N\ 3.
MIDDELBURGSCHE
COUR A N
I
Donderdag
7 Januarij 1830.
NIE UIVSTIJ dingen.
BESTUREN en ADMINISTRATIEN.
MIDDELBURG den 6 januarij. Door Z. M. Zijn töt Smbteilafert
bij het ministerie van de Roomsch-Katholijke eeredienst benoemd,
de heeren van Muorselde Glimesvan der SehuerenTerstraatenPer.
lau en IVillemse.
Volgens sommige Zuidelijke dagbladen heeft de graaf a"Verschot,
bij gelegenheid der jongste beraadslagingen over de begrootings-wetten
in de Eerste Kamer der Staten-Generaalzich alleen daartegen uitgelaten»
Men zegt, dat de graaf de Celles zijn ontslag heeft genomen als
lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Eene collecte te Amsterdam ten behoeve der noodlijdenden gehou-
den, heeft de zeer aanzienlijke som van ƒ52,747 opgeleverd, behalve
nog eene som van f 2,296 van elders bij de algemeene commissie inge
komen, als ook de vreemde munten en onderscheidene bewijzen tot het
ontvangen van brandstoffeneetwaren en andere noodwendigheden.
Dezer dagen heett er te 's Gravenhnge een plegtig vrijmetselaars-
feest plaats gehad, in het bijzijn van HH. KK. HH. de Prinsen van
Oranje en der Nederlanden. Op dit feest was tegenwoordig eene bezen
ding van de loge PEspérancegevestigd te Brussel, welks spreker, de
heer Stevensadvokaat bij het hoog-geregtshof aldaarden feestdronk,
ter eere zijner werkplaats ingesteld, met waardigheid in de landtaal heeft
beantwoord, en hebben deszeifs gevoelens, ter bevordering van vrede
en eendragteene luide en herhaalde toejuiching verworven.
Te Rotterdam is het der justitie gelukt eene dievenbende in han
den te krijgen, welke reeds sedeu eenigen tijd, zoo wel binnen die stad
als in derzelver omstreken, herhaalde huisbraken en diefstallen had ge
pleegd.
De buitenlandsche berigten zijn van weinig belang. Er scheen
grond te wezen om te denken, dat de prins van Saxen-Coburgwedu
wenaar van prinses Charlotta van Groot-Brittanje, de voorkeur heeft
om den troon van Griekenland te beklimmen. Het vermogen van dien
vorst wordt geschat op 20 millioen en eene inschrijving van 50,000
ponden sterl. in Engeland.
De aartshertogin Maria Lousiavoormalige keizerin van Frankrijk
was, volgens de laatste berigten, bijna geheel van hare ziekte hersteld.
Den 3 dezer is te Vlissingen gearriveerd en wegens het aanhou
dend vriezend weder in de haven binnengehaald, het schip Catharina
kapt. J. van der.Schuyt, van Leith naar Antwerpen bestemd, met ballast
OPROEPING voor de NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS der Stad MIDDELBURGHoofdplaats
▼an de Provincie Zeelandbrengen bij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks
xouile mogen aangaan datter voldoening aan de bepalingen, voorgeschreven bij
de Wetten van den 8 Januarij 1817 en van den 27 April 1820 betreffende de
.Nationale Militie, op den 1 Januarij aanstaande zal worden geopend bet Register
tan Inschrijving tot de Loting voor dezelve Militie.
Dat dit Register dagelijks (uitgenomen des Zondags), des namiddags van 12 tot
0 uren op de Secretarie zal gereed liggentot en met den 20 van dezelfde maand
dat hetzelve aldan opgemaakt en door het Hoofd van het Bestuur onderteekend zal
worden, en dat de zoodamgenwelke daarna worden bevonden in hunne verpligting
nalatig te zijn gebleven tot en met den 28 Januarij nog op het Register zullen
worden gebragt, doch met eene boete van 5 tot 100 gulden gestraft moeten worden,
en dat de nalatigen, die eerst na den 28 Januarij zullen worden ontdekt, dadelijk
gearresteerd moeten worden, oin tot de dienst te worden ingelijfd zonder tot het
aanvoeren van eenige reden van vrijstelling te kunnen worden toegelaten.
En worden mitsdien alle Jongelingen, hun domicilium of vaste woonplaats binnen
deze Stad of derzelver Ambachten hebbende, welke op den 1 Januarij i83o hun
negentiende jaar zijn ingetreden en hetzelve niet hebben volbragt, en dus alle die
111 het jaar 1811 geboren zijn, bij deze opgeroepen en aangemaand, om zich op
voorschreven plaats en uren, vddr den 20 Januarij aanslaande, ter inschrijving in
bet Register aan te dienen, met overlegging van een extract tot opgave van den
datum hunner geboorte; gelijk de Ouders Voogden, Curators of Gemagtigdeu van
afwezigen worden opgeroepen om hunne Kinderen of Pupillen binnen den bepaalden
tijd ter inschrijving aan te gevenen alsdan aan het Plaatselijk Bestuur zoodanige
onderrigtingen te verschat en of te doen verschaften als van de Lo.elingen zelven
zouden kunnen worden verlangd; wordende voorts aan alle de Jongelingen die hun
negentiende jaar zijn ingetreden, bij deze te kennen gegeven, dat zij zich na den
1 Januarij iöoo tot op den 1 September daaraanvolgende tot geene vrijwillige Mili-
taire Dienst hij de Armee, te Land of ter Zee kunnen of mogen verbinden naar
annleiding der bepalingen dienaangaande, vervat in Art. g4 litt. gg der Wet van
den 8 Januarij 1817; terwijl al verder, tot voorkoming van alle misvatting, welke
zoude kunnen ontstaan met betrekking tot de verpligtingendie hij de bestaande
Wetten worden voorgeschreven aan de belanghebbende Ingezetenen dezer Stad en
Ambacht, bij deze, wordt onder het oog gebragt:
1.) Dat alle Jongelingen, in den jare 1811 alhier geboren, en alhier hunne
woonplaats hebbende moeten worden ingeschreven zonder onderscheid of voor hen
al dan niot eenige reden van vrijstelling kan worden bijgebragt.
2.) Dat Gehuwden en afwezenden ook in de inschrijving moeten worden begrepen,
d»t *v<t.,'n hunne bewijsstukken hij den .Militie-Raad moeten overleggen
op hetzellde tijdstip, hetwelk tot overlegging van andere bewijzen van vrijstelling
bepaald wordt. B
5.) Dat de OudersVoogden en Regenten verpligt zijn, hunne Kinderen of Pu—
pillen 111 persoon, uf door iemand daartoe gcinagtigdte doen inschrijven en daarin
nalatig blijvende verbeuren zullen de boeten bij de bestaande wetten bepaald.
4.) Dat de straffenop het niet voldoen aan de verpligtingen betrekkelijk de in
schrijving zijn vermeld in de Artikelen 53, 63, 64, 65 66 67, 68 en 166 der
"n" 1 Ja"u:,,'Ii l8l7 en '"Art. 10 en 11 der Wet van den 27 April 1820.
1 "°l'®r's ue woonplaats of het domicilium van inschrijving bij Art. 56 der
Wet van den o Januarij 1817 ^,et navolgende is bepaald:
De wettige woonplaats ol domicilie voor de inschrijving hierboven vermeld
z wordt gehoudenvoor hen die ongehuwd zijn, de woonplaats der Ouderen, en bij
s overlijden van heide, die van den eersthenoemden Voogd; voor de gehuwden, de
plaats alwaar zij hun bestaan hebben; in twijfelachtige gevallen omtrent gehuw
n den, zal voorde wettige woonplaats gehouden worden die plaats, alwaar zij op den
1 Januarij van elk jaar, tot de uitoefening van ccnig beroep, Patent hebben bcko-
men, of wel voor het middel van het Personeel en Mobilair, of dat, hetwelk in
de plaats daarvan zoude mogen worden geïntroduceerd, beschreven zijnen voor
b zoo verre zij daarin niet beschreven zijnnoch Patent hebben bekomen de plaats
b waar zij zich bevinden; met deze verdere bepalingen, dat zij die in een vreemd
b Land, uit^ Ouders, ter oorzake van 's Lands dienst alwezend of anderzins op reis
b zijnde, buiten het Rijk zijn geboren, zullen worden ingeschreven binnen de plaats,
b alwaar zij hunne wettige woonplaats hebben; dat Jonge Lieden, door hun Vader,
b Moeder, Voogd ol Curator achtergelaten, en geen bestaan hebbende, op de lijsten
b van die Gemeente zullen worden gebragt, alwaar hunne Ouders, eerst in rang bc-
s noemden Voogd of Curator, het laatst hunne woonplaats hebben gehad, en wanneer
b deze woonplaats niet Lekend mogt zijn, of dat dezelve buiten het Rijk is gelegen,
B "P^je van de plaats alwaar zij zich bevinden.
b Zij die geene Ouders, Voogden of eigen bestaan hebben, zullen worden inge-
b schreven op de plaats, alwaar zij zich hevinderi.
De Gealimenleerden en Kinderen in Godshuizen en liefdadige Gestichten tulléft
b wofden ingeschreven in de plaatsenalwaar de Gódshuiten zijn gelegen dl' de alia,
b mentalie geschiedt.
b Ten opzigte van de Gevangenen, welke in de jaren dér loting Vallen, zullen di
t Rtgenten der Gevangenissen Verpligt zijnvoor den id Januarij van ieder jaar, aart
b het Restuur van de Gemeente, alwaar die Gevangenen hunne vaste woonplaats heb-
b ben, eene naauwkeurige opgave te doen van alles, wat hetzelve Voor de ouschrij-
b vitig noodig heeft te weten met bijvoeging der misdaad waarvan zij beschuldigd af
b 01a welke zij veroordeeld zijn gewordenen van den tijd voor denwelken zij zijd ge-
b ccnfineerd."
G) Dat bij het laatste lid van Art. 59 van evengemelde Wet nog Wórdt bepaald;
B Tot de Gemeente, in welke iemand, bij het intreden van deszeifs 19de jaar#
s v»or de eerste klasse zal zijn ingeschreven, hij inet betrekking tot de Nationale
b Militiezal blijven, werwaards hij zijn domicilie, gedurende den tijd dat hij iti
o de jaren der Militie valt, mogen overbrengen."
En eindelijk 7.) Dal Buitenlanders, welke zich, als Ingezetenen van hel Rijk
binnen deze Gemeente met der woon hebben gevestigdovereenkomstig Art. 6 delf
Wet van den 27 April 1820, zich, vdor zooverre zij nog in de jaren der Mllltvd
valleninsgelijks binnen den bepaalden tijd mjjeteh aangeven tot inschrijving in dal
Register, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren,
En opdat een iegelijk hiervan kennis dragc, zal deze woCden gedrukt, afgekondigd
en aangeplaktmitsgaders in dezer Stads-Courant geplaats.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den i4 December 1829.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LANTSHEER, L. P.
Ter Ordonnantie van Hun Edel Achtbaren
J. F. BIJ L B V E L D Secretaris.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG Hoofdplaat!
def Provincie Zeeland verwittigen een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan
dat bij art. 21 der Wet van den 8 Januarij 1817 op de Nationale Militie is ba-
paalddat zich jaarlijks aan het Plaatselijk Bestuur, in geschrifte, moeten adres
seren de voor zichzelven dienende Manschappen, die in den loop van het laatst
voorleden jaar hetzij door overlijden van eenen Vader öf wel van eene Moeder
Weduwe zijnde, of door eerte plaats gehad hebbende Regterlijke separatie df echt»
scheiding der Ouderen of eindelijk door overlijden van eenen Broeder of Broe
dersregt op Vrijstelling, overeenkomstig de bepalingen bij art. 91 der Wet ge
maakt, hebben verkregen, en hun Ontslag dienvolgens zouden verlangen; ert dat
bij deze Verzoekschriften zullen moeten worden overgelegd de noodige Bewijzen
ingerigt overeenkomstig de voorschriften bij het aangehaalde giste art. gestatueerd.
En worden mitsdien alle Jongelingen, mitsgaders alle Ouders, Voogden, Cura
tors of Gemagtigde» voor hunne Kinders of Pupillen welke volgens art. 91 def
Wet, in de termen van Vrijstelling vallende hun ontslag uit de diertst der Na
tionale Militie zouden mogen verlangen opgeroepen en aangemaand om vóór of
op den 5 Januarij aanstaande, aan lleeren Burgemeester en Wethouders in te zen
den, de schriftelijke aanvrage om ontslag uit de dienst, met bijvoeging tan de be
hoorlijke bewijzenbij art. 21 en 22 derzelve gevórderd. Zullende de aanvragen
welke niet vdiir of op den i4 Januarij i83o Ingekomen zijntoor de Ligting van dat
jaar niet meer aangenomen worden.
Terwijl alverdcr aan alle belanghebbenden bij deze wordt herinnerd, dat, bijaldien
deze aanvragen niet tijdelijk bij Heeren Burgemeester en Wethouders tijn ontvan
gen, of niet van de vereisehte Bewijsstukken zijn voorziendezelve niet meef toof
dit jaar zullen worden geadmitteerd, overeenkomstig de bepalingen dienaangaande
vervat in art. 23 der meergemelde Wet.
En ten einde een iegelijk hiervan kennis drage, zal deze worden gedrukt, afgekon
digd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den i4 December i82g.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Ilun Ed. Achtbaren,
J. F. BIJ LEVE LD, Secretaris.
PUBLIEKE BESTEDING.
Op Zaturdag den 9 Januarij 1830, des voornliddags ten elf uren,
zullen Burgemeester en Wethouders der Stad GOES, ten Stadhuize al
daar, op nieuw publiek en aan den minst-aannemenden trachten aan te
besteden
Eenige Reparatien aan en de Vergroeiing van het Gebouw der STADS-
TEEKEN-SCHOOL binnen meergemelde Stad.
Waarvan bestek en conditiën 2ullen ter lezing liggen ter dezer Stads-
Griffie en aan het Lokaal der Teeken-Schoolterwijl aan de gegadigden t
op derzelver aanvragelokale aanwijzing zal geschieden door den Stad*-
Fabriek.
Gedaan te Goes, den 19 December 1829.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE LEEUW, Vt.
Mij bekend, De Stads-Secretaris
L. de FOUW Jz.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad VLISSINGEN
zullen, op Dingsdag den 19 Januarij 1830, des middags ten 12 uren
precies, in eene der Zalen van het Raadhuis binnen gemelde Stad, voof
den tijd van één jaar aan den meestbiedenden publiek presenteren te
verhuren, de onderstaande SCHEEPS TIMMERWERVEN als:
i°. Een gedeelte van Stads Grond gelegen beoosten de Koopmans-
1 laven binnen gemelde Stad, thans in hnur bij John Lowesin
gaande den 9 Februarij 1830.
20. Het Terrein van de Oude Vischmarktgelegen in de korte Noord-
straat dezer Stadthans in huur bij IVilliam Cox ingaande den
1 Februarij 1830.
Liggende de conditiën van verhuring ter lezing van een iegelijk ter
Griffie dezer Stad.
Vlissingen, den 5 Jannarij 1830.
De ONTVANGER der Stad VLISSINGEN, als daartoe door Heeren
Burgemeester en Wethouders geautoriseerd zal op Zaturdag den 9
Januarij 1830, en vervolgens telken Zaturdag in de maanden Januarij,
Februarij en Maart, des voormiddags van 9 tot ia nrenten Zijnen
Kantore uitbetalen de Intresten over den jare 1829, van alle Obligatien
ten laste van de Stad loopende.
VAN BEL.
De door Heeren Burgemeester en Wethouders dezer Stad met de Re.
geringen der Steden Amsterdam, Haarlem en Gouda, vastgestelds
Ordonnantiën op de Beurtveren tusschen die Steden zullen ten
einde die stukken in derzelver geheel te kunnen plaatsen in een
Bijvoegsel op de Zaturdagsche Courant worden uitgegeven.
Eenige ingekomene dankbetuigingen van Armbesturen zullen mede in
ons volgend No. voorkomen.