MIDDELBURGSCIIE N°. 100. Él 'iE Dingsdag- M ^KMTOüV i,s£5GEtEJO^w 15 December 1829* NIE UJVSTIJ DINGEN. NEDERLANDEN. 's/^RAVENHAGE den 11 december. In de zitting van de Tweede V_T Kamer der Staten Generaal van heden is ingekomen het volgende ontwerp van wet Wij WILLEM enz Alzoo wij in overweging genomen hebben, dat de wet van den 16 mei 1829, (Staatsblad no. 34) wel verre van aan haar oogmerk te hebben voldaan, door verregaande misbruiken is achtervolgden meerdere hoon ongerustheid, mistrouwen]en oneenigheid heeft doen geboren worden; Dat het alzoo onvermijdelijk geworden isdat kwaad nadrukkelijk te gen te gaan, en daardoor tevens de goede ingezetenen bij het genot van vrijheid en orde, 's Land» regeringen alle ambtenaren in den Staat, in de ruttige uitoefening der hen aanbetrouwde pligten te handhaven, en het gezag en de regten aan ons, en aan ons huis, door de grondwet verze kerd ongeschonden te bewaren Zoo is het, dat wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaalhebben goedgevonden en verstaan, gelijk wij goedvinden en verstaan bij dezen Art. 1. Alle bescheidene beoordeeling van de handelingen der openba re magten, in boekwerken, tijdschriften, nieuwspapieren en vlugschrif ten, blijft aan ieder vrij en onverlet. 2. Al wie, op welke wijze ook, of door welk middel, de waardig heid, het gezag, of de regten van den Koning, en van het koninklijk huis zal hebben aangerand, of zich op eenigerlei wijze, zal hebben schul dig gemaakt aan betoon van afkeer van den Koning, van minachting der besluiten of verordeningen, doorhem onmiddelijk uitgevaardigdvan be- leediging of hoon, jegens den persoon des Konings, of eenig lid van het koninklijk huis, zal worden gestraft met eene gevangenis van twee tot vijf jaren. 3. Met eene gevangenis van een tot drie jaren, zullen worden ge straftalle degenen, welke op eenigerlei wijze, zich zullen hebben schuldig gemaakt aan het aanranden der verbindtelijkheid van of het aan zetten tot ongehoorzaamheid aan de bestaande wetten, het in gevaar bren gen der openbare rust, door verdeeldheid te bevorderen, wanorde en wantrouwen aan te kweeken, de regering of eenig deel van dezelve, of hare daden en bedoelingen schendig aan te vallenof haar gezag te on dermijnen. 4. Ingeval van herhaald misdrijf, zal de bevorens opgelegde straf met de helft worden vermeerderd. 5. De vervolging der misdrijven, bjj deze wet vermeld, zal verjaard ljjn na verloop van drie maanden. 6. Alle vroegere wettelijke bepalingen, voor zoo verre dezelve door deze wet niet zijn vervallen of gewijzigd, en meer bijzonder de art. 201 tot 206 van het strafwetboek blijven in werking; de art. 4, 5 en 6 der )vet van den 16 mei 1829, worden bij deze ingetrokken en buiten effekt gesteldhet 3de art. dier wet echter zal niet toepasselijk zijn op laster of hoon, aan openbare autoriteiten, derzelver leden of aan ambtenaren schriftelijk aangedaanzullende in die gevallendeze misdrijvenvan .pfficie-wege, ook zonder klagte der gelasterden of gehoonden, moeten vervolgd worden. Lasten en bevelen, enz. De hoogst belangrijke koninklijke boodschap, welke dit ontwerp ver gezelde, is van dezen inhoud: Edel Mogende Heeren! Het ontwerp hetwelk wij 11 Edel Mogenden hiernevens aanbieden is het treurig, maar noodzakelijk uitvloeisel der in sommige gewesten des Rijks bestaande omstandigheden. Bij het genot van buitenlandschen vrede en inwendige rust bij het bloeijen van zoo vele takken van bestaan en nijverheid bij het aanwe zen van zachte wetten en staatkundige zoowel als burgerlijke vrij heid, zien wij een klein gedeelte onzer onderdanen, door overdrijving •misleid en door dweepzucht van kwaadwilligen aangezet, al die zege ningen miskennenen zich op eene hoogstbedenkelijke en ergerlijke wij? tegen de regeringde wetten en tegen onze vaderlijke bedoelin gen verzetten. Het misbruik der drukpers, welker vrijheid wij gewenscht hadden, met mindere beperkingen, dan in eenig land van Europa plaats hebben, te verzekeren, heeft maar al te ongelukkig de hand geboden tot aan kweeking van onrustoneenigheid en mistrouwen tot het verbreiden var, leeringen even gevaarlijk voor het bestaan van alle maatschappe lijke instellingen, welke ook derzelver vormen van bestuur zijn mogen, als ten eenenmale strijdig met de regering der Nederlanden door de grondwet gevestigd en met die regten van ons huis welker uitoefe ning wij nimmer hebben verlangd zonder bepaling te zien voortdu renmaar uit eigene beweging zoodanig hebben beperkt, als wij, voor het duurzaam welzijn, de zeden en de inborst der natie, het meest ge schikt oordeelden. Die drukpers, welker grondwettelijk genot uitbreiding van kennis en verlichting ten doel heeft, door kwaadwilligen verlaagd tot het middel, om wrevel en misnoegen, godsdiensthaat en partijschap, bedilling en opstand te doen geboren worden, heeft de openbare rust, de krachten van deu staat, den onbelemmerden gang des bestuurs en de pligtsbe- trachting in openbare betrekkingen zoodanig aangegrepen en ondermijnd dat het ous tot een' smarteljjken pligt geworden is, onze gemeenschap pelijke aandacht ernstig daarop te vestigenen door vaste maatregelen en goede wetten te zorgen, dat de welvaart van den staat, de trouw en liefde onzer onderdanen de aansluiting rondom de monarchale rege ring door eene grondwet getemperd met één woord dat ware vrij heid orde en wetin het Rjjlt der Nederlanden geëerbiedigd en be waard blijven. Daartoe schijnt het ons noodig Ed. Mog. Heerendat wijbij ge legenheid der aanbieding van eene wet, welke alleen ten doel heeft, om dóór beteugeling van het kwaad het genot van het goede te be waren ónze eigene beschouwing over den gang des bestuurs van ons koningrijk openleggen. Vestigen wij ons oog op de godsdienstige belangen der ingezetenen, dan bevinden wij, dat, even als de leuze van de godsdienst, welke wij en ons huis, opliet voetspoor onzer vaderen, belijden vrijheid" is, ook die volkomene vrijheid van begrippen, die gelijke bescherming van alle in het Koningrijk bestaande gezindheden en die onbelemmerde Uitoefening van godsdienst, welke door de grondwet gewaarborgd zijn, steeds de voorwerpen waren van onze bijzondere zorgen. Ten aanzien van de Roomsch-Katholijke eeredienst, bood Zich, bij onze koinst tot den troongeene veiligere noch geschiktere leiding aan, dan hetgene, onder het roemrijk bestuur der zoo te regt geëer biedigde Maria Theresiain die gewesten van het Rijk bestond, al waar de Roomsch-Katholijke godsdienst door de meerderheid der |nge- zetenen beleden wordt. De maatregelendoor ons in de eerste jaren genomenrigtten zich dus naar het voorbeeld van dat bestuur sedert het gesloten concor daat en de volledige ter uitvoerlegging in diezelfde gewesten, geniet de RoomschrKatiiolijke kerk aldaar ruimer vrijheden, dan immer te voren j en dat genót zal weldra, fn gelijke mate, ook aan onze Roomsch-Ka tholijke onderdanen in de overige provinciën kunnen verzekerd worden, bij den gewenschten voortgang der schikkingen, welke daartoe nog moesten plaats hebben, zoo dat eene spoedige vervulling der nog open staande bisschoppelijke zetels mag worden te gerpoet gezien. Wjj verblijden ons, bier openlijk te kunnen bijvoegen, dat ons be sluit van den 3 october dezes jaar, welks duurzame kracht, zoo wel door onze overeenkomsten met het hof van Romeals door onzen stand- vastigen wil, gewaarborgd wordt, al de wenschen van dat hof in hee belang der Roomsch-Katholijke kerk bevredigd heeft pief alleen maar zelfs dat het opperhoofd dier kerk, op het vernemen van dat besluit, ons zijnen dank betuigd en verklaard heeft: „dat wij aan onze overeen- komsten met dat hofal de kracht en de werking gegeven hadden, welke afhingen van onzen wil; dat wij er de uitvoering woordelijk en zonder vermenging van hadden bevolendat wij aan de bisschop- pen de vrijheid lieten, om te handelen volgens de uitgestrektheid der akten, die wij te voren bevestigd hadden, en dat onze beschikkingen niet vatbaar waren voor eenige de geringste bedenking." Voegen wij hierbij dat de behandeling der zaken van de Roomsch- Katholijke eeredienst, ten gevolge van een door ons genomen besluit, staat te worden opgedragen aan een geheel afzonderlijk bestuur, dan mo gen wij vertrouwen, dat ook in dezen aan de wepschen yap velen, zoo wel als aan de onzenvolkomen zal voldaaij zijn. Wij verbergen ons echter niet, Ed. Mog. Heerendat bij het genot van alle de voorregteneen overdreven godsdienst-ijveraangevuurd door min goede bedoelingenondersteund door schadelijken invloed, en vaak te weinig bedwongen door het betrachten der beginselen van eene godsdienst, welker voorschriften zoo weldadig tot rust ep betameiüke ondergeschiktheid opwekken, nog ongunstig werken, en zaden van ver deeldheid en aankanting zouden kunnen doen kiemenja dat pogingen om den invloed van eenig godsdienstig leerstelsel op den gang van ons bestuur te wettigen, zich onder eenigerjei gedaante, vroeger of later, zouden kunnen vertoonen. Maar wij betuigen, dat het ons ernstig voornemen is, om met alle de middelen die ons gegeven zijn, ten dezen te waken, het wereldlijk gezag bij voortduring ongeschonden te handhaven, en standvastig te zor gen, dat, bij behoud van godsdienstige vrijheid, alle de gezindheden zich stiptelijk houden binnen de palen van gehoorzaamheid aan de wet ten van den Staat ten einde alzoo ook de gewetens-vrijheid des volk» gewaarborgd, en de handelingen des bestuurs tegen de bemoeijing van al le geestelijk gezag beveiligd blijven. Het vervolg in ons volgend No.~) GRONINGEN den 10 december. Men verneemt, dat verscheidene van de voornaamste en aanzienlijkste ingezetenen dezer provincie zich zoo wel in deze stad als op onderscheidene plaatsen te lande vereenigen, om aan Z. M. dank-adressen aan te bieden, dat hoogstdezelve niet heeft toegegeven aan de vorderingen van eene algemeens onbeperkte vrijheid in hjt ónderwijs, en dat van die adressen afschriften zullen worden gezon den aan de Staten-Generaal. GENT den 12 december. De abt baron Zinzerlingregent van het weeshuis alhier, en een der schrijvers van het beruchte dagblad le Ca- tholique, is gearresteerd, als beschuldigd de kinderen, aan zijn opzigc toevertrouwd, te hebben mishandeld. MIDDELBURG den 14 december. Door Z. M. is de heer mr. A. P. van Deinse benoemd tot éenigen school-opziener in het eerste district der provincie Zeeland. Het Hoogduitsche tooneel-gezelschaponder directie van den heer Schuit ze zal alhier gedurende deze maand nog eenige representatien ge ven hetzelve blijft op den duur aan deszelfs gevestigden roem beant woorden vindt veel bijval, en verdient alle aanbeveling en lof. BESJE REN en A DM1NISTRA TIEN. Op Woensdag den 6 Januarij 1830, des voormiddags ten 10 uren, zal, door de Directie der Breede Watering bewesten Yerseke ten Hui ze van C. de Joodein het Logement de Prins van Oranjebinnen de Stad GOES worden aanbesteed Eene nieuw te bouwene SUATIE-SLU1S met twee Kokersvoorzien elk van een Zoute Schoftwee Vloed-Deuren en een Zoete Scho& in den Zeedijk van de Breede Watering bewesten Yerseke, bij het Paarde-Dijkje, aan de Noordzijde van het Eiland Zuid-Bevéland District GoesProvincie Zeelandals mede de daartoe betrekkelij ke AARDEWERKEN, bestaande in het veihoesgen en verswaren van het Paarde-Dijkje vorengenoemd, h.et leggen van eene nigp- WC Oostelijke Nol, afdamming der Sluisput en opruiming van dien, graven der buiten Suatie-Kil, benevens dat des binnen Spujboezenis^ Het bestekop hetwelk de bovengemelde Aanbesteding zal plaats hebben, zal van den 16 December 1829 ter lezing leggen bij de Di rectie voornoemd, alsmede te Middelburg in de Eendragt, bij Warnat^ in het Logement van Rotterdam bij van Hautemin de Sociëteit de Frietidschap in den Langendelften in het Zeeumche Bieihf/isbij J. Kromhoornte Vlissingen in het Kofiïjlnus op de Beurste Zierikzee iu liet Logement bjj van Oppente Sas-van-Gentin het Logemcuc 3e

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1829 | | pagina 1