N°. 63,
MIDDELDURGSCIIE
COUR if
Zaturdag
den 27 Mei.
d'^x
NIEUl^rSTTJDTNGEN.
BESTUREN en ADMINISTRATIEN.
OOS T- INDI E.
BATAVIA den 14 december. AVij vernemen vnn Samnrtinj;, dat Z. Exc.
de Initenaiit-gonvcrnciir aldanr aangekomen is op dcszelfs terngrcis
naar Racavia. Z. Exc. is verzcld van drie Soerakarcasche pangcrans
PoorboijeMataram en Digbeijwelke verlangd hebben bij deze gele
genheid hunne opwachting hij Z. Exc. den gouverneur-generaal te ko
men maken.
Van Djocjokarta zijn geene bijzonderheden ontvangen, dan alleen een
berigt van den majoor Soüewijn, wegens ecne expeditie, op den 5 de
zer uit Djocjokarta godaan, naar de zijde van Megiri, met het oog
merk om derwaarts te begeleiden en te ondersteunen een' tommongong,
welke door Z. H. den soesoehoenan van Soorakarta met eenig gcyolg
afgezonden isom de be/.ctting diir plaats te versterkenen alzoo te
beter te bewaken de vorstelijke grai'plaatsenwelke zich te Megiri be
vinden, en nu en dan door benden der muitclingen werden ontheiligd.
Op haren weg ontmoette de troep van den majoor Soüewijn eene vij
andelijke bende van naar gissing 500 man sterkonder aanvoering van
den tommongong Tjo Mongolo, welke echter spoedig overhoop gewor
pen werd met verlies van 15 manschappen, welke op de plaats bleven
liggen. Vermoedelijk werd ook het paard van genoemden tommongong
gewond, daar men hem, na de eerste schoten, te voet zag terug trek
ken, terwijl zijn paard aan de hand weggeleid werd.
De vijand zich nogmaals verzameld hebbende bij de dessa Bangin,
werd op nieuw met goed gevolg aangetast.
Bij de dessa Baharing werd eene tweede bende muitclingen aangetrof
fen, van 3 400 man. Dezelve werd even als de vorige met een be
duidend verlies uit een gedreven.
Van hier werd de weg tot Megiri zonder verdere ontmoetingen voort
gezet.
De majoor Sollewijn, des anderen daags den terug-marsch naar Djoc
jokarta gemaakt, hebbende, heeft op denzelven geene hindernis onder
vonden dan bij de dessa Bantoealwaar een post onder den voornoem
den tommongong Tjo Mongolo, zich op nieuw verzameld had, welke
door de onzen met een verlies van 5 manschappen uit een werd ge
dreven.
Bij deze ontmoetingen, hebben de luitenants Leusden en de Lattre
welke de huzaren aanvoerden, gelegenheid gehad penige zeer goede char
ges te doen.. De majoor-kommandant prijst ook zeer de goede diensten
van den kapitein der artillerie Stennckes.
De luitenant-kolonel Cleerens meldt van Segatoe, den 5 december,
dat: hij den volgenden dag naar Banjor zoude marcheren en zich daar
vereenigen met den luitenant-kolonel Dieu, om van die plaats de noodi-
ge maatregelen te nemen tot bescherming der banjoe Maas.
Dezelfde luitenant-kolonel Cleerens had den 2 met zijne gansche magt
de vijandelijke pangerangs Nótto Bronto en Rongo, op twee .ipunten
aangevallen en hen uit hunne sterke positien met den stormmarsch verdre
ven zoodanig dat de vijand in alle rigtingen de vkigt had genomen
zich het meest naar Romo begevende.
Bij de aannadering van Segaloe waren hem de vier demangs dier plaats te
geracet gekomen, onder verzekering dat zij alleen tot behoud van hun
leven zich genoodzaakt hadden gezien de oproerige hoofden te volgen
doch dat zij, indien zij slechts behoorlijk ondersteund werden, genegen
waren zich trouw aan de zijde van fiet'gouvefnëment te houden.
In alle overige oostelijke residentien blijft de rust ongestoofd.
F R A N K R IJ K.
PARIJS den 10 wei. In een' brief van den heer Eynard, agent van
het Grjcksche comité in Italië, geschreven te Anconaden 8meii82<5,
leest men de volgende bedroevende bijzonderheden, omtrent de verove
ring van-Missolunghi:
Welke droevige en rampspoedige tijding verneem ik bij mijne aan
komst te Ancona Missolunghi bestaat niet meerIk ben verplet en ter
ncdorgeslflgen bij mijne aankomst voedde ik nog hoopdochbevind dat
allc! geéi;^djgd is. Zie hier de stellige daadzaken, welke ik wegens de
ze ongelukkige .gebeurtenis ingewonSen heb.
„Den 15.april is de Grieksche vloot met het Turksch eskader slaags
geweest; het gevecht .was verschrikkelijk. 'De Grieken behaalden de
overwinning: doch niet beslissend genoeg, om de Turken geheel en .al
te verdrijven en levensmiddelen binnen Missolunghi te brengen. Miaulis
wnchtte dus eene nieuwe divisie om 'het gevecht weder te beginnen. Ibra-
h?:n die afgemat was door de menigvuldige en-met veel verlies-onder-
romene bestormingen, stelde alles in het werkom de aankomst van
levensmiddelen ,'die van Zante met kleine vaartuigen werden aangebragt,
te beletten. Den 16 werd alle gemeenschap, door middel van vlotten
en platboomde vaartuigenwelke m%t zwaar geschut gewapend '.werden,
afgesneden; van toen af konden de levensmiddelen, die te Petala te
Porto-Soro en te Zante gereed lagen, niet meer aankomen; de beleger.
den, die zich vnn cle dagolijlto nanUomcndc levcnamiddclcn oiidcj'.iicl-
t'enbegonnen derhalve in de noodlottigste omstandigheden te geraken.
Den 17 en 18 stierven verscheiden vrouwenkinderen en grijsaards van
honger. Den 19 nam het kwaad nog toe. Inwccrwi.l van dezen ver-
schrikkelijkcn toestand, dacht niemand nqg,aan de overgave. Allen hoop
ten nog op de vlo.ot. Intusschen maakte ziph een .ieder tot de., opoffe
ring van zijn leven gereed: verscheiden plaatsen der stad werden ter
ontvangst der vrouwenkinderen en grijsaards .bestemden alles werd
gereed gemaakt, om al .wat leven had, in de.hicht.te doen springen. Den
20 en 21 werden er gebeden gedaan; men ondermijnde verscheiden plaat
sen der stad en de ingezetenen besloten,, dïit .alle degenen die niet in
staat zouden zijn, om den uitval mede te kunnen doen, benevens de ge
kwetsten vrouwen en kinderenzich in de lucht zouden doen springen.
Den 21 en 22 viel Miaulis op nieuw de Turksche vloot aan; doch wat
vermogten een aantal kleine vaartuigen tegen zes linieschepen, acht of
tien fregatten en negentig andere vaartuigen,' die door den wind beguns
tigd werden. Alle pogingen waren nutteloos het was onmogelijk om
de met levensmiddelen geladen vaartuigen in de stad te brengenen de
Grieksche vloot verloor nutteloos hare beste vaartuigen, die aan het
vuur. der. zw.are Jurksche schepen blootgesteld waren.
De ongelukkige belegerdenhunne laatste hoop vervlogen ziende,
waren alleen bedacht, om hun heldhaftig voornemen ten uitvoer te brongen.
Alles werd voor het groote olFer gereed gemaaktde vrouwen en de
kinderen werden op de mijnen geplaatst. Eenige der meest onverschrok
ken grijsaards belnsteden zich om de mijnen, op het oogenblikdat het
teeken gegeven zou worden, aan te stekende mannen, die nog instaat
waren de wapenen te dragen, besloten een' uitval te doen, door het
leger van Ibrahim heen te slaan zich met hunne broeders te vereenigen,
ten einde, zoo mogelijk, hunne vrouwen en kinderen, die zij aan den
dood overlieten te wreken; omstreeks 2000 hebben dit voornemen tracb.
ten te vervullen; 130 140 verkozen in de stad te blijven en begaven
zich in een huishetwelk zij versterkten.
(^Het Slot in ons volgend No,")
PARIJS don 21 mei. De kamer der gedeputeerden beraadslaagt thrn?
over de afzonderlijke artikels van de wet op het budget. De heer Ca-
sirair Périer heeft vrijdag- zich wederom sterk uitgelaten over de finan
ciële maatregels van den heer de Villèle en dezen te vergeefs uitgelokt,
om hem te antwoorden. Eerst den volgenden dag heeft Z. E. het woord
opgevattoen er gehandeld werd over een amendementstrekkende om
te bepalendat de amortisatie-kas de helft harer fondsen gebruiken zal
tot het inkoopen van 5 per cents renten, zoodra zij onder pari zijn,
en de andere helft tot het koopen van 3 per cents. De minister be
toogde, dat het van belang voor het publiek crediet was om de ainor».
tisatie te laten werken op de 3 per centszoo lang die niet boven 7.5
genoteerd staan de heer Casimir Périer poogde zijne redenen nogmaals
te wederleggenen er ontstond eene vrij levendige en somwijlen zelfs
onstuimige discussie die door het verwerpen van het amendement ein
digde.
De instructie van het berucht proces omtrent de leverancien aan
het leger van Spanje is voltooid. Dingsdag zal dezelve aan het höf der
pairs worden voorgedragen met de conclusien door de leden genomen,
die deze instructie hebben opgemaakt. Men wil, dat daarvan de uit
slag zijn zal, dat er geene termen bestaan om een der pairs Wegens de
ze zaak te vervolgen, en dat men derhalve aan de kamer zal voorslaan,
om zich incompetent te verklaren.
Behalve de 45 prelatenwelke de bekende acte van den 3 april
inhoudende, dat het geestelijk gezag het regt niet heeft, om koningen
van derzelver kroon te berooven, en onderdanen van derzelver eed van
trouw te ontslaan, hebben gcteekend, hebben nog 25 andere te kennen
geven dit gevoelen als het hunne te beschouwen.
Te Rouaan hebben bij gelegenheid der prediking van eenen mis-
sionaris, in de hoofdkerk verregaande ongeregeldheden plaats gehad;
het talrijk gehoor gedroeg zich zeer luidruchtig, en weldra beklaagde
zich de prediker deswege. Zijn beklag het gemor nog meer opgewekt
hebbendeverzocht hijzegt menaan den genen die hem hooren wil
den om de levenraakers de kerk uit te jagenen alstoen ontstond eene
vreesselijke opschudding, welke de tusschenkomst der gendarmerie nood
zakelijk maakte die eenige jonge lieden arresteerde. Meu zegt dat een
pastoor van eene der parochie-kerken mishandeld is. Den volgenden dag
hadden zich voor de hoofdkerk en in de aangrenzende straten wederom
talrijke zamenscholingen gevormdmaar de gewapende magt heeft die
zonder tegenstand te ontmoeten verstrooid. De belhamels der oproerig
heid zijn aan de regterlijke autoriteiten overgeleverd.
De GOUVERNEUR van de Provincie ZEELAND,
In aanmerking neinende 'datvolgens Art. 20 van het Reglement op het
bevisschen der Schelde en Zeeuwsche Stroomengearresteerd bij Zr. Ms,
Besluit van den 26 Augustus 1825, (^Staatsblad na. 66), voor eiken
gevangen Zeehond en Bruinvisch, behoudens de noodige bepalingen,
eene premie zal worden uitgereikten wel voor lederen Zeehond eene
premie van 3en voor iederen Bruinvisch eene premie van 2tö
betalen door het Bestuur der Visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche
Stroomen.
Overwegende, dat daardoor eenige wijziging noodzakelijk zal wordert
in deszelfs dispositie van den 14 September 1Ö22 betrekkelijk de beta
ling der daarbij,bedoelde premie voor het vangen van Zeehonden.
Gelet op de deswege gevoerde correspondentie met den Heer Staats
raad, Administrateur van de Nationale Nijverheid, speciaal op Zijn HooS
Ed. Gestrs. missive van den 10 dezer maand, no. 14;
Heeft goedgevonden te bepalen
1. De betaling der premien voor het vangen van Zeehonden zalvol
gens de bepalingen van opgeroeide dispositie van den 14 September
1822, plaats grijpen tot den i Julij aanstaande.
2. Te rekenen van dat tijdstip, zal de bepaling van A van het adö
lid der aangehaalde dispositie van toepassing zijuj zoo wel op de
gevangen Zeehonden als op do gevangen Bruinvisschen en zullen
mitsdien de gevangen Zeehonden en Bruinvisschen dadelijk moetert
worden vertoond aan het Hoofd of daartoe expresselijk gedelegeerd
Lid van het Bestuur der woonplaats van den belanghebbendenhet
welk zorg zal dragen dat de Snuiten dier Dieren in" zijne tegenwoor
digheid worden afgehouwen en daarvan kosteloos buiten het Zegel,
een certificaat aan den belanghebbenden zal afgeventen blijke dat
de aanbrenger geregtigd is tot de premien van 3 of van f 1 vol
gens Art. 20 van het Reglement op het bevisschen der Schelde en
Zeeuwsche Stroomen gearresteerd bij Zr. Ms. Besluit van den 26
Augustus 182,5, (Staatsblad no. 66^.
3. Dat voorts deze, van en met den i Julij aanstaande af te gevena
certificaten, binnen veertien dagen na derzelver dagteekening, met
de afgehouwen Snuiten der Zeehonden of Bruinvisschenzullen
moeten worden overgelegd bij een der Leden van het Bestuur der
Visscherijen, in derzelver respective woonplaatsen, naar verkiezing
der belanghebbendenof bij den Secretaris en Penningmeester van
dat Bestuur, te Tholcn, om daarop, bij examinatie en voldoende be
vinding van het certificaat, de premie te kunnen ontvangen terwijl
op de vernietiging van de Snuiten, door de gezegde Leden of den
Secretaris en Penningmeesterde noodige orders zullen gesteld wor
den.