MIDDELBURGSCHE [£jf*Kh'Ou\ fel n- d Zatarda® den 23 Augustus, NlEUrrSTIJDINGENi NEDERLANDEN. MIDDELBURG den 22 augustus. Door Z. M. zijn, rot zamen- stelling van het personeel der koninklijke militaire akademie te Bredade volgende benoemingen gedaan De post van isten hoogleeraar in de wiskunde zal voorloopig wor den waargenomen door den isten kapitein-ingenieur .7. P. De/prat. Tot lector in de wiskunde, de heer E. üillanoyprofessor bij het atheneum te Brugge. Tot leernar van de iste klasse, de heer G. JVenckebachvan de artil lerie- en genieschool. Tot leeraars in de wiskunde, de lieeren .7. Badon Ghybente Zut- phen H. Straatmante Bergen op ZoomA. Meyerte Echternach en Ch. Tandelte Bouillon. Tot hoogleeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde, dr. J. Bos- schapreCeptor der latijnsche scholen te 's Gravenhage. Tot leeraar van de iste klasse, D. N. Geelhoedvan het instituut der zeevaart te Amsterdam. Tot leeraren van de 2de klasse .7. C. Beljervan de artillerie- en ge nieschool, en .7. .7. F. PVap, adjunct-commies bij het departement van binnenlandsche zaken. Tot leeraar van de iste klasse in de Fransche taal-en letterkunde, E. A. Jenartvan het departementschool te *s Gravenhage. Tot leeraar der 2de klasse, Rousselte Brussel. Tot leeraar 111 de Hoogduitsche taal, IV. PVeifenbachte Alrey. Tot leeraar in de Engelsche taalPV. Condyte 's Gravenhage. Tot architect, .7. E. Terwinkel, te 's Gravenhage. Tot leeraren van de 2de klasse in het handteekenenB. Jooss eti D. F. Botigaertz, beide van de artillerie- en genieschool. Tot modelmaker, T. Dobhelaere. Het onderwijs in de godsdienst is opgedragen aan den predikant van Gogh en den pastoor Ootnen. Voorts zijn mede benoemdvoor het wapen der artillerietot kapi teinde kapitein de Groot, van het 4de bataillon veld-artillerie. Tot iste luitenants, de iste luitenants van Meurs en Cuyotbeide van de artillerie- en genieschool. ne seminarien in te trekken, maar nog aarzelen, om dat alsdan dc mi nisters voornemens zijn hunne posten neder te leggen. I11 Engeland heeft men een nieuwe stoom-ploeg, van zes ploeg ijzers voorzien, uitgevonden, waarmede eeii enkel man, in één trekt het gewoon werk van 12 inan met 12 ploegen en 36 paarden bespan nen ten uitvoer brengt 1 1 MENGELINGEN. artillerie- en genieschool. Tot adjudant van den gouverneur der militaire akademie, de iste lui tenant Frantzen, tegenwoordig adjudant vaii den luitenant-generaal Gunkel. Tot adjudant van den kommandant der akademie, de iste luitenant Stieltjes, van het 2de bataillon artillerie-militie. De namen, die de jonggeboren Prinses der Nederlanden bij den doop ontvangen heeftzijn kVilhelmina Frederika Alexandrina Anna Louisa. De woorden van Spreuken III vs. 4, Vindt gunste en gotd ver stand in de oogen Gods en der menschenhebben gestrekt tot grondslag der redevoering, doo* den wel-cerw. heer predikant Der mout bij deze gelegenheid uitgesproken. Het voorgezang bij de dienst bestond in het 10de vers van den 68scen Psalm en het nagezang in het laatste vers van het eerste der Evangelische Gezangen. Vair Sinyrna heeft men berigt, dat de wel-edel gestr. heer kapt.- ter-zee van der Loef, welke het bevel voerde over Zr. Ms. fregat Ken Ay Hasselaar, aldaar des nachts van den 11 julij overleden Is-, na eene zeer hevige ziekte, die slechts vijf dager, geduurd heeft. Het volgende is een uittreksel van een Russisch legerberigt van den 23 tot den 27 julij Het hoofdkwartier van Z. M. den keizer en van het 2de legerkorps bevond zich den 16 in de legerplaats bij het dorp Butaktyk nabij Schum- la. Het werd denzelfden dag naar de hoogteu verlegd welke de voor- ppsten ynn het 7de korps 11a bet gevecht van den 20 bezet hadden. Wij bevonden ons reeds slechts een kanonschot ver van de vesting verwijderd. De vijand biedt geen tegenstand. De luitenant-generaal Uszakow be- frgtdat de vijand den 20 julij den regter vleugel van het belegerings korps voor Varna met overmngt aangevallen heeftdoch met groot ver- Hes teruggesltrgen is. Volgens rapport van den admiraal Greighis dezelve met zijn- eskaderhetwelk de 3de brigade van de 7de divisie infanterie aan boord heeft, op dc hoogte van Mangalia aangekomen en begeeft hij zich naar Varna. De bevelhebber van het 6de korps infan terie, «je generaal Rothis den 21 julij bij Silistria aangekomen. Zes wersten van de vesting ontmoette hij een korps kavallerie van 4000 man hetwelk- mee aanmerkelijk verlies teruggedreven werd en 200 doodeii op de plaats liet. Onze troepen hebben den ai deze vesting ingesloten; de bezetting van Silistria wordt gezegdmet inbegrip der gewapende ingezetenen, 22,000 man sterk te zijn. De generaal-majoor der Don sche troepenZijrow, die den 25 naar Bazhrad werd afgezondenbe rigt, dat hij in deze stad 150 Turken aangetroffen, en hen met verlies van 40 dooden verdreven heeft." De geruchten, dat Schumla stormenderhand was ingenomen dat de kefter bij bet innemen van de positie dier vesting in persoon is tegen woordig geweest; dat de Balkan op drie punten zou zijn geforceerd, enz., worden niet bevestigd. Van Parijs, den 13, w.ordt gemeld, dat de .kamer der pairs het budjet met 11 <5 tegen 3 stemmen heeft aangenomen. Bij koninklijke ordonnantie van den 25 mei 11, Ij, aan de Protestan ten van St. Quentin, eenen leeraar toegestaan, en hun tempel is den i<y dézer' geopend. Die opening beeft plaats gehad door eenen Her vormden leeraar van Parijs, vader van dgn .le.eraar van St. Quentin, in tegenwoordigheid van eene-aanzienlijke menigte, waaronder men een groot aantal Katholieken telde., De regtbank van eerste instantie heeft bij vonnis verklaarddat er geene reden bestond om den verantwoordelijken uitgever van de Gazctte de Ff artci' te vervolgenter zake van het notnmer van genoemd dagblad dat den 6 dezer is'in beslaggenomen. De procureur des konings heeft tegen dat vonnis geappelleerd. Op den 18 dezef zijit de' tegenwoordige zittmgen der^beide ka- mers van Frankrijk door dert koning gesloten -geworden. Volgens F Éclaireen Parijsch ultramontaansch dagbladzou de koning wel gezind zijn de beide vermaarde ordonnantiën wegens de klei- UITWERKSELEN DES BLIKSEMS bij een der jongste Onweders. Elkdie de luchtsgesteldheid sedert eenige weken met eenige kennis heeft gade geslagen xal bespeurd hebbendat naauwelijks een dag is voorbij gegaanzonder dat de Dampkring meer of min met Onweerswolken bezet-was, gelijk dan ook me nigvuldige Onweders over onze Gewesten zijn losgebroken, die hier en daar schade en ongelukken veroorzaakt hebben. De uitwerkselen van den Bliksem zijn en worden zoo menigvuldige malen waarge nomen en zijn thans zoo bekend dat bijna geene verschijnselen meer gezien wor den, die niet reeds voorbeen zijn waargenomen, en hij welke men deze geduchte Verneveling altijd naar dezelfde wetten ziet werken. Het volgend verhaal waarvan de omstandigheden zijn medegedeeld door den lieer N. J. II. Moser Secretaris der Gemeente Stavenisse biedt ook geene eigenlijk gezegde nieuwe verschijnselen aan maar wordt meer algemeen bekend gemaakt om dat het eene nuttige ieering en waarschuwing voor Landlieden oplevert, die verdient herinnerd te worden. Op Zaturdag den 9 Augustus II.des namiddags om zes urennam eene Donder bui welke zich hoven de Oosterschelde schijnt gevormd te hebben hare rigting uit het Zuid-Westen over het Eiland Tholen. De Landman Jacob van 't Hof was inden Polder Oud-Kempens-Hofstedeonder de Gemeente Stavenisse met twee Paarden bezig zijn land te ploegen - daar hij twee Donderslagen had ge hoord en zijne Paarden schichtig werden plaatste hij zich voor dezelve, zoodanig, dat hij met zijn hoofd tusschen de koppen der Paarden stond en met de handen het ijzer der teugels vast hield een Bliksem sloeg hem bewusteloos neder en d« heide Paarden oogenblikkelijk dood. Na een kwartier nurs m dien toestand hij de Paarden te hebben gelegenkwam hij die niets van den slag gehoord of gevoeld had tot zichzelvenals uit een diepen slaap ontwakende op zgn geroep spoedde men zich ter hulp en bragt hem tot zijnent. Men heeft bevonden Eene mouw van zijn vest, hembdrok en hembd en de kous van het regter been zeer geschroeid en in den schoen van den linker voet, bij den enkel een gat in het leder; van zijn mes het houten hecht in twee stukken gespleten; het lemmer aan de punt een weinig gesmoltende scheede ongeschonden behalve een klein en eenigzins geschroeid gat aan het ondereindter plaatse waar de kleederen ver- Voor het wapen der genie, de' iste luitenant Gisius Nanning, van de jschroeid warende ligehaams-deelen gebrand en met slangswijze bruine strepen r HPteekena i naar waar het mes znne Dlaals had ee.had neen letsul aan geteekenddaarwaar het mes zijne plaats had gehadgeen letsel aan de dije. De man had ook eenig geldeen tonteldoos en een horologie bij zich het laatste is kennelijk door den Bliksem aangedaan, en omstreeks waar deze voorwerpen inde zakken der kleederen warenis ook het ligchaam door den Bliksem meer of min gezengd. In dit alles is niets hetgeen niet menigvuldige malen is gezienen niet volko- menfijk met de wetten der electriciteit overeenstemt. Ontelbaar zijn de voorbeelden dat menschen en dieren oogenblikkelijk door dert Bliksem omkwamen-: ook bewjjzen zeer vele voorbeelden dat de Bliksem wanneer hij menschen treft meestal tusschen de kleederen en de oppervlakte van het lig chaam gaat, en aan hetzelve brandvlekkcnblazen, kloven, soms ook verlamming en verdooving der getroffene deelen achterlaat. Den oogenblikkel ijken dood wan neer deze plaats heeltschijnt men te moeten toeschrijven aan de geweldige schud ding der hersenen en van het zenuw-gestelvooral wanneer het hoofd getrcrflem wordt. Het splijten van het houten hecht in welken het lemmer met een niet geheel doorgaanden steel vast wasen het ongeschonden blijven van het lemmer en van de' scheede is een natuurlijk gevolg van het min of meer geleidend vermogen dezer zelfstandigheden: het hecht spleet door deszelfs onvolkomcne geleiding; het lemmer leidde de Bliksem-sto£ volkomende lederen scheedeeene taaije zamengenaaide en het lemmer omgevende zelfstandigheid, leed dus niets behalve het gezegde kleine gat, door den Bliksem bjj deszelfs verderen voortgang gemaakt. De Bliksem volgt de metalen zoo ver hij ze vindt; waarom ook het ligchaam van den Landman van 't Hof niet ter plaatse waar zijn mes, horologie geld en tonteldoos waren, maar wel daaromstreeks is aangedaan. Reeds bij Seiieca vindt men als waargenomen aangeteekenddat de Bliksem het lemmer van een zwaard in de scheede kan smel ten én de scheede zelve ongeschonden laten. Bij gedaan onderzoek der Paarden vond men derzelver knypen getroffende tong en het binnenste van den inond geheel zwarten eenige bladders aan dc halzen. Wat nu het geval in het algemeen betrefthet is hekenddatna de metalen de Bliksem, onder anderen., ook eene gerecde geleiding vindt in de vochten der ligchamen van mensehen en dieren; dat ook hierom, wanneer de Donderbui koint over eene vlaktewaar geene uitstekende geleidende voorwerpen- zijn cn menschen of dieren op zoodanig eene vlakte zich bevinden zij dan in het grootste gevaar verkeeren van door den Bliksem getroffen te worden. Zoo iets was ook hier het geval: ter plaatse waar het ongeluk gebeurde waren geene hoog boven den grond- verhevene geleidende voorwerpen, dan het geboomte eener Hofstede eenige mmutei» gaans van daar verwijderd de twee Paarden en de Landman van 't Hof boden dus aan den Bliksem eene geleidende massa die hij ook trol. Gelukkig voor den man dat de beide Paarden eene veel grooterc geleidende massa uitmaakten dan hij zelve waardoor dan ook de Bliksem-zich over de geheele geleiding heeft verspreid en- hij die dour het vasthouden der teugeLs een geheel met haar maakte ook slechts door een gedeelte des Bliksems is getroffenen men het dus als zeker kan stellen dat het omkomen zijner Paarden zijn ieven heeft gered door toegediende heelkun dige hulp zal hij waarschijnlijk geheel herstellen. Het blijkt- dus ujtdit gevalhoe raadzaam het is voor Landlieden, om, bij nade rend onweder, vooral wanneer de Donderslagen menigvuldig worden en kort op het, licht des Bliksems volgen, zich met hun gespan van het open veld te verwijderen» en zich niet aan het onmiddelijk gevaar des Bliksems bloot te stellen. Wordt meii echter door het rimvedcr zoo spoedig overvallen, dat men geene gelegenheid meer heeit om onder dak le komen, men bezorge dan zijne Paarden 100 goed- mogeüjk en verwijdere zich van dezelve het gevaar is dan zells te grooter naar mate deze dieren sterk zweeten rtcn ga, volgens de les van den Heer Marti net in zijnert Catechismus der Natuur plat nederliggen en late zich liever door en door nat' regenen dan zich bloot te geven. iVien schuile toch nimmer onder hoornenmo lens of diergelijke op zichzelf staande voorwerpen: geene plaatsen zijn gevaarlijker» en zij worden het juist te meer, wanneer men er onder ot digibij schuilt: hierdoor toch wordt de gelegenheid tot ruimere afleiding voor den Bliksem gróoter en me nig mcnsch heeft zulk schuilen met het leven geboet; daar hoogst waarschijnlijk zoodanige voorwerpen wanneer men niet in derzelver nabijheid was geweest, niet zoutten zijn getroffen geworden. K. (f) Vader Cats witui hoogstwaarschijnlijk ook dit uit Seneca hekend was verandert dit echten, in een zijner zinnebeelden wat al te vrij. aldus De Biixem kan het Jvweert in hondert stuckgn breken Maar laet dc Scheede gaef, daerin het heelt gesteken. en hetgeen men verderin de behandeling vno dit zinnebeeld hij den groolcn Man kan vinden. Dat de Bliksem eene zoo grootc massa van metaalals die van een zwaard zou kunnen smelten is mogelijk doch ook alleen dan, wanneer hij zeer sterk is eu niet zijne voile kracht er door heen gaat: van een eigenlijk aan stukken breken vau een stuk metaal van aanmerkelijke massa door den Bliksem, zalmen wel geen voor beeld vinden dan hij te dunne metalen en dan nog maar door smelting van onder scheidene deelen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1828 | | pagina 1