bijna al de gemeenten eene betamelijke school. Overal zijn onderwijzersdie kunnen le zen schrijven, rekenen en opstellen, en die den ouden slenter van het individueel onderwijs vervangen hebben door de gelijktijdige en gezamen lijke manier van onderwijzen, de eenigste, welke men verstandig en nuttig op het onderwijs van eene groote menigte kinderen kan toepas sen. Overal is wedijver tusschen de onderwijzers der verschillende ge meenten en velen derzelven vinden in de uitoefening der kunst van te onderwijzen middelen van bestaan, die hen toelaten, om er zich uit sluitend en gedurende het geheele jaar aan over te geven. Om de on derwijzers of diegenen, welke naar dat beroep staan, te vormen of te volmaken bepaaldelijk in de gelijktijdige manier van onderwijzen is er ten minste in elke provincie ééne model-school opgerigtallen kunnen dezelve voor niets bezoeken en een zeker getal ontvangt eene schade vergoeding voor de reiskosten en die van het verblijf uit de fondsen van het openbaar onderwijs Aan die scholen is men reeds de geluk kigste uitkomsten verschuldigd. Overal heeft men gezorgd dat het onder wijs voor niets aan de behoeftige kinderen wordt gegeven, en dat hun de boeken en noodige geriefelijkheden niet ontbreken ook ziet men hen bij hun eerste te school komen ;,,met het zesde of zevende jaar gelijk de anderen, zich oefenen in het lezen, schrijven en rekenen; en men heeft alle reden te hopen, dat, indien de tegenwoordige gang van het onderwijs niet gestoord wordeer binnen weinige jaren niet één in woner van het koningrijk, rijk of arm, zijn zal, die niet gemeenzaam 'bekend is ten minste met die drie eerste takken van lager onderwijs, j Het onderwijs der zedeleer wordt nergens verwaarloosd al de leesboe- I ken zijn er aan toegewijd en ofschoon het onderwijs der godsdienst de zaak is van de bedienaars der onderscheidene eerdiensten vinden deze echter overal nuttige en ijverige medehelpers in de schoolmeesters." ,'Sb r

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1830 | | pagina 1