N#. 46. MIDDELBURGSCHE G O UIIAN T. Dingsdag den 15 April. NIEUWSTIJDINGEN. NEDERLANDEN. ZEE-TIJDINGEN BESTUREN ev ADi\lINISTRATIEN. V--\ RUSLAND. PETERSBURG den 29 maart. Den a6 is alhier het vredes-traktaat ontvangen, hetwelk den 22 februarij te Turkmantschai met Perzie is gesloten. Deze blijde tijding werd aan het publiek door 201 kanon schoten van de wallen der vesting bekend gemaakt. Het vredes-traktaat zal binnen kort openbaar gemaakt worden. Zoo veel weet men er thans reeds van, dat bij dit traktaat aan Rusland nieuwe en zekere grenzen zijn ingeruimd; dat hetzelve, behalve volkomene schadeloosstelling voor geledene verliezeneene vergrooting van gebied bekomt door de ver- 'eeniging met Rusland van de khanaten Erivan en Nachitschevvandie voortaan den naam van de provincie Armenië zullen voeren. Wegens het breken der reeds geslotene onderhandeling, is de schadevergoedings som door Perzie te betalentot 80 inillioen roebels beo. ass. verhoogd geworden, en Rusland bekomt, behalve de bovengemelde provinciën Erivan en Nachitschewannog het voornaamste deel van het gebergte Ararat met zijne rijke zoutmijnen. DUITSCHLAND. FRANKFORT den 8 april. Volgens brieven van Konstantinopelvan iden 19 maart, heerschte aldaar de volmaakste rust. ARNHEM den 11 april. Heden ontvangen wij het berigt, dat op den 3 dezer maand, des morgens omstreeks 9 uren, gedurende de dienst, de Roomsche kerk te Appeltern, in Maas en Waal gelegen, geheel is ingestort. Bij dit ongeluk werd eene bejaarde vrouw, de weduwe van der Hoekdoor het nedervallen van een raam zeer zwaar aan het hoofd gekwetst, zoo dat de hersenen bloot lagen, en is eene van hare ribben gebrokenJan Di/lt'sscn brak een armen meer andere personen werden min of meer bezeerd. AMSTERDAM den 10 april. Z. M. de Koning, verzeld doorH.M. de Koningin en H. K. H. Prinses Marianneis heden middagomstreeks twee uren, op het paleis alhier aangekomen. Morgen geeft Z. M. pu blieke audiëntie. 's GRAVENHAGE den 11 april. De heer T. Dotrengelid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de provincie Zuid-Brabanden staatsraad in buitengewone dienst, is door Z. M. den Koning tot staats raad in gewone dienst benoemd. Z. M. heeft dezer dagen beslist, dat de maatregel van het begra ven buiten de kerkgebouwen als eene zuiver burgerlijke instelling moet worden beschouwd, zoodanig, dat het toezigt over het begraven en de begraafplaatsen aan de burgerlijke overheid moet verblijven, welke, be last met de kosten van het aanleggen en onderhonden der nieuwe be graafplaatsen ook de voordeelen derzelve zat moeten genieten, behou dens, 11a aftrek der kosten, eene billijke tegemoetkoming aan kerkbestu. rehwelke door dezen maatregel verliezen ondergaanen dien onder stand zullen behoeven; dat er voorts eene algemeene begraafplaats door de burgerlijke gemeente zal worden aangelegd en onderhouden, op wel- -ke de lijken der verschillende gezindheden zoo veel mogelijk bij elkan der zullen worden ter aarde besteld; dat het echter aan de onderschei dene gezindheden zal worden vrijgelaten, om, ten haren koste, eene bijzondere begraafplaats aan te leggen en te onderhoudenmaar dat het toezigt over het begraven op deze bijzondere begraafplaats almede aan de burgerlijke overheid zal blijven opgedragen. MIDDELBURG den 14 april. De zitting van hof van assises inde- ze provincie, voor het eerste kwartaal van den loopenden jarewelke op den 31 maart 11. geopend was, is op den 12 dezer gesloten. Inde- zelve zijn tien zaken voor het hof behandeld en wel acht wegens de misdaad van diefstalen ééne welke eene beschuldiging van moedwil lige brandstichting in twee gebouwen ten onderwerp had. De van laatst- gemelde misdaad beschuldigde vrouw is, even als een der wegens dief stal teregtgestaan hebbende beschuldigden door het hof niet schuldig ver klaard, en dienvolgens in vrijheid gesteld; terwijl de overigen tot meer of min zware lijfs- en confinement-straflfen zijn veroordeeld geworden. Eindelijk werd op den 12 dezer voorgebragt de beschuldigde Hendrik Frederik Schreudervan wiens misdaad en in beschuldigingstelling, wij 'reeds in onze couranten van den 5 februarij en 18 maart II. verslag ga ven. De geweldige toevloed van menschen bij de pleidooijen en de uit spraak van het arrest in deze zaakstrekte ten bewijze van de belang stelling, welke dezelve algemeen had ingeboezemd. Men verneemt, dat de beschuldigde zoo veel mogelijk getracht heeft de hem te laste ge legde misdaad te ontkennen, immers zijne gepleegde daden, als onwille keurig wettig of verschoonbaar te doen voorkomenook is hij in eene krachtige en welbewerkte pleitrede door den advocaat mr. A. F. Sijfé verdedigd, dan de uitslag van 's hofs deliberatien was, dat hij ver oordeeld werd tot de doodstraf met den stropen in de kosten van den processe, als schuldig aan: gewe/ddadigen wederstandjegens agenten van de openbare magtdie zich in de uitoefening van hunne bediening bevon den ten gevolge van welken gewe/ddadigen wederstandéén dier agenten wonden heeft hekomenen twee derzelve binnen de veertig dagen zijn over leden en zulks nadat de beschuldigde reeds te voren wegens misdaad was veroordeeld geweestwelke veroordeeling de beschuldigde met evenveel bedaardheid heeft aangehoord als hij gedurende den loop der debatten had aan den dag gelegd, en heeft zich dadelijk in cassatie voorzien. Onder de getuigen welke tegen hem zijn opgetreden, heeft men met medelijden opgemerkt Frederik Samuel Ileijmande ddnige in het leven geblevene, van de drie door Schreuder zoo zwaar vei wondde agenten van policie. Deze man, die als een braaf en ijverig beambte bekend staat, kon alsnog, ten gevolge der bekomene wonden, niet dan met moei te en door anderen geholpen, de plaats der getuigen betreden, en is op verre na niet tpt vorige krachten hersteld: Hij heeft behalve de drie laatste hem door Schreuder toegebragte, gedurende zijne isjarige poti- cie-dienst, en in de waarneming van deze zijne bediening, reeds acht wonden en een ligchaams ongemak bekomen; terwijl hij vroeger twaalf jaren als militair gedienden twee wonden ontvangen heeft. De beide overledene agenten waren mede verdienstelijke beambten een derzelve Adriaan Verkamwas gedurende 5 jaren, en de andere Abraham Cambiergedurende 13 jaren, in dienst bij de policie; laatst- gemelde had ook, behalve de wonden welke zijnen dood hebben veroor zaakt, vroeger drie blessuren in de waarneming zijner functien ontvangen. Allen hadden, zoowel als de geregts-dienaar Pieter Loesbergdie als door een wonder, bij het voorval met Schreuder, den dood ontkomen ismeermalen blijken gegevendat zij geen gevaar noch moeite ontza: gen, wanneer het op de betrachting van hunnen pligt aankwam. Wederom onder dankbetuiging ontvangen, voor de ongelukkige wedu wen en weezen te Middelharnis Den 4 April. Van N. N.een Z. rijksdaalder, f 2 60. Den 7 dito. Van N. N.een guldeni, Den 13 dito. Van een onbekende, een gulden 1 Uit de collecte in de Oost-Kerk, een pakje, met op schrift voor de weduwen te Middelharnis1 ps. goud ,h/s5>_ Den 14 dito. Van N. N.een gulden1, Van N. N.een guldenj Zameu u 60. A. M. TA K. VLISSINGEN den 12 april. Sedert den 8 dezer zijn alhier ter reedei gekomen De Goede Hoopkapt. J. E. Kwakenbrug, van Bordeaux naar Brussel gedestineerdmet stukgoederen. Harmoniekapt. W. Langevan Nantes naar Gent met wijn. Voor Antwerpen bestemd: Aspaciekapt. J. Julliot, van St. Jago- de-Cuba, met suiker en koffij de twee Gebroederskapt. L. Maasdijk, van Rouen, met pleistersteen; de Snelheid, kapt. E. E. Claassen van Aux-Cayes, met koffij de Jonge Jankapt. P. Ouwehand, van Bor deaux, met wijn; Siciltekapt. A. Hook van Gothenburg met hout waren; de Nederlander kapt. E. Mazens, van Rio-Taneiro, met koffij en suiker Rudo/f Christinakapt. J. M. Schumacher van Bordeaux met wijn en stukgoederen; de Arendkapt. H. Elbring, van Londen, met stukgoederenJohanna IVilhelminakapt. A. W. Durs van Bor deaux met wijn, John Thomas, kapt. J. Clarkevan Huil, met stuk goederen; Charlotte Emeliekapt. J. Clays, van Lissabon, met zout en cacao; Entreprise kapt. S. Varneyvan Buenos-Ayres, met huiden; Vasco-di-Gama kapt. Th. Versluys van Batavia, met koffij en suiker Louisa Augusta kapt. S. Martinvan Manille met suiker en koffij. Den 9 ciezer zijn van onze reede naar zee gezeild Carl Johan kapt. H. W. Biedenweg en Gottfriedkapt. J. G. Briet- sprecherbeide van Grieffswald naar Rouen gedestineerd, met tarwe. De Vriendschapkapt. H. O. Kraan, van Delfszijl naar Duinkerke, met raapzaad. Johanna Maria, kapt. P. H. van Grens, van Gent naar Riga, met ballast. Ook zijn van Antwerpen de Schelde afgekomenen van den 9 dezer tot heden van onze reede naar zee gezeild De Jufvrouw Mees, kapt. G. L. Doornbos, naar de Marennesmet ballast; Rembrandkapt. W. Brown naar Cubamet jenever; Philetas kapt. C. Morrilnaar Nieuw-Orleans met ballast; de Eendragtkapt. J. Dillewijn, naar Finszan met boomschors; Sonth Carolinakapt. T. S. Easton naar Nieuw-Orleans, en IVemelina Kranenburg, kapt. J. J. Prange, naar Dantzig, beide met ballast; the Ann kapt. W. Waller, en Medusakapt. I>Bunne Meijerbeide naar Londen met boomschors de Frederik, kapt. J. Brand, naar Batavia, met stukgoederen; Aurora kapt. B. J. Wygers, naar Huil, met vlas; Neerlands Kroonprins, kapt. A. van der Meyden op avontuur, met ballast; Doris, kapt. C. Aler, naar Petersburg, met stukgoederen; de Vriendschapkapt. J. R. Platte, op avontuur, met ballast. Doch is de Frederik kapt. J. Branduit zee alhier terug gekomen. AFLATING van het IVater in het Kanaal van NEUZEN. Uit hoofde van eenige te doenemet het Kanaal van Neuzen in be trekking staande, werken, zal het Water in dat Kanaal tegen het einde der loopende maandof in het begin der maand Mei aanstaande wordeu afgelaten, en dus de Scheepvaart in hetzelve, tot na de voltooijing dier werken, moeten ophouden. De juiste tijd der bedoelde Water-afla- ting zal nader worden bepaald. PUBLICATIE. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURGHoofdplaats van de provincie Zeeland; Gezien de aanschrijving van den Heer Gouverneur van den 10 dezer, Provin ciaal Blad No. 60, houdende voorschriften omtrent de uitvoering der Wet op dc Schutterijenvan den u April 1827, ten gevolge van Zr. Ms. Besluit van den 21 Maart 1828 Staatsblad No. G. Brengen bij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan dat, ter voldoening aan artikel 6 der Wet van den 11 April 1827, ten opzigtc van de Schutterijen van Donderdag den i Mei aanstaande tot op den' 5i daaraan vol gende dagelijks (uitgezonderd Zon- en Feestdagen) van des morgens 10 tot des mid dags ten 12 uren, ter Secrctarij van deze Stad, zullen gereed liggen de Registers van inschrijving, welke Registers op den i Junij daaraanvolgende moeten worden gesloten. En worden mitsdien alle Ingezetenen dezer Gemeente, zonder onderscheid ge huwd ol ongehuwd, welke op den 1 Januarij dezes jaars hun 20ste jaar zijn ingetre den en hun 34ste nog niet heliben voil.ragt (hocdanigen zijn alle mannelijke Ingeze tenengeboren in de jaren i8o3, 1802, 1801, 1800, 1799, 1798, 1797, 1796, 1795 en 1794) hij dezen opgeroepen en aangemaand om zich op voorschreven plaats cn uren vririr den 1 Junij aanstaande, ter inschrijving in de Registers aan te dienen, terwijl ter voorkoming van alle misvatting, welke zoude kunnen ontstaan met betrekking tot de verpligtingen die hij voorzeidc Wet op dc Schutterijen worden voorgeschrevenaan dc belanghebbende Ingezetenen dezer Gemeente bij deze wordt onder het oog gehragt u. Dat dt verpligting cn bevoegdheid tot de Schutterlijke dienst, en mitsdien tot de inschrijving en het domicilie van inschrijving is, geregeld hij de artikelen 1,2, 7 en 8 der voorschreven Wet, zijnde van den navolgenden inhoud. Art. 1. Ieder Ingezeten van het Rijk, die op den eersen Januarij van elk jaar,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1828 | | pagina 1