N°. 147. MIDDELBURGSCHE iZatürdag NIEUWSTIJDINGEN. DUITSCHLAND. Frankfort den 30 november. Sommige lieden schijnen zich te vleijendat er in de zaken van het Oosten weldra een stilstand zal plaats hebben die zeer geschikt zijn 2al tot het aanwenden van po gingen om eene toenadering tusschen de oorlogvoerende partijen te be werken. F R A N K R IJ K. PARIJS den 30 november. Volgens depeches van den luitenant-ge neraal Maisonvan den 9 dezer, had die generaal een gedeelte der troepen die tot het innemen van het kasteel van Morea gediend hebben, naar Navarino en Modon terug gebrngt. De gezondheids-toestand der divisie begon te beteren en men hoopte, dat de luchtgesteldheid in de maand november gunstiger dan die der vorige maanden zijn zou. NEDERLANDEN. BRUSSEL eten 2 december. De discussie over het voorstel van den heer de Brouckereter intrekking van de uitzonderings-wetten op de drukpers enz. is in de zitting van 11. zaturdag vervolgd. Z. Exc. de minister van justitie was, even als den vorigen dag, ter vergadering tegenwoordig. De heeren de Langhede Surlet de Chokier en Surmont de Folsberghe hebben het voorstel ondersteund. De heer Donker Curtius heeft zich verklaard voor het intrekken der uitzonderings-wetten, maar tevens den wensch geuit, dat het ontwerp, door Z M. beloofd, hier in moge voorzien. De heer van Alphen heeft tegen het voorstel gespro ken en gezegddat men het gouvernement niet mogt kwetsen door de veronderstelling, dat het zijne beloften niet zou houden. Hij uitte zich als een waar voorstander van de vrijheid der drukpers, en zeide, dat alle wetten tegen opstand onnoodig warenomdat men gerustelijk kon verzekerendat er in dit rijk geene kiemen van opstand of oproer wa ren te vinden. De heeren Sypkensvan BoelensLuzacHoynck van Papendrecht en van de Poll hebben mede het voorstel bestreden, als on tijdig; allen begrepen de volvoering der koninklijke belofte te moeten afwachten. De laatste dier sprekers prees de vrijheid, maar laakte de losbandigheid der drukpers. Moet de eerste beschermd de laatste moet beteugeld wordenen daartoe warenvolgens hem de bepalingen van Napoleon's straf wetboek niet toereikend, hetwelk ook door de geschie denis geleerd is, want in zijne dagen werden immers nog strenge cen suur, hooge policie en militaire commissien daartoe bij de hand geno men. De belofte van het gouvernement tot intrekken der wetten is stel lig, en zal nagekomen wordenhierop mag men vertrouwen, en het voor stel, dat nu het ontwerp dezer beraadslagingen uitmaakt, moet de ver vulling daarvan doen vertragen, omdat de regering zeker geene voordragt aan de Kamer doen zalzoo lang deze discussien aanhangig zijn. In de zitting van gisteren zijn, dadelijk na derzelver opening, ten lialf 12 uren, de beraadslagingen over hetzelfde voorstel hervat. Zes leden hebben zich gedurende de zitting weder voor dit voorstel en acht daar tegen verklaard, terwijl een, de heer Leclerqgezegd heeft naar den loop der beraadslagingen zijne stem te zullen regelen. De zes, die voor gesproken hebben, zijn de heeren Angillisde Roi- sin de Meulenaerevan CenechtenSerruys en Pycke. Alle deze leden hebben het voorstel tegen de gemaakte bedenkingen weder verdedigd en dit hebben de heeren Angillis en van Cenechten wel 111 het bijzonder gedaan. De heer de Meulenaere heeft hetzelve zeer sterk verdedigd, en het ge voelen geuit, dat, al was het alleen om de vrijheid van de drukpers, er eene ju rij moest worden daargesteld. De heer Pycke verdedigde insgelijks het voorstel vrij warm. Alhoe wel nu eerst besloten hebbende het aan te nemen, zoo kon hij met die leden instemmen, die van gevoelen waren, dat, al ware het dat het voorstel in beide Kamers zou worden aangenomenZ. M. daaraan zijne toestemming niet zou geven. Zulks leverde hem geene reden op om het voorstel te verwerpen want de grondwet wijst geen tijdsbestek aan binnen hetwelk Z. M. verpligt zou zijn zich over de aanneming of ver werping van het voorstel te verklaren zoo dat Z. M. hetzelve kon in bedenking houden zoo lang tot dat de te doane koninklijke voordragt tot rijpheid zou gekomen zijn. De acht ledendie tegen het voorstel hebben gesprokenwaren de heeren van Sytzamavan Reenende Liedel de fVellBeelaertsCeel hand Delta Faille, Lemkerde Melotte tTEnvoz en Fockema. Allen von den het voorstel ontijdig en onbetamelijk, en sommige leden ook onvol doende daar het eene gaping in de wetgeving zou te weeg brengen. Stelde men in de ministers geen vertrouwen, dit zou men niet behande len; doch het was de Koning zelf, die het aan de vergadering beloofd, die het der vergadering toegezegd had. Sommige leden gelijk de heeren Beelaerts en Fockemahebben 2ich sterk uitgelaten tegen die leden der, vergaderingwelke hier de gods dienst bijgehaald, en gezegd hadden, dat de Roomsch-ICatholieke gods diénst in dit land onophoudelijk werd tegengegaan. s De heer Beelaerts vroeg, of de sommen voor die godsdienst, op de begrootingen van 1827 en 1828 toegestemd, en die voor 1849 en voor het tienjarig budget ge vraagd wordenteekenen van tegengaan egn.er godsdienst kunnen ge noemd wordenen hij w?s verzekerd dat ook voor de nu voorgedra- gene sommen de begrootingen niet zouden verworpen worden. De heer Fockema zeide, al,was het om die reden alleen, dan zou het genoeg zijn om tegen het voojsjel te stemmen daar hij deze gronden zag bijhalen om het voorstel aan te nemen. Doch behalve dat, zeide deze sprqker, vindt men in de wetten zelve, dat deze bepalingen zoo lang in stand zullen blijven, tot dat zij door anderen zullen worden vervangen. Dit heeft Z. M. ons toegezegd. .Verleden jaar hebben ver scheidene leden, bij gelegenheid van een verzoekschrift van den heer Ducpetiauxzich voor de vrijheid van de drukpers verklaard; onder dezen had hij zich bevondenen dit gevoelen ondersteunde hij nog. De voorsteller had toert gezegddatzoo er in de eerste dagen van de aanstaande zitting geen voorstel van de regering wierd gedaan hij dan van het regt gebruik zou makendat de- grondwet aan de Kamer gaf. Hierop had Z. M. reeds op den eersten dag der vergadering zoo danig, een ontwerp toegezegd, waarom dan nu een voorstel gedaan? In deze zoo lange discussie hebben reeds 38 leden gesproken, na melijk 18 voor en juist 18 tegen, twee leden hebben Zich bliiihe stéift voorbehouden. In de vergadering vin hedenhebben de heeren Veranr.emanïies- manet en Coelens kortelijk de redenen opgegevenWaarom zij voor het voorstel zullen stemmen. De heeren van Crómbrugghe, le Hon en Bar- théUmy hebben voor het ontwerp gesproken. Dé heer van Crombruggtiè h#ft gezegd, een der zeer weinige leden te Zijn geweest» die hl 1815 tegen het ontwerp gesproken hebben, en in de overtuiging, düt hij t<um eene regtmatige stem heeft uitgebragtzou hij thans ook'de intrek king aannemen van eene wetwaarvan hij het bestaan niet had goed- gekeu*y>f gewenscht. De heer van Asch van IVyck heeft zich tegeii het onqjkrp en de heer Boeyè daar vöor verklaard. De duscussien duurdei^^g voort en het woord was bij het dfgaan van dit berigtaart den heer Warin. 'SGRAVENHAGE den 2 december. In de Batavlasche coürarttgrt tdt den 15 ju lij Vindt men weder verscheidene rapporten over de Krijgs- "verrigtingen tegen de muitelingen. In eert dezer, den 21 jurtij tiit Ma- gellan geschreven wflarin melding wordt gemaakt van eene nederlaag j den vijand in deti omtrek Van Gamping door onZe troepenOnder bevel van den overste Sollewijn toegebragt, waarbij zijn verlies zeer bedui dend was en hij drie opperhoofden zou verloren hebben wordt ook ge zegd dat het Romosche geheel van muiters gezuiverd is, en de Hoof den der dessa's zich niet alleen onderwerpen maar openlijk verlangen dat het land door het aanleggen vin bentings of sterkten tegeii de inval len der muitelingen, wier juk de bevolking zwaar drukt, beveiligd worde. Een ander rapport behelst de bijzonderheden van eene latere actie teil zuiden van Gamping, in welke dé muitelingen, vrij sterk in getal* waaronder veel volk te paard, eehe colonne, door den majoor van Gan zen aangevoerd aanvielen en met zoo veel woededat hét heni niet gelukken wildehen met Zijn infanterie- en kanonvuur uit eert te drij venvoor dat eene sterke divisie infanterie, met den kapitein KiUsematl aan het hoofddoor den overste Sollewijn afgezonden ter 2ijner hillp aangekomen was. In dit gevecht hebben de muiters bUitengewortetl moed getoond, ook is hun verlies aanzienlijk geweest. Nog heeft in dezelfde omstreken den 2 julij een ander gevecht plaati gehadwaarbij wederom de vijanden een tijd lang moediglijk weerstand geboden hebben en niet dan door een algemeenen aanval met de bajoU- net aan het wijken gebragt en op de vlugt gedreven zijn. Hierbij had de vijand meer dan honderd dooden en gekwetsten bekomenterwijl van onze zijde de serjant Odijk twee Europesche en een Ambonesche sol daat zwaar gewond zijn geworden. De muiteling Mas Djamildie zich in het Barttamsche berucht had gemaakt, is door de wakende policie achterhaald; doch daar hij Zich met veel geweld verzette, heeft men hem niet levend kunnen meestee worden. Zijn lijk is naar Ceram gebragt en aldaar behoorlijk erkend geworden. IJZENDIJKE den 3 december. Heden werd door den heer burge meester, in tegenwoordigheid van den stedelijken raad, met doelmatige en gepast beantwoorde aanspraak, aan den heer J. Dilman, heelmeester1 binnen deze stad, uitgereikt de gouden medaille, aan denzelven dooC Z. M. toegewezen, wegens belangloozen ijver, in de bevordering def koepok-inenting, ten jare 1826. MIDDELBURG den 5 december. In de voortgezette zitting det" Tweede Kamervan den 2 dezer, heeft nog tegen het bovengemelde voor stel gesproken de heer JVeertswaarmede de spreekbeurten waren afge- loopen. Hierna hebben echter nog eenige leden kortelijk op sommige punten der debatten gerepliceerden heeft daarna de minister van justi tie het woord opgevat, zeggende zulks enkel te doen ter bestrijding vart inconstitutionele leerstellingen, die hij door sommigen had hooren belij den, en hij niet wilde dat zijn stilzwijgen zoude gerekend worden als eene toestemming of als eene onmagt om te antwoorden. Na het ein digen daarvan werd door sommige leden de stemming ingeroependoch de heer de Brouckere vond het noodzakelijk op de gedane tegenwerpin gen te antwoorden; waarna zich het geroep om de stemming hernieuw de. Nog vroeg de heer deCerlache het woord; maar de voorzitter verklaar de de discussien voor geslotenwaartegen zich eenige leden verzette- den, Eindelijk werd door den voorzitterde voortzetting of sluiting der beraadslagingen ter stemming gebragt, en werd mét 54 tegen 51 stem men het voortzetten derzelve beslist. De zitting werd op den volgen den dag bepaald. In de zitting van den 3 is, nadat nog eenige leden hadden ge sproken, het beruchte voorstel van den heer de Brouckeré met 61 tegetl 44 stemmen verworpen. De volgende zitting is onbepaald uitgesteld. BESTUREN Btr ADMINISTRAT1EN. PROVINCIE ZEELAND; _Op Donderdag den 18 December 1828, des voormiddags ten tien uren, zal, onder nadere goedkeuring, door den Gouverneur der Provincie Zee land, of bij deszelfs absentie, door een der Leden van de Gedeputeerda S|pten in bijzijn van den Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat in deze Provincie, aan het Lokaal vart het Gouvernement te Middelburgs wor den aanbesteed Het maken eener Zate voor de partiküliete Scheepvaart in de Ha ven te Breskens benevens het aanwerken met Schorgrond vatl het Talud langs een gedeelte der Oostzijde van den Westelijken Leidam der gemelde Haven. Deze aanbesteding Zal geschieden bij inschrijving en opbod, en op het bestek, hetwelk in de Bufeaiix van het Provinciaal Gouvernement, bij den Hoofd-lngénieur vaü Diggelente Middelburg, en bij den Ingenieur Schraverte Breskens, ter lezing, ligt. Twee dageh Voor de aanbesteding zullen de noodige aanwijzingen op het lokaal worden gedaan terwijl bij den bovengemeldên Hoofd-Inge- nlevJr nadere informatiefl te bekomen zijn. De Gouverneur van de Provincie Zeetafld VAN VRËÜËNBURCH, II T- AANBESTEDING.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1828 | | pagina 1