GOU N°. 104. MIDDELBURGSGHE Zaturdag 29 Augustus 1829, NIE UTFSTIJDINGEN. O O S T - I N D I E. Batavia den 9 mei. Alhoewel de muitelingen zich, bij, de alsnu plaats gehad hebbende onderhandelingen, voel redelijker getoond héhben, dan bij vorige gelegenheden, en bij hun de vvensch tot vrede *eel sterker scheen te wezenzijn nogtans hunne eischen van dien aard geweestdat het beneden de waardigheid van het gouvernement was daarin te treden. Dien ten gevolge zijn dan ook al de onderhandelingen afgebroken, en hebben de vijandelijkheden den 10 dezer weder een aan vang genomen. De rost die het leger gedurende het slechte weder genoten heeft, waardoor vele zieken zijn hersteldde aankomst- van een groot, getal troepen zoo ,nit Nederland als uit de verschillende streken dézer bezittingen; de activiteit, waarmede men bezig is geweest om alles aan te wenden wat mogelijk was om de krijgt-operatien des noodig te hervatten hebben ons in staat gesteld om den oorlog alsnu krachtda dig te vervolgen. Uit de verschillende rapporten van den luitenant-gouverneur-generaal, die tot den 24 april loopenen uit Magellan geschreven zijnblijkt dat er verscheidene doch weinig beteekenende ontmoetingen tusschen onze-troepen en de muitelingen hebben plaats gehad, waarbij zich ech ter de Nederlandsche troepen bijzonder hebben gekweten. De- hoofd-rebel Diepo-Negorodie zijn grootsten invloed nog in het Mataramsche heeft, wendt alle pogingen aan om er zich zoo veel moge lijk staande te houden; doch men hoopt, dat al zijne oogmerken verij deld zullen worden door de vorderingen die de Nederlandsche troepen aldaar gemaakt hebben en de positien die zij er hebben bezet. Volgens berigten van den resident van Pekalongang, heeft eene bende muitelingenvan het Praauwgebergte komende een' inval in het Dja- barangkasche gedaan, waar zij de Pradjoeritsdie de grenzen verdedigen moesten verslagen en eene dessa verbrand hebbenzijnde zij vervol gens terug getrokken, en waarschijnlijk door het genoemde gebergte naar Djainy gegaan. De resident heeft zich naar Djabarangka begeven, ten «inde door zijne tegenwoordigheid en het nemen van gepaste maatrege len op de plaats zelve de pogingen dezer rustverstoorders te verijdelen. D U I T S C H L A N D. BERLIJN den 21 augustusHet dagblad van Petersburg deelt een nader verslag mede van den opper-bevelhebber Diebitsch aan Z. M. den keizer, gedagteekend den 30 julij uit Aïdos, alwaar toen het Rus sische hoofdkwartier nog was gevestigd. Hetzelve komt grootcndeels heder op hetgeen in het vroeger rapport van genoemden generaalvan den 26 julij, vervat is, en behelst alleen eenige nadere omstandigheden wegens het innemen van Burgas en de andere stedenaan de golf van dien naatn gelegen, wegens de gevechten, welke vervolgens hebben plaats gehad', en eindelijk, wegens het vermeesteren van Aidos. Hier uit blijkt dat de Turken, vooral bij Afdosscherp gevochten hebben, en niet dan na eenen bloedigen strijd op de vlugt zijn gedreven. Hun verlies wordt, bij die gelegenheid, op 1000 man aan doodeti en ge kwetsten begroot, terwijl zeven officieren, 220 soldaten, drie kanon nen en vier vaandels in handen der overwinnaren vielen# Voorts maak ten de Russen in die stad zich meester van een groot aantal tenten, van eene menigte kruid en van andere krijgsbehoeften en levens-voor raad waarbij tevens door hen gevonden werden de stukken geschut welke aan de 19de artillerie.brigade toebehooren, en die in september van het vorige jaarin een der gevechten nabij Schumla door de Tur ken waren veroverd. Den 26 julij bezetteden de kozakken van den generaal-majoor Schi- toff, zonder eenigen tegenstand te ontmoeten de stad Karnabatwaar tij 40 gevangenen maakten den 28 kwam de generaal Rüdiger te dier plaatse met zijn korps aan. Eene andere afdeeling közakkeri, in vereeniging met een detachement kussaren, bezetteden te gelijker tijd een klein dorp, Russo-Kastro ge- heetenwaardoor eene sterke positie nabij Karabunareene plaats tus schen Burgas en Adrianopel gelegenwerd verméesterdwelke in ver- bindtenis stond met het korps van den generaal Rüdiger aan den regter- en met een detachement kozakken uit de bezetting van Burgashetwelk op den weg vim Burgas naar Taki (ten zuiden van Karabunar) zich be vondop den linker-vleugel. Ondertiisschen maakte een aantal kozak ken van den generaal-majoor Schirof verkenningen op de wegen van Yarnbol en Slivnolangs welke de Turken gevlugt waren. Het verslag hangt verder een treurig tafereel op van de'verwoestin gen, welke de vlugtende Turken te ATdoste Karnabat én in de om liggende streken hebben aangerigt. In beide steden zijn alle Christelijke kerken door hen verwoest, en alle inwoners die zich door de vlugt niet hebben kunnen redden, geplunderd. Daarentegen zijn de moskeen door de Russen verschoond gewordenen de ingezetenen hebben geen het minste leed van hen ondervonden. Deze edelmoedige "handelwijs heeft de meeste bewoners bewogen, naar hunne haardsteden terug te keeren te Karnabat kwamen zelfs 500 ingezetenen den Russen te genvoet, die zij als hunne redders ontvihgen. (Hét grootste gedeelte der bewoners van die oorden is de Christelijke godsdienst toegedaan). Aangaande den luitertant-generaal Krassóffskydie ter bewaking van Schumla is achtergelatenschrijft de opper-bevelh'ebbérdat hij van dien generaal tijdingen had ontvangen van den '9'6 julij', waarin deze meldtdat de vijandelijke voorposten teruggetrokken waren naar Schumla, cn.zich bij het, riviértje Bulanyk hadden nédergeslagén. De generaal was voornemens naar Schumla op te rukken', tén'einde, ware het mogelijk, den vijand te noodzaken die plaats te ontruimen. FRANKFORT den 22 augustus. Brieven uit Alexandria, van den 10 julij houden in, dat de onder-koning eene vloot had bijeengebragt om troepen naar Smyrna over te voerendoch datop het bêrigt dat de Wechabiten in opstand waren geraakttegenbevel is gezonden. Zoo deze tijding zich bevestigt, kan die omstandigheid invloed hebben op den toestand van zaken in Europa. Naar de laatste berigten uit Candia, genoot men sedert eenigen tijd meerder rust. Beide partijen wareh afgemat van het moorden en branden. HAMBURG den 19 augustus. Uit Berlijn wordt gemeld, dat Z, de koning, den 20, begeleid door de prinsen Karei en Albrecht, de reize, over de Rijn-provinciennaar Brussel zal aannemen. Van de voortzetting der reize naar Parijs, waarvan in vroegere berigten is ge. waagdwordt ditmaal niet gesproken. Z. M. de koning van Zweden heeft bepaald, dat H. M. de konin gin den 21 dezer plegtig zal worden gekroond. De beide zonen vaij wijlen den maarschalk Ney zijn uit de active Zweedsche dienst ontsla- gen, doch hebben hunne rangen bij de Zweedsche armee behouden, F R A N K R IJ K. PARIJS den 21 augustus. De heer Courvoisier is eindelijk in deze hoofdstad aangekomen en heeft het ministerie van justitie aanvaard. Ook deze staatsman is de partij der Jezuiten bij uitstek toegedaanen een der weinigen geweest, die hunne zonen buitenslands naar een gesticht dier orde hebben gezonden.Zijne tegenstanders dragen hem voor als zeer zwak van hoofd. Bij het nieuwe ministerie heerscht geene volmaakte eenstemmigheid# Prins Polignac begeert, naar men verzekert, dat men in het staatkundi ge eene lijn zal trekken met Engeland, maar dat men wijders de con stitutionele vormen zal behouden. De heer de la Bourdonnaye daaren tegen vermeent, dat men met dit behoud niet verre zal komen, en dat men afdoende maatregelen zal behooren te nementen einde zich te doen gelden, en de kreet, die van alle zijden tegen het nieuwe bestuur op gaat, te bedwingen. Het avondblad wil, dat de ministeriele omwentèi ling in't zuiden, en inzonderheid in Marseille eene buitengemeene vreUg- de heeft te weeg gebragt. Bijzondere brieven van daar verzekeren; dat die vreugde zich bepaalt bij de partij der congregatieen zich heeft geopenbaard -in zeer hevige predikatiën1 op den 15 dezer tegen alle zoo genaamde nieuwigheden. Men dacht 'aldaardat het stellig bevel ter ontbinding van het tegen het voorschrift der wet gevestigd klooster der kapucijnenweder zou worden ingetrokken. Den 23 augustus. Tot minister van marine en koloniën is thans, in plaats van den admiraal de Rigny benoemd de baron d'Haussez, staatsraad, lid san de kamer van afgevaardigden en prefect van het de« parlement der Gironde. NEDERLANDEN. BRUSSEL den 21 augustus. De luitenant-generaal Cort Heiligers (en niet de generaal-majoor Düviviergelijk wij in ons No. 102 hebben gemeld) zal de eerste divisie der landmagt kommanderen, bestaande uit de iste en 2de brigaden, respectivelijk onder de bevelen van den gene raal-majoor Everts en den kolonel Reuther. De tweede divisie., be staande uit de 3de en 4de brigaden, onder bevel van den generaal-ma joor Favauge en den kolonel des Tombeszal worden'gekoramandeerd door den luitenant-generaal de Eerensde derde divisie, zamengesteld uit de 5de en 6de brigadenonder de bevelen van den kolonel de Groot en den generaal-majoor Goethalsdoor den luitenant-generaal, prins van Saxen IVeimaren de vierde, bestaande uit de 7de en 8ste brigaden, onder bevel van den generaal-majoor, baron van Boecop en den kolonel Knodserdoor den luitenant-generaal Dibbits. Als provincialen kommandant van Noord Branband is benoemd de ge. neraal majoor de Roy van IVichemals kommandant van de provincie Ant» werpen, de generaal-majoor Favauge; als kommandant van West-VIaan- deren de generaal-majoor Goethals. De organisatie van de korpsen grenadiers en jagers, waarvan 's Ha- ge en Brussel de garnizoensplaatsen zullen zijn, zal in het begin van de aanstaande maand plaats hebben. Reeds morgen vertrekken de manschap pen, welke de 9de afdeeling, zoo van linie als landmilitie, tot formatie van gemelde korpsen levert, van 's Hage naar Brussel; zullende de drie bataillons grenadiers en een bataillon jagers alhier en het ander bataillon jagers in 's Hage georganiseerd worden. Voor de grenadiers levert de 9de afdeeling ruim 80 uitgelezene manschappen^ Meo verzekert, dac de grenadiers niet van chakots, maar van mutsen zullen worden voorzien. AMSTERDAM den 24 augustus. De Nederlandsche scheepvaart op Rouan is, gedurende de eerste zes maanden van dfx jaar, buitenge woon levendig geweest. Terwijl verleden jaar in hetzelfde tijdsverloop slechts vier Nederlandsche Schepen die haven bezochtenbeloopt het ge tal dit jaar 109, meest alle met tarwe, rogge en gerst. MIDDELBURG den 26 augustus. Heden, bij gelegenheid van het vieren der half-jarige promotie onzer Latijnsche schooljeugdheeft de wei-edele zeer geleerde heer Georgius Antonius Schneither, van Wage- ningen, tot rector der Latijnsche scholen hier beroepen, zijne intre-rede- voering gehouden. Vervolgens hielden vijf voortreffelijke jongelingen die met prijzen tot de akademische lessen bevorderd waren, over onderscheidene, door hen zeiven meestal gekozene en bewerkte stoffen, hunne redevoeringen* nnmöfijkM. J. Hoogvliet: de vero temporis usuA. P. van Citters: de sent ent ia HoratianaNil sine magno vita labore dedit mortalibusP. Nf .7. Lette Ancmaet: de sententia Ciceronianasolejn e mundo tollit qui amicitiam tollit e vita; L. .7. de Marreéde historiarum utilitate E. A. Forstende vita et meritis Caroli Linnaei. Daarop hielden twee insgelijks voortreffelijke jongelingen, tot de iste orde der Iste klasse mee prijzen bevorderd ook door hen zeiven gekozene en bewerkte decla matiesals: .7, .7. Beusekomde rerum mundanarutn inconstantiaen A. M. Snouck Hurgronjede sententia Sal/ustianaconcordia parvae res crescunt. Na dat bovengemelde redevoeringen alle met, veel genoegen waren aangehoord, zijn onderscheidene leerlingen bevorderd tot hoogere klas sen, en wel met prijzen, waarvoor zij aan heeren curatoren, allen in dichtmaat, dank betuigden, de navolgende leergierige jongelingen, als: van de iste orde der lilde tot de Ilde klasse C. B. C. van der Feen van de ade tot de iste orde der lilde klasse G. A. Fokker en J.H.van Sanden Prinsde laatste ook boven den gewonen met een geographi- schen prijsen IV. C. Voorduin de Timmermanmet een mythologischen prijsvan de IVde tot de 2de orde der lilde klasse A. P. .7, Gillissen niet den gewonen, P. J. Gillissen, met een mathematischen prijs; van de 5de tot de iste orde der Vde klasse .7. IV. Kien Eltzman men den. gewoneu prijs, Al. 11. van Deiuse met een testimonium; van de iste iJ2

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1829 | | pagina 1