N°. 3a.
MIDDELBURGSCHE
COURANT.
Donderdag
:V. - -< rfioQ
V --^v
den i3 Maart.
NIEUWSTIJDINGEN.
DUITSCHLAND.
FRANKFORT den 7 maart. De tijdingen van Konstantinopel zijn
van den 5 der vorige maand. De Porte heeft de vervolgingen te.
gen de ongelukkige Armeniërs gestaakt en den Armenischen patriarch
doen aanzeggendat zij niet lette op de godsdienstige verschillen tus-
scben de verscheiden Christelijke secten bestaande en hem alleen ver
antwoordelijk had willen stellen voor alle de Armeniërsdie zich te
Konstantinopel bevonden, omdat zij uit Bagdad gewaarschuwd was, dat
die natie zich in Perzie en Aziatiesch Turkije verdacht gemaakt had
door politieke woelingen, en te meer omdat de patriarch zelf haar voor
gevaarlijk hield en voor hare trouw niet wilde borg blijven. Ondertus-
schen is het bevel van verbanning tegen de Armenische Katholieke gees
telijkheid uitgesproken niet terug genomen, noch eenige vergoeding ge
geven voor hun verbeurd verklaard eigendom.
Men is zonder regtstreeksche tijdingen uit Perzie en er loopt een ge-
txicht, dat Abbas Mirza naar Petersburg op reis is, om er eene schuil
plaats te vinden tegen de vervolgingen van den Schahdie hem van
verraad verdacht zou houden en den oorlog weder zou willen opvatten.
F R A N K R IJ K.
PARIJS den 7 maart. De commissie uit de gedeputeerden is einde
lijk gereed gekomen met haar ontwerp van adres, dat eergisteren aan de
kamer in geheim comité is voorgelezen en sedert door haar in overwe
ging genomen is. Z. Exc. de minister van buitenlandsche zaken, graaf
de la Ferronays, heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt om aan de
kamer eenige inlichtingen te geven omtrent den politieken toestand van
Turkije, ten aanzien der drie Europesche mogendheden. Volgens deze
schijnt het manifest der Porte alle hoop op eene bevrediging te hebben
verijdelddie de vereenigde mogendheden tot dusverre meenden te mo
gen koesteren. De drie hoven beramen op dit oogenblik de maatrege
len, die deze nieuwe staat van zaken noodig maakt; doch over deze
kon de minister zich niet verder uitlaten daar en zijn pligt en het wel
Verstaan belang der onderhandelingen of der in het werk te stellen mid
delen hem dit verboden. Ondertusschen verzekerde Z. Exc. de verga
dering dat hij voor het behoud van den vrede in Europa of voor het
handhaven der eer van Frankrijk zou zorgen. Hij verdedigde de mo
gendheden tegen het verwijt, dat zij te ligtelijk geloofd hadden aan de
mogelijkheid, dat de. groote-heer zou toegeven, en zeide, dat zij daar
aan geloof hadden geslagen omdat zij en zijn belang en zijnen toestand
je vvel beoordeeldenook beweerde hijdat Frankrijk wel gedaan had
deel te nemen aan het traktaat van julij en voorts, dat het niet te ver
wonderen was, dat de drie kabinetten zoo laat omtrent de ware gevoe
lens der Porte onderrigt zijn gewordendewijl hunne ambassadeurs reeds
den 8 december van Konstantinopel waren vertrokken. Nog wilde hij
dat men zich niet beklagen zou, dat door hem de hoop op vrede gege
ven was op een oogenblik, dat de ministers van Engeland diezelfde ver
wachting uitten, en voegde hierbij, dat men zich misschien nog niet
moest haasten om te verklaren dat die hoop geheel verijdeld is en in
-jBlle gevallen erkennen moest, dat zij opregt was. Hij eindigde met te
zeggen, dat het traktaat, door de drie hoven geteekend om het bloed
vergieten in het Oosten te doen ophoudenom den handel van de ge
weldenarijen van stoutmoedige.zeeroovers te bevrijden en om het even-
wigt van Europa te behouden, nog bestaat; dat alle middelen van uit
voering daarop kunnen en moeten toegepast worden, en dat ondertus-
tusschen en tot dat de uitkomst nieuwe noodzakelijkheden doet bespeu
ren Frankrijk aan zich zeiven getrouw zal blijven en zijnen rang in
alle omstandigheden zal weten te bewaren.
Het schijnt thans vrij zeker, dat het gouvernement troepen naar
Morea zal zenden: te Toulon wordt eene expeditie-armee verzameld;
.daarbij moeten zich 4000 man van de'divisie van Kadix voegen, alsme
de een regement ruiterij; zullende dit legerkorps omtrent io,oso man
sterk zijn. Nog wil men, dat eene Engelsche divisie van 6,000 man,
.zich bij die expeditie zal aansluiten.
NEDERLANDEN.
's GRAVENHAGE den 9 maart. Z. M. heeft, bij besluit van den
28 februarij 11., eenige nadere bepalingen gemaakt, omtrent den door-
togt van landverhuizers of troepsgewijs herwaarts komende vreemdelin
gen, den wil hebbende om uit eene Nederlandsche haven naar Ame
rika te vertrekken.
In de zitting van de Tweede Kamer van gisteren zijn de nieu
we redactiën der titels 4 en 7 van het eerste boek van het wetboek
van Burgerlijke Regtspleging, handelende van regtspleging in zaken van
Koophandelen van revisie, aangenomen.
De vrees, welke men voor het lot der Scheveningsche pinken in
den storm van woensdag en donderdag gehad heeftis niet ongegrond
geweest. Eene derzelve is met man en muis vergaan. Van de 19 ove
rige zijn'7 teruggekeerd, 6 zijn 11a den storm gezien, van de 6 overi
ge weet men nog niets met zekerheid doch men heeft hoopdat de
zelve behouden zijn, daar geene andere goederen, dan van de eene ver
óngelukte pink, drijvende gezien zijn. Volgens de gezegden der vis-
schersis de storm plotseling opgekomen, en is het schrikkelijk weder
in zee geweest.
De verdronkenen bestaan uit zeven personen, te weten de stuurman
yi. 'Verhey met twee zijner zonen en vier matroozen allen diepbe
droefde en hulp behoevende familien nalatende. Eene commissie heelt
zich belast met den ontvangst van liefdegaven.
MIDDELBURG den 12 maart. I11 de zitting van de Fransche ka
mer van afgevaardigden van den 8, is het adres aan den koning, met
eene meerderheid van 34 stemmen aangenomen, en, bij het lot, de com-
missie tot aanbieding van hetzelve bepaald.
Volgens een telegrafisch berigt van Lissabon, van den 28 febru
arij heeft dè infant dom Miguelden 26, den eed voor de cortes ge
daan en een nieuw ministerie benoemd.
Vroegere berigtenvan den 23 melden zijne plegtige intrede te Lis
sabon. Bij het gejuich van leve de constitutie! leve de infant dom Mi-
,guelheeft zich ook het oproerig geroep van leve de koning dom Mi-
-guel! leve de oppermagtige koning! gevoegd. De prins zelf gaf order
om de kwalijkgézinden te arresteren. Over het geheel is, naar de be
volking gerekend, de ontvangst zeer voldoende geweest.
ZEE-I IJ DINGEN.
VLISSINGEN den 11 maart. Het brikschip Clarinakapitein A,
Rennedyden 8 dezer hier binnengekomen is met het opzeilen naar
Antwerpen, des namiddags van dien dag, op de Suikerplaat omhoog en
vastgeraaktmen is druk bezig de lading met ligters te lossen en men
heeft veel hoop van het schip er goed te zullen afbrengen.
Den 9 en 10 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze reede
aangekomen
Magnetkapt. F. Newhall, van Charlestownmet rijst en katoen;
Medusa kapt. F. Btmnemeijervan Londen, met stukgoederen; Minerva
kapt. P. Boijesen van Bordeauxmet wijn en brandewijn Market Maid
kapt. Wm. Mushensvan Newhavenmet ballast.
VERE den 10 maart. Eergisteren is alhier ter reede gekomen het
Engeisch sloepschip Sovereignkomende van Shoreham en naar Rotter
dam bestemd, met ballast.
Heden is alhier met lekkagie binnengekomen het Engeisch brikschip
Umty kapt. Wm. Smithvan Hnll naar Hamburg gedestineerd met
eene lading hoepels.
BESTUREN eh ADMINISTRAT1EN.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
Hoofdplaats der Provincie Zeelandbrengen bij deze ter kennisse van
de Ingezetenen dat door den Raad dezer Stadaan den Heer Pieter
Johan SpaanCollecteur van de Lantaarn-Brandspuit- en Klapgelden
op het verzoekdoor hem tot dat einde gedaaneervol ontslag uit die
betrekking is verleend dat door den Raad in deszelfs plaats, als Col
lecteur van gemelde middelenis aangesteld de Heer Jean Louis de
'Iroye Nz.en datten gevolge daarom het Kantoor voor meergemelde
Collecte is verplaatst, uit de korte Cordstraat, Wijk I. No. 344 naar
de HoogstraatWijk I. No. 123.
Burgemeester en Wethouders willen tevens allen, die in de betalin
gen van hunnen aanslag over den dienst van 1826 en vroegere jaren,
alsnog mogten zijn achterlijk gebleven, bij deze hebben aangemaand,
om hun verschuldigde, ten Kantore van genoemden Heer Jean Louis
de 'J roye IVz., te voldoen, alwaar des Maandags, Donderdags en Vrij
dags, tot den ontvangst van dat middel, 's namiddags van drie tot ze»
uren zal worden gevaceerd.
Zullende, teneinde een iegelijk hiervan kennis drage, deze Bekend
making worden afgekondigd en aangeplaktmitsgaders in dezer Stads
Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 10 Maart 1828.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN SONSBEECK, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
J. F. BIJLEVELD, Secretaris.
FAILLISSEMENT.
De ondergeteekende provisionele Sijndic in den gefailleerden Boe
del van GEORGE JOHAN SCHüNHOLZER, gewezen Schrijnwerker
en Koopman te Middelburg, roept bij dezen op alle de Crediteuren in
gemelden Boedel, om, ingevolge Art. 502 van het Wetboek van Koop
handel binnen veertig dagenaan hem op te geven voor welke som
men en uit welken hoofde zij Crediteuren zijn en hem de bewijzen
hunner schuldvorderingen over te leggen, of dezelve over te brengen
ter Griffie van de Regtbank van Koophandel alhier zullende daarvoor
alsdan refii worden afgegeven.
Middelburg, den 4 Maart 1828.
HUBERTUS REKKER.
ADFERTENTIEN.
Qoes den 10 Maart 1828. Heden verloste voorspoedig vgn eene
welgeschapene DOCHTER C. C. van Deinsegeliefde Echtgenoote van
J. W. van KERKWIJK.
Dordrecht den 8 Maart 1828.
Heden overleed alhier, Vrouwe GEERTRUIDA van BREUGEL»
Weduwe van den Wel-Edelen Heer ADRIAAN 't HOOFT, W.Zn.,
na eene ongesteldheid van eenige wekenin den ouderdom van ruim
zeventig jaren.
Müne geliefde Echtgenoote, MARIA FREDERIKA BARBET,
werd mij gisteren avondeven na half-negen uren in den ouderdom van
39 jaren en 6 maandenna een kort doch smartvol lijdendopr de»
dood ontrukt.
Ik mis in haar de beste levens-gezellin en ons eenig overgebleven
Kind de teederhartigste Moeder. Allen die haar gekend hebben zullen
dit verlies beseffen.
Zal ik echter twisten met den Eeuwigen, en ondankbaar vergetgn
dat mij, in eene schoon slechts dertien-jarige verbindtenis, de reinste
genoegens van een vol menschen-leven werden toebedeelden ikon
der de gedaante eener Vrouw, in het bezit èenes Engels was, die hgt
vermetelheid zijn zpude langer eene plaats onder die Hemellmgen te
willen onthouden en der Almagt af te dwingen
Van de liefderijke handdie mij den beker der hoogste genoegens ten
boorde vol toeschikte, verwacht ik ook den lavenis-kelk ter leniging van
smart, en onderwerp mij aan het wijs bestuur van Hem wiens wegen,
met hoeveel duisters ook omgeven eens het heerlijkst licht over zich
zullen zien opgaan.
Ook zonder brieven van rouwbeklag houde ik mij van Vrienden-deel
neming verzekerd.
Middelburg J. C. van GEEIJKERKEN.
den 11 Maart 1828.
Dienende deze tot kennisgeving aan Vrienden en Bekendenzoo
binnen als -buiten de2e Stad.
V- t ".-Ti