MIDDELBURGSCHË
C O ÜR
No. 149
Donderdag
ra December;
N I E U rr S T IJ D I N G E N.
ËÖRFL' den io november. Mei) zal weldra in Europa eene courant ont
vangen welke, in het Griekseh, in de fladalwaar het gouvernement re-
fideert, gedrukt zal worden. Dezelve zal den naam voeren van: De ba
zuin der Christenheid, of de werifchen der natuur. Wij zullen alsdan ftelli-
ger bérigten hebben wegens de g»beurtenisfenwaarvan dat land thans
net tööneel is.
AFRIKA.
LGIERS den 7 october. Tusfchen het gouvernement dei' Vereenlgde
Staten van Amerika en onze regering zijn emilige onlusten ontdaan
en zuiks ten gevolge van een misverftand omtrent een ceremonieel. De Ame-
rikaanfche conful, ëerie wandeling te paard doende, ontmoette, buiten de
flads poortden aga (eerden minister)het gebruik bij dergelijke gelegen
heden is, om van het paard te flappen ten einde den grootwaardigheidbe-
kleeder te laten voorbijgaan. De confulvan dit gebruik onkundig, verzuim
de zulks te doen. Hij werd dadelijk aa-'gevsilen, van zijn paard gerukt en
zeer mishandeld. Hij vroeg völdbehing wegens dezen hoon; doch de dey
weigerde hem dezelve. Dienvolgens maakte de conful een verbaal van den
hem' aarigedanen hoondeed hetzelve door verfcheidén Europefche confuls
ceekeheneri fcheepte zich des anderen daags naar Mahöri in.
IONISCHE ÈtLANDEN.
S P A N I
MADRID dén 28 november, H. M. de koningin is wederom ziek gewor
den, en men vreest dat de winter niet voordeelig voor haar zal zijn.
De hertog van Infantado is iu deze flad terug. Hij heeft zich gehaast
in de publieke papieren het gerucht tegen te fprekendat men omtrent zijn
voornemen öm haar Engeland te'ontwijken had verfpreid. Mén heeft ten
dezen opzigte ib geheel Madrid een gedrukt gefchrifc uitgegeven, mét cer
tificaten voorzien, welke bewijzen, dat hét vólflrekt ongegrond is, dat Z.
H. den weg naar Engeland in plaats van dien iióar Ivifa, de plaats zijner
verbannirig, heeft ingeflagefi. Hij zal voor dei) fiskaal worden geroepen, oin
te worden verhoord wegens het dééldat men meent dat hij ïn de gebeurte-
jjisfen van den 7 julij heeft gehad.
Men' fchat thans het getal ihanfchappendat zich onder de wapens
bevindt, alle de nationale gardés ér onder gerekend, op omflreeks 400,000
mail, vviüröhdef 100,000 man lihïëtroepen.
GR O O T - B lUTT AN] E.
tONDEN den 3 december. Bijzondere bérigten die heden ochtend van
het vaste land ontvangen zijn, hebben gemeld dit de verbondene mogend-
béden' eindelijk het regt hadden erkend, hetwelk Frankrijk meende té hebben
óm inde zaken van Spanje, trisfchen beide te komen, en dat zij zelfs aan
die mogendheid hunnen bijfland hadden aangeboden, indien dezelve mogt
goedvinden, dat regt uit te Oefenenen zij, hetgeen niet waarfchijnlijk
was, liölp'mogt noödig hébbëïi;
Ciskeien avó'nd hééft een ministerieel, bladdéze belangrijke tijding in hét
navolgende artikel aan het publiek medegedeeld.
i, Het Conores. Wij gelooven dat de raadplegingen van het congres
fél) einde fpoeden, en datnog vóór dat óns blad van heden onzen lezeren
in handen komt, de voornaamfte punten, die derzelver aandacht gevestigd I
hebben, befl'st.én êéfiigêh dei1 gevólamgtigden vermoedelijk de hertog van j
Wéliiiigtóii en dé burggraaf dé Montmorency reeds vertrokken zullen zijn.
Men zal, gelooven wij vernemen,' dat Frankrijk gedaagd is in de vordering,
Wélke liét 'van den aanvang der zittingen van'het congres, en zelfs vroeger,
tijdens de voprloopige bijeenkomsten te Weenen, gedaan heeft. Het drong
namelijkgelijk wij reeds méér dan eens gezégd hébbenaan op het regt
van gewaperhaiui iri dé zaken van Spanje tusfchen beide te komen. Het is
In deze vótdering dóór' alle de mogendheden van het vaste land, doch meer
bijzónder dóór ééne diér mogendheden onderfteund géworden. Men verze
kert dat' cfe uitflag deze is geweest, dat er eené nota opgemaakt en in, alp li a-
bétifche Volgorde doör Oostenrijk, FrankrijkPruiSfen en Rusland ohdertee-
kend is, waarbij het regt, door Frankrijk, beweerderkend, en aan hetzel
ve overgelaten Wordtdaarvanindien het zulks m'ogt' rioodig oordeelen
gebruik te makene'n Spanje den oorlog aan te doen. Hét is niet te ver
moeden dat Frankrijk' op een regt zou hebben aangedrongen, hetwelk liet
niét V'oofhémehS was uit te oëfenen. Dit zal waarfchijnlijk van het befluit
der cortes afhangen; doch tót dus vérre befpëuren wij in dé'rzelver beraadfla-
gingen niets, hetwelk ons zou kunnen doen gelooven, dat zij verlangen met
Frankrijk in yrede te blijven.
„De révoluïionaire toeftand van Spanje echter, ofschoon het gewigtijjst
is evenwel niet het eenigst belangrijk voorwerp, hetwelk de aandacht van
liet éongres heeft moeten bezig houden. Men zal' zich herinnerendat de
veffcliiilèn trisfcheii Rusland en de Pórte nog niet bepaaldelijk zijn vereffend;
dït de'vijandelijkheden zijn opgefchort, doch dat de vrede niet fleifig is ge
floten geworden. De aandacht Van het publiek, die zielf met meer nabij
gelegene belangen had bezig gehoudenis fedeft eenigé maanden vaii de
boorden Van dén Donau eri' de Pruth afgetrokken gewórden. Doch op deze
tfeide puriten is intusfehen de krijgsmagf niet verminderd; en indien wij aan
«enen brief van Verona, van den 17 november, geloof mógen hechten, heeft
de prips vrin M'etternich van W^éënen b'érigt óiitvangendat het OuomanHi-
fche gonVeriiement beflóten heeft, zijnegeheele magtgedurende dén winter
óp de beéri te houden. De Porie vfeestdat het befluit van het Congres
in ovéreerifieinming rtiet de flaatkunde' van het kabinet van St. Petersburg,
Wdligt vaii zciódanigen aard zal kunnen zijn, dat hetzelve aanleiding tót eene
vredebreuk tusfchen de beide rijken zal geven. De wijze óp véeike dit allés
zal afloópën, behoort tot het wijde veld der gisfi'ii'gèn.
„Onze lezers zutl'en hebben opgemerkt, ciat wij niets gezegd hébben van
htt gedrbg nodh van de [Uaikiitifie van Groot Brittanje. Men kan er met
zekerheid op Haat maken, dat dezelve, zoo als onder liet tegenwoordig mi
nisterie altijd liet geval js geweest, overeenkomstig zullen zij 11 met de' éér
ei) de veiligheid van die' rijk Maar, gelijk wij reeds zoo dikwerf verzekerd
bébbfe:)', htiéZeer óóit Groot-Üriuaiijë verlangt alle hare naburen en alle lan
den bjoeijénde en gelukkig te zien, zal het eene naauwgezecte onzijdigheid
béürarenhoedanig ook de uitflag dér v'erfchiilen tusfchen Frankrijk én Span-
jé, of ttïsfcfiéi» Rriilarnd' c'ii de Pórte zijn moge."
LONDEN den 6 december. Er zijn aaif hét tnirèaü'van buiténlandfche
z&ken verfchèide kabnicts-taden gehouden,- die allen ongemeen lang ge-
«ftrufdf hébben.-
Ir -v nsstilll
(jqo neb na n iv 'eb aoiuq'' 1!eri
;r.ti tiab ttev ii'oid csbrrejianso) nsb a:
.it
r v f. ,t1 ft( 4
Gisteren heeft de heer Canning dcpechei vatl dén hertog van Wèllingoftj
ontvangen.
Te Porcsroouth worde met vee! drift bet eskachr van den j&ódt-bifi
nacht Owen uitgerust; een groot gedeelte d.er besté matrozen yan de wacht-
fchepen vvorderi voor de Clocester vat) 74 ftukken, van hetwèik de léliöuti
bij-nachtS élag ivapperén zalaangenomen.
Te Madras heeft men een berigt ontvangen van eene verfchTikkelijkè
overftrootning der Gansceswaardoor afliet veldgewas niet alleen vernie'd
was, maar öok honderd-duizend merifchen zouden omgekomen zijn, voorna»
mei ij R inwoners van de pabuurfchap van Patn.i en Moorshedebad. 1
Dé dobbering der foidfen duurt ter beurze voort, en onderfchpldó
fondfen, vooral de Spaanfche bons,, zijn op nieuw iager geioopen. Bij dé
openiag der beurs waren deze laatften heden 49vielen daarop tot 47;
doch waren wat later wederom 48J. On?e fondfen waren, bij d.e ppening
iier beurs mede zeer Qaauwdoch bleven wederom iets hooger, namelijki
Heden bleven de 3 pet. gereduc. 785, de 3 pet. gccoaf. dè pet.'
gecouf. 903en de 4 pet. p6§.
F R A N K R Y K.
PARyS den 4 december. Een onzer dagbladen kondigt heden aan, dtf
de Pruisfifche kanfelier, prins van' Hardenberg., op eene reis naar Vei)é'tia|
overleden is. Deze minister heeft hét einde zijner lange en gedenkwaardig^
loopbanen gevonden, niet te Venecie. maar te .Qenija, alwaar: bij den 14.
der afgeloopen maand was aangekomen. Zijn dood zal waarfchijnlijk gtoote
verauderfngeu in het Pruisfifche kabinet, waarvan hij, met eene zeer uitgè»,-
flrekte magt, het hoofd was, te weeg brengen. Sedert twee jaren niéajtt,ft
hij echter van die magt weinig gebruik, aangezien 2jjiie hooge jaren hem bè-
letteden, zich veel met zaken bezig te houden.
Een onzer dagbladen kondigt op. de navolgende wijs het belangrijk-
werk aan, getiteld: Histoike des rivi.NEMENs de la Grècedepüis ,tfc,s
premiers TROUBLES jüsqu'a nos joÜRS avec des notes critiques topogrdr
phiques sur le i'éloponèse et la Turquie, et suivie tfupe tiqtice sur £onstoni'&
nopte, par M. C. D. Raffenel, avec une carte du thidtre d> la guer'te t
„De Onstenrykfche Opmerker heeft ons dikwerf over de geheele te o.ndef-j
brenging van Griekenland en over de roemvolle zegepralen der Mu zei ma mie,11
onderhouden. Hij vorgde, met een oriuitfprekelijJc genoegen, het. fpoor van.
verwoesting hetwelk de voetflappen der Aziaufche horden kenreekendedja
beftemd waren om het vuur van den opfland men bloed te blusfphenen pp
de rookende puinhoopen van Athene, Corinthe en Argos, den ftandaard dgr
onderdrukking en der barbaarschbeid te planten. Zelfs na de uioordtooneejen
van Konflantinopel en Smiriia, zelfs naden vreefélijken ramp van Scio' hfeff
dé Oosten> ■jkfche Opmerker nog (leeds, veel ophef gemaakt vaq dg Wngmo^
dighei'd è'ri menschfieveiidheid der Turken. Alle degenen, die <!e onheileA
van Griekenland betreurden, en voor hetzelve verdedigers zochten ontkef dg
mogendheden van Europa, zijn voor revolutionairenvopr eatbpnari uitgg»
kreten* en, hetgeen de toekomst naauwelljks zal kunnen gelooven, de £>6-
langlïejlingwelke doof de heldendeugd van een christenvolk, dat voor 4$.
nén godsdienst éii voor zijne vrijheid fttijdtwerd ingeboezemdis fchieï
eetï grond tot veroordeeling geworden.'
Intusfehen heeft Griekenland dpor hét westen aan zijn lot prijs gege-,
ven, en geheel alleen aan zijné eigene krachten overgelaten, de voorzeggingen
van den Oosienryk/chen Opmerker doen feil (laanen de jioop der Turken en.
die van derZelver getrouwe vrienden bedrogeil' doen uitkomen. De Griekfch^
natie beïfaat nogzij beflaat nog vof moed én geestkrachtde fierheid van,
de halve maan heelt voor de' zegevierende kruisvaan van het Christendpi^.
moetèn onderdoen; dé Türkfche fchepen in lichtelaaije vlam, de legers óef,
Muzelmamien vlugtende naar alle kanten; zie daar het groote fchouwfpgl
hetwelk zie klasfieke giónd, op welken een Sophokles leefde, een LcouidaS
ftierf* ons thans oplevert.
Hoé heeft men zich omtrent de oorzaken van eene zoo algemegne.
geestdrift, van eene zoo edele Zelfopoffering, kunnen bedriegen! Hoe
heeft mén aan bedekte kiïipefijeh kunnen tóefchrijven het vrijwillig en ver-
bever) dreven van een geheel volk, hetwelk, den fmaad en de flavernij tnbé-t
de, de onafhankelijkheid' herovert, van welke het alleen door gewe|<ï
was beroofd geworden! Wélk maatfchappelijk' verdrag kan,er b.eftaan tiis»
fchen eene natie, welke fot flavernij gedoemd eii van de onwraakbare regten
der meuschheid verdoken is, en hare barbaarfche onderdrukkers 1 Verjmigt,
men de ware oorzaken van den algemeenen opfland der Griekfche.próyin^tjn
te keiinén, men leze met aandacht het belangrijke werk, Hetwelk onlangs,
onder dén titel vai) gefihiedents der geheurtenhfen in Griekenland is In het
licht verfchenen. De fclrrijver, die langen tijd tot een der 1'ranfche confu-
laten in de fchalen van de Levant heeft behoordis ooggetuige geweest ,va,o_
de daadzaken, die hij verhaalt; en zoowel zijne bekwaamheid als zijne waar
heidsliefde zijn boven alleri: twijfel' verheven. Ziijn werk behoort riiet tot
die opgefmnkte gefchiedtafereelenvoor welke de geest van de partij', Wél
ke men vlèijén wilde fchets heeft' opgfegeven en een' valfdhe CD Voóriugë-
nomen ijver de kleuren hééft geméngd.
Hoören wij den heer Raffériël zélven: De levendige belanglfeilmg,*
welke zich onder ons dadelijk vóór de zaak der Grieken deed befpeurenjiald,
niets in zich dan hetgeen edel en wettig wisdezelve ontfproót uit een diép
gevoel van dankbaarheid hetwelk nog door het grievendfte medelijden wérd'
vérmeerderd. Konden wij die in de fchool der vaders gèvormdzijn, ónjfie-,
vóelig bJijvéri vóór de rampen der kinderen? Allés herinnerde ons gefieiligtfé,
verpligiingen; de kunsten, de wetenfehappende .letteren, moeten niét atlê
deze gefchenken van'het oude Griekenland, onze bekommering ter gunsce
van het h'edendaagfche Griekenland opWekken? Té lang reeds ha'ddeti wij
deszelfs ia'm'rnervallFrt toeftand móeten befchreijen.
,j 'lk heb dat ongelukkige voik gezienik heb het'gekendtoén.het nog
onder het fchandjuk der ónderdrUKliiiig zuchtteik* heb zijrie Verlatene fte-
den bezocht, én mijne ziel beefr zich niet'van eene onwillekeurige, weemoe
digheid kunneri' onthoudën. Té midden van de welfprekeiide overblijffelen
der oudheid, onder de trotfehe gewelven vaii het PaftHenoii, van dien tem-,
pel, die aan de befcheringoüiii van Athene was toegewijd heb ik de Grieken
oikie'r den ftok' dier barbaren den gëe'st zien géven, eri dat eerbiedwaardig
óor'dde zwijgéride bewaarplaats van zoo véei roems, fcheeit zelf in de
fchandé varf zijn verval te déelen. 15ij'hét pracluige marmer, aan hetWelk'
de beitels van Phrdias en van Praziceles de luisterrijke kunstgevvrochten van!
auuueu leeftijd hebben toebeitouivd, heeft inyn oog uiet droefheid géftaafï'