N°. 6. MIDDELBURGSGHE i8$8. COURANT. Zaturdag den 12 Januarij. NIEUWSTIJDINGEN. VEREENIGDE-STATEN. WASHINGTON den 5 december. Uit de aanspraak van den voor zitter Adams, hij de opening van de algemeene vergadering der afgevaardigden, op den 3 dezergedaan, blijkt, dat de pogingen, van de zijde der Vereenigde-Staten in het werk gesteld, om de bestaande verdeeldheden in de verschillende nieuwe genitenebesten van Zuid- Amerika te doen ophouden, en om ook den ouderlingen band tusschen die staten naauwer aan te halen, tot nog toe niet veel hebben uitge werkt terwijl, in den oorlog tusschen Bucnos-Ayres en Brazilië, door dit laatste rijk, beginselen nopens de sluiting van havens, en de onzij dige scheepvaart aan den dag gelegd zijn die door de Vereenigde- Stnten afgekeurd wordenen ten gevolge waarvan eenige Noord-Ameri- kaansche schepen prijs verklaard zijn waardoor de goede verstandhou ding met Brazilië eenigzins verstoord is geworden, zoo zelfs, dat de zaakgelastigde der Vereenigde.Staten te Rio-Janeiro gemeend heeft zij nen post te moeten verlaten. Op de belofte van de Braziliaansche re gering evenwelvan onverwijld eene behoorlijke vergoeding voor alle veroorzaakte schade te zullen betalen waren de betrekkingen tusschen beide staten weder hersteld. Bij de beschouwing van den inwendigen staat des gemeenebestsdeed de voorzitter verslag van den toestand der geldmiddelenwelke, of schoon de inkomsten sedert twee jaren verminderd zijn, voldoende is, terwijl men op den gewonen voet voortgaat met het aflossen der staats schuld zijnde door den voorzitter aan de vergadering de grootste spaar zaamheid in het bepalen der uitgaven aanbevolen ten einde het alge meen gewenschte doel van eene geheele vernietiging der staatsschuld spoedig te kunnen bereiken. Ook de verdere takken van bestuur bevinden zich voortdurend in een bloeijenden staat, en er wordt veel te koste gelegd aan de verbe tering der middelen van binnenlandsche gemeenschap blijkens de talrij ke berigten wegens den voortgang van reeds begonnen werken, en de nieuwe ontwerpen welke aan de vergadering zullen ingediend worden; onder welke laatste men onder anderen opmerkt een ontwerp om, de At lantische zee met den Mexikaahschen zeeboezem te verbinden door middel van een kanaalhetwelk dwars door het schier-eiland Florida zoude loopen. DUITSCHLAND. FRANKFORT den 6 januarij. Over Bucharest heeft men brieven van Konstantinopel tot den 12 "december. De Russische ambassadeur lag nog in het groote kanaal ten anker, doch had verscheidene vaartui gen aangenomen om zijne schepen tegen den stroom te doen boegseren. Voor dat de gezanten vertrokken zijn heeft de sultan een grooten di van gehouden, waarbij drie honderd ulema's tegenwoordig geweest zijn en daarin moet besloten zijn dat de Porte geene meerdere toegevend heid moest toonen, dan zij reeds gedaan had. Er moet eene nota van den Russischen minister graaf van Nesselrode bestaan van den 12 novemberwaarin gezegd wórdtdat Rusland wil lens is van gemeenschappelijk met de andere mogendheden te handelen, en dat, zoo de Russen de Pruth moesten overtrekken, dit alleen ge schieden zou als een maatregel met algemeen overleg genomen. Volgens berigten uit Egypte heeft de opstand der Wechabiten of Wahabis in A'abie een vrij ernstig aanzien gekregen, en is de onder-ko ning genoodzaakt geworden 0111 eene beduidende krijgsmagt tegen hen af te zenden. GROOT-BRITTANJE. 1 LONDEN den 2 januarij. Het parlement zal den 22 januarij bijeen komen. Het schijnt, dat de Tory's, die zich tegen het tegenwoordige ministerie verklaard hebbenzich tot hevige aanvallen toerusten. Zij zoeken alle misnoegden tot. zich te trekken en schijnen lord Grey zelfs tot hun hoofd te willen verkiezen. Deze is bij het volk zeer bemind, en was een der voornaamsten van de vroegere oppositie-partij in het hoogerhuis. Ook de hertog van Wellington hoezeer hij den post van opper-hevelhebjrer weder aanvaard heeft, is bij voortduring vijandig te gen de ministers gestemd. Hij verklaart zich openlijk tegen de be- moeijing met de Grieksche aangelegenheden. Eene reiswelke hij on langs in het Noorden van Engeland heeft gedaan, schrijft men geen an der doel toe, dan om de oppositie tegen de ministers uit te breiden. Hoe het de Tory's kitteltdat zij den held van Waterloo den vriend van alle koningen van Europa op hunne zijde hebben is ligt 11a te gaan. In hunne dagbladen schijderen zij den toestand van Engeland op het allerongunstigst af. Tot het voeren van oorlog is hetzelve buiten staat, verklaren zij. De inkomsten verminderen; de schuld wordt groo- ter, de fondsen dalen. Spoedig zal ons papieren geld niets meerwaard zijn. De bankeroeten vermeerden in de city. In de fabrifkplaatsen is het vertier slechs schijnbaar. Alle standen sidderen bij de enkele gedach te aan eenen oorlóg. Wie is aan dit alles schuld zeggen de Tory's, dan' onze ministers Op al dit geschreeuw en daarmede gepaard gaande kuiperijen antwoordt het ministerie slechts door maatregelen, die den bepaalden wil aanduiden0111 bij het tegenwoordig sijsteina te vol harden. Sir John Gore heeft vele bijzonderheden omtrent den slag van Navarino aan de admiraliteit medegedeeld welke eerst in de zitting van het parlement publiek zullen worden. O'ndertusschen blijkt het ze ker, dat de Turksch-Egyptische eskaders de vijandelijkheden ^begonnen hebber. F R A N K R IJ K. PARIJS den 7 januarij. /Zie hier eene korte biographische schets onzer nieuwe ministers. Die van oorlog, burggraaf de Caux, marechal-de-camp der genie, is geboren te Douai in 1775, van eene familie welke onder haar verschei dene luitenant-generaals en inspecteurs der genie heeft geteld. Hij was bij verscheidene veldslagen in de legers van de Ardennes en den Rliijn en heeft zich in verscheidene gevechten onderscheiden. In 1807 werd hij bij het ministerie van oorlog geroepen 0111 de afdeeling der genie te besturen. In 1809 werd hij tot kommandant der genie benoemd bij het leger dat zich onder Antwerpen formeerde; na dezen veldslag her nam hij zijnefuncüen bij het departement van oorlog. De minister van justitie en zegelbewaarder, graaf Portülis, Wils, Ifl 1810, lid van den staatsraad; in 1813 werd hij tot eersten presidcht van het keizerlijk hof van Angers benoemd; na de terugkomst der Boür» bons is hij achtervolgelijk bij den staatsraad en bij het hof van cassatie geroepen geweest. De minister van koophandel en koloniën, graaf de St. Cricqis, ifl 1775, te Lascas (Nedcr-Pyrenéen) geboren; hij was onder NnpoleOtl chef eener afdeeling bij het bestuur der douanen; in augustus 1815 werd hjj tot staatsraad in buitengewone dielrst, en in october dnaraanvolgert- de tot directeur-generaal der douanen benoemd. De minister van financien, graaf Royis, in 1764» te Savignyin Champagne, geboren; hij Was advocaat en heeft een Verbazend fortuin door zijne operatien op de nationale domeinen gemaakt. Napoleon kött hem niet dulden; hij verzette zich zelfs tegen het huwelijk van denzoon' des ministers van justitie, hertog van Massa, met zijne dochter. Sedert is deze dame met den generaal de la Rrboissière gehuwd. Hij werd in 1815 en 1817 tot afgevaardigde benoemd; was in 1818, gedurende 24, uren, minister van financien, en werd in 1819 op nieuw tot dat depar tement benoemd. Men beschouwt hem als een bekwaam financier. De minister van buitenlandsche zaken, graaf de la Ferronnays eerste edelman der kamer van den hertog van Berri, is schoonbroeder van detl hertog van Blacas. Hij kwam in 1814 met dien prins in Frankrijk ert werd in 1815 tot pair benoemd. Hij is voorheen ambassadeur te Berlijn en Petersburg geweest. De minister van binnenlandsche zaken, burggraaf de MartigtiaC, heeft' zich in de pleitzaal van Bordeaux voordeelig doen kennen." Hij vervul de sedert de herstelling van zaken tot in 1822 de functie» van proCU- rijur-generaal te Limoges. In betrekking van commissaris naar het legér van Spanje gezonden, werd hij, bij zijne terugkomst, tot minister van staat en directeur-generaal der registratie en der domeinen benoemd. Hij bezit eene voortreffelijke welsprekendheid. Het departement Lot-en Ga- ronne heeft hem tot afgevaardigde benoemd. Hij was een der Voornafflö steunsels van Villèle's ministerie. De verschillende oppositie-partijen juichen allen over den val vatl den heer de Villèle, en verheugen zich, dat eindelijk het ministerie, aan welks hoofd hij stond ontbonden is doch zij schijnen ni« vol komen bevredigd door de zamenstelling van het nieuw ministerie bij sommige leden van hetzelve meenen zij geen genoegzamen waarborg te vinden tegen het stelselhetwelk de heer de Villèle gevolgd heeft ook gelooven zijdat er te veel verschil in denkwijs en beginselen bij het ministerie bestaat, en maken daaruit op, dat dit bestuur niet van lnngon duur zijn kan en moeijelijk de meerderheid in de kamer voor zich zal winnen. Zij houden het niet voor onmogelijkdat de heer de Vil- léle in de zamenstelling van het bestuur nog eene groote rol heeft gespeeldmaar zijn overtuigddat hij zich zoo dit het geval isin zijne berekening bedrogen zal hebben, daar zij het voor stellig hou den, dat, hetzij het tegenwoordig ministerie blijve bestaan of valle de heer de Villèle nimmermeer tot het bestuur kan geraken. Zij vleijen zich, dat her ministerie nog veranderingen zal ondergaan, dewijl het daarstellen van een definitief kabinet het werk van eenen dag niet is. Overigens beloven de dagbladen der oppositie de nieuwe ministers al leen volgens hunne daden te zullen beoordeelen en daarbij alle mogelij ke bescheidenheid in het oog te zullen houden. In de Fransche dagbladen leest men, dat onlangs de regtbank vatt enkele politie te Parijs den knecht van een Engelschman vrijgesproken heeft, die eene banknoot van 1000 franken, welke hij voor zijn mees ter had moeten inwisselen, aan de speeltafel verloren had. De advocaat van den beschuldigde had beweerd, dat alleen de speelhuizen de oor zaak van eenen dergelijken misstap wareneiv dat dezelfde magtdie eerst tol het kwaad verleidt, daarvoor naderhand geene straf eischen kan. Een dier dagbladen merkt daarbij aan, dat het algemeen aannemen van het beginselwaarop deze zonderlinge vrijspraak rusttegewigtige. ge volgen zoude kunnen hebben. NEDERLANDEN. GENT den 9 januarij. Ons Journal van heden zegt: Wij verne men me; voldoening, dat, ten gevolge van het vertoog door een* on zer geabonneerde»ten behoeve van het publiek onderwijs van opvoe ding in ons dagblad van den 2 dezer gedaanverscheidene geheime onweitige en jezuitische scholen welke tot heden eene verborgen be- scherning genotenop order der respective burgemeesters zijn gesloten - geworden. De voornaamste die te Evergem waswerd des ander daags gesloten." Morgen avond vertrekken de Osages van hier naar Antwerpen. Ook in. deze stad hebben z\jeven als elders, veel belangstelling verwdtt. 's GRAVENHAGE den 9 januarij. De Bataviasche dagbladen tot den 4 octtber melden, dat den 29 september op den Passerte Buiten zorg, achter den Chineschen tempel, een hevige brand is ontstaan, door velken !mcer dan negentig huizen in de asch gelegd zijn en hec schoot? kamp der Chinezen met eene geheele verwoesting bedreigd werd. Geluk.ig echter is de woede der vlammen gestuit door de pogingen van den aeistent-residentden heer Launy, en door de krachtdadige hulp van eet detachement huzaren, onzer bevel van den luitenant Lejolley die zih met den majoor Morelnaar de plaats van den brand begeven hadder, en dpor de aanwezige ambtenaren en eenige aanzienlijke koop liedenvan Batavia, die aldaar toevallig tegenwoordig waren, loffelijk, in hei stuiten van den brand zijn bijgestaan. De schade van dezen brand .vordt op 120,000 begroot. Onderscheidene Chinezen waren in heotenis genomen, wegens het ro^yen vatl goederen, gedurende den brnd. ZEE-TIJDINGEN. HBIVOETSLUIS den 6 januarijHeden namiddag is van hier naar zee fesild Zr. Ms. korvet van oorlog Medusa, kapt.-luit, Dubicar naar ieMiddellandsche zee.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1828 | | pagina 1