N#. 78. MIDDELBURGSCHE GOURAN Dingsdag NIE UTVSTIJ DINGEN. POLEN. WARSCHAU den 19 junij. Volgens een alhier ontvangen berigt, is den 11 dezer, bij Schumla, een slag geleverd, in welke de groot-vizier totaal geslagen werd en zijne geheele artillerie heeft ver loren. Gezegd berigt wordt op de volgende wijze vermeldDe ge neraal Diebitsch heeft, den 11 dezer, onder de muren van Schumla, eene roemrijke overwinning op de Turksche armee bevochten. Op het berigt, dat de groot-vizier z\jn verschansd leger verlaten en zich naar Prowadi begeven had, verliet de generaal den 5 junij Silistria om de verbindings.linien der Turksche armee aan te valien en haar den terug- togt af te snijden. Deze even zoo moedig als vaardig uitgevoerde ma noeuvre, werd met het glorierijkste gevolg bekroond. Na een' ver- moeijenden marsch van drie dagenin het dal van Madara aangekomen vernam de genetaal-en-chef, dat de groot-vizierna een mislukten aan val op Prawodi zich in Jenibazar bevond, en het voornemen had naar Schumla terug te keeren. Den volgenden dag vertoonde hij zich dan ook buiten de bergpas Markowtscha, en werd dadelijk aangevallen en weder in dezelve terug gedreven. Na een uiterst hardnekkigen slag verloor hij al zijn geschut, bestaande uit 40 kanonnen, zijne ammtini. tie, bagage en eene groote menigte levensmiddelen. Zijne armee, die uit 35»°°° man effective troepen, waaronder 20 regementen geregelde jnianterie bestond is geheel verstrooid geworden. Wat het bloedbad ontkwam liep uit een en redde zich in de bosschen." De overbrenger van dit berigt, vorst Trabetzkor, adjudant van den graaf Diebitsch heeft het slagveld onmiddelijk na het einde van den slag verlatenhet verlies van den vijand aan doodengewonden en gevangenen was bij zijne afreïze nog niet bekend. Een nader berigt dienaangaande behelst. Uit een nader verslag van den generaal Diebitsch blijktdat van de Turken in dezen slag 2000 man gebleven en 1500 man krijgsgevangen gemaakt zijn. De generaal was den groot-vizier genaderd zonder dat hij zulks bemerkt had; de troepen, die hij waarnam, hield hij voor eene afdeeling van den gene raal Rotli. Bij den aandrang der Russische kolonnenontwikkelde hij zijne krijgsmagt in regelmatige carrés infanterie en goed gevormde Ito- lonnes kavallerie, met veel geschut. Volgens zeggen der krijgsgevan genen bestond dit leger iiit 22 regementen geregelde infanterie eenige regementen dergelijke kavallerie, en over de 15,000 man Anatolisch voetvolk en ruiterij. Na een moorddadig gevecht van vier uren hield het vuurdat de uiterst vermoeide troepen niet langer voortzetten konden, van beide kanten geheel op. De Turken trokken in eene voordeelig door het bosch beschutte stelling terug. De generaal Die- bitsch nam de rust te baat om verdere maatregelen te nemen. De troe pen werden verwisseld en versterkt, en de luitenant-generaal Kreutz welke tegen-over Schumla was, vormde de reserve. De groot-vizier werd op nieuw aangevallen. Twee zijner munitie-wagens vlogen in de lucht. Dit droeg bij om schrik onder de Turksche troepen te verwek ken. De Russen rukten daarop in den stormmarsch voorwaarts, dan de Turksche armee wachtte den aanval niet af, maar nam algemeen de vlugt. Dit gebeurde 's namiddags ten vier uren. Een Bimbaschi en andere krijgsgevangene Turksche officieren verzekeren eenparig, dat de armee van den groot-vizier geheel ontbonden is, De Russen hebben mede veel volks verloren. Twee generaals zijn gekwetst. GROOT-BRITTANJE. LONDEN den 24 junij. Heden is het parlement geprorogeerdtot den 20 augustus aanstaande, door eene commissie, bestaande uit den lórd-kanselier, den hertog van Wellington, den mnrquis van Winchelsea den graaf van Rosslijn en lord Ellenborough, De lord-kanselier las de volgende aanspraak: Mijlords en Heeren Z. M.u ontslaande om als parlement te vergaderen, gelast ons u ter kennis te brengen, dat Z. M. erkentelijk is voor den ijver en de naarstigheid, met welke gij u hebt toegelegd om de publieke zaken af te doen, en vooral om de gewigtige onderwerpen, welke Z. M. u, bij de opening der zitting aan uwe aandacht heeft aanbevolen, in overwe- ging te nemen. Z. M. gelast ons u te doen kennendat hij steeds van zijne bond- genootenen van al de buitenlandsche mogendhedende verzekering ontvangt van hun opregt verlangen, om de vredes-betrekkingen te on derhouden en de beste verstandhouding met Z. M. te bewaren. Het smart Z. M. van u het einde van den oorlog in het oosten van Europa niet te kunnen aankondigen, maar hij beveelt ons u te zeggen, dat hij voortgaat om al zijne krachten iii te spannen ten einde alle ver breiding der vijandelijkheden voor te komenen het herstel des vredes daar te stellen. n Het is met voldoening, dat Z. M. 11 berigt, dat hij in staat is ge weest de staatkundige betrekkingen met de Ottomanische Porte aan te knoopen. De ambassadeurs van Z. M. en van den koning van Frankrijk zijn op weg om naar Konstantinopel terug te keeren, en de keizer van Rusland het geschikt geoordeeld hebbende om de gevolmagtigden zijner geallieer den te autoriseren om in naam van Z. K. M. te handelen, zullen de on derhandelingen voor de stellige bevrediging van Griekenland plaats heb- ben in naam der drie mogendhedenwelke het traktaat van Londen heb ben gesloten. De armee van Z. Aller Chr. M. is uit Morea terug getrokken, met uitzondering van een klein gedeelte, bestemd om voor eenigen tijd de orde te handhaven in een land, hetwelk zoo lang het tooneel van ver warring en regeringloosheid is geweest. Het is met verdubbeld leedwezen dat Z. M. melding maakt van den toestand waarin de Portugesche monarchie zich bevindt. Doch Z. M. gelast ons te herhalen, dat hij besloten heeft alle pogingen aan te wen den, om de in strijd zijnde belangen te vereenigen en de rampen te her stellen, die een land zoo diep bedroeven, welks voorspoed steeds het voorwerp van zijne koninklijke zorg moet uitmaken." Mijne Heeren van de kamer der Gemeenten „7. M. gelast ons u dank te zeggèn voor de subsidien welke gij voor het dienst-jaar hebt toegestaanen u te verzekeren van Zr. Ms. besluit 30 Junij 1820. om vin dezelve niet alle mogelijke bezüiiiigingert gebruik te maken.*1 Mülords en Heeren 1 „Z. M. heeft ons eindelijk gelast, u zijne opregte hoop te kennetl te geven, dat de belangrijke maatregelen, welke, in den loop der tegen woordige zitting, door het parlement zijn aangenomen, onder dén Zegen der Goddelijke Voorzienigheidmogen strekken om de rust van Ierland te herstellen en deszelfs toestand te verbeteren, en dat dezelve, door de banden van vereeniging tusschen de verschillende gedeelten van di{ groote rijk naamver toe te halen, de magt en het geluk van Zijn volk zullen vermeerderen en verzekeren.'* F R A N K R U K PARIJS den 23 junij. De gedeputeerden berSadslagen tlians over het bndjet van het departement van oorlog. De kolonel Jacqueminot heeft zich beklaagd dat dit departement nog zoo veel schats vordert. Hij heeft aangedrongen op eene vermindering van de gendarmerie op eend vermindering van de garde, en op het wegzenden der Zwitserschetroepen. De monarchalen toonden zich echter hierover misnoegd. De kamer der gedeputeerden heeft heden in overweging genoffletl het besluit van de kamer der pairs wegens de ontheffing van de ver antwoordelijkheid Van den gewezen minister de Peyronneten heeft op hare beurt, met eene vrij aanzienlijke meerderheid, van 239 tegen 110 stemmen, dit besluit verworpen, en mitsdien op nieuw het ver langd crediet voor de zonder genoegzame Volmagt besteedde 179,000 fr. geweigerd. Het besluit van de kamer der gedeputeerden, hetwelk genoegzaam aantoont, dat, bijaldien het er op aankomt, de meerderheid derzeive gee. ne weifelende houding aanneemt, heeft de partij der constitutioneletl ■overtuigd, dat het niet gemakkelijk zoüde vallen aan een ministerie, hetwelk in den zin der congregatie mogt worden gevormdout de thans bestaande verordeningen op de verkiezingenop eene wettige wijze ca veranderen. Door middel van den telegraaf weet men, dat de maarschalk Maison aan boord van de Didon te Toulon aangekomen is. NEDERLANDEN. BRUSSEL den 26 junij. Z. M. de Koning heeft, naar aanleiding van de bestaande wet op de zamenstelling der regterlijke magt en het beleid der justitie, van april 1827, onder dagteekening van den 8 junijv twee besluiten genomen. Bij het eerste wordt bepaald dat de jaarlijk- sche vacantien van den hoogen raadde provinciale geregtshoven en de arrondissements-regtbanken zullen beginnen met dèn 24 augustusbij het tweede, dat de in functie zijnde makelaars, binnen tvfree maanden na de invoering der genoemde wetbij de arrondissements-regtbank van bun ressort den eed zullen afleggen dat zij de hun opgelegde pligten getrouwelijk zullen waarnemen; met bepaling, dat de zoodanige, wel ke zonder een wettig en door het plaatselijk bestuur als zoodanig erkend beletsel, dien eed binnen den bepaalden termjjn niet zullen hebben af gelegd, van hunne bedieningen vervallen zullen wezen. De na de in voering van het wetboek van koophandel te benoemen makelaars zullen hunne bediening niet mogen aanvaarden zonder den eed af te leggen. Bij een derde besluit is bepaald datbij de invoering vart de wet op de regterlijke magt van 1827, de notarissen, welke thans in het ressort van het geregtshof van 's Gravenhage vermogen te instrumenteren, dit regt als dan zullen kunnen uitoefenen in de ressorten van de provin ciale hoven van Noord-BrabandGelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Vriesland, OverijsselGroningen en Drenthe; dat de notarissen in da arrondissementen en cantons zullen behouden het regtom te instrumen - teren in die arrondissementen en kantons in welke zij thans hunne functien uitoefenenzonder te letten op de nieuwe omschrijvingvoortvloeijen- de uit de wet van 1827 en dat de thans bestaande kamers der notaris sen voorloopig in stand zullen blijven; alles in afwachting van nadere wettelijke bepalingen op dat stuk. De commissie, die zich met het onderzoek der wetgeving op het onderwijs heeft bezig gehouden, is van gevoelen geweest, dat het on derwijs, behoudens een eenvoudig beteugelend, doch in geen geval pre- ventif toezigt, vrij moest zijn; zij heeft verder erkend, dat elk en een iegelijk, die zoude verlangen te onderwijzen, zich behoorde te on derwerpen, aan de onderzoekingen der administratie, ten einde men de mogelijke inbreuken op de grondwet of op de publieke zeden, hetzij door boeken, hetzij door voorbeelden, hetzij door raadgevin! gen, zoude kunnen bewijzen; in deze gevallen, zou de schuldige hoog leeraar voor de regtbanken aangeklaagd worden, die alleen het regt moe ten hebben om te straffen of het etablissement te doen sluiten. De com missie is, ten aanzien der waarborgen voor de bekwaamheid van den in- stititeurvan meening geweestdat hij aan een examen moest worden onderworpenenkel voor dat vak waarin hij mogt verlangen te onder wijzen. Om een Latijnschen leerstoel te bekleeden, behoefde men alzoo niet de wiskunde enz., en zoo wederkeerig, te kennen. Het zal almede geerf vereischte meer zijn, de studiën in het rijk te hebben volbragtaan. gezien men verpligt zal zijn tot het afleggen van een examen, voor eene tot dat einde daar te stellen commissie. Eerlang komt de commissie voor de we,boeken bijeen, ten einde het ontwerp op de lijfstraffelijke regtsvorderingnaar aanleiding der gemaakte bedenkingprlte wijzigen. Men wil hier onderrigt zijn, dat het gouvernement besloten heeft, in de volgende zitting der Staten-Generaalop de organieke wet van het jaar 1827, betrekkelijk de regterlijke magt, terug te komen, en eenige wijzigingen daaromtrent voor te dragen. Gedurende 's Konings verblijf te Luik heeft Z. M. SeraingVer. viers, Chaudfontaine en andereplaatsen in den omtrek van Luik, be zocht. Den 25 heeft hoogstdezelve zijne plegtige intrede binnen Maas tricht gedaan, uit welke stad Z. M. den 27, over Hasselt, naar'sRer- togenbosch is vertrokken. Niettegenstaande zekere lieden alles aan gewend hebben om den Vorst geene de minste eer te bewijzen, is en wordt Z. M. echter overal met alle teekenen van achting liefde en verkleefdheid ontvangen. De heer Germainraad van ambassade, en de heer Hoogenkabi- nets-courier, zijn gisteren naar Rome op reis gegaan. BREDA den 24 junij. Heden had alhier een droevig ongeluk plaats. De zoon van zijne exc. den luitenant generaal Gunket, gouverneur der

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1829 | | pagina 1