IN-. 23.
MIDDELBURGSCHE
COURANT.
Donderdag
den 23 Februarij.
NIEUWSTIJDINGEN.
■->>
NEDERLANDEN.
riDDELBURG deu 23 februarij. Bij besluit Van Z. M. dert Ko^
i.Ti ning van den 30 januarij 1826, no. 28, is aan de Nederlandsche
llsraëlitische gemeente te Middelburg, tot herstel van deizelver kerkge
bouw eene subsidie van acht honderd gulden toegestaan.
Den I 8 zijn bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal de 5de eh
rfde titels van het tweede bock des Wetboeks van koophandelde eer
ste na vrij wijdloopige discnssien de tweede zonder dezelve aangeno
men. De 5de titel, tegen weike eene petitie van kooplieden en ree-
ders'van zeè-schepen te Arasterdam was ingekomenhandelt van bevrach-
litfen, chartepartijen en cognossementen; de 6de van schipbreukitran-
^g en zee-vonêen. De vergadering is tot den 21 geadjourneerd.
Den 10 februarij is het lijk v^n keizer Alexander van Taganrok
Haar Petersburg op weg gegaan. u k»
Men meldtdat de groot-hertog Michael zich thans te Warschau be
vindt en dat de groot-hertog Konstantijn het bevel over het leger van
Sacken heeft op zich genomen.
In het begin van februarij geloofde men dat vijf der voornaamste aan-
leggers van den opstand waaronder de prinsen Obolensky en Tschepin-Res-
towski op het glacis der citadel van Petersburg gefusilleerd zouden worden.
Den 14 en 15 dezer is de Londensche beurs zeer onstuimig geweest.
Er werden verscheidene faillissementen bekend gemaakthet belangrijk
ste is dat van het huis B, A. Goldschmidt en co,eh met hetzelve de
huizen, E. J. SymondsDaniel Mocata, gebroeders Levy en H. Is
raël, welke alle in groot krediet stonden. De Engelsche fondsen heb
ben'echter den 15 geene nieuwe daling ondergaangelijk te vreezen
was; maar het tegendeel is gebeurd, en zuiks ten gevolge van de tus-
schen het gouvernement en de bank van Engeland beraamde schikkingen
daar deze laatste begonnen is met het opkoopen van exchequer-brieftjes
ten bedrage van twee millioen sterlings, voor welk beloop zij bankno
ten zal uitgeven. Dit heeft dadelijk ten gevolge gehad, dat deze brief-
tjes van 18 en 20 sh. disconto tot pari zijn gestegen. Sedert hadden er
tot de laatste berigten van den 17, geene nieuwe faillissementen plaats
gehad en ondervond men eene aanvankelijke verbetering in de fondsen.
Van Liverpool melden de laatste berigten, dat de handelszaken aldaar
weder een meer voldoend aanzien hadden verkregen.
Te Norwich waar thans 12,000 arbeidslieden zonder werk zijn
hebben vrij ernstige oproerigheden plaats gehad. Een twintigtal der bel
hamels was gevat en de rest verstrooid.
Den 10 december 11. heeft het Braziliaansch gouvernement den
oorlog aan de vereenigde provinciën van Rio-de-la-Plata verklaard.
De Ned. Werk, schulddie den 18 11. te Amsterdam genoteerd
stond 49I 5i|, was den 20 dezer 5o| a 5a.
Vervolg en Slot der Redevoering van den keer Dotrenge.
y, De nijverheid moet vrij zijnGewisenom het beeld dat men
bezigd heeftte behoudende nijverheidwelke in het geven of
Slijten van onderwijs bestaatmoet het evenzeer als de overige wezen.
Ook is zij hetop denzelfden voet. Wijl de nijverheid vrij moet zijn
daaruit volgt evenwel nietdat zijdie zekere soort van nijverheid
willen uitoefenen, ter zake van politie, en in het belang dier nijver
heid zelve niet aan examens ter beproeving hunner bewaaraheid zou
den kunnen onderworpen worden. En dit is alles wat men bij ons vordert
van degenendie het beroep van openbaar onderwijzer willen aanvaarden.
De politie voedert ook, dat zekere beroepen aan bestendig tcevoorzigt
en zelfs aan bestendige visitatien onderworpen zijn. Behalve dat zij de
jnaten en gewigten van alle kooplieden doet nagaandoet zij opzettelij
ke bezoeken bij de bakkers, om te zien of hunne brooden het gewigt
hebben; of zij er geene ongezonde zelfstandigheden onder gemengd
hebben; Zij onderwerpt de goudsmeden aan den stempel en aan de vi
sitatien der opziejiers en proefnemers der kantoren van waarborg. Nie
mand heeft het nog kwalijk genomendat zij zich van tijd tot tijd gaat
verzekerendat de apothekers en droogisten geene bedorvene genees
middelen- of vergiftigde droogwaren verkoopen. Er isdunkt mijnog
roeer reden om degenen te kennen en na te gaan die onze zielen wil
len voeden en gezond maken. Ik heb straks van de ignorantijnen ge
sproken mijne heeren en ik heb gezegdwaarom hun instituut ons
niet leek: maar ik heb mij wel gewacht te zeggen, dat hunne waar gift
was. Ik geloof integendeel gaarnedat hunne gemeenen zeer onschul
dig zijn. Dan het is hun bewijs van oorsprongdat een onoverkomelijke
hinderpaal tegen hunne toelating uitmaakt. En al waren zij aanneem
baar dan zou men nog het regt hebben hen te examineren. Men zou
hen, dunkt mij, ook behooren uit te noodigen, om van hunne manier van
beproeving af te. zien ten zij menbij het geven van den lossen teu
gel in het stuk van onderwijs,, tevens de vrijheid van knevelingen en
jt-mishandelingen voor hen wil inroepen.
Het ultra-montanisme zegt men, de voormalige uitsporigheden van
het geestelijke gezag, deszelfs aanmatigingen, deszelfs pogingen tot in
breuk op de regten van de burgerlijke magt, zijn slechts verjaarde her
inneringen. De kerk welke eertijds dan de onderdanen van hunnen eed
aan hunne vorsten dan de vorsten van hunnen eed aan hunne onderda
nen heeft ontslagenveroorlooft zich thans dergelijke dingen niet meer.
Hoetien jaren naauwelijk is ons koningrijk gevestigd en gij noemt die
bisschoppelijke mandementendie herderlijke brievendie leer-bepalin
gen verjaardwaarbij men zoo veel mogelijk getracht heeft om zelfs te
Ibeletten dat het zich vestigdewaarbij men onder bedreiging van den
banvloek, verboden heeft voor de grondwet te stemmen waarvan de
koning het ontwerp aan de natie ter aanneming voorstelde Zij zijn
volgens u verjaard die langdurige vervolgingen welke men bedreven
heeft en heimelijk nog, zelfs op het doodbed, bedrijft tegen 's lands
«mbtenaren, die overtuigd worden van de schromelijke misdaad begaan
te hebben van de wetten des rijks trouw te hebben gezworenzonder
eenige achterhouding Een vorige spreker heeft u al die verfoeijelijke
praktijkenen in haren oorsprong en in haren voortgangte wel afge-
daadzakenkunnen bewijzen, dat het ultra-montanisme heden even be
drijvig, even ondernemend, even onverdeeld in zijn bejag is, als ooit»
Op geen tijdstip misschien gingen de dagen meer zwanger van ultra-
montaanschê stormen. Dan ik zou moeten gewagen van eenige dooden,
wier asch ik niet wil storen en van levende personen Van welke ik
wenschte, dat iedereen liever de drift zocht te bedaren dan aan te vuren.
Vóór meer dan eene maand zeide men, dat wij met eene groote
uitbarsting bedreigd werden. Niet ik, mijne heeren, ben, als een twee
de Oldecorngekomen om de kamer op die kruidmijn te bettenniét
ik heb ze willen aansteken; ik heb integendeel gedaan al wat ik kon»
ik heb alle mijne vrienden verzachtvan hunnen kant alles aan te wen
den opdat men, pra *s lands vredes wille, mogt afzien van die mijn tef
laten springen.
„Men heeft niette vreezen. Zegt gij, voor de terugkeering der tij
den van de Gregoriussen VII de Innoctnciussen III, de Bonifctcitissen
VIII, Ziet dau of de geschriften der (/e Maistresder Lamennaiseil
zoo vele anderen, niet strekken, om het misbruik der geestelijke niajt
veel verder te drijven, dan die opper-priesters Zelve gedurfd hebbcti
Ziet of de St, Barthelomeus, waarover Cregorius de XIII den Heiuel iö
geheel het Katholiekendom door een algemeen jubilé liet danken heden
niet nog als eene heilzame gestrengheid wordt geloofd en geroettd.. Etl
zegt mij evenwel of het de schrijvers zijndie deze onmaatschappelijkd
leer verbreidenof het niet integendeel de schrijvers zijnwelke ze bö-»
strijdendie Rome op den index zet.
Maar wat gaan ons die vreemde geschriften a^n Eilieve Vraagt hel
eens aan de geheime genootschappen, aan die Apostolische juntas Irt
hoop, welke zich voor alsnog met de zedigste titels, deze Van RoomSch
genootschap, gene van Katholiek genootschap, vergenoegen, waartJitl
het juist deze geschriften zijndie zij doen drukken en herdrukken
om ze in menigte en voor spotprijzen onder alle ingewijden binnen oHZö
achttien provinciën uit te deelen,
Dat men mij tevens zegge, tvat die waarachtige of veritieeiicle rond*
gr.ande brieven beteekenen welke de dagbladen ons aankondigen &is VStt
Rome gekomen; wat ze beteekenen, als ze ons Kathoiiekeri vermanen»
om voor den te voeren oorlog tegen het collegium philosophicum het»
zelfde krijgsplan te volgen, als voor den oorlog tegen het algemeen Se
minarium y-xvL Jozef gediend heeft? De zin, die in het verblóethdö
wachtwoord van dezen vreedzamen vermanings-brief ligt opgesloten, ii
niet duister voor een iegelijk, die geheugen heeft. 1790 kan eert -^et*
jaard tijdsgewricht voor sommige lieden wezen maar het schijntdaS
er ergens lieden zijn, die het zich herinneren.
„Welke invloed ook heeft dien uitzinnigen lerlandcr aangedre«ejt
die in denzelfden oogenblikdat de dagbladen ons de gewaande Rö»
raeinsche circulaires beteekenenmede door dagbladen de Nederlandsohé
Katholieken uitnoodigt, om eén heilig offensief en defensief vérbond
met de lersche Katholieken tegen de bestaande Gouvernementen aan te
gaan? De vrijwording van onze Katholieke broeders is eene waardige
en billijke zaak op zich zelvemaar hoezeer is het te vreezen dat
hare bereiking onbepaald zal zijn verachterd door de eischen ett deil
kwaden geest van hare verdedigersen door al hetgeen de aanhangers
van het ultra-montanisme thans aanwenden ter opruijing van het Room*
scheen zelfs van het Onroomsche gedeelte des vastenlandsDe be»
doeld' wordende onlusten zouden weldra in het Britwhe rijk gevaarlijker
worden dan elderswant sinds lang heeft men er de wettelijke middeleit
uit het oog verloren, waarvan men zich ter betengeling derzelve be
diende, wanneer het Katholicisme er heerschende was.
Maar dejezuiten ten minste, waarvan niemand vóór u in dezever*
gadering gesproken heeft, zijn slechts een spooksel, waarmede men d€
eenvoudigen verschrikt
Gij ontkent het bestaan derjesuiten! Dat is zoo als het behoort r
het"geval is te loochenen; en men voert de afgesprokene taal. Zij zeU
ve loochenen, sinds acht jaren, in Frankrijk, hun eigen bestaan en la
ten het nog dagelijks doen, Nogtans zijn zij er maar al te zeker in vol
le vleesch en beenen,
En zijn het spookselsdie vaders des geloofsdie volgens de rap
porten van onze politie-beambtenmeer dan eens getracht hebben bin-
nen dit land te dringen, om ons onder het bestuur der Missien te bren
gen
Maar vermits die vaders van ons weggezonden zijnis het imiiieri
nie" bij ons. Zegt men, dat zij hunne oefeningen houden, dat zij hun
ne praktijkenhoe die dan ook zijnin zwang brengen. Al ware zulks
volkomen juist, zou het Gouvernement nog niet te veel op zijne hoede
kunnen zijn: Tune tua res agitiirparies sum proximus ardet. Ja, de
gochelspelen, waarover de ware godsdienst en de wezenlijke vroomheid
zich verontrust en zich elders bedroevenhebben tot heden ons land
niet onteerd: maar wien hebben wij het te dankenen wat zou er ge
beuren als hja Gouvernement hun maar éénen dag ruira baan liet _Ea
eindelijk, ook ten onzen opzigte, is het dan slechts eene begochelJDg
zonder gevolg, dat zeer gewis Jesuitische collegie van St, Acheul, waar
van de zendelingen alle jaren onze jonge lieden komen werven De ge
drukte lijst van naam-afroeping aller kweekelingen van dit collegie over
1821 toont aan, dat er alstoen 85 a 87 kweekelingen uit aHe deelett
van Nederland warenonder het getal van 7 of 800die zich op die
kostschool bevonden. Dat boekje heeft rot zinspreuk Olim memimsse
juvabit. Hetwelk zeker zeggen wilWij zullen later toonen wat een
Jesuit is,"
Ik zal deze lange redevoering met eene korte bede aan den Koning
besluitenSirebewaar ons voor de Jesuiten maar verlos ons vart
het Gemaalwaarin zijin gegeven omstandigheden een magtigen hel
per zouden weten te vinden,"
Ik heb bij deze gelegenheid, gelijk altijd, mijne ffleening vrij en rond
borstig geuit, met het eenige doel, om mij van den pligt te kwijten,
dien ik bij de aanvaarding van mijnen post heb op mij genomen zon
der om te zien, of ik daardoor aan de eene zijde gunst zou behalen,
of aan den anderen kant aan laster ten doel zou staan. Ik ben hier niét
gekomen om mijne eigene zaken waar te nemen; maar wel die van mij»
land. Ik zwoer en betracht mijnen eed als afgevaardigdezonder uit-
cschilderddan dat gij niet zoudt bespeuren welk doel men al ontvein-
[ïende,-zoekt te bejagen. Zonder buiten ons land en verder dan deszelfs drukkelijke of inwendige achterhouding,
■oprigting ten koningrijk te gaan, zou ik u, door eene reeks van andere „Het budget zal ongetwyfeld aangenomen worden, hoezeer ik het 0^