X
1
MIDÖÊtÖURGSCHE
COURANT.
N°. 13o.
S
Donderdag
NIEUWSTIJDINGEN
Va
te
iiJïómV
NEDERLANDEN.
RAVÉNHAOE' den 25 october. Gisteren zijn bij de Tweede Ka-
V_T mer der Staten-Generaal gelezen de vplgendé missives van Z. M.
geleide vari de daarbij gevoegde ontwerpen van wet als
"""Een ontwerp, benevens eené memorie van toelichting, strekkene om
ter aanmoediging van handel en scheepvaart, het van buiten *s Innds ter
zee ingevoerde zout toe te laten tot opslag in de algemeene entrepócs;
lijnde dè bepalingen Va'n dit ontwerp van den volgenden inhoud":
Art, f. Voortaan zal het van huiten 's lands ter zee ingevoerde ruwe
ztiiit vëorden toegelaten tot opslag in de algemeene entrepótswélke
ten gevolge der wet Van den 31 maart 1828 Staatsblad no. 10), door
>ns als zoodanig erkend zjjn of tullen worden, voor zoo verre die d»ar-
.öe géschikte gelegenheid aanbieden. De toelatingwelke uit kracht
eveligemelde wet zal plaats hebben, zal, bet genot aanbrengen van
dë gunstaan de efureposerlng verbonden bij dë algemeene wet vdri den
26 augustus 1822 {Staatsblad no. 38), behoudens hetgeen hierna in art.
g en 3 is voorgeschreven.
i. Geert ihslrtg in of uitslag uit bét èritre'pÓt, noch overschrijving van
den eenen inbrenger op den anderenzal kuniren geschieden in eène min
dere Hoeveelheid dart van 5,ooö pbrt'dè'rt.
3. Bij «reder uitvoer ter zee til de <ri{jdórfi van atcijns alléén geriöten
wordènwanneer het Zout iich los óf gesloft aan böord bevindt.
4. Het ruwe zórtt, hetwelk, op den èberöeï wet van ar augustus
1824 Staatsblad no. 35)oridèr dóorfdbpend ctediet voorden accijns,
in de zeehaven-plaatsen zal wezen of worden opgeslagenzal voortaan
zonder andere voorloóp^e vèrgunnïng cler administratie dan die van den
göuverrieiir der proviricièj lilt dié haven wëdér éét zee kunnen worden
uitgevoerd, mot afschrijving van den accijns, mits loS of gestort, erf in
geene mindere hoeveelheden dan vari 5,óoö pönderi.
v 5. Het op den voet van het voorgaande art. uitgevoerde ruwe zout
wordt ontheven van het uitgaaride rege; daartoe bëpaald in het tarief der
regten op. den in- uit- en doorvoer.
Een gelijk ontwerp van wet, benevens daarby gevoegde memorie van
toelichting',, bepalende de hoofdsom der grondbelasting over 1830, én de
Yerdeeling daarvan tusschen de onderscheidene provinciën van het Rijk.
ge
Hqt bedrag van gemelde hoofdsom is voor het geheele Rijk, zoo op de
gébouivde als ongefeollwde eigendommen, op 16,151,701 bepaald,
("waarvan het aandeel voor de provincie Zeeland voor gebouwde eigen
dommen 103,504en voor ongebouwde eigendommen ƒ440,318 is).
S|e memorie van toelichting, bij gemelde concept-wet gevoegd, is van
en Volgenden inhoud:
Tot grondslag van de onderhavige concept-wet is genomen de wet van
december 1828 Staatsblad no. 86) mitsgaders de vermeerderingen
in de belastbare waarde der grondeigendommen in den jare 1829, vol
gens nevensgevoegden staat, voorgevallen, welke veranderingen, voot
ipo veel dé Vermeerderingen aangaat, voortspruiten ui't den verkoop van
dómanial'é bosschen, opbouw van huizen, cessie van octrooi enz.,; en
wat de verminderingen betreft, uit vergraving vanr landerijenafbreking
géböuwen enz., bedragende de aanslag der verkochte domaniale bos-
scHén; als volgt: rn de provincie Noord-Braband ƒ63 67 Limburg,
ƒ257 30; Luik 1,634 09; Oost-Vlaanaerert/3,34b Ü4 5 West*
Vlaaiidei-èn ƒ2,82416; Hertegouweh 284Namen f 5,97.1 ,97? Ant
werpen f834 45en Luxemburg f2,191 09 totaal iö,"7o5 77-
1 Eindelijk drie-eii-t\biritig ontwerpen van wet, niét eerie niemórié 4an
tóeiiclffing, houdende tfè algemeehe bepalingen, benevens 22 titels, uit
makende het wetboek van strafvordering, en is beskoten allé deZe cón-
cepe-wettén, met de daarbij béhóorende stukken, te doen drukken en naar
de afdeelingeri te verZènden.
Eené missive van Z. M.ten geleide Van een afschrift der conventie,
«Jéii 16 junij 1828 ttfs'sfcbeu den Koning van Prtrfssèn en dien der Ne-
deMandtn* ter beteugeling der bosch-delictenwélke in de wouden op
de grenzen der beidé' rijken gepleegd wordenwerd voor notificatie aan
genomen.
- NariVéhs de centrale afdeeling Vvérd Wegens 'de toelating van deri Keer
Brugmans rapport uitgebragc houdende, dat ook bij de afdeetmgen dé
gevoelens verdeeld gewéést zijn, en is besloten dit verslag met de ver-
slagen der afdeelirièen te doen drukken en ronddeelertén dé bersffid-
alaging wégeiik de toelating van den heer Brugmans tegen aanstaanden
dingdag aan de orde te Stellen.
Gelezen zijnde een brief van den minister-secretaiis van Staat; hou
dende kennisgèving", dat op maanddg den 26 öcibber WnStaaride de' mi
nister van financien zich in de vergadering-zal vervoegen, om eèrfige
ontwerpen van Wetten daaraan mede te deeleu benoemde de president
eene commissie van vier Jêdeti, zijnde de heéfert van de KitsteeleC.kel-
hand Delta FattleC; Cliflord en Péscatore tén einde gëmehien minis-
tér té 'ontvangen binnen le 'leiden en Wëdér' tlrfgefêidé te doen.
Waarna de vergadering tot maandag op dei; middag wérd geadjourneerd»
WehiÜ óctöhei". u— "Hr dé zitting van de Tweede Katrier dér Sta
ten-Generaal V&rt fieëfeft .Ijèèit.Z.. Êx**c. dé minister van financien, na.
mens Z. M.aan de Staten-Generaal de verschillende ontwerpen van
wetteu voorgedragen., betreffende de geldmiddelen van den Staat. Daar-
ondet_iomen eerstelijk -ïooc drie nieuwe optwérpen vatj wetten nopens
de tienjarige begrooting'welke in dé vorige zitting verworpen zijn, te
wetep: v
1 nie betrekkelijk de .uitgaven voor bet tweede tienjarige tijdvak
aanvang nemende met den jare .1.83.0.;.2°. die» bevattende de middelen
tot bestrit ding dezer uitgavenen 30. die tot regeling der belangen van
het am art t softe - sifti'dtca at èn del' nationale scfiuldter gelegenheid van
de overweging dér tlënjari^be^öoiing.
Verder heeft Z. Exc. aan de Kamer medegedeeld drie ontwerpen,
betrekkal^k <fe ïëhfArtgie of buitengewone begroótihg voor ï8$o, tiaraelijk
f Dat, vaststellende 'de btlllengewotieof tén jarige uitgaven voor
a°- tialbetreffende de tnïdtïeien ter bestrijding dezer uitgaven
■en 3°. dat, fer bepaling van de sdur, welke gedurende het volgende
jaar tot -aankoop en aflossing van schuld zal besteed worden.
De eenjarige begrooting is^niétj gelijk iii de Ifcilst vórige jarön-,' in
29 October 1829*
twee onderdeden gesplitst maar bestaat uit één geheel welke veran
dering men doelmatig heeft geoordeeld.
De tjenjarige begrooting is thans voorgedragen op do,750,000eij
dé eenjarige voor 1830 op ƒ1; ,103,200, te zamen alzoo uitmakende
eené som van 77,853,200. De berekende behoefte voor 1839 be
draagt ruim 1,300,000 minder dan het maximum bij 's Konings be
sluit van den 1,0 april laatstleden is gesteld en omtrent vier en een half
millioeh guldens naar vroegere berekeningen.
Het bedrag der tienjarige Begrooting is vnstgésteld op den volgenden
voet: iste hoofdstuk, huis des Konings 2,100,000; 2de, de secrëtai
rie vari Staat en de Iroóge cóllegien ƒ1,041,668; 3de, departement van
buitealandsche zaken ƒ660,8754de^ depart. van justitie ƒ2,200,000
5de, depart. van binnenlandsche zaken3,800,0006de, depart. voor
th zaken der Hervormde kerk enz. ,*.,400,000jwie, depart. voor da
zaken der Roomsch-Katholijke eèredietlst 2,196,250 8ste departemertt
vodr dé mSririé eri koloniën ƒ6,000,000; 9de, departement vari financien
ƒ24,771,207, en 10de, departertieut van oorlóg f 16,580,000totaal
ƒ6o;75o,ooo.
Het bedrag dèr eenjarige begrooting voor 1830 is in dezer voege bew
paald: 1 ste hoofdstukhuis des Konings nihil2de, secretarie van Staan
en de hooge cóllegien ƒ66,332; 3de, het departement van buitenland*
sche zékert fj6,tt$\ 4de; het depart. van jnstitié ƒ280,000; $de* het
depart. van binneniandsche zaken /s;33o;ooo; 6de, her dejiart. voor dè
zaken der Hervormde kerk enz. ƒ4,200; 7de, het depart. voor de za*
ken van de Roomsch-Katholijke eeredienst ƒ3,750; 8ste, het departj
voor de marine en kolomen f 4,706,0009de, Het depart; van finénciêii
ƒ9,012,793, en 10de, hét departement van oorlog 1,630,000; totaal
17,103,200.
Velé uitgaven j welke daarvoor vatbaar warén van hét eenjarigé
naar het tienjarige budget teruggèbragrandere zijn geheel of gedeelte*
lijk naar het eenjarige afgevoerd; terwijl een aantal posten lot een acht
ste op het buitengewoon voorkomen; en er alzod' ruime gelegen héld K
voorbehouden oiri die verdere vereertvoildigingeit en bezuinigingèn daar
te stellen; waarop:het bovengemeld koninklijk besluit nog doet hopen*
Véle uitgaven zijn bereids reeds afgeschaft of verminderd. Zoo treft
men onder de eerste aan dë kosten voor de mijnen en Voor de twee jitgti
departementen. Het eerste onderwérp kon naulelijk niet gerekend wor*
den mei de eigenlijke staatsuitgaven in verband te «taan. Oiritrent de
jagt-departementen vleit men zich, door nadere wettelijke verordeningen3
zoodanige verbeteringen daar te stelfèn, welké op dat onderwerp van in
vloed zullen kdnneri zijn, en de overweging ditarVan voegzaam kunnen
doen verschuivéH. Ook zijn de uitgaven tot bevestiging van het zuide
lijke frohtier en die ter verbetering van de groote communicatie» des R ijkJ
mede van beide budgets afgevoerd. Dè kosten voor het collegium philo-
sóphicum, alsmede dié der premiéu tot ondersteuning van sommige tate»
ken van nationale nijverheidzijn; ouder anderèn* van de tienjarige op
de eenjarige begrooting gebragt; terwijl de uitgaVen voor laatstgemelden
post nog met 100,000 verminderd zijn.
Behalve eene gedeeltelijke overbrenging van zeer véle uitgaven vaij
het tienjarig naar het eenjarige budgetkomen op het Inatstgemelde hoé
een aantal posten van uitgave voor, welke men of als meer veranderlyi
van aarldÓf ais meer vatbaar vopr opzettelijke overweginggedurende
het nu in te treden tijdperk, geméend heeft daarop te mogen stellen
door al hetwelk deze begrootingwelke men vroeger gemeend had tot
12,500,000 te zullen beperken thansniettegenstaande de subsisten-
tien voor het leger en vele andere belangrijke uitgaventen gevolge
der bedenkingen in.de jongste zitting gemaakt; van deze naar het ge
wone zijn teruggevoerd, tot een bedrag van ruim ƒ17,000,000 geklom'j
men is. Op de buitengewone begrooting komen verder voor de kosten
voor den waterstaatde scheepvaart en de maritime werkenten beloo*
pe van ruim zeven tonnen gouds.die der gevangenissen zoo voor ver^
pleging als gebouwen ruim 270,000 en die van alle de takken van
onderwflsde kunsten en wetenschappen, byna 460,000 waar onnrenf
de minister aanmerkte, dat, bezield met het voornemen, om van jiea
eenen kant geene uitggven te bestendigen, dan de volstrekt noodzakelij
keen van de andere zijde de onvermijdelijke met ernst te handhaven»
men geenszins geschroomd heeft, om de belangrijkste dee'en der admt*
nistratie al meer en meer algemeen te doen kennen en jaarlijks teven»
met de vergadering te overwegen.
De kosten voor de departementen van justitie en voor de zaken der
Roomsch-Katholijke eeredienst zijn slechts eenigzins voor dit jaar ver
meerderd, aangezien ffe organisatie dér regterlfjke magf mét i°. januarij
1830 niet in derzelver gèhéel zal kunnen worden in werking gebragt,
evén min als de niéuwe kerkelijke organisatie van de Roomsch-Katho
lijke eeredienst.
In het ontwerp van wetregelende de middelen voor het tienjarig
tijdvak, ingaande mét 1830 is het gemaal wederom niet voorgedragen.
Het geslagt Zal voorloOpig, tot dat dit middel door eenig ander zal zijn.
vervangenblijven bestaan. De opbrengst der regten op den in-4 uit
en doorvoerwelke vroeger gedeeltelijk onder de gewone inkomsten
was opgenomenis thans geheel voor de buitengewone of eenjarige be-
gróotihg behouden; de overschrijvingen voor de suiker hebben eena
zeer geringe wijziging ondergaanterwijl de kortingen voor het verlies
op de raflinade van het Zout meer geëvenredigd zjjn aau de innerlijke
waarde der onderscheidene soorten.
In hét oritwerj), de middeteu vaststellende voor het volgende jaar,
komen éerscélijk éenige sommen voor, van de dienst van vorige begroo
tingen overgebleven; de regtep op den. in-uit- en doorvoer; de in-
komsten der domeinen, aan Z. K. H. Prins Ftederik overgedragen.de
loterijcii drie ëpcentöu op de grotiïibe/asiitigop de gebouwde en ouge-
li 1 l >1 a v*
i
Omtrent de ontwerpen van wet betrekkelijk do uitgeven bekoort nog
ce worden aangemerkt, dat slechts de helft of 525,000 tot rentebeta
ling en aflossing van de laatste Indische leening is gebragt omdat voor
eerst niet meer üoodig schijnt, en het tot heden onzeker blijft, of het
geheel bedrag der leening, immers in 1830, zal behoeven gebruikt te
wordert en dat er ook sommige uitgaven verhoogd en ook eenige nieu
we posten op de begroótingen gebragt zijn. Tot de eerste kunnen wor
den gebragt het kadasterwelke uitgaven poodzakelijk zijn geoordeeld
om dit schatbare werk met 1831 voltooid te zien*