N°.
MIDDELBURGSCHE
COURANT.
11.
Donderdag
NIEUWSTIJDINGEN.
GROOT-BRITTANJE.
LONDEN den 14 ianuartj. Den 12 ja nu ar ij heelt er [zoo als wij reeds
met een woord hebben gemeld] eene nieuwe doorbraak in den gang
onder de Theems plaats gehad, op het oogenblik dat 130 werklieden,
onder het opzigt van den heer Brunei, den jongen, daarin werkzaam
waren. Men was dien morgen aan de westelijke zijde van het schild
no. 1 bezig met graven en scheen geen gevaar te vermoeden ofschoon de
grond, die tot nu toe hard en kleiachtig was, losser werd en eenig
meerder water dan gewoó'nlïjTc doorliet. De vloed was naauwelijks be
gonnen toenwaarschijnlijk door de meerdere drukking van het hoo-
ge water, de grond .zich plotselipg uitzette en eene grdote hoeveelheid
modder in den gang drong. De vakken no. 1 en 2 bezweken, en het
water der rivier drórt g met ziilk èène hevigheid door de opening., dat
er geene mogelijkheid bestond om daaraan eenigen wederstand te bie
den.
Groóte ontsteltenis orider de werklieden, die slechts op lijfsbehoud
moesten Bedacht zijn was daarVan het natuurlijk gevolg. Het g'edruisch
van het instortend water verdoofde elk ander geluidterwijl ook de
gaz-lichten uitgebiuscht werden. Diegenen welke zich het naast bij
het obstefijk gewelf bevondenreddeden zich het gemakkelijkst; ande
ren werden door de kratht van het water tot het einde van den
gang voortgeduwdén daardoor behouden. Achttien derzelven werden
geheel door het water bedolven en met geweld tegen het houtwerk ge
worpen zoo dat zij zeer veel leed daarvan haddentwaalf van hen
werden nogmeer dood dan levendgereddoch de overige zes
meestal vaders van huisgezinnen, verdronken. De heer Brunei, die aan
het meeste gevaar was blootgesteld, en nog zoo veel mogelijk voor
het behoud zijner onderhoorigen schijnt gezorgd te hebbenbereikte al
zwemmende den uitgang, hetgeen hem te moeijelijker viel, daar hij
zich aan zijn been gekwetst had.
Uit gedane onderzoekingen is geblekendat de opening in het werk
van minder gevaarlijken aard is dan die, welke in mei des vorigen jaars
daarin plaats had. Dezelve zal omstreeks zeven voeten lang zijn, en,
niettegenstaande de krachtwaarmede het water daardoor gestroomd is
schijnt de grond aan beide zijden in zijn geheel gebleven te zijn. De
ingenieur Brunei heeft dan ook aan eene vergadering van het bestuur
der maatschappij voor deze ondernemingdie reeds op den eigen dag
van het ongeluk plaats had, verklaard, dat hij nog niet wanhoopte,
öm ook deze hinderpaal te boven te komen, en dat hij zelfs niet twij
felde, of zijn werk zoude eenmaal met eenen gelukkigen uitslag be
kroond worden, ofschoon daartoe thans meerder tjjd zoude gevorderd
Worden. De werklieden hadden ook den moed niet opgegevenen
waren den 13 januarij reeds weder druk, bezig, om het noodige bijeen
te brengenten einde de opening te stoppen. Of intusschen de onder
neming zal worden voortgezetdan of men dezelve zal laten varen
fiangt alleen af van de vergadering der deelhebbers, die eerlang zal wor
den bijeengeroepen. Zéker gaat hetdat daarvoor thans weder grootere
sommen zuilen benoodigd zijn.
De infant dom Miguel had, slechts weinige dagen vóór dit ongeluk,
de werken onder dé Thefems in oogenschouw genomenen de hertog
van Clarence was voornemens geweest, dit den 26 januarij te doen.
LONDEN den 18 januarij. Ten aanzien onzer ministeriele verande
ringen is nog niets definitief geregelden van alle dezer dagen daardm-
trent verspreidde geruchten, verdient alleen dat eenig geloof, hetwelk
heden ter beurze in onilö'óp kwam en volgens hetwelk lofd Bathurst
als eerste minister, en rnr. Herries als kanselier van de schatkist Zoü-
fien zijn aangesteld, en dit gerucht, hetwelk men voor niet ongegrond
houdt, schijnt tevens te beloven, dat men onverwijld met de zamen-
stelling van een nieuiv ministerie geheel klaar zal komen.
Z. K. H. dom Miguel heeft Londen ten hoogstëns voldaan verla
ten en is gisteren te Plijmouth aangekomen, en aldaar met veel eer en
plegtigheid ontvangen.
1 Uit de laatste berigten uit China blijkt, dat de opstand der Tar
taren nog ver was van gedempt te zijn, hoezeer de Chinezen verzeke
ren dat de oproerlingen bij alle gelegenheden geslagen worden.
F R AN KR U K.
PARIJS den 18 januarij. Men is het vrij algemeen eens over de
zuiverheid van de bedoelingen der nieuw verkozen ministers over de
Verkleefdheid aan den souverein, hunnen eerbied voor de charteren
men ontzegt hun geen bedrevenheid in de behandeling der zaken maar
men vroeg elkander, voor dat hunne benoeming zeker was of zij eene
meerderheid in de kamers der vertegenwoordigers zouden kunnen beko
men Sommigen hadden gedacht, dat men wel zou doenhet nieuw
ministerie te doen bestaan uit lieden van verschillende, ja, wat meer is,
van vlak tegen elkander strijdende gevoelens. Dit plan kon niets goeds
opleveren. Andere plannen waren even weinig belovend. Men heeft
dus in de gegeven omstandigheden niet moeten letten op reeds bestaan
de betrekkingen tusschen sommige personen eti de partijen, waarvan zij
de drganeii Zijn, maar moeten omzien naar zulke mannen, die, al heb
ben zij thans nog geene meerderheid in de kamers, die door hun gedrag
ztillen verkrijgen. Hetgeen de natie, hetgeen de kamers verlangen is
een gematigd maar sterk ministerie; een ministerie, dat zijne plannen
van bestuur met wijsheid vormt en die zonder slinkschê streken ten uit
voer brengt. Waar de natie, waar de kamers belang bij hebben is, dat
het ministerie aan den eenen kant de waardigheid van de kroon wete
op te houden, en dat het aan den anderen kant de charter wete te doen
eerbiedigen.
Een ministeriedat dezen weg met vaste schreden bewandelten
geeif ander rigtsnoer zijner daden kent, dan dat der wet, dat alleen de
hand slaat aan de inrigtingen der Franschen'om die zoo wel voor den
troon als voor de onderdanen geschikter te makendat goeden raad dank
baar zal aannemen-, en niets zal van zich stooten dan gevaarlijke begin
selen en onbillijke of overdreven aanmatigingeuzulk een ministerie
behoeft zich niet te bekommeren 0111 tot eene meerderheid in de kamer
te h,ehoorendie meerderheid zal weldra tot het minis terie naderen.
..Ongetwijfeld zal het ook vijanden hebben. Het had er reeds den
tweeden dag van zijn bgstaan; maar dit verschrikt noch verwondert.
deo 24 Januarij.
Men ziet juist in Frankrijken het volk kan niet lang van dott weg
geleid worden. Tegenstand, die uit eene andere bro» voortvloeide
dan het algemeen welzijnzou weldra op zijne waarde geschat worden.
De heeren gedeputeerden zijn bij besloten brieven, door den koning
eigenhandig onderteekend uitgenoodigd om zich den 5 februarij bij de
opening der kamers te doen vinden.
- Men verhaaltdat men in het koninklijk museum van Egyptische
oudheden een schandelijk bedrog heeft ontdekt, hierin bestaande, dat
verscheidene kisten, die gekocht waren als kostbare mummiën te bevat-
ten, afkomstig uit de graven der oude koningen van Opper-Egypte
niets anders inhielden dan lijken, die niet lang geleden door Arabieren'
waren gebalsemdom die voor mummiën te laten doorgaan. De be
dorven luchtdie deze kisten verspreiddenheeft de bedriegerij aan
iten-dag georagt, en men is genoodzaakt geweest, die zoogenaamde ou-
de konings lijken ter aarde te bestellen.
Den 2 dezer heeft de infante-regentes van Portugal de vergade
ring der cortes geopend met eene aanspraak, waarin zij, na de loftuitin
gen bij dergelijke gelegenheden gebruikelijk, zegt, dat er voor da
cortes nog zeer veel te doen valt om het staatsgebouw te voltooijen
dat dom Miguel door de wet en de bevelen van Z. M. tot regent de*
koningrijks is aangesteld en zich thans op zijne reis naar Portugal, in
Engelandbevindtdat hij gevoelens heeft aan den dag gelegdwélke'
srrooken met die zijns doorluchtigen broedersen dat deze gebeurtenis
overeenkomende met de staatkundige bedoelingen der groote natiën en'
gezamenlijk met de maatregelendoor het gouvernement genomen al
len tweespalt tot zwijgen gebragt en de rust in het land hersteld hééft
Zij verzekert verder, dat Spanje, de belangen inziende, die het gan-
sche Schier-eiland vereenigénalle pogingenWelke onrustige geesten
beproeven om die kalmte te storen, opregtelijk tegenwerkt. Verder
verzeke r zij, dat de geldmiddelen geen ongunstig aanzien hebben en
dat er hoop isdat de bank haar credietdóór de hulp van het gon-
vernement, weldra zal herstellen.
N ED ERLANDEN.
BRUS-SEL den 19 januarij. De voormalige aartsbisschop, de beken
de schrijver de Pradtheeft wederom een werk in het licht gegeven
betrekking hebbende op de omstandigheden, waarin Europa zich ire'
vindt. Hetzelve draagt tot opschrift: De Pinterveneion ar,nét pour la
pacification de Ia Grèce (over de gewapende tusschenkomst ter bevredi
ging van Griekenland).
De inhoud van een artikelgeplaatst in den Courrier des Pays-Bat
van den 15 dezer, betreffende voorgewendde veranderingen welke bec
philosophiesch collegie van Leuven zou hebben ondergaan, wordt door
onze Gazette des Pays-Bas heden officieel tegengesproken, inet bijvoe
ging, dat tot geenerlei bepaling van dien aard besloten is.
Een onbekend persoon heeft in den namiddag van den ii», op den
grooten weg van de-gemeente Sonneren, eene jonge dochter van 14 ja
ren aangerandenomdat zij hem het geld niet kon geven hetwelk hij
haar vroeg, haar eene koord om den hals geworpen om haar aan eèneir
der boomen langs den weg op té hangenmaar verschrikt door het ge
rucht van eene aannaderende kar, heeft hij zijn slagtoffer in dén loop
gelaten. Deze booswicht wordt nagespoord.
Men verzekert stellig, dat de bank van Brussel de schoone druk
kerij van den heer Didotdie naar Parijs wederkeert, gekocht heeft»
en dat zij dezelve onmiddellijk aan den gang zal brengen.
Uit Zwitserland wordt, onder dagteekehing van den 12 dezer»
gemeld, dat de commissarissen der kantons, welke met de Nederlanden
capitulatien gesloten hebbenin de eerste dagen van februarij te Zürich
bijeen moesten komen, om te handelen over verschillende zaken, de
gecapituleerde regementen betreffende.
UTRECHT den 20 januarij. In den nacht van den ij op den 18
dezer ontstond, even buiten de stads maliepoort alhier, in de woning
van den arbeider Jan E Isen doorneen geweldige brand, welke doorden
hevigen wind zoo snel de overhand nam, dat dezelve spoedig de belen
dende arbeiderswoningen van Jan van Rossum en de weduwe Kuhne be
reikte, hetwelk ten gevolge had, dat, eer men zich van de toegesnel
de brandspuiten kon bedienen gemelde drie woningen bijna geheel vait
binnen waren uitgebrand. Met groot levensgevaar beeft men de kinde
ren en het vee aan de woede der vlammen onttrokken en een gedeelte
van hét beddengoed en meubelen kunnen redden, terwijl overigens dfc
voorraad van levensmiddelen, hooi en stroo en het verdere huisraad eed
roof der vlammen zijn geworden. Men schrijft dit ongeluk aan eene
kat toe, welke vuur zou gevat hebben, zonder dat men zulks geweten
heeft.
Loffelijk was bij deze- gelegenheid het gedrag van heeren studenten
der hoogeschoolwelke -niet alleen met de eerste brandspuit zijn ter
huipe gesneld maar ook uitdeelingen van geld en zelfs van een gedeel
te hunner eigene lijf-kleeding (tijdens het ongeluk plaats had) hebben
gedaan.
Ellendig is intusschen de toestand dezer ongelukkigen, té meer daar
eerscgemelde vier kinderen heeft en deszelfs vrouw in eenen hoog Zwatl-
geren staat is, terwijl de tweede zeven kinderen heeft en de laatstge
noemde eene weduwe me; een kind is, en daardoor, het medelijden van
menschlievenden overwaérdig zijn.
AMSTERDAM den januarij. Men verneemt, dat door de Neder-
landsche maatschappij tot aanmoediging der bouwkunde, op de door haar
uicgeschrevene prijsvraag, de eerste prijszijnde die van 50 dukaten, ij
toegewezen aan den heer Charles de Gravevan Brugge. Bij deze prijs
vraag was tot onderwerp gesteld, het plan, de opstand en de doorsnede
van een krankzinnigenhuis, voor 1500 krankzinnigen, op eene mime eb
deftige wijs ingerigt, en Voorzien' van alles, wat daartoe eenigzins kan
geacht worden te behoorefi.
's GRAVENHAGE den 20 januarij. Wij hebben van goeder'hand
eenige nadere bijzonderheden vernomen omtrent het ongeluk, II. woens
dag avond San de diligencevan hier op Rotterdam rijdendeover
komen. Naar die berigten zijn de paarden vóór het vertrek der Di
ligence, behoorlijk gescherpt, en schijnt het ongeluk voornamelijk te
moeten toegeschreven wórden aan bet struikelen van één der beide
paardenbij het oprijdeti van de Hoornbrugwelke door de sneeuw
buitengewoon glad wasen niet met zand was bestrooid; Zöödra de
O