N°. 8. MIDDELBURGSCHE COURANT.f Zaturdag 1? Januarij 1029. NIE UTVSTIJ DINGEN. NEDERLANDEN. BESTUREN en A DM INI STR >1 TIEN. van sonsbeeck, l. p. Mi... él?* "vi "V'r v"' - F R A N K 11JJ K. PARIJS den \i januarij. Bij eene ordonnantie des konings van gisteren gecontrasigneerd door den graaf de la Ferronnays, wordt aan laatst- gemelden een verlof van drie maanden tot herstel zijner gezondheid toegestaan terwijl inmiddels den groot-zegelhewaarderminister van justitie, de portefeuille van buitenlandsche zaken is opgedragen. Bij eene andere koninklijke ordonnantie wordt het getal leden der akademie van wetenschappen, hetwelk onder het ministerie van Cor- Blêre op 30 was verminderd op 40 gebragt. In eene steenkolen-mijn bij het vlek Rive-de-Gierin het depar tement der Loire heeft den 2 Januarij eene vreesselijke uitbarsting van ontvlambare lucht' plaats gehad waardoor veertig menschen en een der tigtal paarden het leven hebben verloren terwijl daarenboven een aan tal werklieden die zich nog door de vlugt konden redden meer of minder zwaar gekwetst zijn gewerden. BRUSSEL den 12 januarij. 7.. Exc. de minister van binneniandsche zaken is gisteren avond alhier uit 's Gravenhage teruggekomen, Z. M. heeft benoemd tot buitengewoon hoogleeraar bij cie facul teit der wis- en natuurkundige wetenschappen, aan de hoogeschool te Leyden den heer lector A. H. van der Boon Mesch. Het publiekinaken der stedelijke budjets, hetwelk in het vorige jaar ih verscheidene steden der Zuidelijke provinciën heeft plaats gehad, is bij eene minister iele dectSie verboden. De processen-verbaal van de afdeelineen der Tweede Kamer der Staten-Generaalbehelzende derzelver- aanmerkingen op de tienjarige begrootingzijn gedrukt en aan de leden rondgedeeld. Zij zijn groot omtrent 300 bladzijden in folio. Men heeft algemeen aangemerktdat de tienjarige begrooting niet in één enkel ontwerp van wet mogt zijn vervat, maar in even zoo vele ontwerpen mogt worden verdeeld, als er hoofdstukken zijn opdat alzoo over dit hoofdstuk afzonderlijk zou kunnen worden beraadslaagd en gestemd, en men niet genoodzaakt zou zijn alles in massa of aan te nemen of te verwerpen. Eene andere aanmerking, welke insgelijks in alle de afdeelingen gemaakt is, behelst, dat de uitgaven te hoog zjju, in evenredigheid van de middelen des rijks, en dat derhalve in zeer vele posten bezuinigingen behoorden te worden gemaakt, gelijk er dan ook door de afdeelingen zijn voorgedra gen. Wijders heeft men verlangd dat alle uitgavenwelke slechts eenig- zins onzeker zijn, niet op de tienjarige, maar op de jaarlijksche be grooting, wierden-gebragt. De middelen ter bestrijding der uitgaven hebben tot niet minder aan merkingen aanleiding gegeven. De belasting op het gemaal is in alle de afdeelingen grootendeels verworpen sommige leden zouden die bij ver betering nog goedkeuren, doch een groot aantal, gehoor gevende aan de aanmerkingen tegen de belasting, endoor de regering in staat gesteld zijnde die af te schaffen, verklaart zich tegen deze belasting, alsmede tegen die op het geslagt. Evenwel keurt men daarom het ontwerp zonder het gemaal juist niet goed, 0111 dat, daar men vermindering van uitgaven verlangt, de ont vangsten niet zoo hoog behoeven te zijn en men alzoo gemakkelijk de belastingen op het gemaal en geslagtzonder verhooging der andere be lastingen kon afschaffen en dewijl men zich ook niet met die op het personeel en op het binnen- en buitenlandsch gedisteleerd kon vereenigen. In dien geest hebben dan ook sommige leden andere voorstellen gedaan, waardoor het ontwerp der uitgaven zoo wel als dat der ontvangsten zou de verminderd kunnen worden. Verder, heeft men eene belasting voorgesteld op de suiker, koffij en tabak, welke men als zeer geschikte voorwerpen van belasting be' schouwde. Over het algemeen verlangt men meerdere inlichtingen van de rege ring om met meerderen grond de voorgedragene begrooting te kunnen onderzoeken. Eindelijk verlangt men vrij algemeen ook de beloofde inlichtingen omtrent het amortisatie-syndicaat, ten einde alsdan over de belangen daarvan te kunnen beraadslagen. In het afgeloopene jaar zijn te Ostende uit zee aangekomen 574 schepen, waaronder begrepen 204 Nederlandsche287 Engelscbe 26 Fransche51 Noorweegsche 4 I lanoveraauSche, 1 Pruissisch 1 ITos- toksch. Er zijn 73 schepen meerder binnengekomen dan in het jaar i827b___=^ AANBESTEDING. Op den 21 Januarij 1829 zal, bij het Ministerie voor de Marine etl Koloniën worden aanbesteed De levering, ten dienste van 's Rijks zeemagt, vait 125,000 Ne derlandsche ponden gerookt Spek De voorwaarden dezer aanbesteding liggen ter lezing in de BureiUJt van het Gouvernement der Provincie Zeeland. VERPACHTING van den ontvangst van het TOLREGT. Onder nadere goedkeuring van het Departement van Binneniandsche Zaken, zal, door den Gouverneur van de Provincie Zeeland, of des- zelfs daartoe gedelegeerden in tegenwoordigheid van den Hóófd-Inge nieur van den Waterstaat in de Provincie, op Woensdag den 28 dezer maand, des voormiddags ten elf uren-, op het-Raadhuis te Goeswor den overgegaan tot de VERPACHTING van het TOLREGTvoorden termijn, ingaande den 1 April 1-829, en eindigende den 31 Maart 1831 aan den Tolpaal No. 4, op den grooten Weg der iste Klasse No. 3, ondei de Gemeente s Heer Arendikerkebij het einde van den Aprel leidende van het genoemde Dorp naar de- Stad Goes. Deze Verpachting zal geschieden bij opbod en bij het uitgaan van Waslicht. De Koninklijke Besluiten, betrekkelijk de dienst der Tollen, mitsga ders de Voorwaarden van Verpachting, zullen ter visie liggen in de Bureaux, zoo van het Gouvernement te Middelburg als van den Hoofd ingenieur van den Waterstaat aldaar, en van den Qistrjcts-Gommissaris te Gier, alsmede ter Stedelijke Secretarij van. laatstgemelde Stad, en aan den opgenoemden Tolpaal. Zullende wijders aan de gegadigden op den dag der Verpachting de vereischte inlichtingen worden gegeven. Middelburg, den 14 Tannarij" 1829. De Gouverneur van' de Provincie Zeeland VAN VREDE NBURCH. OPROEPING voor de NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURGHoofdplaat! ean de Provincie Zeeland brengen bij deze let kennisse van een iegelijk dien lulki zoude mogen aangaan, dat, ter voldoening aan de bepalingen, voorgeschreven bi) de Wetten van den 8 Januarij 1817, en van den 27 April 1820; betreffende de Nationale Militie op den 1 Januarij aanstaande zal worden geopend bet Register van Inschrijving tot de Loting voor dezelve Militie. Dat dit Register dagelijks (uitgenomen des Zondags) des namiddags van 12 tot 3 uren, op de Secretarie zal gereed liggen tot en met den 20 van dezelfde maand t dat hetzelve aldan opgemaakt en door het Hoofd van het Bestuur onderteekend zal worden, en dat de zoodanigen, welke daarna worden bevonden in hunne veCpligting nalatig te zijn gebleven tot en met den 28 Januarij nog op het Register zullen worden gebragt, doch met eene boete van 5 tot 100 gulden gestraft moeten worden, en dat de nalatigcn, die eerst na den 28 Januarij zullen worden ontdekt, dadelijk gearresteerd moeten worden, om tot de dienst te worden ingelijfd zonder tot hek aanvoeren van eenige reden van vrijstelling te kunnen worden toegelaten. E11 worden mitsdien alle Jongelingen, hun dorticilium of vaste woonplaats birtnen deze Stad of derzelver Ambachten hebbendewelke op den 1 Januarij 1829 hui negentiende jaar zijn ingetreden en hetzelve niet hebben volbragt, en dus alle dis in het jaar 1810 geboren zijn, bij deze opgeroepen en aangemaand, om zich op voorschreven plaats en uren, vrfór den 20 Januarij aanstaande, ter inschrijving in het Register aan te dienen, met overlegging van een extract tot opgave van dep datum hunner geboorte gelijk de Ouders Voogden Curators of Gemagtigdeu van afwezigen worden opgeroepen om hunne Kinderen of Pupillen binnen din bepaalden tijd ter inschrijving aan te gevênen alsdan aan hel Plaatselijk Bestuur zoodanige onderrigtingen te verschaffen of te doen verschaffen als van de Lotelingcn zelve! zouden kunnen worden verlaDgd wordende voorts aan alle de Jongelingen die hun negentiende jaar zijn ingetreden, bij deze te kennen gegeven, dal zij zich na de» I Jannarij 1829 tot op den 1 September daaraanvolgende tot geene vrijwillige Mili taire Dienst bij deArince, te Land ol ter Zee, kunnen of mogen verbinden, naar aanleiding der bepalingen dienaangaande, vervat in Art. g4 litt. gg der Wet van den 8 Januarij 1817; terwijl al verder, tot voorkoming van alle misvatting, welke 1011de kunnen ontstaan met betrekking tot de verpligtingendie bij de bestaands Wellen worden voorgeschrevenaan de belanghebbende Ingezetenen dezer Stad en Ambacht, bij deze, wordt onder het oog gebragt: 1.) Dat alle Jongelingen, in den jare 1810 alhier geboren, en alhier hunné woonplaats hebbende moeten worden ingeschreven zonder onderscheid of voor hen al dan niet eenige reden van vrijstelling kan worden bijgebragt. 2.) Dat Gehuwden en afwezenden ook in de inschrijving moeten worden begrepenj tn dat de Gehuwden hunne bewijsstukken bij den Militie-Raad moeten overleggen op hetzelfde tijdstip, hetwelk tot overlegging van andere bewijzen van vrijstelling bepaald wordt. 3.) Dat de Ouders, Voogden en Regenten vcrpligt zijn, hunne Kinderen of Pu pillen in persoon, of door iemand daartoe gemagtigd te doen inschrijven en daarin nalatig blijvende, verbeuren zullen de boeten bij de bestaande wetten bepaald. 4.) Dat de straffen op het niet voldoen aan de verpligtingen betrekkelijk de in schrijving, zijn' vermeld in de Artikelen 53, 63, 64, 65, 66, 67, 68 en 166 des Wet van den 8 Januarij 1817 en in Art. 10 en 11 der Wet van den 27 April 1820. 5.) Dat nopens de woonplaats of het domicilium van inschrijving bij Art. 56 deï Wet van den 8 Januarij 1817 het navolgende is bepaald De wettige woonplaats ol domicilie voor de inschrijving hierboven vermeld a wordt gehouden.- voor hen die ongehuwd zijn de woonplaats der Ouderenen bij a overlijden van beide, die van den eerstbenoemden Voogd; voor de gehuwden, ds a plaats alwaar zij hun bestaan hebben,- in twijfelachtige gevallen omtrent gehuw a den, zal voor de wettige woonplaats gehouden worden die plaats, alwaar zij op dei» a 1 Januarij van elk jaar, tot de uitoefening van eenig beroep, Patent hebben beko- a men, ofwel voor het middel van het Personeel en Mobilair, of dat, hetwelk iii a de plaats daarvan zoude mogen worden geïntroduceerd, beschreven zijn en voor a zoo verre zij daarin niet beschreven zijnnoch Patent hebben bekomen de plaats a waar zij zich bevinden; met deze verdere bepalingen, dat zij, die in een Vreemd v Land, uit Ouders, ter oorzake van 's Lands dienst afwezend of anderzins op rei* zijnde, buiten het Rijk zijn geboren, zullen worden ingeschreven binnen de plaats, a alwaar zij hunne wettige woonplaats hebben; dat Jonge Lieden, door hun Vader, a Moeder, Voogd of Curator achtergelaten, en geen bestaan hebbende, op de lijsten" a van die Gemeente zullen worden gebragt, alwaar hunne OuHerS, eerst ijl rang be- a noemden Voogd of Curator, het laatst hunne woonplaats hebben gehad en wanneer a deze woonplaats niet bekend mogt zijn, of dat dezelve buiten het Rijk is gelegen, a op die van de plaats alwaar zij zich bevinden. a Zij die geeng Ouders Voogden of eigen bestaan hebbenzullen worden inge— a schreven op de plaats, alwaar zij zich bevinden. a De Gcalimenteerden en Kinderen in Godshuizen en liefdadige Gestichten zullen worden ingeschreven in de plaatsenalwaar de Godshuizen zijn gelegen of de ili- a mcutatie geschiedt. a Ten opzigte van de Gevangenenwelke in de jaren der loting vallenZullen de a Regenten der Gevangenissen verpligt zijnvoor den 10 Januarij van ieder jaar, aan a het Bestuur van de Gemeentealwaar die Gevangenen hunne vaste woonplaats heb- a ben eene naauwkeurige opgave te doen van alleswat hetzelve voor de opschrij-, ving noodig heeft te weten met hijvoeging der misdaadwaarvan zij beschuldigd of II om welke zij veroordeeld zijn geworden, en van den tijd voor denwelken zij zijn ge it confineerd." 6.) Dat bij het laatste lid van Art, 5g van evengemelde Wet nog wordt bepaalJ: 11 Tot de. Gemeente, in welke iemand, bij het intreden van deszelfs 19de jaar, a voor de eerste klasse zal zijn ingeschreven, hij met betrekking tot de Nationale a Militie, zal blijven, werwaards hij zijn domicilie, gedurende den tijd dat hjj ia a de jaren der Militie valt, mogen overbrengen." En eindelijk, 7.) Dat Buitenlanders, welke zich, als Ingezetenen van het Rjjli binnen deze Gemeente met der woon hebben gevestigd overeenkomstig Art. 6 dof Wet van den 27 April 1820, zich, voor zooverre zij nog in de jaren der Militie vallen, insgelijks binnen den bepaalden tijd moeten aangeven tot inschrijving in dat Register, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behaoren. En opdat een iegelijk hiervan kennis drage, zal deze worden gedrukt, afgekojtdijjll en aangeplaktmitsgaders in dezer Slads-Courant geplant». Gedaan ten Raadhuis» der Stad Middelburg, den 11 December 1828, t Burgemeester en Wethouders voornoemd Ter ordonnantie- van llun Edel Achtbare!!', J. F. BIJLEVELD, Secretariï. Wederom zijn de ondergeteektnden in de aangename gelegenheid de zoo toenemende strengheid vnn het Saizoen dankbare tneldtti£ te kunnen maken van het ontvangen eener Gift van 30 op den 14 zer, van den Heer Amanuensis van den Algeméenen Armen. Middelburg den 16 J.anuaiij 1829. Diakenen oer Ned. Heré. Gemeente, C. E. SCHUTTERS, Preset. J. POLEY, SCtibT.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1829 | | pagina 1