N°.
MIDDELBURGSCHE
COURANT.
11.
Zaturdag
-
24 Januarij 1829»
iVXE UtrSTIJ DINGEN.
MIDDELBURG den 23 januari). De Hesperuseen der geachtste
Duilsche tijdschriften, behelsde dezer dagen een artikel, onder
het opschrift: over de tegenwoordige oppositie in de Nederlanden.
De schrijver zirt in de ontevredenen it^onze zuidelijke gewesten niets
anders, dan de aanhangers en werktuigen der priester partijdie ook in
andere landenoncevreden over haren allengs vermipderenden invloed
woelingen tracht te veroorzakenten einde in troebel water te kunnen
visschen. Deze partijzegt hijdie door allerlei middelen het woord
Jezuitenen Jezuitismus heeft weten in onbruik te brengen, en zelfs be.
lagchelijk te maken is door pen gedeelte der liberalen of vrijzinnigen
aanmerkelijk versterkt gewordenen nu begonnen beide afdeelingen van
ontevredenen, die in sommige Fransche dagbladen een gewenscht steun-
punt vonden, een vereenigden aanval, waartoe ook souimige Hollanders
van kennis en verdiensten, maar misleid door hunne begeerte om eene
bedriegelijke volksgunst te verwervende hand boden. De regering der
Nederlanden, die, gedurende al den tijd van haar bestaan, weiligt meer
dan eenige andere, de vrijzinnige beginselen gehuldigd, de vervolgde
slagtoffers van staatkundige omwentelingen gastvrij ontvangen en be
schermd, de vrijheid der drukpers zonder eenige beperking toegestaan
en gehandhaafd, het diep vervallen onderwijs in de Zuidelijke provin
ciën naar haar beste vermogen opgebeurd en verbeterd, de vrijheid van
godsdienst en de eer der natie verdedigd, en zich op alle mogelijke wij
zen als edel en welmeenend betoond heelt is nu op eenmaal het voor
werp der bitterste berisping en der hartstogtelijkste aanvallen geworden.
Dezelfde mannen, welke haar nog kort geleden wierook toegezwaaid,
hare beginselen ten hemel verheven, en hun vaderland, als uit éénen
mond met alle de vrienden van het grondwettelijk stelsel in Europa, als
het vaderland der vrijheid geprezen haddenweten nu eensklaps geene
woorden te vinden, om hunne verbolgenheid over de dwingelandij der
uitvoerende magt uit te drukken.
„Van waar deze plotselinge verandering in taal en gezindheid?
De partij der Jezuiten tegen welke de Belgische vrijzinnigen ge
durende langen tijd onder de vanen der regering gestreden hebben, had
een middel weten te vinden, om niet alleen de wapenen, waarmede zij
was bestreden geworden, af te keeren, maar om die zelfs tegen de re
gering, en tot bevordering hnrer eigene belangen, te doen dienen. Nog
altijd bestond in de Zuidelijke gewesten eene partij, die den val van
Buonapartede afscheiding van Frankrijk en de vereeniging met het nieu
we koningrijk der Nederlanden, met smart gezien had; zoowel omdat de
geaardheid harer nieuwe medeburgers van de hare verschilde, als omdat
bijzondere belangendie onder den Franschen schepter bihrorderd wer
den bij de nieuwe orde van zaken leden.
Deze partijdie zich van het begin af op de onbetamelijkste wijs
tegen de regering en het geslacht der vorsten gedragen maar eenen
tijd lang voor het overwigt der algemeene denkwijze had moeten zwich
ten stak nu eensklaps het hoofd weder op en trad in een naauw ver
bond met die der Jezuiten. De verjaging der broeders weetnietendie
het gastregt op eene schandelijke wijs misbruikt hadden, en die door
de ontevredenen op het krachtdadigst ondersteund werdenhet collegium
philosophicumen het concordaat, gaven de aanleiding. Langzamerhand
traden een aantal jongelingen die men opzettelijk misleid had, en wel
ke ontevreden «waren, omdat men hunne ingebeelde verdiensten niet
spoedig genoeg door de aanstelling tot voordeelige posten beloonde, in
het verbonden het édne dagblad na het andere geraakte in handen van
zeer jeugdige schrijvertjes, die zich op den drievoet zetteden godspra-
ken uitdeelden en onbekookte redeneringen voor den dagbragten, over
zaken die boven hunne bevatting waren. De belasting op het gemaal,
het straf-wetboek de regtspraak der gezworenen de vrijheid van het
onderwijs werden langzamerhand de zondenbok en de voorwerpen van
dagelijksche hatelijkheden tegen het bestuur. De dagbladen der dwee-
pers en der priester-partij namen deze gelegendheid waar, om het voor
stel tot eene vereeniging der beide partijen te doenzulke bijzonder
heden als godsdienstige zaken en vrijzinnige beginselenzouden voor
eerst niet aangeroerd maar derzelver behandeling tot een meer geschikt
tijdstip uitgesteld worden; maar men vereenigde zich tot een onafgebro
ken-strijd tegen de regering, en de val der tegenwoordige ministers
moest bewerkt worden, het koste wat het wilde. In Frankrijk vond
deze strekking, die zoo wel met de bedoelingen van verschillende staat
kundige partijen overeen kwam, goedkeuring en ondersteuning, en dit
gat aan de leden der Nederlandsche oppositie nieuwen moed daar toch
bij de meesten hunner niet veel anders plaats heeft dan eene onbe
paalde zucht tot nnaping van al wat in Frankrijk geschiedt. De tijding
van den val des rampzaligen bestuurs" werd met gretigheid ontvan
gen en nu wedijverden de Belgische dagbladen in de hevigste vertoo-
gen, waarin de navolging van het door Frankrijk gegeven voorbeeld
aangeprezen werd
Franschen, die zich in de Nederlanden nedergezet
hadden, en van de-regering bescherming genotenmisbruikten de ver
leende gastvrijheid om zich in de inwendige aangelegenheden des rijks
te mengen, en het bestuur op de onbeschaamdste wijze aan de beris
ping en den hoon van het algemeen bloot te stellen. Onder dezen be
hoorden de heeren Bellet en Jador die eindelijk, toen zij zich aan stel-
ligen laster tegen de regering schuldig gemaakt hadden, door de uit
spraak des regters gesrraft werden doch door den koning hunne vrij
heid hei kregen onder voorwaarde, dat zij het land zouden verlaten.
Daarover ontstond een verbazend geschreeuwalles werd te wapen
geroepen, en nu nam de woelzucht der dagbladen van alle kanten zoo
zeer toe, dat verschillende personen, te Maastricht, Brussel en elders,
op den weg regtens tot verantwoording geroepen werden wegens mis
bruik van de vrijheid der drukpers
Een wonderbaar verschijnsel is voorts de uitsluitende haat tegen
vreemdelingen, dat is te zeggen tegen Duitsche geleerden, welke door
de regering aangesteld worden, en waartegen insgelijks de hevigste aan
vallen der oppositie gerigt zijn terwijl zij uit het oog verliest dat
de voornaamste werktuigen, waarvan zij zeiven zich bedient, insge
lijks vreemdelingen, maar Franschen zijn, en terwijl het toch vast
staat -dat de geaardheid des Nederlanders vrij wat meer overeenkomst
heeft met die van deh Duitscher dan van den Franschmart.
Indien nu de Nederlandsche regering aan den eeheh kant met de giöhf*
ste vrijzinnigheid de vrijheid der drukpers handhaaft, wetenschappen eil
kunsten, opvoeding, onderwijs en beschaving, nijverheid en handel op
•alle mogelijke WijZe bevordert eil beschermt; maar aah den anderen kant
gebruik maakt van het middel, hetwelk de Wet aan haar, even als aan
den minsten burger, geeft, om zich voor deil gewonen tegter regt te
verschaffen, en aan vreemdelingen, die zij op de daad zelve, vatt Wan-
trouwen en tweedrngt te Zaaijen, betrapt heeft, de keus Iaat tusschen
de wettige straf hunner misdrijven en het vertrek naar tle plaats vatl
waar zij gekomen zijn kan men dan Zeggen dat zij dwingelandij
oefent en de vrijheid onderdrukt
„Op dezelfde wijs, waarop de tegenpartij in de dagbladen te Werk
gaat, handelt zij ook in de zittingen der Staten-Generaal. De meesteh
der genendie aldaar de regering bestrijden behoorden nog kort gele-,
den tot de ijverigste verdedigers van derzelver maatregelen. De ope-
ning der,tegenwoordige zitting viel juist in den tijd dat tegen de bo
vengenoemde dagbladschrijvers en den heer de Potter regtsgedingen aan
hangig en de gemoederen die Zich reeds te voren tot dert strijd uitge
rust haddenzeer aan hef gisten Waren. De aanspraak des koning*
maakte Het hoogste misnoegen der oppositie gaande, vooral door de
zinsneden waar de overdrijving en onwetetiheid der genendie blin
delings alles laken, berispt werd, en waar de koning het toeZigt ovef
het openbaar onderwijs als een Zijner kostbaarste voorregten inriep. De
hevige vertogen over dit laatste onderwerp werden afgebroken door het
voorstel tot onvoorwaardelijke afschaffing der wet van 1815, welker
intrekking reeds door den kortingbij deszelfs aanspraakw'as toege
zegd gewordentegelijk met de voordragt eener hietiwe wet op dit
onderwerp. Dat zulk eene wet niet geheel overtollig is, bewijst de
tegenwoordige stemming der gemoederen, die niet uit het volk zelf af
komstig, maar door kunst bij hetzelve opgewekt is
„De zaak der partijen," Zoo besluit de schrijver, „moet met de
zaak der vrijheid zelve niet verwisseld worden. Indien bij eenen grond-
wettigen regeringsvorm de regten des volks heilig moeten zijn, die
van den votst moeten het niet minder zijn. Beider bestaan hangt ten
naauwste tezamen. Vermindert men éen van beiden, dan opent metl
de deur aan de aristocratie of aan de volks-heerschappij en in de Ne
derlanden tevens aan den priester-invloeden het heiligdom der vrij
heid wordt de buit van listige raddraaijersdie met de geestdrift de*
volks, in welks gunst zij zich ingedrongen hebben, schandelijk spelen.
Indien eene regering als de Nederlandsche, die voor vrijheid en ver
lichting zooveel gedaan, en zich juist daardoor den haat eener magtige
partij op den hals gehaald heeft, niet veilig is voor vergiftige pijletl
van verschillenden aard indien zelfs verlichte en kundige mannen
aan eene bedriegelijke roepstem gehoor geven en zich aan eene partij
aansluiten, die voor hare eigene belangen, en niet voor die des volks
handelt, dan is dit waarlijk eene slechte aanmoediging voor andere re
geringen, om een stelsel aan te nemen, dat aan den éénen allesaan
den anderen niets belooft."
Vervolg der waarnemingen op den Thermometer
Woensdag 21, 'smorgens 8 u. 160; 's avonds li u. o«,
Donderdag 22
Vrijdag 23
8 U. <S|6 's avonds 11
8 u.
's middags 12 u. 6°.
Parijs den 17 januarij. Gisteren had, in de straat van Richelleu,
de eerste vereeniging der constitutionele afgevaardigdenalhier tegen
woordig plaats. Hun getal bedroeg 80, en allen waren door de har
telijkste welwillendheid bezield.
Brussel den 20 januarij. De Tweede Kamer der Staten-Gene
raal was op gisteren zamengeroepen, om een rapport der commissie voor
de verzoekschriften te hoorendoch daar het getal opgekomen leden
slechts 52 bleek te zijn, is de zitting op'morgen bepaald.
ZEE-I IJ DINGEN.
VLISSTNGEN den 22 januarij. Gisteren zijn alhier, üic hoofde Van
het aanhouden der vorst van de reede binnengehaald
De Ainerikaansche brik Grampus, kapt. J. Cushingde Engelsche schoo-
ner the Oceankapt. H. Carter, en Jeannettekapt. M. P. Gibbs als
mede de Engelsche brikken the Franciskapt. R. Heard the Friends
kapt. Th. Pitt the Fenus, kapt. Th Williams, en Margareth, kapt. e!
Dalley; benevens de Nederlandsche plijt FEsperance, kapt. A. vanGcyc,
en de Nederlandsche smak Mercuriuskapt. J. Rooze.
Heden, is in de voor-dokhaven binnengekomen, het Nederiandsch dritf-
mastschip Apollokapt. D. Steur, van Antwerpen naar Batavia gedes-
tineerd.
BESTUREN en ADMINISTRATIES.
VERPACHTING van den ontvangst van het TOLREGT.
Onder nadere goedkeuring van het Departement van Binnenlandsche
Zaken zaldoof den Gouverneur van de Provincie Zeeland of des-
zelfs daartoe gedelegeerden, in tegenwoordigheid van den Hoofd-Inge-
nieur van den Waterstaat in de Provincie, op Woensdag den 28 dezer
maand, des voormiddags ten elf uren, op het Raadhuis te Goeswor
den overgegaan tot de VERPACHTING van het TOLREGT, voorden
termijn, ingaande den 1 April 1829, en eindigende den 31 Maart 1831
aan den Toipaa! No. 4, op den grooten Weg der iste Klasse No. J
onder de Gemeente ,s Heer Arendskerkebij het einde van den Aprel
leidende van het genoemde Dorp naar de Stad Goes.
Deze Verpachting zal geschieden bij opbod en bij het uitgaan van
Waslicht.
De Koninklijke Besluiten, betrekkelij'k de dienst der Tollen, mitsga
ders de Voorwaaiden van Verpachting, zuilenter visie liggen in dè
Bureatixzoo van het Gouvernement te Middelburgals van den Hoofd
ingenieur van den Waterstaat alda.ir, en van den Districts-Commis«rf$
11. I40
f)