1 MIDDELBURGS CHE COURANT. Zaturdag den 2 November. No.-132 N I E U W S T IJ D I N G E N. 1 822. f A frankryk. NEDERLANDEN. GROOT-BRIT TAN} E. ÖNDEN den 25 october. Ons gouvernement (lelt alle mogelijke middelen I j in het werk, 0111 de dobbelhuizen te fluiten, welke, finds den vrede, te Londen opgerigt zijn. Deze huizen welke in het algemeen tot fchuilhoeken der ondeugd (trekken, zijn het ongeluk der jonge lieden uit achtingwaardige huizen, en van jonge kantoorbedienden. Wanhoop, zelfsmoord, en andere dergelijke rampen, zouden de gevolgen van het langer dulden dezer buizen wezen. De volgende nadere berigten van de expeditie, door den luitenant Fran- klin te land gedaan om eenen doortogt in het noordwesten ónder de Noord poolte ontdekken, en welke luitenant, met en benevens de nog overigerei zigers, op den 16 dezer, aan boord van het fcbip de Prins van JVallis, op de reede van Yarmouth is aangekomenworden thans door onze nieuwspa pieren medegedeeld Het fchijnt, dat de expeditie de ijsfelijkfle ontberingen heeft moeten on dergaan in de woeste (trekenwerwaarts dezelve zich gerigt heeften zoo al dit lijden niet allen geloof te boven gaat, dan is hetzelve ten minde van eenen aardom de kloekraoedigde mannen af te fchrikken en van eene derge lijke poging in het vervolg te wederhouden. Deze expeditie was, inden zo mer van 1819, uit Engeland vertrokken. In den loop des volgenden jaars was dezelve door middel van den bijftand, dien zij van de Noordwest-Com pagnie ontvingin (laatom tot aan de oevers van het meer Great-Bearnaar men meentop den (S/flen graad noorderbreedte gelegenvoort te trekken aldaar te legeren en te overwinteren. In de maand mei daaraanvolgende bereik te dezelve de Kopermijn-rivierwelke zij tot aan den mond of uitwatering in den Oceaan afzakte. Tot dusverre was de expeditie door den heer Wintzel commies bij de Noordwest Compagnie, die van tien der beste Amerikaanfche jagers gevolgd werdverzeld geweestmaar het gezigt der volle zee voerde de hoop op een' volkomen goeden uiiflag onder de liedendie de expeditie uitmaakten, zoo hoog, dat zij goedvonden den beer Wintzel en diens jagers van de moeite te ontflaanom hen verder te volgen. Deze voeren dienvol gens de rivier weder op en lieten de expeditie voorttrekken in twee booten, met het oogmerkom de kusten der pool-zee op te nemenzichten oos ten van den mond der Kopermijn-rivier, naar de Hudfotjs-baai rigtende. Maar het fchijnt, dat de expeditie, ten gevolge van de aannadering des winters, die zich, omflreeks het einde van augustus, op eene zeer gellrenge wijze, door het vallen van eene menigte fneeuw, aankondigde, het doel, dat zij zich had voorgefteld niet kon bereiken, en dat bet derzelve flechts gelukte, om eene uitgeilrektheid van omtrent 400 (Engelfche) mijlen kusten, die zich ten oosten der Kopermijn-rivier uitftrekkenop te nemen, en zich te over tuigen dat de zee, die voor hen lagzoo verre het gezigt zich kon uit- flrekk.engeheel open en volkomen vrij van ijs was. Bij de terugkomst der expeditie werden de ontberingen, welke zij begon te ondervindenen de hindernisfendie zij had te boven te komenzeer on rustbarende. Toen zij het gedeelte der Kopermijn-rivier, waaruit zij ver trokken was, naderde, was het noodzakelijk, om eene uitgeftrekte landtong om te varen, hetgeen veel meer tijd zou vereischt hebben dan de dringen de omftandigheden waarin de reizigers zich bevonden, fchenen toe te laten, daaraan te bezigen, en men oordeelde het derhalve onvermijdelijk, om de booten te verlaten en regtllreeksover landnaar opgemelde rivier te trek ken. Aan de oevers derzelve aangekomen zijnde, waren de reizigers zeer verlegen, hoe zij dezelve zoude overtrekkenmaar dewijl het hun gelukte, tien elanten te dooden, maakten zij van de huiden dier beesten, over man- dewerk getrokken, eene foort van kano, waarmede zij, een voor een, en niet zonder het grootlle levensgevaar, de rivier overvoeren, en kwamenalzoo deze zwarigheid te boven; maar de vreugde, die zij daarover gevoelden, was van korten duur; want in het voortzetten hunner hoogscmoeijelijke reis door de woeste flreken, welke de Kopermijn rivier van het meer Great-Bear af- fcheiden ontbrak het hun volkomen aan mondbehoeftenen zij warenver- fcheiden dagen lang, in de noodzakelijkheid, om zich met wilde kruiden te behelpen en met eene poeder, die zij maakten, door middel van de beeneu van het vleeschdat zij te voren gegeten hadden fijn te wrijven. Nu begonnen de Kanadianen, welke de expeditie verzelden, mismoedig te wordendeze behielpen zich wel met eene foort van leerdat aan de roden groeide en knasgden de kanten van hunne Ieerderen mantels, maar weidra be zweken acht derzelve. De Engelfchendaarentegen, die vijf in getal wa- ren, namelijk de heer Franklin, de luitenants Hood en Back, doctor Ri- chardfon en een Engelfche matroos, behielden hoezeer zij dikmaals in twee of drie dagen niets nuttigden, den moed en deden alles wat in hun vermogen was om ook dien der Kanadiaanfche jagers op te beuren; doch te vergeefs. Deze werden zeer ongelchikt, wilden zelfs niet meer het wild opfporen of liout gaan kappen, en legden zich dikwijls in de fneeuw neder, zonder zich te bekommeren, wat van hen worden zou. Daar de Engelfchen echter vuriglijk wenschten, de drie Kanadianen, wel ke nog overig waren geblevenin het leven te behoudenbleven doctor Richardfonde luitenant Hood, en de matroos, met gemeen overleg der expeditie, achter, om voor deze (lijfhoofdige menfchen, die daarenboven ook reeds te zwak waren geworden, om de reis mede voort te zetten, zorg te dragen. Twee derzelve (lierven ook weldra, en de derde, die een zeer goed fchutter en (lerker dan de andere was, werd volkomen razend. Zoodat de doctor en de luitenant, door den matroos geholpen, verpligt waren, zel ve eenig wild te gaan opfporen en hout te kappen. Op zekeren dag, dat de luitenant Hood te huis gebleven wasom dac hij zich ongefteld bevoud' en zich bij liet vuurin een tentdie men opgeflageii badzat te warmen kreeg 'de Kanadiaan een' fnaphaan en fchoot den luitenanr door het hoofd dat bij dood ter neder viel. Daarna werd hij razender dan ooit; zijne oogen Tolden hem wild in het hoofd en hij mompelde bedreigingendie den doctor deden befluiten, om dit monfler, ter beveiliging van zijn eigen leven en van zijn' getrouwen meögerel den matroos, een' kogel door het hoofd te jagen. Alzoo zijn, van de twintig perfonen, die de expeditie uitmaakten, tien om gekomen te weten acht van ongemak en twee aan eenen geweldigen dood. De doctor en xle matroos voegden zich weder bij hunne acht overige med- gezellen, welke nu, verfcheiden dagen lang, niet anders te eteri hadden, dan de lappen hunner verlieten fchoenen en andere voorwerpen van eenen ergeren aarden, indien zij geene bovenmenfchelijke pogingen hadden aan gewend, om het meer Great-Bear te bereiken, zouden zij waatfcbijnlijk al len omgekomen zijn. Aldaar vonden zij de koppenen beenderen der dieren, welke voor hunnen voorraad in den laatst afgeloopen winter gediend hadden, en deze voorwerpen leverden hnn het eenige voedfel op, door middel van hetwelk zij het overfchot huns levens rekten, tot dat zij den eerden pose van de compagnie in Hndfbns-baai hadden bereikt. De luitenant Hood was cefi voortreffelijk officier en een volmaakt wel opge- bragt jonkman, welke, onder andere bekwaamheden, ook die beza; van een uitmuntend fehiider te wezen. Het belangrijke verbaal dezer expeditie, dat ongetwijfeld publiek zal worden, wordt met groote nieuwsgierigheid te be moei gezien. 0 Volgens brieven van Lisfabonvan den 13 dezer, werkte men er zeer druk aan het uitrusten van eene tweede expeditie naar Bahiawelke veel grooter dan dp eerste zjjn moet, maar waarfchijnlyk aldaar niet zal aanko men, dan na dat de Brazilianen zich van Bahia zullen meester gemaakt hebbes PARYS den 25 october. De verecniging der voornaamfle monarchen en (laatsministers van Europain Veronatrekt (leeds de openhare aandacht bijzonder tot zich en geeft aanleiding tot menig gerucht, 'twelk, beves tigd wordende, gewigtige gevolgen zoude kunnen hebben. Zoo men fe- dert eenigen tijd aan den eenen kant met veel vertrouwen heeft verzekerd dat Engeland zich (leeds verklaart tegen elke openbare gewapende tusfehen^ komst in de Spaanfche zaken, hebben andere flaafXnndigen in 'tmidden ge- bragt, dat Rusland nog wel eens zeer onverwachts, konde veranderen in zijn vredelievend llelfel jegens de Verhevene Porte, en dat het altjjd mogelijk wasdat de partij in het Rusfisch ministerie, welke (leeds de noodzakelijk heid had betoogd van eene krachtdadige tusfchenkoinst in de bloedige gefchit- len der Turken en Grieken ten einde aan den moord der laatstgenoemden een einde te makende overhand verkreeg. Een minifterieel blad, en wel dac geen, op'cwelk, volgens het algemeen gerucht, de prefidenr de Villèle veel invloed heeft, geeft heden eenige be rigten omtrent de Griekfche aangelegenhedenen fchijnt met eene voorzjg- tige hand een gedeelte van d,en dichten flpijer, welke deze hoogstgewigtig? llaatsbelangcn thans bedekt, te willen opligcen. Hec geeft te vetftaan, dat de fulran op eene gebiedende wijze van Rusland terug vordert de fterke plaatfenwelke dat rijk nog op de oevers van de Pbafis bezet, en welke hetzelve zoude overgevenzoodra de onlusten in de vorftendoromen geheel zouden gedempt zijn; dat de Porte nog daarenboven verwacht van de zijde van Rusland eene volkomene afkeuring van alleswat de ambasfadeur, Sttogo- noff in zijne nota's ten voordccle der Grieken heeft aangehaald, 'en welke nor fa's door haar worden befchouwdals eene afkeuring van haar gehouden gedrag te gelijker tijd inroepende hec beginfe! der vjjf groote mogendheden, van U zullen bedwingen alle openbare wederfpannigheidwelke bij de volkeren tegen het wettig gezag zoude mogen orcltaanmet bijvoegingdat de ophelde ringen van de Ooscenrijkfche en Engelfche gezanten geenen twijfel overlie tenof de Porte had hardnekkig befloten, om geheel geenen vriendfehappe- lijken raad aan te nemenen veel min eenige bemiddeling ten bebo,eve det Grieken te laten gelden, Hec minifterieel blad verzekert al verder, en wel naar aanleiding van be rigten, op welke het eenigzins meent te kunnen vertrouwen, dat deze hooge toon den grootmoedigen Rusfifcben keizer ten uicerfte heeft verbaasd, en dat deze, moede van zoo veel kwalijk geplaatften hoogmoed te vinden by een zoo weinig te duchten vijandv willens zoude zijn, op het congres van Ve rona te verklarenoogmerk te hebbenom ten aanzien van Turkije van (lei- fel te veranderenen zijne toevlngt te zullen nemen tot meer afdoende mid delen, ten einde het barbaarsch gouvernement van Konftantinopel tot andere meer gematigde gedachten te brengen; dac Engeland op het congres willende doen gelden den ftelregel, dat de mogendheden regt noch belang hebben, om zich zonder onderfcheid te verzeccen tegen alle omwentelingen, welke bij andere mogepdheden mogen plaats hebben, het Rusfifeh kabinet uit die ver- klariug kan afleiden het beginfeldat Rusland het regt heeftom de Griek fche revolutie aan te merken als een billijken en regtmatigen tegenftand tegen dwingelandij en onderdrukking. Hec dagblad brengt voorts daarmede in ver band een voordel van een doorlachtigeo en bekwamen Griek, (trekkende om Livadie, Morea en de eilanden van den Archipel te herfcheppen, niet in eenen onafhankelijken (laat, maar in een aan de Porte fchacpligtig gewest, 'twelk op eene bijzondere en eigendomraelijke wijze, eveu als Servie en de vors tendommen zouden worden beheerd. Hoewel de verzekering van hec ministerieel dagblad uit zichzelve reeds de hoogde aandacht opwekt, dient men echter omtrent deze berigten, die, ingevalle zij bevestigd werden, van eenen veruiczienden invloed.op het ftaats- geftel van Europa zouden zijn, nadere bevestiging af te wachten, PARYS den 27 october. -De heer B. Couftantde abt de Pradt ep de verantwoordelijke uitgevers van de Courtier Francais en Confiitutionel zijn voor de correctionele regtbank geroepen. De abc de Pradt heeft zich dezer dagen zeer vrijmoedig in een artikel, Mijn Congres geheeten, uitgelaten. Men fchrijfc van Metz den 24 october, dat zekere weduwe Deménieux, vroedvrouw te Longwyis gearresteerd. Zij wordt befchuldigd van zwan gere jonge dochters bij haar te hebben ingenomen, geld en linnen van dezel ve te hebben ontvangen, onder belofte van hare kinderen ia het gasthuis te verzorgen en deze kinderen daarna om het leven ,ce hebben gebragc. Het ge- regt heeft inderdaad in den tuin en op "andere plaatfen het gebeente van een groot aantal kinderen gevonden. Men verzekert, dat de te Rome overledene mevrouw LetitiaBonapar te, de moeder van Napoleon, bij haar testament, haren kleinzoon tot erfge naam gemaakt en aan hare acht kinderen elk eene fom van 602,500 francs na. gelaten heeftdaarenboven zoude zij aan elk der vier dochters van Lucien 133t75o francs als huwelijksgift gefchonken en aan haren broeder den kardi naal een prachtig gemeubeleerd paleis gegeven hebben. Alle berigten van de Spaanfche grenzen komen daarin overeep, dat de zaken der infurgenten in Navarre wanhopend (laan. Intusfchen fchljpt het maar al te zeker, dac de magt der infurgenten, in Catalonie, onder den ge neraal a'Eroles, 20,000 man fterk Is; terwijl de gezamenlijke magt van den generaal Mina nog geen 15,000 man bedraagt. BRUSSEL den 30 october. Men verzekert, dat de beduren der athe nea: van Brugge en Antwerpenorder hebben ontvangen omte beginnen met 1823 de Nederlapdfche taal in dat gedeelte van het onderwijs hetwelk niet in 't latijn gefchiedt111 te voeren. Men verneemt, dac in.hec comoiict'é-ggneraal van gister de Tweede Ka mer het adres heeft aangenomen, in antwoord op de koniuklykeaanfpraak b;J de opening der zittingen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1822 | | pagina 1