N\ 14. MIDDE LBERGSCHE C O Dingsdag NIEUWSTIJDINGEN. 2 Februarij 18 DUITSCHLAND, FRANKFORT den 24 januari'j. In een brief van Ancona leest men dat de drukke couriertvissel welke niettegenstaande het ongun stige jaargetijde, tusschen Londen en Corfu plaats heeft, het gewigt der onderhandelingen aantoont, die omtrent Griekenland aanhangig zijn. Deze onderhandelingen zouden hoofdzakelijk dienen om den president, den graaf Capo d'Istriaste bewegen om zijnen post neder te leggen, ten voordeele van den prins van Snxen-Coburg, en Griekenland te ver laten. Men zegt dat de graaf, alvorens tot een besluit te komen, ook de gevoelens van Rusland en Frankrijk deswege wil kennen en in al le gevallen niet willens is Griekenland te verlaten, maar stellig besloten heeft, zoo hij zich van het bestuur verwijdert, aldaar als een ambte loos burger zijne dagen te slijten. Van Warschau den 3. januarij schrijft men „Een kavallerist 15 gis teren op den grooten weg, en digt bij deze hoofdstad, door eene ben de uitgehongerde wolven aangetast. Het is slechts met moeite en door zijne ongemeene welberadenheid en dapperheid dat hij het hem en zijn paarddreigende gevaar ontworsteld is. De aanvalle's hebben in der daad niet afgehouden dan na zes der hunnen op de plaats te hebben zien dood blijven." GROOT-BRITTANJE. LONDEN den 24 januarij. In een dagblad van Liverpool leest men, dat de gouverneur-generaal van Engelsch Indie, lord Wiiliam BentincJc, in het vorige jaar een besluit heeft uitgevaardigd waarbij het godsdien stig gebruik der weduwen van Hindoes, om zich met het lijk harer echt- genooten te doen verbranden, geheel verboden wordt, en dat deze maat regel zelfs bij sommige leden van do kaste der Brnminen goedkeuring en ondersteuning had gevonden. Het genoemde blad voegt er bij, dat op deze wijze een vlek die sedert lang op den Engelschen naam en in zonderheid op het bestuur der Oost-Indische maatschappij, gerust had, eindelijk en ten laatste was uitgewischt. R A N K R IJ K PARIJS den 25 januarij. Gisteren hebben de maires dezer hoofd stad, benevens derzelver adjuncten met den prefect van de Seine aan het hoofd zich bij Z. M. vervoegdten einde aan hoogstdenzeiven uit naam der ingezetenen en vooral der behoeftigenhunne erkentelijk heid te betuigen voor de grootmoedige gift van 60,000 franken aan de armen gedaan. Z. M. heeft hen zeer minzaam ontvangen en onder anderen, den prefect, die het woord voerde, in de rede vallende, ge antwoord: „Men is mij geen dank schuldig; ik heb slechts de inspraak „van mijn hart gevolgd." Des avonds heeft Z. M. de groote opera met deszelfs tegenwoordige heid vereerd. Hoogstdezelve werd met de meeste geestdriftdoor een buitengemeen luisterrijk en talrijk publiek ontvangen. De voorstelling, welke dien avond plaats had, geschiedde geheel ten voordeele der ar men en men wildat dezelve meer dan 50,000 franken heeft opge- bragr. Mejufvrouw Sontag heeft zichbij die gelegenheid voor de laatstemaal doen hooren. Het overlijden van Charlorte Joachine, koningin weduwe van Por tugal bevestigt zich Zij is des morgens van den 6 dezer op het kas teel van Queluz in den ouderdom van bijna 55 jaren gestorven. Zoo lang zij hare tegenwoordigheid van geest behouden heeftheeft zij ge weigerd om de laatste kerkgeregten te ontvangen zoo men zegt niet uit ongodsdienstigheidmaar ten gevolge van haar karakter van ge veinsdheid en omdat zij voor hare vijanden den gevaarlijken toestand waarin Zij zich bevond wilde verbergen. Toen men ondanks haar tot die plegtigheid wilde overgaan, was zij reeds overleden, alvorens men tijd had om de geestelijkheid te doen komen, Volgens berigten uit Madrid, van den 11 januarij, had het Spaan- sche gouvernement van den paus eene bulle ontvangen houdende mag- tiging tot den verkoop van de aan de inquisitie behoorende goederen. Deze tijding had eenen goeden indruk gemaakt, niet alleen omdat daar door aanzienlijke sommen in de schatkist stonden te vloeijen maar om dat daardoor ook niet meer voor de herstelling van die geduchte regt- bank behoefde gevreesd te worden. De hoop op eene amnestie voor de Spaansche uitgewekenen scheen overigens geheel vervlogen te zijn. De heer Leon Watrin vee-arts te Metzheeft verscheidene droestige paarden(en men weet dat de kwade droes tot hiertoe ais ongeneeslijk is beschouwd), door het gebruik van chlorigenegaz (chloru return') volkomen genezen. Sommige bekwame geneesheeren hopen van deze ontdekking nut te trekken, tot genezing van de longtering NEDERLANDEN. 's GRAVENHAGE den 26 januarij. Uit het antwoordvan gouver- nements-wege gegeven op de bedenkingen der Tweede Kamer op het ontwerp van wet, houdende veranderingen in het tarief van in- en uit gaande regten blijktdat de voorgestelde regten van 10,35 °P l'en invoer van 100 ponden blikwerk ƒ0,10 op den uitvoer, en vanƒ0,60 op den doorvoer ten doel hebben het doen ophouden van een misbruik, tot hetwelk de uitlegging van het tarief herhaalde aanleiding heeft ge geven; dat men ijzerwerk, met tin overdekt, als blikwerk heeft doen voorkomen, en alzoo ingevoerd dat, door de tegenwoordige gelijkstel linghet eigenlijke blikwerk iets lager zal worden belast, maar dat dit verschil te gering is, om de inlandsche blikslagerijen tebenadeelen dat eindelijk, bij de onderhavige verandering alleen wordt bedoeld het blik werk, en geenszins het blik, als van hetwelk de regten geene verande ring hebben ondegaan. Voorts komt in deze antwoorden voor, dat de verandering nopens het koper almede geene andere strekking heeftdan om paal en perk te stellen aan eene met den letter en den geest van het tarief strij dende aangift van rood zuiver, doch uitwendig zwart koper in platen, voor onzuiver koper in platen. Bij de nieuwe redactie is de wet met de artikelen boter, kaas en ge zaagd hout verminderd. Ofschoon het bestaand regt op den uitvoer van boter en kaas geene aanleiding had gegeven tot gegronde klagtenheeft men >ij eene voorgestelde verhooging van den accijns op het zout 't welk bij de bereiding van deze hoofd-prbducten van onzen landbouw wordt gebruikt, tevens middelen willen beramen, oiu dien uitvoer te bevorderen. Daar echter de eerste aanleiding, de bedoemw"»*fflooging van den accijnsis weg gevallenen de voordragt verder bij de afdee- lingen weinig bijval heeft gehad, heeft het gouvernement geene over wegende redenen gevonden om bij dit voorstel te volharden. Het zelfde geldt ten aanzien van het gezaagd hout. „Dat onze zaag molens kwijnen", dus luidt, onder anderen, het antwoord is eene daadzaak, welke niet kan worden tegengesproken, en dat zulks aan den invoer van gezaagd hout wordt toegeschreven, blijkt uit de verzoek schriften welke de voorgestelde veranderingen ten gevolge hebben gehad. Hier door had men zich gevleid den aanwezigen stand van zaken in eene der belangrijkste takken onzer nijverheid eenigerinate te zien verbete ren doch het is met deze aangelegenheid als met de meeste tariefs veranderingen gelegen.; het verhoogen of verlagen van regten kan zelden plaats hebbenzonder kwetsing van eenige belangenen vermits uit de bedenkingen van eenige der afdeeüngen tegen de voorgestelde ver anderingen mag worden opgemaaktdat de meerderheid der leden het voor zeer twijfelachtig houdtof die verandering wel aan de verwach ting zoude beantwoordenen zelfs vermeentdat dezelve zeer nadee- lige gevolgen zoude kunnen hebben acht de regering zich onbezwaard, dit artikel in te trekken." - Zijne Kon. H. prins Albrecht van Pruissen is, den 10 dezer, te Petersburg aangekomen. Gisteren middag is alhier overleden jonkheer ff. M.van der Coes voormaals kolonel der Haagsche schutterij en president van de Tweede Kamer der Stacen-Generaallaatstelijk lid van de Eerste Kamer. De algemeene en buitengewone schaal-collectewelke heden al hier voor de behoeftigen van alle gezindheden heeft plaats gehadheeft eene som van ruim 4,700 opgebragt. Sommige Brusselsche dagbladen hebben gemeld, dat de bekende koninklijke boodschap van den 11 december ook aan de hoogleeraren op s Rijks universiteiten was gezonden, met last, dat zij hunne toetreding tot dezelve zouden moeten inzenden. De Gazette des Pays-Bas spreekt zulks echter stellig tegen. Z. Exc. de nieuw benoemde minister van binnenlandsche zaken heeft alleenlijk aan de curatoren kennis gegeven van zijne aanstelling, en wel met den navolgenden rondgaanden brief: 's Gravenhage, den 20 januarij 1830. Daar gijl. tot hiertoe nog geene regtstreeksche mededeeling hebt ont vangen van het koninklijke besluit, hetwelk mij aan het hoofd van het departement van binnenlandsche zaken heeft gesteld, en het openbaar onderwijs aan hetzelve verknocht heeft gelaten, zoo heb ik de eer ul. een afschrift van dat besluit, gedagteekend den 29 december, no. 4, te zenden en u tevens te berigten, dat ik den 4 dezer de mij opgedra- gene werkzaamheden heb aanvaard. Ik verzoek ul., om dit besluit, be nevens dezen rondgaanden brief, aan den akademischen senaat mede te deelen. Ik wensch mij geluk met de ([betrekkingenwelke tusschen mij zoo met ul. als met de onderwijzende ligchamen geopend worden en acht het eene gunst, om de weldadige oogmerken des Konings te mogen ondersteunen, door mede te werken tot den bloei der instellin gen, welke aan het openbaar onderwijs zijn toegewijd. Ik behoef u niet te herinneren, hoe veel dezelve aan de bescher ming van den monarch verschuldigd zijn, en hoezeer zij die noodig heb ben, om te kunnen bloeijen. Het zal mij aangenaam zijn, die bescher ming over al deze instellingen en over al de personen, tot het onderwijs behoorende, te mogen inroepen. Ik meen gerustelijk te mogen verwachtendat zij mij bij voortdu ring de gelegenheid daartoe zullen geven, met aan de eene zijde het ge bied der menschelijke wetenschappen uit te breiden, en den toegang tot dezelve voor de jeugd gemakkelijk te maken, en met aan den anderen kantdoor hunne leer en hun voorbeeld, mede te werken, ten einde in de jeugdige gemoederen te prenten den diepen eerbied, welken zij, met zoo veel regt, aan den Vorst, die ons regeert, en aan zijn huis ver schuldigd zijn, de liefde voor den vaderlijken grond, en de verkleefd heid aan de staatkundige instellingen, welke in dit Rijk het genot van eene redelijke vrijheid met het behoud der openbare rust overeenbrengen. Hoezeer, dank hebbe de wijsheid van den Vorst, de omstandighe den, in welke het Vaderland zich bevindt, geene de minste bekomme ring moet inboezemen, zoo min voor de rust als voor de steeds toene mende welvaart van het volk vereischen dezelve echter van de zijde der hoogleeraren eene bijzondere voorzigtigheiden zullen zij gereede- lijk begrijpen, van hoe veel belang het is, dat zijlieden geene aanleiding geven, om voedsel aan de hnrtstogten te verschaffen.. De wetenschap, die alle tijden omvat, zal vreemd blijven aan alle kortstondige woelingen, Gelijke voorzigtigheid is noodig ten aanzien van alles wat de gods dienstige gevoelens der inwoners zou kunnen kwetsen het openbaar on derwijs behoeft ook bun vertrouwen, om nut te kunnen stichten. Al wat dit vertrouwen, uit het bedoelde oogpunt, zou kunnen ondermij nen, zou niet alleen weinig stroken met de grondslagen van ons maat schappelijk bestaan maar ook middelen opleveren om den voortgang van bischaving en verlichting te verhinderen. „Met is op 's Konings last, dat ik u deze aanmerkingen mededeel, ei ik meen daarbij te mogen voegen de verzekering, dat de zorg, met \v:lke gijlieden, mijne heereneven als de heeren hoogleeraren, zult bantwoorden aan de weldadige inzigten van den verlichten Vorst, füe os regeertgeenszins aan deszelfs welwillende aandacht zal ontgaan." De minister van binnenlandsche zaken, E. DE LA COSTE. GENT den 25 januarij. De redacteurs van den Landmansvriend en Vlaamsch dagbladhetwelk tegen den l'aderlandcr van den Catho- liue gerigt ismelden heden in het Journal de Ganddat eenige gees tlijken alles aanwenden om de verspreiding van hun dagblad te belet- tn. Hierzeggen zij verbiedt een pastoor het lezen daarvanop saf van geene absolutie te zullen bekomen daar wordt het door eenen Ipellaan tot in het koffljhuis toe, vervolgd, om het aan te houden e te verbranden elders laat de pastoor de exemplaren ophalen bij den gien die ze moeten rondbrengen; overal, eindelijk, wordt thans van di leerstoel tegen dit dagblad gepredikt. De redacteurs merken aan, I d dit gedrag des te onbetamelijker isom dat dezelfde geestelijken b hunne petiticnzoo zeer 0111 de vrijheid vau drukpers gercépen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1830 | | pagina 1