k N°. 53. MIDDELBURGSCIIE COURANT. Zaturdag 2 Klei 1829. NIE UTFST1J DINGEN. DUITSCHLAND. FRANKFORT den 26 april. In bijzondere brieven vfln Kötlstanti- nopel wordt verzekerd, dnt bet gebrek aan levensmiddelen er zeer nijpend wordt en het broodhetwelk voor een derde deel Uit koren- meel en voor het overige tirt slechte gerst gebakken wordt, niet dan tot buitengewoon hooge prijzen te bekomen is. De sultan toont onder alle bestaande zwarigheden eene bijzondere werkzaamheid en kracht van geest. Hij verzuimt niets om de muzel mannen te doen gelooven, dat alle Christen-mogendheden het tegen hun geloof gemunt hebben, ten einde hen met geestdrift te bezielen en dus tot het doen van alle opofferingen aan te zetten. De ouderhandelingen over Griekenland worden steeds door den Neder- landschen ambassadeur met onvermoeiden ijver voortgezet, en menscheen ïich te vleijen, dat de Porte zich tot het aannemen der bemiddeling zou la;en overhalen. Van Rucharest schrijft men, dat het groot hoofdkwartier van den generaal Diebitschden 30 maartvan Jassy naar Isaktscha verlegd ge worden is. FRANKRUK. PARJJS den 26 opril. De hertog de Laval-Montmorencyambassa deur te Weenen, is tot minister van buiteirlandsche zaken benoemd, In plaats van den graaf de la Ferronnaysdie tot minister van staat en lid van den geheimen raad behoemd is. NEDERLANDEN. ANTWERPEN den 28 april. De personen, welke bij het rampspoe dig ongevalzatnrdag avond der diligence overkomen, het leven heb ben verloren, zijn: Fan der Wiel-, koopman in paarden, wonende bij Rotterdam; Legheen Engelsch edelman, verbonden aan de Engelsche ambassade te Munchen van Schagenkoopman te Rotterdam F. H. Pies bergen, koopman te Amsterdam; Intoine Fumagallikleermaker bij het Zwitsersch regement te Gorinchem mevrouw M'orbn en hare doch ter; mevrouw Meijer en haar zoon en de conducteur Antonius Schoe- waeker. Een der genoemde vrouwen schijnt voorts zwanger te zijn ge weest. De geredde personen zijnN. ,1. A. Travaglinevan Haarlem Delcourtkapitein van de artillerie, in garnizoen te Breda Jan Chotel knecht van den heer LeghTIermanus Overmaaskoopman te Amster dam; de weduwe Cobelynvan Amsterdam, en Hebbers, kastelein te Delft. Men verzekert dat door de ter hulpe toegesnelde personen drie of vier personen gered zijn, en een ander (men zegt de genoemde offi cier Delcourtden dood ontkomen is door de ongemeene tegenwoordig heid van geest, waarmede hijna de glazen van het portier ingeslagen te hebben, zich zei ven heeft weten te redden. Een der genoemde kin deren schijnt bij het openhakken van hec gehemelte der diligence doode- lijk aan irer hoofd getroffen te zijn. Gisteren rrvord zijn de lijken van alle de slagtoffers gekist en paar der- zelver woningen of logementen overgebragt; morgen zullen zij begra ven worden. AMSTERDAM den 28 april. Uittreksel van eenen brief uit Dantzig dato 17 april. Sedert den 13 dezer is het water in onzen overstroomden waard meer en meer blijven vallen, maar daarmede is, zoo als wijhelaas! reeds moes ten vooruitzien het jammertooneel buiten en binnen onze stad tot het toppunt van ijzing-wekkende vreesselijkheid geklommen. Zoo ver, en verder dan het oog reiken kanzien wij de vlakten met eene ontelbare menigte doode runderen, paarden en kleiner vee, en, boven al ont zettend gezigc! met mensehen-lijken als bezaaid, terwijl duizenden, naakte, door vermoeijenis uitgeputte van koude verkleumde, menschen van a'Jen ouderdom stand en kunne, vooral vele vrouwen en kinderen, den hongerdood trachten te ontkomen door in onze stad binnen te drin gen in zoo verre zij nameUjk met levensgevaar, eindelijk, van de da ken hunner woningen en \Tm de torens der dorpen zijn kunnen gered worden. De ellende dezer van have en goedvan alles beroofdeen nog daarenboven meerendeels het verlies hunner "in den vloed jammerlijk omgekomene dierbaarste maagschap betreurende, kinderlooze grijsaards en otrderlooze kinderendoor den dood gescheiden echtelingen ia door geene woorden te beschrijven. Bij de algemeene verwarring is het ge tal dezer rampzaligen nog niet te begrootenzoo als wij zeidenvelen zijn in den vloed bedolven'en voor de levend overgeblevenen wordt zoo veel doenlijk gezorgd; maar de ramp is van te wijden omvang dan dat onze krachten tot hulp zouden toereikend zijn, want ook zeer ve len onzer atadgenooten hebben daardoor zeer groote verliezen ondergaan." MIDDELBURG den 30 april. LI. dingsdag zijn de drie kompagnien dienstdoende schutterij dezer stad door derzelvcr kommandant geïnspec teerd die aan de respective kapite inen zijne tevredenheid heeft be tuigd over de goede houding der manschappen wier nieuwe uniform de algemeene goedkeuring wegdroeg. ZEE-I IJ DINGEN. VLISSINGEN -den 29 april. Den 26 dezer 'is alhier ter reede ge komen Concordiakapt. j. H. Nagelvan Liverpool naar Gent, met klipzout. Van den 26 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter reede gekomen The G/ascowkapt. J. Banks, van Liverpool, met snipeter en huiden; JZorothea, kapt. R. R. Hindrikus van Rudkingbingmet garst; Ars- surs/enkapt. P. Ebbesou van Stokholm met pik en teerde Frouw Col/ena kapt. J. H. Visservan Lubek Gatharina kapt. H. R. Veling, van Straalsunden de Frouw Gezinakapt. D. Donemavan Ekkel- feur. alle drie met rogge; Frtderikakapt. C. F. Holt, van Holjustra, met houtwaren; Meteore, kapt. J. Stappers, van Rio-Janeiro, met koffij en horensles trois Frèrcskapt. H. H. Rickevan Londen met stuk goederen. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomenen sedert onze laatste Van onze reede naar zee gezeild: Annettekapt. K. van den Oever naar Londen met boomschors Kareikapt. B. II. Stuurman, ffiiar Bilboa, en Anna Ilclenakapt. L Scholbergnaar Marseille, beide met stukgoederen; Gatharina, kapt, M. M. Pott, op avontuur, met ballast; the Loeiisas kapt. Til. Lenfertey met ballast; the Alfredkapt. W. Bellingham met tarwe en the Dukt of Glouchesterkapt. \V. de la Rue, met dakpannenalle drie naar Ouern- sey de Jonge Ferdinattdkapt. J. J. Doesken naar Newcasflemet boomschors. BESTUREN uur ADMJNISTRATIEN. PUBLICATIE. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG, Hoofdplaats van de Provincie Zeeland, gezien de aanschrijving van dett Heer Gouverneur van den 27 dezer, Provinciaal Blad tto. 53 houdende voorschriften omtrent de Inschrijving en Loting voor de Scbtitterlijkö Dienstbremgen bij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks ZoU- de mogen aangaan, dat, ter Voldoening aart Artikel 6 der Wet vaft den 11 April 1827, ten opzigte van de Schutterij, van Vrijdag den t« Mei aanstaande tot op den 31 daaraanvolgende, dagelijks (uitgezonderd Zon- en Feestdagen) van des morgens ten 10 tot des namiddags ten 12 uren, ter Seeretarij van deze Stad, zal gereed liggen het Regiï» ter van Inschrijving; welR Register op den 1 Jtiuij daaraanvolgends moet worden gesloten. En' worden mitsdien alle Ingezetenen dezer Gemeente, zonder onder» scheid, Gehuwd of Ongehuwd, welke op den. i Januari] dezes jaarl hun 25ste jaar zijn ingetreden, hoedanigeii zijn alle'Mannelijke Ingeze» tenen, geboren in het jaar 1804), bij deze opgeroepen en aangemaand, om zich op voorschreven plaats en uurvóór den 1 Junjj aanstaande, ter inschrijving in het Register aan te dienen, om zich tijdig van eelt Geboorte-Extract te voorzien en zich van htinnen juisteti ouderdom re verzekerenten einde de inschrijving behoorlijk kunne geschiedenter» wijl, ter voorkoming van alle misvattthgwelke zoude kunnen ont» staan, met betrekking tot de verpiigtingen, die bij voorzeide Wet op de Schutterijen worden voorgeschrevenaan de belanghebbende Ingese» tenen dezer Gemeente bij deze wordt onder het oog gebragt: a. Dnt de verpligting ejj bevoegdheid tot de Schutterlijke Dienst, en mitsdietl tot de inschrijving en het domicilie van inschrijving, is geregeld bij d# Artikelen t, 27 en 8 der voorschreven Wet, Zijnde Van den navol» genden inhoud Art. 1. Ieder Ingezeten van het Rijk, die op den eersten JamiariJ van elk jaar zijn 25ste jaar Zal Zijn ingetreden en zijh 34ste niet vol» eindigd zal hebben zalingevolge de bepalingen dezer Wet daarto® opgeroepen zijndeverpligt Wezen de Schutterlijke Dienst uit te oefenen. Art. 2. Als Ingezetenen worden, met betrekking tot de toepassing de» zer Wet, beschouwd: a. Aile Nederlanders binnen het Rijk hun gewoon verblijf houdende. b. Alle Vreemdelingen binnen bet Rijk woonachtig, welke htm voof» nemen om zich aldaar te vestigen zlillen hebben aan den dag ge legd hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door hel werkelijk overbrengen van den zetel vati bun Vermogen en de hoofd» middelen van 'hun bestaan. De tijdelijke uitoefening van een bedrijf of handwerk in eenlga ondergeschikte betrekking, gelijk die vart Leerling, Knecht enz., kan op zichzelven niet beschouwd worden als eOH bewijs van hel voornemenom zich in dit Rijk te vestigen. Art. 7. Zi] die in meer dan eene Gemeente hün gewoon verblfjfhou» den, of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, zullen tot da inschrijving verpligt zijn, binnen de Gemeente alwaar eeheDienstdoend® Schutterij aanwezig is. Bij aldien in die verschillende Gemeenten alleen Dienstdoende of «I» leen Rustende Schutterijen bestaanzullen zij zich doen Inschrijven Itl de Gemeente alwaar zij voor de Personele belasting zijn aangeslagen f en de Ambtenaren in die Gemeente, alwaar zij ambtshalve verpligt zijtt hun verblijf te honden. Art. 8. Die van hunnen ouderdom geen voldoend bewijs gevenZul» len door het Plaatselijk Bestuur worden ingeschrevennaar deizelfl oordeel, onverminderd de bevoegdheid van deft ingeschrevenenom vati zijnen juisten ouderdom nader te doen blijken, en b. Dat de straffen op hert niet voldoen anti de verpiigtingen betrekke lijk de inschrijvingen zijn omschreven in artikel 9 van geffiekle Wet» zijnde van den volgenden inhoud Art. 9. Die bevonden zullen worden zich niet vóór den 1 Junli te hebben doen inschrijvenzullen door het Plaatselijk Bestuur ambtshalve ingeschreven worden, en door den Sclumers-Raad Worden verwezen tot eene geldboete; terwijl zij, daarenboven, zonder loting bij de Schut terij worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er, tijdens de ver- zuimde inschrijving, geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling teil hunnen aanzien bestonden. En opdat niemand hiervan onkundig zij, zal deze worden gedrukt afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Conrant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 30 April 1829. Burgemeester en Wethouders voornoemd, LANTSHEER, L. P. Ter ordonnantie van Htm Ed. Achtb., J. F. BIJLEVELD, Secretaris. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG, Hoofdplaats van de Provincie Zeeland, verwittigen een iegelijk diert zulks zoude mogen aangaandat er op den elfden Mei aanstaande «1 volgende dagen door Wijkmeesteren van Stads-Ambachtzal wordeit omgegaan tot het weren van Ekster-Kraaijen-Vlaamschc Gaaijen-', Kaauwen- of Woudduiven-Nesten. En worden mitsdien alle Ingezetenenzoo eigenaars als pachters of baanders van eenige Landen, Boomgaarden, Hoven of J>lantagien, ern* stiglijk aangemaand om de Nesten van het voorzegde schadelijk Gevo gelte, die op of boven den Grond, welken zij in eigendom of in hoof bezitten, gemaakt worden, rit te rceljen en te storen; op pcone dat dis

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1829 | | pagina 1