N". i56. MIDDELBURGSCHE COURANT. Donderdag NIEUTTSTIJDINGEN. den 29 December. BESTUREN en ADMINISTRATIEN. ZEE-TIJDINGEN. •^ST^r^ '^'"'"^"'- ^'^'^'P 'l' menden, kapt, GRIEKENLAND. ZANTE den 12 november. Wij hebben de bevestiging ontvangen., van het opbreken van het beleg voor Missolunghi. Resehid-pa- cbs moet zich naar Janina hebben begeven. Een brief van Ibrahim aan den pacha van Canea door de Grieken onderschepthoudt het bevel in dat al de Grieken die hem in handen xulleti vallenmoeten gedood wordenomdat er geene mogelijke noch zeke rt overwiming iestaatdan door het plan van verdelging van al de Ckris- fenen te volgen. Zoodra deze tijding den Creters bekend wierdwas de jnjurrectie zoo algemeen en geduchtdat de Turken de hulp hebben in geroepen van Ibrahim, van Konstantinopel en van al de landen, waar op hunne hoop gevestigd is. -pe pacha die te Salona kommandeertheeft eene volkomene nederri Jaag ondergaan. De Grieken van Romeliè trekken zich van allé kanten 1 jBihet gebergte te zaraenWaar zij zich tot onderscheidene punten van insurrectie formeren. i 'In den laatsten uitval, door de Grieken die Missolunghi verdedigen, gedaan, zijn de Turken zoo kompleet geslagen, dat men hun 130 bela- dene kerneiseen groot aantal paardenmuilezels en slagtvee heeft ont nomen. De Soulioten hadden plan Ibrahim-pacha, op den Evenus ge kampeerd aan te takten. De kolonel Fabvier bevindt zich thans met zijne gedisciplineerde troepen te Athene. 't/ -^^'^'!-'|! 0 Uit een hrief van ZANTE den 16 november. 1'^'*^r!.>' In zee, voor Navarino den 8 november 1825. „Sedert het moorden te Scioheeft men niets gezien dat hieraan evenaartals hetgeen er in Morea omgaatik heb onder mijn oog 8 Ji pgo Grieksche vrouwen ,en kinderen zien bijeenbrengenwelke door Ibrahim-pacha tot slaven waren gemaakt, om naar zijn vader in Egypte te zenden." G R O O T - B R I T T A N J E. LONDEN den 23 de^cember. Hoezeer men nog vernomen heeft dat eefiige banken in de provinciën genoodzaakt geweest zijn hare betalin gen te staken, zijn de berigten in het algemeen veel gunstiger. Wat de bankiers te Londen betreft, schijnt het vertrouwen weder volkomen hersteld. Bij den handel bestaat echter nog zeer veel verlegenheid en men ziet met schrik nieuwe faillieten te gemoet. ,r- Onze dagbladen behelzen de volgende schets van den tegenwoor- digen keizer van Rusland Vorst Konstanstijh is geboren in 1779. Zijne moeder, keizerin JJ§tharina had hem den naam van JConstantijn gegeven, ten gevolge van de bedoelingen welke zij alstoen met Turkije had, en had vervolgens eene medaiüe doen slaan welke dit opschrift had Komtantijn koning der Grieken. Hij heeft in 1799 den veldtogt onder den generaal Su- warow medegedaan, en hij had zich'voorgesteld in 1800 den aarts-her- tog Karel te vergezellen; doch na de verliezen door de Russen in Zwit- }|Eland geleden, keerde hij naar Petersburg terug. In 1802 ging hij Bip'Weenen en de keizer van Oostenrijk benoemde hem tot kolonel- ^filair van een regiment hussaren. In 1805 voerde hij het bevel over een Russiscli korps, en nam, aan het hoofd van zijn' regiment gardes, deel aan den slag van Austerlitz. Hij verzelde zijn broeder den keizer in de yeldslagen van 1812, ij( e» 14, en trok met hoogstdenzelven bjwieji Parijs. Hij is niet ijiet:den keizer te Londen geweest; te dier tijd keerde hij naar Rusland terugen begaf zich vervolgens naar het congres te Weenen. Na de twieede afzetting van Buonaparte, werd prins Konstantijn tot onder-koning van Polen benoemd. Zeventien jaren -Oud zijnde, huwde hij met de prinses van Saksen-Coburg, van welke hij In'april 1820 is gescheiden," zich naderhand in den echt verbindende met de gravin Gradzinka, thans prinses van Lowitzdoch daar deze da- mi uit geen vorstelijk hoLs afstamde Tiecft keizer Alexander destijds met toestemming van den senaat, bij een besluit de troons-opvolging aan den groot-vorst Nikolaas overgedragen;- welk besluit niet is publiek ge- 'DèZe jBatste.prips-is geboren in: 1756, en heeft verscheidene maakt. latiden van Europa doorreisd. Hij is met zijn broeder, den groot-vorst Michael in Engeland geweest flUvaar^hïj -alles wat_^ dit land in onder scheidene opzigten-.Belangrijksj.j|(«éVe#ri n^auwkeurfg'heeft onderzocht. Prms Nikolaas is mét He-prinses ChMöttli- Wilhelmina van Pruissen ge- Ifflwd, bij welke hjj een'. Zoon en-twee dochters heeft. Prins Konstan- Wn heeft geene kinderen." P R A N K R IJ K. ..^ARIJS den 23 december. De wet op de troons-opvolging, de belang- njksto akte der regering van Paulis in 1797 tijdens zijne krooning bekend gemaakt en tot eene constitutionele akte des Rijljs verklaard. Volgens deze behoort de kroon aan den oudsten zoon van den keizer ^n aan zijne geheele mannelijke nakomelingschap. Bij ontstentenis van f^e nakomelingschap wordt de tweede zoon en zijne mp.nnelijke na- ^elmgen tot den troon geroepen; bij gebrek aan manneiijke erfgena- nsn, heeft de vrouwelijke linie regt op denzelven. Indien de vrouwe- erfgenaam eene vreemde kroon bezit, moet zij daarvan afstand alvorens die van Rusland te aanvaardenook moet zijzoo zij Oneksclien godsdienst niet mogt belijden, daartoe overgaan, en zoo »1;,"^ l voorwaarden mogt weigerenvervalt de kroon aan den mpten erfgenaam. Ingeval van minderjarigheid moet de monarch aan wM?^''^^"' '■^g^"^ benoemen, en zoo er geen benoemd is, be- noort het regentschap aan de moeder van den minderjarigen of bij ee wek van eene moederaan den naasten bloedverwant. Langs een buitengewonen weg heeft men brieven van Konstanti- nopel tot^den 29 november, hoofdzakelijk meldende, dat de Mufti itó^wt? '''".t'" godsdienst) zeer onverwachts afgezet is, zonder dat aen weet om welke redenen men tot dezen stap is gekomen. Den 25 en 26 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op on2e fee^U aangekomen The City of Genoa, kapt. R. Crawfurd van St. Dommgo, met ko^) en katoen Deverow Honduras kapt. J, T. Billettvan Londen met stukgoederen; Abby 31., kapt. J. Westvan Boston, met katoen en rijst; Antverps Packet kapt. L. Ilawegh van Huil, met stnkgoe- deren; Columbus, kapt. M. Girtsvan Philadelphia, met suiker en thee,, BEKENDMAKING, De GOUVERNEUR van de Province ZEELAND Ontvangen, hebbende Zr. Ms. besluit van den 16 November jl. no, n54 houdende onder andere voorschriften tot h^ndhav-ing 'der bestaand"? ïVettelijke bepa;iingen tegen het bouwen, vergrooten, of het veranderen van IVoningen Schuren Magazijnen Sluizen Duikers of andere voor werpen van welken aard ook en tegeiji het doen van beplantingen en het aanleggen of veranderen van Gemcenschaps-Linien te fVater en te Landin den verboden omtrek van 's Rijks versterkte Plaatsen of eeni,« gerhande Vestiugwerken. Gelet op de wet van den lö November 1814 (Staatsblad no. lod)^, inhoudende hetgeen volgt: ■zv^^i.'j.i (^Fervolg. zie het vorige No.") MSè-iiÉiJv Art. 7. Het zal aan niemand dan aan de daartoe geregtigde militairen df van wege den dienst der Fortificatien geëmploijeerde en daartoe geauto riseerde personen vrijstaaneenig ander gedeelte daarvan te bewandelen dan de gewone Paden op de Walgangenen zoodanige Pleinen, welke voor de Passagie onvermijdelijk moeten geschikt blijven. Ook zitllen geene Runderbeesten, Paarden, Schapen., Geiten Var- kens of Ganzen ter beweiding ergens op 's Lands Militaire gronden wor- den toegelatenten ware op die gedeeltenwaarop zulks aan de Pach- ters in de conditien expresselijk mogt zijn vergund. De Beesten, welke tegen dit verbod op 's Lands Militaire grondeli mogten gevonden wordenzullen dadelijk in Schutstallen of verzekerd'e bewaring worden opgenomen, tot dat door derzelver Eigenaars de scha den aan de Werken toegebragtzullen vergoed zijnboven en behalve eene geldboete van tien Guldens, ten voordeele van die genen, die de ze ongeregeldheid zullen aangebragt hebben en ten gevolge van v^ier aangifte de aanhaling van het vee voornoemd zal geschied zijn. 8. Alle Voerlieden van Vrachtwagens en andere Rijtuigen zullen ge houden zijn, de Barrières, Bruggen en Poorten van 's Lands Vestingen en Sterkten nimmer anders dan bij den stap hunner Paarden door te rij den alle degradatien door hun toedoen daaraan veroorzaaktzullen ten hunnen koste worden hersteld, en derzelver Rijtuigen en Paarden Zoö lang in verzekerde bewaring gehouden wordentot dat die vergoeding van schade voldaan of daarvoor de vereischte cautie zal zijn gesteld, behalve de betaling eener boete van drie Gulden ten voordeeie van de Wachtdie de ontdekking gedaan heeften ten einde niemand van dat verbod eenige ignorantie pretenderezal hetzelve aan den ingang dex Buiten-Barriéresin leesbare lettersop een afzonderlijk daartoe bestemd bord, worden uitgedrukt. 9. Alle Buitenplaatsen, Stallingen, Huizingen, Boerenwoningen,- Schuren of Getimmerten, van welken aard ook; alle Tuiningen, Boom gaarden, Dreeften en andere Beplantingen, welken zich bevinden op den afstand van 300 Roeden der Steden of Plaatsen, die in den lot^ der laatste vijftig jaren tot Sterkten hebben gediend of met Fortificatie- werken zijn omringd geweesten thans gerekend worden tot de Vestin gen Sterkten en linien A^r eerste en tweede klassen te behoorenzullen zoodra wij zulksvoor de defensie van het Landonvermijdelijk zullen oordeelen, op onzen last afgebroken, verbrand of vernield worden, zon der dat daarvoor eenige vergoeding van schade aan de eigenaars zal wor- den ipegelegdevenmin als waren deze voorwerpen door den vijand vernietigd. Voor zooverre evenweltijdens den aanleg dier VestingenSterkten en linien van defensie, zich reeds binnen den bepaalden kring van 300 Roeden, zoodanige voorwerpen bevonden en deze nog werkelijk be staan, zal daarvoor, hij eventueel noodzakelijke vernietiging, van 's Lands-wege, eene billijke schadevergoeding aan de eigenaren worden toegestaan. 10. De bij Art. 9 bepaalde afstand van 300 Roeden, zal gemeten worden als volgt a. Voor Vestingen, Sterkten enz. met bedekte Wegen omgeven, uit den rand van derzelver Borstweringen; b. Foor VestingenSterkten enz. zonder bedekte Wegen maar met Enveloppes of Buitenwerken, uit den Buitengracht-boord dezer werkenen c. Voor Vestingen, Sterkten enz, die geene bedekte wegen Enveloppes of Buitenwerken bezitten uit den buitenboord van de Grachten des Hoofdwals. 11. De Eigenaren of Bewoners van zoodanige voorwerpen in Art. 9 vermeld, welke thans nog binnen den bepaalden kring van 300 Roeden van de Vestingen van de eerste en tweede klassen bestaan zullen daaraan geene verdere vertimmeringen mogen doen dan noodig zijn om hunne eigendommen te houden in den stand waarin dezelve zich bevinden. De eerst aanwezende OfRcieren van de Genie in de bedoelde Vestin gen van de eerste en tweede klassen, zullen naauwkeurig acht geven, dat aan dit artikel stiptelijk worde voldaan. Ingeval van overtreding, zullen zij zich daarover moeten adresseren aan het Plaatselijk Bestuur, hetwelk alsdan de noodige maatregelen daar tegen zal in het werk stellenen zichingeval van verschildaarover aan den Secretaris van Staat voor de Binnenlandsche Zaken adresseren, 12. Ten einde evenwel den Landbouw in den gemelden kring van voorschreve VestingenSterkten enz. zoo min mogelijk te belemmeren zal het voortaan (echter alleen op bekomen verlof van het Departement van Oorlog), overeenkomstig het hiernavolgende 20ste Artikel, aan ds Opgezetenen vrijstaan tusschen de 100 en 300 Roeden van dezielve. Houten Woningen en getimmerten met daken van riet of stroo op te rig' i tenzonder raetsehverken of onverbrandbare stoffen en materialendan

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1825 | | pagina 1