eöüft-AiNrtï IDDELBÜÊ.GSGHE mo.iè. Zaturdag éèa 28 Februaril,, U i E U TF ST TJ n 1 N G E Ji. MEN GE L I N Cr W.. sgS-^ïi I-vat RUSLAND. »-*FTFRSBURG den 6 februarij. Seder*t eenige dagen hebben wtf.eene P S v.n^ tot .0 eraden bekomen. Door de plocfelingö af*Ufeling v«n warmte «n koude heefc men alhier vele Zieken^ - V-, f T A L I t. .ir^ vs ..Vi-v^-, ,-,--■ ROME den 5 f^hruarij. Terwijl meii in het noorden v»ti Êürbpii zich t*^\^^ zachtheid van den winter verwonderd, heeft men z.ch hier over de 'boitengewone geftreneheid van het jaargetijde te beklagen. Wij hebben bnl- SteDgeWoon veel fneeuw en de bergen rondom deze ttad zyo «r i4^de b^L^kt, - 'ife wim« I» needs noorden en zeer fcherp. ^v/?,= .7^,^.-1 DüfTSCHLAN 0.«- ut«<r HAMBURG den 20 fehruarij. Z. M. de koning van Zweden heeft, als koning van Noorwegendezer dagen den Noordfchen rijksdag, of Storthingin Christianla met eene plègtige aanfpraak doen openen. Z. M. verklaart in deze aanfpraak voornemens te zijnom denzelven grondwettige 'veranderingen voor te dragen, welke ten doel hebben, om htmvenwigt, 't welk tusfchen de uitvoerende en de wetgevende magt behoort te bedaan te herftellen, en zal mitsdien waarfchijnUik terugkomen op dat artikel van de conflitutie. 't welk, even als laatftelp bij die der Spaanfche cortes. bepaalt, dit een beOuit der Storthingdoor drie verfchillende rijks vergaderingen genö men, ook zonder de toeftemraing des konings kracht van wet bekomt. Z. M. 'vermeent, datzoo de bevelen eens opperbevelhebbers op het flagveld on- middelijkmoeten worden gehoorzaamdde voörftellen van eenen monarch welke dienen moetenom grondwetten tot ftand te brengenmet de meeste -.■ zorg en bedaardheid behooren overwogen te worden, ten einde alle nadee- lige gevolgen te vermijden. Z. M. verklaart ten flotte, met alle de vreemde mogendheden vriendfchappelijke betrekkingen te onderhouden. Men meldt uit Koppenhager. van den 14, dat de grondlast daar te lan de'om ao ten hortderd is verminderd, en dat den fchatpligtige de gelegenheW is gegevenom denzelvendes begeerendemet granen te voldoen. FRANKFORT den ^i februarij, In brieven van Ode%fa vinden i de zerwordt de tijding bevestigddat lord Scrangford van zijn hoF nieuwe in- flructien ontvangen heeftdie hem raagt geven, om de onderhandelingen, ten opzigte der nog tusfchen de Porte en Rusland beftaande verfchillen voort te zetten; men \s thans verlangende te weten, welk aandeel de heer von IWinciaky, die reeds te Konftantinopel aangekomen zoude zijn, aan de ver dere negotiatien zal nemenj düar nog altijd het gerucht in omloop blijft, dat z^ne zending zich alleen tot de handelsbetrekkingen bepaalt. GROOT -BRITTAN] E. LONDEN den 31/fAr«d«y. De landmagt van Engeland Is aldus ver deeld: In Engeland en Schotland aa.oip ni«n, in de overzeefche bezittingen 30i73S> man en in Ierland 20,229 man; hierbij worden niet geteld 20,000 biandie op kosten der kompagnie in de Groote Oost onderhouden worden. De leening ten behoeve der Grieken is gisteren geteekend en bedraagt :4imillioenen dollars, zijnde de leening tegen 59 per cent gefloten. iDe Maire van Liverpool heeft eene vergadering gehouden der gegoede in- gpzetenen dier ftad, ten einde eene infchrijving te openen tot oiiderftand der ïïörieken» Vi>igens hier ontvangen brieven van Misfolunghiis Patras door de Grieken ingenomen en zouden zij Weldra eenen aanval op Lepanto wagenwaartoe |.|weednizend Solioten onder de bevelen van prins Maurocordato gefteld waren. Men is begonnen te wérken »an de fondamenten voor de nieuwe Lon- l*4on-brug, welke over de Theems Zal geflsgen worden. - LONDEN.den i% februarij. Er is tijding dat ons gouvernement den oorlog aan den dey van Algiers heeft verklaard. F ft A N K R Y K. frARVS den ii. febrtiarij. Van Madrid den ia fchrijft men: ^toen de Courant heden morgen uitkwamwas men verwonderd van er het beduit der (t^ettie niet in te vinden; doch men heeft in deft loop van dien dag verno- Oiendsr«en ambasfadeurdie eenen grooten invloed bij het hof van Spanje tciit, en het grootfte belang er bij heeft dat de orde in dat land herileld wor de., bevonden hebbendeV dat het befluit van aitinestie niet gelijk was aan de instructien, die hij van zijn gouvernement heeft ontvangen,' verkregen heeft j^K deszelfs publiekmaking werd Vertraagdlot er eenige opheffingen in wa ren bewerkt." Men verzekertdat er mèt SpSnje een traktaat gefloten is voor het be zetten van hetzelve door de Franl'dhe troepengedurende den t^d van drie jaren, te .rekenen van den 1 januari) laatstleden^ N E D K U L A N D fi N. '»GRAVENHAGE den 1», febtiiari], iMen Verzekertdat Z. M.voor eenige dagen 4 een ontwerp heeft goedgekeurd, hetwelk men van het hoog- fife-bfi4«ig voor Amftercfawi befchotiwt. Daar zal, zegt men, een dijk wor den aangelegd, welke het Y van de Zuiderzee zal fcheideftpp de hoogte van den vuurtoren, De2e dijk, die van de vèfeischte fluizen zal ztjn voor- Zien, zSl ftrekke'n om de vaart van de Zuiderzee op Amfterdam, welke, door het Pampus, aan möeijelijltheden is blootgefteld en dreigde zulks nog meer te wordenvoortaan voor alle fchepen en te allen tijde gefchfkt efi zeker te maken. 'VTRECHT dèn i^, februari). GiSteretI' heeft alhier,de leeuwin ,- belioó- tèiftde tót de menagerie van den heer fV. van Ake/i, drie levende jonfen ter wereld gebragtte Weten, een van het mJhhelijke en twee van het vrouwe lijke geflachide moeder zoo^t hare WéTpen. ZIERIKZEE den 23 febriiarij. Heden werden ten ttadhutze dezer (lad it» het bijzijn van alle de autoriteiten, daartoe uitgenoodigd en van een aan zienlijk getal toefchouwers, plegtig uitgereikt de zilveren nledaitles en getuig- fchriften, dóór Z. M. den Konfng toegekend aan Jan Paf et en 'Jefeph Smih, arbeiders, wonende te Zierikzee, en aan Gysbrecht de Jonge den Boer, apo- theker, mede aldaar wonende, te> belóöning Van hunne menfchenliefde iii het ïedden van twee drenkelingen nit het Saj, buiten de ftad gelegen. Na eene voorafgaande redevoeriitg over het geluk van wei te doen, gehou den door den voorzittenden burgemeester mr.- J. van Popff, deed zijn edel 8«'rnb. eene ajiifpraak aair de redders en geredden,- die met z'igtbaar ge voel de blijken van Zr. Ms. goedkeuring ontvmgen. Terwijl deze plegiigheid' In de harten der toefchouwers het voorregt der mertfcheuliefde voorzeker moet hebbea aangekweekt en ontwikkeld. -—-,.-,■.. 'i'li^i/^M' V».V--**';'^#-f^:**^-^" 'f' ''■Vvs^ FEITtt; LevENSBERiGt wEopNs MR. llHYNVis (Óvernciibnicn uit de'sGravenhaagfche courant.) "^P^ Vervolg en Slot,Zie ons vorig No. j, Order «Je werken, welke FEitii afzonderlijk heeft uitgeèevëii, eiidië zelf menigvuldig yijn, verdietien. 'n de eerfte plaats, genoemd te worden de iJeelen zijner Oden en gedichtm, die in i8c<j en volgende jüren in het licht zijn verfchenen; voorts twee leerdichten«'aafwwj bet èetfteA?/Cr<^, In Kvier zangen, iii 1792 en het iaatfte de Ouderdom, in ze.' zangen, in 1^03 uitkwam; vier treurfpelen, ten titel hebbende: Thirfa, of de zegepraal' van den Codidiemti uitgegeven in 1784, Lady Johanna pray, ijcfi ïgnes de Castro 1794 Mucius Cordusof de verloifini van Home. »Wij zouclen géwenscht hebbeneven als wij, ten sanzien van den he« Bilderdijk hebben mogen doen, ook hier in eenige ontwikkeling te treden vaö de verdienden dezer voortbrengfelen, welke alle der Nederiaiidlthéletterkanr de tot eer verflrékken, dan, daar de palen, binnen welke wij ons naderhand hebben moeten beperkenzulks niet toelatenzullen wij alleenlük In het il- geineen aanmerken, dat alle deze gedichten van Feith in de Nederlandenté- regtop eenen zeer hoogen prijs worden gefield. Men denkt echter niet eveii gunftig over zijne Brieven aan Sophia, (in dichtmaat) in 1809 uitgegeven» wier doel voornamelijk is om aan tetoonen, dat het wijsgeerig ftelfel va.fl ATah/ onbeftaanijaar is met de leer van het Evangelie. Deze brieyen zijn niet lang na derzelver Uitgave ftrehgelijk gegispt geworden door den heer Mr. .?fl/4. JCiii- ker (thans hoogleeraar te Luik), een groot' voorflauder derkandiiaDfcbew^S- begeerte. (3) „F^EitH heeft ook nog met deii heer Bilderdijk gearbeid aan de omwerking van het fchoune Üöltandfehe dichtftuk van van Haren, ten titel voerenda^ üe Geuzen, uitgegeven in 1785, a deelen in 8vo. „Onder de werken in ongebonden ftijldoor Feith in liet licht gegevea, moeten wij niet vergeten melding te maken van zijne Brieven over verfchilbn' de onderwerpen van letterkundein deelen (n 8vo,waarvan het eerfte iti 1784 uitkwam. Deze brieven, die zeer net enfieflijkgefchfe*eri zijn, heb ben niet weinig toegebragt tot zuivering van den fraaak in dé Nèderlandfche letterkunde, die zich op dat tijdftip uit den ftaat van middelmatigheid, wel ke lang haar deel was geweestbegon te verheifen voornamelijk door de uitmuntende voortbrengfelen van Feith, Bilderdijk en de baronesfey« Lanaj, De onpartijdigheid, welke wij ons tot pligt dellen,' dwingt óni, hiet aan te merkendat men aan Feith te !ast heeft geleeddat hij door fommige zijner gefchriften, en Wel voornamelijk door zijnen Ferdinand en (Jonflantiai (4) eene roman in a deelen in Bvo., dié in 1785 werd uitgegeven, bij zyoè landgenooten den fmaak voor eene foort van letterkunde, welke mön finti^ mentele heeft genoemd, heeft doen geboren wordendoch waarvan men wel dra het buitenfporige en belagchelijke gevoeld heeft,- en die gelukkiglijk ook niet lang bij hem heeft gehuisvest. Wat er ook van dit verwijt zijn moge; waarvan wij Feith niet geheel en al willen vrijfpreken, is het van den ande ren kant onbetwistbaardat hij dit gebrek beeft vergoed door fchponheden van den eerden rang, waarvan zijne gefchriften zijn opgevuld, en die \iein te allen tijde eene der eerde plaatfen op den HollandfChen zangbèrg ZuUeri verzekeren. Feith is lid van het Koninklijk inditüut der Nederlanden en yao yerfcheJ- dene andere geleerde genootfchappen van zijn vaderland. De Konfng der Ne-* derlanden fchonk hem ook de ridderorde van den Nederlandfchen Leeuw." Hier eindigt het levénsberigt van Rhyntis Feith, door d?ri heer van Ijen» nep aan het hierboven vermelde Franfche werk medegedeeW, Sedert de uitJ" gave van hetzelve in 1818, heeft Feith nog eenigè dichtdukkén in liet fiche' doen vérfchijnen, die alle zijnen letterkundigen roem hebben gehandhaafd. Zie hier de titels derzelve Oden en gedichten, *,de deel 1818. ferfuitiging in mijnen ouderdomi8l8, Eenzaamheid en dè wereld1821», Voor die letterminiiarenwelke verlangen eene zoo veel luógeUjk naauvr» keurige opgave van al de werken van Feith te bezitten, fchrijven wi) hier de titels af van die gefchriftenwelke men in het hier boven medegedeelde levénsberigt, om de daarbij veritielde redenen, niet aantreft, Zie hier dezél-» veJulia, Fdnnj. Proeve van kerkgezangen adeelen. Ife vriend van hei Faderlandeen weekblad, Zedelijke verhalen, 2 deelen. Dè opwekking van Lainrus, dramatisch voorgefteld. Bijdragen ter bevordering van fchoone kunflen en wetenfchappenuitgegeven met den heer J. Kantelaar, 3 deelen 8vo.y Het zou een werk van te veel omflag zijn, en voor dit dagblad niet ge-^ fc'iiktal de voortbrengfelen van dezen keurigén fchrijver en uitmnntenden dichter te beoordeelen. Deze taak aan anderen overlatende, kunnen wij ech ter niet nalaten ons te vereenigen met het oordeel, over dezelve in het alge- - meen door den heer van Lennep te boek gedeldea met den heer van Kam4 ^«ji.»j in zijne bekroonde verhandeling bij yiry/?/-J Bweede genootfchapvijf- tiende dukbl. 41pp te merkendat Feith in zyne gedichten eene be- tooverende welluidendheid en kieschheidzelfs aan de keurigde dichters der afgeloopene eeuw onbekend, met veel tijkdom van denkbeelden, met eene' altijd juiste uitdrukkingen vooral met een diep gevoel van de hooge bedem- liiing en den adel onzer natuur, paart, en daardoor in zedelijkheid met de beste dichters mag wedijveren. Eindelijk moeten wij nog vermelden dat Feith, den 18 november 1771! zich in het huwelijk ver'eenigde met mejufvronw O, Groenevelduit een der rijkde en aanzienlijkde geflachten van Oost-Vriesland afkomdig, welke met héiii gedurende biji.a 41 jaren (zij ftietf in junij. 181'3) inde allergéDoegeldtt- de echtverbindtenis leefde, en hem negen kinderen fchonkallen, ZDO wi| gelooven, nog in het leven en onder welke twee zonen, beide cJoor goede dichtkundige voortbrengfelen bekend. Feith woonde deeds te Zwolen de»' zomers op zijne fraa'üe en uitgeftrekte landboeve Bouhwjk, op een' kteinêo' afdand van die (lad gelegen. (3) Brieven van Sophia aan Feith. (4) Iiulicn wu wel underrigt zijn ,,zoli dit werk deszclfs oorfproiig yerfchnldigtf we-' zen a.-ni de vdticncie, Weinig bclcencu.-, bijzonderheid Feith had veel omgang met ze» l;erc dame. dié eene groote bè'milinarej van de Duiifche leijuiur was. Op fle vriend- fchappelöke r.aadgeving van onzen dicluerd-.ii zij zich wat meer bézig-zoü Konden met het lezen van weiUen van haiéii Keliel|fyosden.l'maak CRonlaas),-'dié iii- Holland-^ fche 'M gefchrevcn waren, gat" zij tor aiitwooiddat de Hollandlche taalniet in ftaat litxi om, in" hel;feTitimenteie met"*e lïjitfche taal te' w'edijvei-tfn: Feïïh', die du alS Ïeene uitdaging opnamzou hierop gezegd hebben dat zal ik u toonen'. en naar aanlei- iling iHerv-w, z<jH hg de bedoïlde romau orautoc Werken" VSïj'dTe'iJfeiBBé] fiiibfeft? VCTvaariligd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1824 | | pagina 1