N°. 54-
MIDDELBURGSCHE
■P* J9HP
GOURÏHT.
•wl>m/(ï .ramdsgjid «sinus» l»x )nb na
13c >v tab
Pin
""sdag
GEWOON Vy
Ki T£ m Jb
B Mei 1829.
ötov
NIE UIVSTII DINGEN.
.u
na abacus - N E 1> E R L uNDE N.
BRUSSEL den 5% april. Het ontwerp vtfn wet op de drukpers, zoo
nis- hetzelve'op Leflèii door de Tweêde Kamer dér Staten-Generaal
lUft de veranderingen \Vellce daarin door Z. M. naar het verlangen der
K-amerzijn' toegestaanbijna eenparig is aangenomen is ais nu van
dên volsferltfèh inhoud*
Wij WILLEM, ent.
[De ^taats-Courantuit welker no. 102 dit ontwerp is overgenomen,
meldt in het volgend no.dat het woord regtstreeks in art. 1 van den
Hoilandschen tekstten gevolge der gemaakte wijzigingenniet moest
zjjii ingevoegd alzoo slechts in den Franschen tekst het woord directe-
tnent achter de woorden aura provoquè is geplaatst geworden.]
Den 3 mei. De heer Cochèdrukker van den Courrier des Pays-
Baswelke thans in het huis van detentie der Petits-Carmes zijne ge
vangenis.straf ondergaat, stond den 1 dezer op hooge order, naar het
gevangenhuis van St. Bernardte Antwerpen, te worden vervoerd,
een bevel hetwelk daarna schijnt te zijn ingetrokken. Dat dagbladvan
-den 2 dezer, zegt in een vrij uitvoerig berigtdat tot dit vervoeren
aanleiding heeft gegeven hét door hem onlangs geplaatste artikelgeti
teld te Nord et Ie Midialsmede het herhaald schrijven tegen Z. Exc.
den minister van justitie, den heer van Maanen-,
De heer de Stoop fungerend procureur-generaal bij het hoog-geregtshof
te Brussel, heeft inde Gazeite des Pays-Bas van den 3 een brief geplaatst
waarin hij op. zijne eer verklaart, dat gemeld berigt van den Courrier,
van 't begin tot. 'teinde, ten zijnen opzigte met onwaarheden is op
gevuld, Deze magistraatspersoon schrijft onder anderen, omtrent bejde
genoemde punten, het volgende:
Het is-onwaar, dat ik den heer Cochi op eene vinnige wijze heb
aangespoord om zijne verbintenis tot het drukken van den Courrier-des-
Pajs-Btts te brekenik heb hem aangespoord om geene zoodanige arti
kelen als dat van te Nord et Ie Midi te drukken; op zijn antwoord, dat
hij, volgens zijne verbintenis, gehouden was al de artikelen, welke de
eigenaars van dat blad hem gaven zonder onderscheid of onderzoek te
plaatsen, heb ik Item'gezegd, dat eene zoodanige verbintenis, indien
zij zich tot oproerige of lasterlijke artikelen uitstrekte, zedeloos en on
wettig was." En verder
Het is onwaardat ik den h^er Cochènoch aan wien ookheb
verklaard, dat tje verplaatsing daaraan Verschuldigd was, dat hij te veel
tegen den heer van Maanen had gesproken."
De Gazette des Pays-Bas behelst thans gedurig geteekende wederleg
gingen van corpora's én personen, tegen lasterlijke naamlooze artikelen
van genoemden 'Courtier dien de la Meuse enz., waardoor een onpar
tijdig en waarheidlievend publiek in de gelegenheid wordt gesteld de
waarde van zoodanige artikels te schatten.
AMSTERDAM den 30 april. LI. nacht, omtrent ten half 2 uren,
js er een hevige brand uitgebarsten ten huize van Adam Pauluswin
kelier en kleedermaker, wonende in de Gasthuismolensteeg, bij.de Hee
rengracht; de brand nam zoo fel toe, dat met moeite en gevaar de be
woner en deszelfs huisvrouw zijn gered' geworden. Elf brandspuiten zijn
dadelijk aangevoerd en in werking gebragt, waardoor men dan ook ten 3
uren, den brand volkomen meester was, zonder, dat de belendende hui
zen zijn aangetast; doch het huis, de winkelgoederen en meubelen zijn
eene prooi der vlammen geworden naar men verneemt zijn de winkel
goederen in eene brand-waarborg-maatschappij voor f 2000 verzekerd.
S&if'rt een geruimen tijd leest men in .onze Zuidelijke dagbladen ver
togen waarbij men de menigte tracht te beduidendat, bjj het tegen
woordig ste'söl Van belastingde Zuidelijke provincie!! boVeti dé Nodf*
delijke zouden zijn bezwaard. -— Een derzei ve: heefttót staving VSIl
dit voorgeven:gewaagd een staat van den opbrengt der hoofdtakken Vtttl
belasting bekend te maken, waaruit blijkt,, dat dezelve, in den lant-
sten tijd, jaarlijks, in 't Noorden des Rijks_ hebben opgebragt ttliltlr
33J mijlioen en in 't Zuiden des Rijks ruim 33 millroen. Uitgaande VSU
het beginseldat elke dezer beide groote afdcelingen een gelijk bedrtig
mobt leveren, heeft dit dagblad moeten erkennen; dat aan grondlasten,
personele belasting, patenten, zegelen successie, in* en Uitgaande ne^i'
ten in 'tNoorden, meer en veel meer wordt betaald dan in 't Zuiden}
maar tracht het zich tegen dit onlochenbaar bewijs van Cijfers te led*
den met de uitvlugt, dat de Noordelijke bewoners zoo veel rijker ZOU»
den zijn dan de: Zuidelijkedat zij dus zoo veel meer moesten en köil*
den betaler?, en dat het mitsdien onregtvaardig was, dat in 't Zuiden J
millioenen meer aan belasting op de accijnsen werden geheven, gelijk uil
den meer'gemeldÈn staat is blijkende.
Des schrijvers rekening faalt echter in allen deele. De bevolking dof
Noordelijke provinciën, in ronde sommen aahnemeride tegen 2,300,060
en die;jder Zuidelijke tegen 3,850,000 draagt elk der Noordelijke be-'
woners in de grondlasten, zoo als zij op dien staat voorkomenf 3,?JV
in het personeel 1,62 in het patent/* 0,57, in hetzegel énz. ƒ2,31
in het zegel op de binnenlandsche dagbladen o,o3T§in de inkometl*.
de regtèn 1,53; en draagt elk der Zuidelijke bewoners in de grond*
last f 2,02 in het personeel f 0,90 in het patent 0,30 in het Ze-
gel ƒ1,50; in het zegel op de binnenlandsche dagbladen ƒ0,oly§, etl
in de inkomende regten f 0,65.
De losseonbewezene bedenkingdat de Noordelijke bewoners ZoO
v.eel rijker zouden zijn, en dat zijlieden alzoo meer.in de grondlast
konden dragenzal wel geene ernstige wederlegging behoeveil. Dtf
grondbezittingen der menigte zijn gelegen in de nabijheid der bezitters,
en het zal wel. geen betoog vereischen dat de ,3,300,000 bunderetl
lands der vruchtbare Zuidelijke provinciën meer, immers zeker zpoveel,
zouden kunnen dragen als de 2,800,000 bunderen lands der Noordelijks
waaronder de uitgestrekteonbebouwde en dun bewoonde heiden vatl
Gelderland, Noord-BrabandOverijssel én Drenthe'worden geteld. D8
eenige aannemelijke oplossing van dit verschil is, dat de grond-be2it«'
tingen in de Noordelijke provinciën te zwaar zijn belast.
Het groot verschil in de opbrengst der patenten, in welke belasting
al wat tot het fabriekwezen behoort zoo zeer moet deelenschijnt
.daar deze klasse ten allen tijde als zoo talrijk en zoo belangrijk in d#
Zuidelijke provinciën is voorgedragenaanleiding te geven tot de ver»
onderstelling, dat de wet te dien aanzien niet zoo naauwkeurig aldaar
wordt toegepast, als wel elders; eene bedenking, welke meermalen
niet alleen in dat opzigtmaar ook ten aanzien der belastingen van het
personeelhet zegel en de successie is in 't midden gebragt.
Doch ook ten aanzien van de accijnsen tast de schrijver mis. In dat
middel draagt de bewoner der Noordelijke provinciën ƒ4,22; die der
Zuidelijke /3>29, en de slotsom van dit alles is, dat de bewoner def
Noordelijke provinciën in de bovengenoemde belastingen 14,61 dia
der Zuidelijke slechts ƒ9,15 levert, en dat mitsdien jaarlijks in da
Noordelijke prpvincien", naar gelang der bevolking, ruim 12J milliosü
meer vvordt opgebragt dan in de Zuidelijke.
Hoezeer ook in vergelijking van vroegere dagenvele middelen V9t!
welvaart zijn verdwenen of verkort, hebben de bewoners der voormali
ge Vereenigde Nederlanden deze lasten, zonder een dagelijksch gemor,
opgebragtals sedert twee eeuwen en meer gewoonom voor een on»,
afhankelijk vaderland te helpen zorgen, en zich opofferingen te getroos
ten voor de instandhouding van het krediet, en de middelen van ver
dediging en bestuur-van hetzelvedoch, zoo zij hunne hoop vestigeit
op den weldadigen invloed des tijds voor eene meer gelijkmatige bedee
ling vertrouwen zijdat het eene meer dan gewone onkundeonbe
schaamdheid, of kwade trouw zoude verraden, bij aldlén men, in een
dergeüjken stand van zaken bij voortduring van eene overbelasting van
de Zuidelijke provinciën bleef zwetsenen op de noodzakelijkheid aan
houden 0111ter vervanging van belastingendie men verlangde af Cd
schaffen, nieuwe middelen uit te denken, die uitsluitend op het Noor
den drukten.
's GRAVENHAGE den 30 april. Bij het departement van binnen
landsche zaken .heeft men onlangs bij de behandeling eener zaak kun
nen afleiden, dat, hij sommige plaatselijke besturen, niet genoegzaam
wordt gelet op het bepaalde bij artikel 199 der wet op de nationale mi
litie houdende, dat aan niemand, in de jaren der militie vallende, pa
tent tot uitoefening van eenig beroep enz. noch paspoort naar buiten
's lands zal worden afgegeventen zij hij aan de verpligtingen omtrent
de nationale militie op dat oogenblik heeft voldaan. Ten gevolge van
het deswege aan Z. M. gedaan rapport heeft Hoogstdezelve dan ook goed
gevonden het voors. departement te magtigen om de bevoegde magWn
voor zoo-veel noodig, de stiptstc handhaving der bepalingen van het
voors. artikel der wet aan te bevelen.
Gisteren nacht, omstreeks 12 ttren, heeft, in de nabijheid dezer
residentie, een ontzettend ongeluk plaats gehad. Een wagen, waarop
zich 5 personen bevonden, is, tusschen de Hoorn- en Tolbrug, juris
dictie Rijswijk, in de vaart gestort. Hoezeer men vrij spoedig toesnel
de om de noodige hulp aan te brengen, heeft men echter slechts 2 men-
schen kunnen redden; de 3 overige, Cornelia IVarfeniusMaria van den
Bogaart en Covert P'eldhovenalle dienstboden van den Heef van Berket".
wethouder der stad Delft, zijn bij die gelegenheid omgekomen.' Het
schijnt, dat dit ongeluk alleen aan het donker en stormachtig weder moet
worden toegeschreven,
MIDDELBURG den 4 mei. Ten behoeve der ongclnkkigen in Dant?
zig en derzelver omstreken zijn, ten kantore van den heer Sohier Serlèt
buiten het in de geplaatste bus gestorte, tot heden ingekomen de volj
gende giften: eene a ƒ10,40, eene ii ƒ5 20, twee it/s éene 3,
twee i 2 60 en twee a 1. Met dankzegging aan deze menschen-
vrlenden, blijve hunne edelmoedigheid nog vele navolgers vinden!
Men meldt uit Berlijn, dat bij de jongste overstrooming van den
Weichselalleen aan de zijde van MarienWcider *-150 jueuscheu .ZtrtideU
zijn ojugckgiflen.
01
j hip£*r
Alzuo wij in overweging hebben genomen, «lat het van belang isoijijg}:afschaf-»
bug «Ier wet van den 10 april i.tii.5, Staatsblad no. Ja), van ons besluit van den
20 jgrteirde maand Journal (ijjiciel nq. /,o)mitsgaders van de wet van den 6
maart 1.H1S {Staatsblad 'no. ft), eenige gapingen, aan te vullen, wel kV in het nog
inwerking ïijmlé wetboek' van strafregtten aanzien van sommige' itiisdrjjvc/i be
staan', .en te gelijker tijd twijfelingen te doen ophouden welke nupens hét regt ver
stand van sommige bepalingen van dat wetboek zijn gereten, alles tot tijd en wijle-
daarin tal ijji] vonrtfen bij het aanstaand iNederlantlsch.wetboek op liet strafregt;
Zoo 1». het dat wijden llaad van State gehoofd en met gemeen overleg der Ma-
t#n-Gencraalhebben goedgevonden en verslaan gelijk wjj goedvinden en verstaan
bij dete
Art. l. Onverminderd de bepalingen vau art. Go van het wetboek op hetstrafvegt
en in al de gevallen bij dat wetboek niet uitdrukkelijk voorzien, tal als medeplig-
tige' vair eene begane misdaad of misdrijf worden beschouwd, degeen die, hetzij
«loór aanspraken in het openhaar ten aanhoore van eene verzameling van personen
gehouden hetiij door plakschriftenhetzij door gedrukte of ongedrukte en verkoch
te of verspreide geschriften, de burgers en ingezetenen regtstreeks zal hebben opge
ruid, "om eene misdaad of een misdrijf te begaan. Dezelfde bepaling is mede' toe
passelijk ingeval, ten gevolge der opruijing, slechts éene poging van misdaad bf van
misdrijf overeenkomstig art. 2 en 5 van het welhoek op het strafregt heeft plaats ge
had. Indien de opruijing geen gevolg hoegenaamd heeft gehad, zal dezelve worden
gestraft met eene geldboete van J' iso tot ƒ100, of, ingeval van verzwarende omstan
digheden, met eene gevangenis, welke den tijd van zes maanden niet zal kunnen te
bovën gaan.
2. De bepalingen van art. 567 en volgende van het wetboek op het strafregt tot
art. 57S ingesloten, zijn Dok toepasselijk op de misdrijven van laster én hoon aan
gedaan aan openbare autoriteiten of aan ligChauien uit meer dan een persoon be
slaande al is het ook dat gejen persoon uitdrukkelijk zij aangeduid.
3. De misdrijven vin laster en hoonschriitclijk begaanzullen niet kunnen
Vervolgd worden, dan op aanklagte der gelasterde ol gehoonde partij.
4. Dé bepalingen van art. 2 dezer wet zullen het regt, om over de handelingen
der openbare magten zijne gedachten te kunnen uiten en die te beoordeelengeens-
tins kunnen krenken.
6. De beklaagde ter zake van de misdrijven van beleediging, laster, hoon of van
de opruijingen, in het laatste lid van art. 1 dezer wet vertneld, en door middel van
de drukpers begaan, zal niet in- regten kunnen worden betrokken'dóór eene onmid
dellijke dagvaarding om ter. teregtzitting te verschijnenzonder dat er eene voorloo-
pige instructie en verwijzing hebben plaats gehad. Indien de beklaagde binnen het
koningrijk woonachtig is, -zal de regter tegen hem blooteiijk een hevel tot verschij
ning kunnen uitvaardigen, hetwelk, ingeval van achterblijven, in een hevel tot me-
«febrenging zal worden veranderd. De beklaagde tSl nimmer kunnen worden in hech
tenis gesteldvdrir dat hij tot straf is veroordeeld.
6. De regtsvervolgingwaartoe de misdrijven kunnen aanleiding geven waarvan
hij de drie eerste artikelen dezer wet gehandeld wordt, verjaart door een tijdsver
loop van een jaar.
7. De wet van 10 april i8r5 (Staatsblad no. 35)ons besluit van den 20 dier
maand Journal Ofliciel no.' fo), mitsgaders de wet van den li maart itiiÖ
Staatsblad no. 11), worden ingetrokken.
.-Lasten gt» hevelen, enz. :y v— 3