GOURAlyÖ'
N". 72.
MIDDELBURGSCHE
vA
Zaturdag
NIEUTFST IJ DINGEN.
den 17 Junij, ^v |?1
ZEE-TIJ DINGEN.
D U I TS C II 1. AN D.
HAMBURG den 8 junij. De Israëliten hebben, ter ondersteuning
der Grieken, ccne oproeping tot het bijdragen van geldsommen ge
daandezelve is van den volgenden inhoud:
ONDERSTE UMiNG VOOR DE GRIEKEN!
Hebben wij dan niet allen éénen vader f schiep om niet één God vaar-
tm zou de broeder trouwloos jegens den broeder iijn en het verbond oh-
r^r voorvaderen ontheiligen?. Maleachi II. 10.
De heiligste pligt van ieder mensch is, den lijdenden medemensch
[iulprijk de hand te biedenzijn' toestandzoo veel in zijn vermogen
tïs te verbeteren; hem met liefde, met vriendelijkheid te behandelen
|èn hem, als Gods evenbeeld, achting en toegenegenheid te bewijzen.
S/echts daardoor verdienen wij waarlijk Gods barmhartigheidslechts
aardoor kunnen wij ons met het denkbeeld verheugen„Wij hebben
God, wij hebben onzen evenmensch gelijk ons zelven bemind!"
Dat wij slechts dan God beminnen wanneer wij met menschlievend-
beid bezield zijn, dit leert ons de heilige schrift overal.
Dat onder menschevenmenschevennaasten en broederniet alleen
israëliten verstaan worden maar alle menschen begrepen zijndie met
tpns leven, welken godsdienst zij ook belijden, tot welk volk zij ook
[^behooren, dit is mede uit vele plaatsen der heilige schrift te bewijzen.
("Dit boek der boeken noemt zelfs diegenen die onze voorvaderen met
hardheid en gruwel behandefden onze evennaasten, onze evenmenschen.
Op de edele en menschlievende harten, op de aan mij zelven gegeve-
fle bewijzen van liefde in het huis van Israël bouwendezoo roep ik de
gemi^nten en hare voorstanders op, tot milde bijdragen voor onze onge
lukkige medemenschen de Grieksehe Christenen, die in zoovele opzig-
«n ons medelijden bijzonderlijk verdienen.
Welk Israëliet kan de dagbladen, betrekkelijk de Turksch-Grieksche
aangelegenheden lezen zonder een traan van gevoel van medelijden
aan deze waarlijk ongelukkige menschen, te wijden?
Aan soortgelijke vervolgingen waren onze onderdrukte voorouderen
.in de dagen der duisternis, prijs gegeven. Godsdiensthaatverkeerde
denkbeelden van menschlievendheid hadden eenen onverbreekbaren scheids
muur tusschen niet-Israëliten en Israëliten opgerigt, en fanatismus zwaai
de met onbegrensde gruwelijkheid deszelfs bloedige geessel over vele
menschen.
Laat ons daarom gij Israëliten! den Vader der Liefde hartgrondig dan
ken, dewijl-hij het voor u, in het grootste gedeelte van Europa dag
liet worden, alwaar wij de regten der menschheid genieten. Niet aldus
is het ten deel gevallen aan onze broeders den Christenen in Grieken
land, onder hunne beheerschers. Zij, deze Turken, branden, rooven
schenden en moorden de Christenen, hun, door onzer aller Vader, on
der hunne bescherming, toevertrouwd hiin blind vooroordeel, stelt de
ze ongelukkigen verre beneden de waardigheid van een goddelijk schep
sel, verklaart hen allen zonder onderscheid,- als verdoemd. Gelijk ra
zende wolven door verkeerden godsdienstijver ontstoken vallen zij aan
op hunne medemenschen, die geen ander kwaad bedreven, dan dat
zij als Grieken geboren en opgebragt zijn.
Ik roephierbij ten dringenstealle Israëliten optot het doen van
milde bijdragen voor de genoemde ongelukkige Christenen. Dat iedere
gemeentein een daartoe bestemd register inschrijvedat een ieder
naar-evenredigheid van den zegen, hem door den Eeuwigen geschon
ken ofFefe. Laten de voorstanders der gemeenten de bijdragen verza-
- melenen mij dezelve toezenden. In de openlijke dagbladen zal ver
slag worden gedaan van de hoeveelheid van de opbrengsten van het
geen waartoe het besteed zal zijn.
Bedenkt, mijne broeders! het treurige lot dezer ongelukkige Christe
nen, aan welken de harde slagen der trotschheid en des gewelds des
spotlust en der verachting, der onmedogenheid en der onderdrukking,
te beurt valt. Bedenkt de wee: 5de boek Mozes, X. 19. Bemint den
vreemdeling.'''' Haat de zónde des harten; vereerf de deugd der liefde.
Dat God allen, die zich de ondersteuning dezer ongelukkige men
schen aantrekken zijnen bijstand en zegen schènke, en hunne wegen
«iioe voorspoedig zijn. Amen.
Werl, in het hertogdom Westfalenden 21 mei i8:5.
H E L L w IT z opper-voorstander,
FRANKFORT den 11 junij. De vereeniging der Zuid-Dnitsche Sta
ten tot eenen vrijen handelschijnt zich meerder te verwijderen dan te
naderendaarentegenworden er steeds billijker grondregelen bij de
iransito-regten ingevoerd,, en men durft hopen dat dezelve tot op een
bijna onbeduidend regt zal verminderd wordenock dat de heffing van
^t regt op eenen eenvoudiger'voet zal gebragt en vaq. alle hinderende
formaliteiten ontheven worden.
Thans vindt men in het dagblad dezer stad eene diplomatieke nota
-Tan Z, Exc. den heer baron Verstolk van Soelen minister van buiten-
landsche zaken viin Z. INf. den koning der Nederlanden gedagteekend
den 12 april, in antwoord op eene nota van den heer graaf van Mier,
buitengewoon énvoijé en minister-plenipotentiaris van Oostenrijk aan het
bof der Nederlanden, van den. 14 februarij betrekkelijk de Rhijnvaart.
In deze nota, die zeer uitgebreid- is, wordt alles wederlegd, hetgeen
door den graaf van Mier op dit punt is aangevoerd. Onder anderen wordt
daarin eene wederlegging gevonden vaneen gezegdeals of de geallieer
de mogendheden aan het huis van Oranje de souvereiniteit over de Neder-
hnden hadden overgedaan, en de onwaarhe-id van deze uitdrukking, die
honend is voor de waardigheid van-de kroon en voor de onafhankèlijk-
.heid der oude vereenigde provinciën der Nederlanden, door overtuigende
bewijzen aangetoond. Reeds voor het congres van Westphalen had im-
Diers de republiek der Nederlanden onder bescherming der vorsten van
,net huis van Oranje, zijne onafhankelijkheid verworven, en met de
vreemde mogendheden betrekkingen aangeknoopt, en bij den vrede van
Munster was zijne vrijheid door den ouden souverein des lands erkend.
Toen in 1795 de Fransche legers in zijn grondgebied gevallen waren,
werd door een traktaat met Fraiikrijkde souvereiniteit des lands gewaar
borgd. In februarij 1810 waakte het Hollandsch ministerie voor de hand-
^■ia»-der.,üij:egriteit van het land, door een protest tegen den inmarsch
van transche troepen. Bij de akte van afstand van het hoofd van het
Hollandsch gouvernement woinige maanden da.irnawerd de soli^»ere<^tf'?^
niteit van iltiiland uitdrukkelijk voorbehouden, doch de uitoefeBing {^|«rt^
van werd de facto door de inlijving Van het koningrijk in Frankrijk op^
geschort, hoewel de2e iniijving, hn gcvoig vart een enkel keizerlijk
besluit de regten van Holland niet kon verkorten en het de rampzalige
uitwerkselen ondervond van het over.vigt vah het Fransche rijken het
lot deelde van ai de mogenahedvn van het vaste land. De slag vatt
Leipzig baande aan de geallieerde legers den weg naar de landen, tus
schen de Elbe en de grenzen der oude Vereenigde Nederlanden gelegen.
Naauwelijks hadJen zich eenige troepen aan den ijssel doen zien, of de
Nederlanders hernamen hunne onafhankelijkheid. De beweging barstte
eerst te Arasterdam en weinige uren daarna te 's Gravenhage uit, in te
genwoordigheid van de Fransche bezetting. Te vergeefs had Holland in
i8»o uitgezien naar eene mogendheid, die bij den wil de krachten had
om zijne vereeniging met Frankrijk te beletten en in 1813 vonden de
geallieerde legers, naar mate zij in de Nederlanden voortrukten, er eetj
vrij volk. De belegering of blokkade van verscheidene vestingen, die
even als in Duitschland en elders nog in 's vijands handen waren, werd
aan de nationale krijgsmagt opgedragen. De opstand in de Nederlanden
opende aan de geallieerden den toegang tot Holland en Belgien in
een oogenblikwaarin zij daarop zoo weinig gerekend haddendat toen
de HoUandsche afgevaardigden bij de geallieerde bevelhebbers aankwa
men, deze nog niet besloten hadden om de Nederlanden binnen te trek
ken. Mogt er ook nog eenigen twijfel kunnen overblijven aan de diens-
ten door de Nederlanden in 1813 en 1814 aan de algemeene zaak der na-
tien bewezen, zoo hebben zij in den veldtogt van 1815 veel meer ge
daan dan hun pligt, toen zij de voorhoede van Europa uitmaakten ert
door het getal der troepen, die zij te veld bragtendoor hun grond,
die het tooneel des oorlogs was gewordendoor het leveren van levens
middelen zonder vergelding aan het meerendeel der geallieerde legers,
die op hunnen grond vochten door de organisatie der hospitalen en
vooral door het vergoten bloed van den vermoedeüjken erfgenaam van
den troon en dat van hunne burgeren in evenredigheid van hunne be
volking en middelen zoo niet meerten minste zoo veel als elk ander
volktot het heil en de bevrijding van Europa hebben medegewerkt.
Nadat op deze wijze de onafhankelijkheid der Nederlanden in deze
nota is aangetoond wordt daarin voorts bewezendat de koning zijne
souvereiniteit niet te danken heeft aan vreemde mogendheden en die
nooit als zoodanig zou hebben aangenomenen alle denkbeeld aan eene
vergrooting van grondgebied van zich verwijderd zou hebben indien hij
deze koopen moest ten koste van' de waardigheid van het land, waarde
assche zijner voorvaderen rust maar dat de koning zijne souvereiniteit
na de Voorzienigheidverschuldigd is aan het bloed door zijne voorou
deren voor het vaderland gestortaan den roem dien het verworven
en aan de welvaart, die het genoten heeft onder hunne bescherming,
aan de innige betrekkingen in den loop der tijden tusschen hen en de
natie opgerigtaan de oude regten van zijn huis en aan het vertrouwen
even als aan de vrijwillige keuze van een vrij volk.
Ten slotte wordt in deze nota gezegddatzoo de liberale voorstel
len, door 's konings commissaris den 26 maart en 18 mei des vorigen
jaars te Maintz gedaan, nog geen ingang gevonden hebben bij het Pruis-
sische kabinetmen alle reden heeft van zich te vleijendat de toege
vendheid reeds door het gouvernement der Nederlanden getoondeinde
lijk alle de hinderpalen uit den weg zal ruimendie tot nu toe het ver.
vullen der bepalingen van Weenen over de vrije Rijnvaart hebben belet,
en dat alsdan de leden der centrale commissie de oplossing van het inge
wikkeld vraagstuk, haar opgegeven, zullen vinden. Ook wordt de hoop
geuit, dat eene commerciële negotiatie met Pruissen te Keulen, waarin
deze toegestemd heeft, aanleiding zal kunnen geven om aller belangen
overeen te brengen, terwijl het hof der Nederlanden overtuigd is, dac
beide conferentien van Keulen en Maintz tot een gewenschten uitslag
zullen leiden, zoodra de wederzijdsche hooge partijen van de algemeene
beginselen en de bespiegelende theorien zullen afziendie haar tot op
heden hebben verdeeld gehoudenen besluiten om de zaak volgens de
praktijk te beschouwen, en zich volgens de banden van vriendschap,
goede nabuurschap en bloedverwantschapwelke haar vereenigenon
derling willen verstaan, omtrent de weinige punten, waarover zij, na
de voorstellen te Maintz gedaan, nog verschillen.
FRANKRIJK.
MARSEILLE den 3 junij. De Grieksehe goeletheeft, na den ge
wonen tijd van quarantaine te hebben uitgelegen geen verlof kunnen er
langen om in de haven te komenen is genoodzaakt gewordenom
weder te vertrekken, zonder dat de pasagierswelke zij had overge-
bragt, gemeenschap met den wal hebben gehad. Men houdt zich ver
zekerd dat terwijl zij alhier was aangehouden, de vrienden der Turken
naar Tunis hebben geschreven, opdat van daar gewapende vaartuigen
mogten worden gezonden om genoemde goelet bij haren terugkeer op
te vangen. Eene der oorlogs^bnkken alhier voor rekening van den
onder-koning van Egypte gebouwd is onder Fransche vlag naar Alexan
dria gezeild van waar steeds zeer ongunstige berigtenomtrent dett
staat der geldmiddelenworden overgezonden.
PARIJS den g junij. Gisteren avond heeft men vernomen, dat de
kamer der pairs bij eene eerste stemming in de zaak van Ouvrard, met
eene meerderheid van 17 18 stemmen heeft verklaard, nog meerdere
inlichtingen te behoeven. Men voegt 'er bij, dat dezelve kamer nu nog
zal moeten beslissen of zij al of niet bevoegd is om kennis van de
zaak te nemen. Men roemt bijzonder jde adviezen, welke de pairs de
Broglio, Talleyrand en Fitzjames bij deze gelegenheid hebben uitgebragt.
Den 11 junij. Het hof der pairs heeft gisteren beslotenom de in
structie van het proces over de leverantien voor het leger in Spanje te
doen voortzetten, door den kansilier en eene door hem te benoemen
commissie van pairs.
MIDDELBURG den 16 junij. Gisteren is alhier van Batavia gere
tourneerd het schip Middelburg kapitein Fokke Jonker.
Ook is hedjn alhier ter reede gearriveerd het schip ds Ondeniemiiig
kapitein Hendrik Eeltjes van Domerarij.