N°. 7. MIDDELBURGSCIIE A COURANT. Dinosdag den i5 Januarij. NIEUWSTIJDINGEN. NEDERLANDEN. O O DUITSCHLAND. FRANKFORT den 8 januarijBijzondere brieven uit Konstantino- pel melden, dat "de Russische! gezantde heer de Ribeaupierre den 13 gijn landgoed bij Bujucderc verlaten heeft en naar Odessa onder zeil gegaan isponder dat de bevelhebbers der kasteden aan beide oevers van den Bosphorus zijn vertrek eenigzins hebben belemmerd. Men ver haaltdat de heeren Stratford Canning en Guilleminot aan den mond der Dardanellen een Fransch fregat gevonden hebben, dat door den admi raal de Rigny derwaarts gezonden was, om hen naar Smirna over te brengen. Te Konstantinopel is het rustig gebleven. De Porte heeft aan de on derdanen van RuslandEngeland en Frankrijk die zich na het vertrek hunner gezanten onder bescherming van den minister der Nederlanden wilden stellen, doen weten, dat zij niets te vreezen hadden en even veilig onder bescherming der Porte als onder die eener vreemde mogend heid waren. Veel hoort men spreken over de krijgstoerustingen der Porte, welke buitengewoon groot moeten zijn. Te Corfu heeft men stellige tijding van het landen van generaal Church met 3000 Grieken te Dragomestre, in Arcanie, van waar dadelijk de Turken, die er in bezetting lagen, de vlugt genomen hebben, Reschid- pacha werd te Prevesa gewacht en men zeidedat van daar troepen en ruiterij tegen het korps van Church afgezonden zouden worden. Mo- harram-beijdie het bevel gevoerd heeft over de Egyptische vloot en in den slag gekwetst iswas hersteld en bevond zich te Navarino. Ibra- him-pacha was dan eens te Navarino en dan weder te Modon. Lord Cochrane kruiste op de hoogte van Navarino met het fregat Hellas, eene korveteene brik en eene schooner. Gemelde lord heeft aan de inwoners der eilanden ten strengste verboden om kapers uit te rusten en verscheidene zeeschuimers vernield, wier roofnesten hij met zijne sche pen een bezoek heeft gegeven. Het meerendeel dier roovers was volk van verschillende natiën die geene vlag hoegenaamd zelfs de Griek- sche niet, ontzagen. Men meldt uit Munchen, dat de zich aldaar bevindende Grieken ten getalle van meer dan 30, aan Z. iVI. den koning, bij gelegenheid van het nieuwe jaar, zijn voorgesteld geworden. Alle waren met hun ne nationale kleeding van ChiosYpzaraEginaCorinthe en Athene uitgedost. De koning heeft dezelve met de meeste minzaamheid ont vangen en elk hunner aangesproken. Genoemde Grieken zijn meest jonge lieden, die hunne ouders, bij de rampen hun vaderland overko men, verloren hebben, en die thans, door de vyeldadigheid des konings en zijner onderdanen, opgeleid worden voor de krijgskunde, of zich in andere vakken van wetenschappen oefenen. Derzelver ijver en goed ge drag worden zeer geroemd. Bij de gunsten door Z. M. reeds aan hen bewezen, zal eerlang nog eene nieuwe gevoegd worden, namelijk, die van het schenken eener kapelalwaar zij op hunne wijshunne gotls- dienstpligten zullen kunnen betrachten. FRANKRIJK. PARIJS den 8 januarij. Er zijn twee koninklijke ordonnantiën in het licht verschenenbeide door den nieuwen minister van binnen- landsche zaken, den burggraaf de Martignac, onderteekend. Bij de eerste wordt de directie der algemeene politie bij het departement van binnenlnndsche zaken afgeschaft, en bij de tweede wordt de heer de Belleymeprocureur des konings bij de regtbank van eersten aanleg te Parijs, tot prefect van politie alhier benoemd, in plaats van den heer Delavau. De afschaffing der generale politie, die zeer gehaat geworden was, vooral onder het bestuur van den heer Franchetgeeft veel genoegen. Die politie werd door velen beschouwd als de aanleidende oorzaak der beroertendie onlangs te Parijs met zoo bloedige tooneeleb gepaard zijn geweest. Ook het ontslag van den heer Delavaudie als een ijverig voorstander der Jezuitische partij te boek stond, schijnt aan het publiek niet ongevallig te zijnmaar minder is men te vrededat de heer De lavau tot staatsraad in gewone dienst benoemd is en dat men den heer Franchet het voordeelig ambt van ontvanger-generaal heeft gegeven. De oppositie is ook ver van voldaan te zijn over het nieuw ministe rie zoo als het provisioneel zamengesteld is. Zij meent, dat de be noeming van den heer Portalis en van den heer Roy geene genoegza me zekerheid oplevert, dat het ministerie het stelsel van den heer de Villèle geheel zal laten varen, en vreest, dat het te veel onder den invloed van dien afgetreden minister blijven zal. Zij wildat men af gaan zal van het nemen van halve of dubbelzinnige maatregelen, en dat het bestuur een standvastigen wil en goede trouw toone en zich zoo gedrage, dat elk een moet bekennen, dat het den weg volgt, dien Frankrijkde koning en het charter aanwijzen. Volgens eene verklaring van een der liberale bladen schijnt het zeker, dat men geene voorstellen gedaan heeft aan de leden der constitutionele partij om deel aan het bestuur te nemen. De zoogenaamde koningsge zinde oppositie schijnt ook niet voldaan dat de lieden van hare kleur niet meer in aanmerking zijn gekomen bij het zamenstellen van het nieuw ministerie, cn beweert, dat alle de gevallene ministerien de reden van hunnen val moeten zoeken in het verzuimen van zich van den bijstand der magtige koningsgezinde partij te verzekeren. Ondertusschen zegt men dat het nieuw ministeriebij de aanvaar ding van deszelfs functien ten grondslag voor deszelfs te volgen sijs- tema aangenomen heeft de volgende vijf punten 1°. Geene censuur meeren intrekking van het artikel der wethet welk veroorlooft om ze naar willekeur te proclameren onder voor wendsel van verzwarende omstandighedenwelke men veronderstelt wan neer men zulks verkiest. 2°. Maatregelen tot het te keer gaan van de inkruiping der Jesuiten. 3°. Herstel der nationale garde van Parijs welke men alleen vernie tigd heeft om de eer van den heer de Villéle te wreken, en uithoof de zij tegen de ministers eenen wensch geuit heeft die sedert door de kieskollegien zoo stellig bevestigd is. 40. Eene wet, geschikt om de inbreuken op het kiesregt voor te kbmen waardoor men de voornaamste onzer constitutionele instellingen vervaUcht heeft. 50. Herstel van het schandelijk misbruik der conflicten opgeworpen door de heeren prefecten, die aldus aan den loop der regterlijke magt hinderlijk zijn. Indien waarlijk het nieuw ministerie zulke goede voornemens ge koesterden onder zulke verpligtingen deszelfs functien aanvaard heeft, zal het er maar op aan komen om daar openlijk voor uit te komen, en door daadzaken te toonen dat men en den wil en de kracht heeft om ze te verwezenlijken. Reeds had men in den Moniteur de verschijning eener aanschrijving aan alle procureurs-generaal gewachtom hen te ge lasten van de bestaande wetten toe te passen tegen zoodanige monniken en nonnen-kloosters, als zich buiten de noodige autorisatie hersteld had den en men kan niet begrijpepwaarom die aanschrijving niet reeds verschenen zijtenzij zich reeds een hinderpaal, of eene verkoeling der goede voornemensopgedaan hebbe. PARIJS den 10 januarij. De Moniteur behelst het volgende artikel: De nieuwe ministers zijn den 4 dezer maand benoemd en zijn den 5 tot de eedaflegging toegelaten. Het is den 9 dat zij voor de eerste maal de eer hebben gehad in 's konings tegenwoordigheid te delibereren en reeds sedert drie dagen beschuldigt men hen van traagheidwer keloosheid en besluiteloosheid en men maakt hunne vermeende gezind heden in de gewigtigste geschilpunten van administratie en bestuur open baar. Onpartijdige lieden zullen dit ons eerste verwijt weten te waar derenen zullen zich, in zulke gewigtige zaken, voorde onvermijde lijke onbillijkheid van voorbarige oordeelvellingen wachten." Het bijzonder kabinet van den prefect van policie is gesupprimeerd cn de chef van het personeel is vervangen. Men spreekt nog van an dere wijzigingen in de centrale policie. De heer Cousinard, secretaris van het parket, volgt den heer de Bel leyme op in hoedanigheid van bijzonder geheimschrijver. BRUSSEL den 7 januarij. Bij gelegenheid van de jongste beraad, slagingen over de geldmiddelen in de Tweede Kamer der Staten-Gene- raalheeft een der heeren Luiksche gedeputeerden zijne vrees te ken nen gegeven, dat, daar thans alle kunsten, en wetenschappen zulke vorderingen maken, dat een ieder zich uit zijn kring wil rukken, de uitbreiding van het lager onderwijs, ten gevolge waarvan een ieder wel haast zal kunnen lezen en schrijven in verband met eene onbepaalde vrijheid der drukpers, op dén duur schadelijke gevolgen zal kunnen heb ben en aanleiding geven tot onlusten. Het blad 't welk hier ter stede van regeringswege wordt uitgegeven, heeft deze bedenking opgenomen en beantwoordhet heeft aangemerktdatnaar aanleiding van he&^ voorschrift der grondwet, welke aan ieder inwoner gelijke regten toe kent en gelijke bevoegdheidom ambten en bedieningen te bekleeden het aan niemand voegt den Nederlander eenen kring aan te wijzen bin nen welken hij zich te houden hebben; dat, voor het overige, de uit breiding van kennis en wetenschap de beste waarborgen zijn voor het behoud der binnenlandsche rustte dikwerf gestoord om dat de staat- zuchtigen eene onkundige menigte ten hunnen behoeve in beweging wisten te brengen dat in dat opzigt eene vrije drukpers de beste diensten kan bewijzen tegen welker misbruik voor het overige voldoende ver ordeningen bestaan. Het betoog eindigt met een beklag, dat men, in den tegenwoordigen tijd en onder een constitutionelen regeringsvorm^, dergelijke beginselen in twijfel kan trekken. GENT den 12 januarij. Den 9 dezer, ten 4 uren des morgens, werd er brand ontdekt in de kerk te Watervlietwelke zich door eenen droegen en kouden noord-oosten wind aller noodlottigst deed aanzien de inwoners, door den waardigen pastoor der gemeente gewekt, en aan gevoerd door de regeringsleden en kerkmeesters, waren ten 7 uren des morgens de vlammen meester; de veroorzaakte schade door dezen brand, welke aan de onvoorzigtigheid eens loodgieters wordt toegeschreven, wordt-op f 1000 geschat. AMSTERDAM den 10 januarij. Men verzekert, dat hier te lande reeds de tijding is aangebragt van het hervatten der vijandelijkheden tusschen de Nederlandsche troepen en de Javaansche muitelingen. Een binnenlansch dagblad behelst het volgende artikel Den 6 october II. ontving de heer Dubus's Konings commissaris- generaal in Indie, den volgenden brief, aan welks echtheid te Batavia niet getwijfeld wordt: Wij Dicpo Negoro sultan van geheel Java, aan het hoofd der vreem- delingen op Java. In naam van God Almagtig. Zift niet te hoovaardig, maar kom tot ons om onze verlangens aan te hooren." ROTTERDAM den 11 januqrij. Eergisteren heeft de heer Lusardi aan heeren burgemeester en wethouders en regenten in het gasthuis zijne geopereerden getoond. Van deze zijn meer dan twintig reeds zoo ver hersteld dat zij geheel ziende binnen weinige dagen het gasthuis zullen verlaten. Onder de personen, aan welke de kunstbewerking van dezen bekwamen oogmeester het gezigt geschonken heeftbevinden zich zeven of acht blindgeborenen en een die sedert den derden dag na zijne geboorte het gezigt had verloren, en door de operatie der artificiële pupil hetzelve terug bekomen zal. Het getal der studenten aan de hoogeschoof te Utrecht bedroeg den 1 november 498, waarvan 169 voorde godgeleerdheid 9 voorde regtsgeleerdheid en 21 voor de geneeskunde bestemd zijn; terwijl het aantal dergenen die zich voor de wiskunde en natuurlijke wijsbegeerte ingeschreven hadden 45en die zulks voor de letteren gedaan hadden 168 beliep. Gedurende het jaar 1827 zijn de Sond gepasseerd 13002 schepen, waarvan 6537 uit de Noord- en 6465 uit de Oostzee. Uit de vergelij king van beide opgaven blijkt, dat de handel naar de Oostzee, over het algemeen in het afgcloopene jaar meerder is geweest dan in het jaar 1826, cn dat het getal van Nederlandsche schepen, in het bijzon der gedurende het jaar 1827, dat van 1826 heeft overtroffen. 's GRAVENHAGE den 10 januarij. Men verneemt dat de matroos, die, voor ecnige wekeneenen aanslag had gedaan op het leven van den officier bij de regtbank van eersten aanleg te Amsterdamden heer de Pelichy de Lichtevelde, door de kamer van beschuldiging van het hoog, geregtshof alhier, is gesteld in staat van beschuldiging, ter zake vau

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1828 | | pagina 1