N°. 148.
MIDDELBURGSCHE
Donderdag
NIE UTrSTIJ DINGEN.
F R A N K R U K
PARIJS den 4 december. Ons leger in Morea heeft eene Zware ramp
geleden. Bij een ontzettend onweder dat, in den nacht van den 18
november, over Navarino is losgebarsten, heeft de bliksem de citadel
getroffen, waardoor het aldaar zich bevindende kruidmagazijn in de lucht
gesprongen en eene schrikkelijke verwoesting aangerigt is. Blijkens de
dadelijk gedane nasporingen, heeft men herkend: 17 dooden, 78 gekwet.
sten, waaronder een artillerie-officier, en 9 vermisten. De uitbarsting
was zoo verschrikkelijk, dat ieder onzer op de reede liggende oorlog»
schepen meende zelf door den bliksem te worden getroffen. De man
schappen van dit eskader zijn dadelijk ter hulp naar de wat gesneld en
hebben groote diensten bewezen, hetgeen met veel gevaar is verzeld ge
weest, door de duizende verspreide en nog geladene bommen en grana
ten, waarmede de grond was overdekt.
NEDERLANDEN.
's GRAVEN1TAGE den 7 december. Het is thans genoegzaam ze
ker dat nog in den loop dezer week bij de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, in publieke zitting, het rapport der centrale afdeeling over
de een- en tienjarige begrootingen zal worden uitgebragt en dat kort
daarna de publieke discussien over gemelde wetten zullen plaats hebben.
Intnsschen zijn de processen-verbaal der respective afdeelingenbene
vens de antwoorden van het gouvernement daarop gegeven, gedrukt en
aan de leden rondgedeeld. Uit die processen-verbaal, welke zeer wijd-
loopig zijn, blijkt, in de eerste plaats, dat genoegzaam een twintigtal
leden, bij afzonderlijk overgelegde en onderteekende nota's, verklaard
heeft, dat men, alvorens het volk met lasten te bezwaren en zij de be-
grootings-wetten zullen vermogen goed te keuren, in de grieven der
natie moet voorzien en het volgende verkregen worden: 1. De beloof
de wet over de vrijheid van het onderwijs 2. vrijheid om zich van
het Fransch Hollandsch of Vlaamsch in alle de burgerlijke of crimi
nele pleidooijen en in alle acten te mogen bedienen 3. de heistelling
der vrije communicatie tusschen de Kamer en de ministers, en dienvol
gens het iptrekken van het besluit van jnnij 1820, hetwelk zich daar-'
tegen verzeten 4 dat de acten van het gouvernement met de minis
teriele contra-signering mogen worden voorzien ten einde dus de mi
nisteriele verantwoordelijkheid daar te stellen. Daarenboven heeft in de
eerste afdeeling de heer de Langhe eene bijzondere nota overgelegd
waarin hij, over het sijstema van het gouvernement tot aanmoediging der
nationale nijverheid sprekende, zich verklaart tegen het gebruiken van
die fondsen, om de dagbladen van het gouvernement te bezoldigen. Hij
zegt, dat, indien zij de tolken van de openbare meening zijn, zij geen
anderen onderstand noodig hebbenindien zij trachten die meening te
gen te gaan of te trotseren alle uitgavenOm hen aan te moedigen
dit doel missen en de gemoederen nog meer verbitteren zouden. In die
zelfde afdeelingen hebben de heeren Fabrie Longrée en de Liedel deIVell
als leden der commissie van landbouw van Luik en Limburg, in eene
nota te kennen gegevendat de bestaande accijnsen op het binnenlandsch
gedisteleerd de bieren en de azijnen voor geene vermeerdering vatbaar zijn
maar behooren te worden verminderd. In de tweede afdeeling heeft de
heer Donker Curtius aangedrongen op de verhooging van den post voor de
Hervormde en andere eerediensten, zonder zich, indien, even als om
trent de Protestanten is aangewezen, wordt aangetoond, dat hier of
daar Katholijke priesters te gering zijn bezoldigd, tegen de verhooging
daarvan te verzetten. In de eerste en derde afdeelingen hebben nog de
heeren vdn Reenen en van Alphen ieder eene nota overgelegdmet be
trekking tot het amortisatie-sijndikaatde eerste wegens de regeling der
intressen van het amortisatie-sijndikaat, ter gelegenheid van het vaststel
len van het tienjarig budgeten de tweede om te bepalen dat het
amortisatie-sijndikaat niet zal vermogen uit de daaraan toevertrouwde
kapitalen of inkomsten, voorschotten te doen aan eenige onderneming,
corporatie of commissie zonder daartoe geautoriseerd te zijn door de
wer. In laatstgemelde afdeeling heeft nog de heer <T Anethan in eene
bijzondere nota den wensch geuit, om te mogen weten, of het ver
schil van omtrent 4^ millioeii tusschen deze en de vorige begrootingen
voorgekomen is uit gemaakte bezuinigingen in de publieke uitgaven
terwijl bij de vierde afdeeling de heer Fockemamede in eene bijzon*
dere nota de financiële berpkening is nagegaanzijnde zijne aanmer
kingen door de leden dier afdeeling van zoo veel gewigt geoordeeld
dat zij hem verzocht hebben deze achter het proces-verbgal dier afdee
ling te doen drukken. In de vierde afdeeling zijn mede twee bijzón-
derejjiota's overgelegd en wel van de heeren Dumont en IVarineerst-
gemelde verklaardedat nien zich bij gelegenheid der begrootingen met
geene grieven behoorde bezig te houden daarin de begrooiingen zelve
de hoogte der uitgaven en de zware lasten, welke die vereischenre-,
denen genoeg waren om zijne toestemming aan die begrooting, even
als aan die van vorige jaren te weigeren. De nota Van den heer Warin
strekt voornamelijk ten betoge, dat het bestuur, voor het jaar 1830,
f 687,426,10 meer uitgaven vraagt, dan het tot nog toe bij ondervin
ding gebleken mogelijk bedrag van inkomsten, en dit nog terwijl het
stelsel van belastingen aanmerkelijke veranderingen moet ondergaan,
waartoe hij zijne toestemming niet kon geven. Hij verklaarde zich be
reid indien de begrootings-wetten niet mogten worden aangenomen
om de voortduring der thans bestaande belastingen voor de eerste zes
maanden van het jaar 1830, of zoo veel korter tijd als nader te
nemen maatregelen mogten gedogen, toe te staan. Dit gevoelen is door
onderscheidene leden, in verschillende afdeelingen, mede geopend. Ein
delijk zijn in de zesde en zevende afdeelingen, door de heeren Ceel-
hand en van den Hovebijzondere nota's overgelegd, eerstgemelde be
trekking hebbende tot de fondsen voor het onderhoud en ameublement
van het gouvernement der provincie Antwerpenen de laatste beto
gende, onder anderen, de noodzakelijkheid der afschaffing van den ac
cijns op het geslagt en de weder invoering van die op de koffij.
Het vervolg en slot in ons volgend No.j
Bij een koninklijk besluit van den 4 december is bepaald, dat,
van 1 januarij 1830 af, de behandeling der zaken, die tot de Roomsch-
Katholijke eeredienst betrekking hebben van het departement van bih-
nenlandsche zaken afgescheiden en wederom onder eene afzonderlijke
10 Decembef 1829
generale directie gebrflgt wordt. Te gelijker tijd is dé heer F. hfs
F. baron de Pelichy de Lichtervelde thans officier bij de regtbSnk vart
eersten aanleg te Amsterdam tot directeur-generaal voor de zaken vart
de Roonisch-Katholijke eeredienst benoemd,
Men wil, dat vele leden der Staten vart Holland, bij gelegenheid
Van de jongste verkiezing der drie nieuwe leden voor de Tweede Ka»
nier der Staten-Generaalverlangd hebben, dat de afwijzing Van detl
heer mr. P. ABrujmansals lid dier Kamer, een ptint vfih deliberatie
zou uitmaken, doch dat zulks, daar de tegenwoordige buitengewone bé»
schrijving alleen de strekking had, om leden VOOr de Tweede Kamer té
kiezen, verschoven is tot de gewone vergadering der Statert Van Holland
irt den zomer van het volgende jaar.
Men verneemt, dat de heer P. A. Brugmdns doör Z. M. benoemd
is rot Staatsraad in buitengewone diehst.
Z. K. H. Prins Albert van Pruissen is den éeter te Berlijn aan*
gekomen.
BRUSSEL detl 7 december. Z. Exc. de minister van blrtrtenlandscti*
zaken is hier aangekomen; ook de gouverneurs van de provinciën Artt»
werpen West-Vlaanderen en Henegouwen bevinden zich thans in deZe Stad»
ZEE-TIJDINGEN.
VLISSlNGEN den 8 december. Heden is alhier ter fêede gekomett
Arethusekapt. J. R. Brand, Van NieuW-York naar Gent gedestineerd
met stukgoederen.
Sedert eergisteren zijriVoor Antwerpen bestemd, alhier ter reedé
gekomen: Dianakapt. W. J. Stuit, van BayottnePortland, kapt. J»
White, en the Two Brotherskapt. G. Reynoldbeide van Londen eti
alle drie met stukgoederen; Pollykapt. T.'Milham, vart St. Valerfj
met oliën; Helena Jacobakapt, W. J. Zelling, met klipzout, en Her»
manus IViardikapt. H. A. Postmet klipzout en Stukgoederen, beidé
van LiverpoolTaerfield, kapt. J. Booth van Batavia, met fernambUC»
hout en rijst; the Arm, kapt. R. S. Clark, van Petersburg, met lijn»
zaad; St. Michelkapt J. G. R. Meijer, van Goole, met balen dt
Zwaan, kapt. C. J. van Driesten, van Liverpool, met Zout; tVillians
Packilkapt. J. R. Ellis, van Triest, met stukgoederen; Christina Ja»
hanna, kapt. A. Plokker, van Marseille, met stukgoederen en olie
Zamorkapt. F. jonhson, van Triest, en de Jonge Johanna, kapt. J.
Douwes, van Londen, beide met stukgoederen; Sophiakapt. J. Bar»
ringham, van Monte-Video en Gibraltar, met huiden; de Gebroederst
kapt. H Grnnberg, van Bordeaux, met wijn; the IVtlliami, kapt. J.
Humevan Londen, met stukgoederen; Neptunes, kapt. W. A. Bakker,
van Liverpoolmet klipzout.
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en eergisteren en gisteren
van onze reede naar zee gezeild
Die Hofnungkapt. P. J. de Boer, naar Hamburg, en the Treasurer,
kapt. J. Henderson, naar Fernambuco, beide met ballast; de hopend*
Zeeman, kapt. C. Plath naar Bayonne, met linnen.
BESTUREN ei* ADMINISTRATIEN.
AANBESTEDING.
Bij het Ministerie voor de Marine en Koloniën zal, op den 14 De
cember 1829 aan den minst-aannemenden worden aanbesteed:
De leverantie der navolgende ten dienste van 's Rijks Zeemagt
benoodigde, Kleedingstukken te weten:
i°. Vriesbonte Hemden.
3°. Gestreepte Onderbroeken*
3°. Garen Kousen.
40. Zwart Zijden Doeken.
50. Naaizakjes met derzelver toebehooren.
Het bestek en de voorwaarden dezer aanbesteding liggen onder anderen
ook ter inzage van de gegadigden op de Bufeaux van het Gouvernement
dezer Provincie.
VERPACHTING van SLUIS- en BRUG-REGTEN.
Op Dingsdag den 15 December 1829, des voormiddags ten touren,
zal, in het lokaal van het Provinciaal Gouvernement van Oost-Vlaari-
deren te Gentworden overgegaan tot de Verpachting van de geheven
wordende Sluis- en Brug-Regten in die Provinciegedurende den termijn
jvan. jiet jaar 1 830.
De Tarieven der Sluis- en Brug-Regten kunnen onder anderen ook
ter inzage verkregen worden op de Provinciale Griffie van Zeeland.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG
in Zeelandbrengen bij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks
zoude mogen aangaan, dat door den Raad dezer Stad is gearresteerd
en door Z. M. bij Besluit van den 9 September dezes jaars,' No. 7,
is goedgekeurd de navolgende
ORDONNANTIE voor den ophef der Stedelijke Belasting, bekend
onder den naam van Omslag van de Lantaarn, Brandspuit en
Nachtwacht.
Art 1. De jaarlijksche Omslag der Lantaarn, Brandspuit en Nacht
wacht waarvan de heffing bij art. 4 van Zr. Ms. Besluit van den 4 Oc-
tober 1816, in de daarbij omschrevene gevallen, aan de Steden is toe
gestaan, zal binnen de Gemeente Middelburg over den jare 1829 en
vervolgens worden geheven onder de in achtneming der bepalingen in
de navolgende Artikelen begrepen.
2. De Bejasting zal worden berekend tegen zes pCt. van de huurwaar
de, zoodanig als die op de Kohieren van 's Rijks Personele Belasting is
uitgetrokken, dezelve zal worden betaald door de Huurders of Gebrui
kers der Gebouwen.
3. Voor de Gebouwen extra muros zal slechts de helft van het bedrag
der som, waarop de aanslag derzelve intra muros bij het voorgaand Ar
tikel bepaald is, geheven worden.
4. In de Belasting zullen niet worden aangeslagen alle Kerkgebouwen,
Diakonie, Godshuizen en alle andere aan de Stad behoorende en verval-