MIDDELBURGSCIIE COURANT. N°. i52. Zaturdag den 1 November. NIEUWSTIJDINGEN. N EDERL.A N O E N. BRUSSEL den 27 october. In de op heden gchoudene zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, is Z. Exc. de minister van fi nancien, even na t uur, namens den Koning, de navolgende financiële wecten komen aanbieden: i°. Tot vaststelling van de tweede afdeeling (of de buitengewone uit gaven) der begrooting over den jare 1829; 20. Tot vaststelling van de middelen ter bestrijding dier uitgaven; 3°. Tot vaststelling der som, in 1829 tot amorcisatie der publieke schuld te besteden. 40. Tot vaststelling van de eerste afdeeling (of gewone uitgaven) der tienjarige begrooting aanvang nemende met 1830; 5°. Twee wetten, A en B tot vaststelling van de middelen ter be strijding der uitgaven van de eerste afdeeling (of gewone uitgaven) der met 1830 beginnende tienjarige begroöting; 6°. Tot overweging der publieke schuld, en regeling der belangen van het amortisatie syndicaat, ter gelegenheid van de nieuwe met 1830 aanvang nemende tienjarige begrooting. l)e eerste dezer wetten bepaalt de buitengewone uitgaven voor 1829, in het eerste onderdeel op f 17,828,943 ,74 en in het tweede onderdeel op f 8,372,742 87^, en dus te zamen f 26,201,686 6i|; terwijl boven dien als gewoon, ter beschikking van Z. M. voor onvoorziene behoef ten gesteld wordt een millioen gulden. De tweede verordent, ter vinding van de in het eerste onderdeel vast gestelde buitengewone uitgaven van 1829, de navolgende middelen: a. eene som van f 2,963,477 59^ zijnde hetgeen de opbrengst der mid delen van 1827, 11a aftrek van het ter beschikking van Z. M. bij de wet van 11 april 1827 gestelde millioen gulden, meer bedragen heeft dan tot dekking der uitgaven noodig wasb. eene som van f 29,405, 82 zijnde hetgene de uitgaven op de gewone begrooting wegens de dienst van 1825 beneden de raming zijn gebleven; c. eene som van/91,721 ,90,, welke van het ter beschikking van Z. M. gesteld een millioen gulden is overgeschoten; d. eene som van 1,357,599 27 - waarmede de ra mingder gewone inkomsten voor 1829 die der gewone uitgaven overtreft; e. de regtën op den in-uit- en doorvoerhet buitenlandse!) tonne- geldde watertollen en de baken- of vunrgelden f. de inkomsten der domeinen van Z. K. II. Prins Frederik der Nederlandenovergedragen bij de wet van den 20 mei 1816; g. de loterij; de opbrengst van de te verkoopen goederen, buitengewone inkomsten en alle andere toe vallige baten; en drie opcenten op de grondbelasting op de gebouwde cn ongebouwde eigendommen; dertien op hec personeel en de patenten, op de indirecte belastingen en op de accijnsen (met uitzondering van het gemaalwaarvan de helling bi] de wet van den 12 jnlij 1891 is be- paald. Bij diezelfde wet wordt de proportionele redevance der mij nen voor den jare 1829 bepaald op twee en een half ten honderd van de zuivere opbrengst, waarvan afzonderlijke rekening aan de publieke schatkist zal worden gedaanen welke zal strekken tot goedmaking der kosten van administratie der mijnen. Eindelijk wordenter vinding van de in het tweede onderdeel vastgestelde buitengewone uitgaven voor 1829, aangewezen drieërlei uitkeeringen door het amortisatiesyndicaat aan de schatkist te doenen te zamen een bedrag van 8,372,742 87! uitmakende. De derde bepaalt, dat in 1829 tot amortisatie van publieke schuld zal worden gebezigd eene som van f 2,800,000. De vierde bepaalt de met 1830 aanvang zullende nemen tienjarige be grooting der gewone uitgaven (na aftrek van 7 millioen voor kosten van beheer der onderscheidene middelente voren daar altoos onder be rekend geweest,) op 61,988,880 36. De vijfde stelt op tweeërlei wijze, en daartoe zijn twee afzonderlijke ontwerpen sub A en 15 aangebodende middelen voor om de gewone met 1830 aanvang nemende tienjarige begrooting te vinden. In het ont- werp A worden daartoe aangewezen de thans bestaande directe belastin gende registratie, de accijnsen (waaronder het gemaal), het regt op de gouden en zilveren werken, de opbrengst der posterijen, en de reg- ten van in- uit- en doorvoer alle na aftrek van het geheel der kosten van bestuur en ontvang. In het ontwerp B wordt de belasting op het gemaal, te beginnen met 1 januarij 1830, geheel weggelate'n, maar daar entegenter vergoeding van een alzoo wegvallend middel van 5J mil lioen, voorgedragen, om den accijns op het zout, het binnen- en bui- tenlandsch gedisteleerden op de binnenlandsche bieren en azijnen in hoofdsom met 50 pet te verhoogende vrijdommen en afkoopen van bet personeel af te schaffen, en het collectief zegel voor bet zoutge - slagt, binnen- en buitenlandse!) gedisteleerd en de binnenlandsche bieren en azijnen te brengen op io pet. van het bedrag van den accijns, en voor den wijn en de suiker op 20 pet. De zesde bepaalt, onder anderen, dat met 1 januarij 1830 zullen ver nietigd worden: i°. de door het amortisatie-syndicaat aangekochte of nog tot dien tijd aan te koopen f 13,700000 werkelijke schuld; 20. zonder overgang in werkelijke schuld36.587,600 aan uitgelote kansbiljetten der jaren 1830 tot 1849, welke in eigendom aangezegd amortisatie syndicaat toebehooren 30. de uitgestelde schuld met de onuitgelote kans biljetten, welke ter somine van 90,278,800 aan hetzelve amortisatie syndicaat toekomen. Blijkens des ministers toelichtende aanspraak, waardoor dit alles opge helderd wordt, moet men, hoezeer het niet te ontkennen is dat door verschillende buitengewone behoeften de uitgaven voor 1829 die van 1828 zullen te boven gaan, zich verheugen, dat de meerdere opbrengst der bestaande belastingen die meerdere uitgaven zullen gedoogen zonder eenige verhooging van lasten voor de ingezetenen; terwijl, wat de tien jarige met 1830 moetende aanvangen gewone begrooting betreft, wel ke met der daad 8 millioen meerder bedraagt dan die van het ioopend tienjarig tijdvak, die vermeerdering ontstaat doordien men voor de aan staande tienjarige begrooting daarop gemeend heeft te moeten brengen 1°. f 2,800,000 voor de kosten van het departement van justitie, daar onder begrepen die voor de organisatie der regtcrli.jke magt20. 7 a 800,000 gulden voor meerdere kosten wegens de Roomsch-Kntholieke eerdienst, ten gevolge van het gesloten concordaat; 30. 800,000 we gens premien tot aanmoediging van onderscheidene takken van volksvlijt enz. Voor het overige vermeende de minister, dat, Zonder buitenge wone rampen of omstandighedenmet den aanvang van 1830 het geheel der uitgaven geeoe 8o| millioen zullen behoeven te boven te gaan en aldus nog een half millioen zullen kunnen blijven beneden hetgeen ge durende het eerste tienjarig tijdvak dooreen benoodigd was. Wat wij ders de kosten van den oorlog betreft, welke in de Indien gevoerd wordt, en die zeker buitengewone opofferingen onvermijdelijke zal maken, daar omtrent zou eene bijzondere voordrngt aan de beraadslagingen van Ilun Ed. Mog.in derzelver tegenwoordige bijeenkomst, worden aangeboden. De keuze tussclien het behoud van het middel op het gemaalof de vervanging van dat middel door de voorgedragene andere middelen tegen 1 januarij 1830, heeft Z. M. aan de beslissing der Staten-Generaal wil len overlatendie dus zullen moeten weten te onderscheiden en te be slissen, welke der tweeërlei voorgedragen middelen voorde ingezetenen in het algemeen het minst drukkend zijn mogen. Nopen$ den toestand en de werking van het amortisatie-syndicaat geeft de minister, ten slotte, de meest geruststellende verzekering, en geeft hij wijders bij deze gelegenheid op, dat de geheele nationale schuld, zoo als die tot dus verre verevend en bekend isthans bedraagt 786,556,23.6 30* rentende, en 1,203,933,512 ,61 cent uitgestelde schuld. Nadat de minister van financien de vergadering verlaten had gaf de president te kennen dat bij hem nog ontvangen waren twee koninklijke boodschappen, geleidende de ontwerpen van wet op de verdeeling der grondlasten voor het jaar 1829 tnsschen de provinciën, en eene nieuwe redactie van het ontwerp van wet bepalende het regtsgebied der nrron- disscinènts- en kantons-geregten van het koningrijk. Beide deze ontwer pen werden naar de afdeelingen der maand october verzonden. De werkzaamheden en de beraadslagingen der afdeelingen van dc Tweede Kamer zullen in deze volgorde plaats hebben: 1°. het ontwerp van wet op de regterlijke omschrijving20. over het tweede gedeelte van het budjet voor 1829; 30. over de verdeeling der grondbelasting tusschen de provinciën40. over de te maken veranderingen in het ta rief der regten van in- uit- en doorvoer; 50. over het ontwerp van wet houdende dat er geene tienjarige vernieuwing der hypothecaire inschrij vingen meer noodig zal zijn; 6°. over het ontwerp van wet houdende tij delijke bepalingen ter invoering der nieuwe wetboeken 70. over de 22 ontwerpen van wet, aanwijzende de verbeteringen in de nieuwe wetboe ken te brengen8°. over het ontwerp van wetboek der criminele regts- pleging; 90. over het met 1830 aan te vangen tienjarig budjet. MIDDELBURG den 31 october. Omtrent Varna wordt nader berigt, dat, foen het garnizoen zicb, zoo als gemeld is, zelf ontbonden had, de kapidan-pachadie met 300 aan hein getrouw gebleven soldaten naar de citadel was gevlngtaan den keizer heeft doen verzoekendat hem vrijen aftogt met de zijnen naar het leger van Omer-Vrione mogt vergund worden hetgeen de keizer hem heeft toegestaan mits hij zij nen weg over Parawady nemen, of zich naar Burgas inschepen zou. Den ti october kwam er eene bezending uit de stad en verzocht verlof den keizer de sleutels derzelve te mogen overhandigen. 7.. M. ontving ze op de hoogte van den telegraaf-berg. De stad werd door de Russi sche troepen bezetterwijl deze heuchelijke gebeurtenis door salvo's uit het geschut van alle schepen verkondigd werd, Volgens een Russisch legerberigtden 26 dezer te Berlijn ontvangen, is Omer-Vrione dadelijk 11a den val van Varna teruggetrokken, en werd door den generaal prins Engenius van Wtirtemberg vervolgd. Volgens minder zekere tijdingenzou Burgas mede door de Russische troepen zijn bezet geworden. Uit Odessa wordt den 13 dezer gemeld, dat de vesting Silistria thans ook naauw is ingeslotenzijnde het belegerings-geschut van Braïlaw reeds den 22 september voor Silistria aangekomen. Te Petersburg waren berigten van Erivan, in Klein-Azië, van den 10 september, dat het korps van den generaal-majoor prins Tschawtsché- vadzé, den 8 september de vesting Bajazet hevig heeft aangevallen, ten gevolge waarvan de kommandant Elul, pacha van twee paardenstaarten, na eene korte doch zeer hardnekkige verdedigingzich heeft moeten overgeven. De Fransche troepen hebben Navarino dadelijk 11a de ontruiming door de Egyptenaren bezet, en schijnen er zonder eenigen weerstand bin nen getrokken te zijn. In CoronModon en Patras liggen kleine garni zoenen van Albanezen, die het niet lang zullen uithouden daar zij ge brek aan levensmiddelen en zelfs aan water hebben. Een Turksch fre gatdat proviand in die vestingen wilde werpen, is door de Fransche schepen afgewezen en genoodzaakt geworden om onverrigter zake te ver trekken. De heeren Ducpetiaux en Coché-Mommensde eerste een der redac teurs de ander drukker van het Brusselsch dagblad le Courrier des Pays- liaszijn den 28 dezer, op de dubbele beschuldiging van mistrouwen, twist en tweedragt te hebben verwekt, en ambtenaren van staat te heb ben gehoondin verzekerde bewaring gesteld. Nog worden twee andere redacteurs van datzelfde blad, de heeren Jottrand en Claesin regten vervolgd op dc beschuldiging van in hun schrijven den minister van justitie grovelijk te hebben beleedigd enz. BESTUREN kn ADMINISTRATIEN. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad VLISSINGEN, brengen bij dezen ter kennis van een iegelijk, dat, uit hoofde eener te doene herstelling aan de Brug voor de Rammekens-Poorf dezer Stad de Passage met Rijtuigen door die Poort, zal gestremd zijn van den 3den tot den 2osten November aanstaande. En opdat niemand hiervan onkundig zijzal deze worden afgekon digd en aangeplakt, ter plaatse waar zulks gebruikelijk is te geschie den mitsgaders in de Middelhttrgsche Courant worden geplaatst. Vlissingen, den 31 October 1828. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. BECKE R. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren De Stads Secretaris A. van der SWALME.'.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1828 | | pagina 1