CÖÜRANfï
MIDDÈLBURGSCHE
èèh <5 Aügüstü&
No, 04.
Dingsdag
tS»K
V
HOOFDZAKELIJKE j-NHÓÜti
Vlo (5e door de beide Kamers der Statén-Geoeraal a'angénómené We: op de
PERSONELE BELASTING; betékend op de zei navolgende grond-
flageöt iO!i i i
1°. Huurwaarde.
o°. Deuren en Fensters.
3°. De H/tdrdftedèn. ifc
1 40. Het RTibitair. A
5°. De Dienstbodenéip-'--
6°. De Paardeti.
De Huurwaarde.
De perfonele belasting op de huurwaarde zal bedragen vier ten honderd dér
jaarlijkfche onzuivere huurwaarde van alle woningen én gebouwenen
door de gebruikers daarvan verféhuidigd zijnhetzij -deze Van dezelve eige
naren Zijn of niet.
Vin de belasting op dep eerden grond flag worden vrij gefield
1Alie 'woningen benéden de twintig guldefis jaarlijkfche huurwaarde of
Beneden de zestig cents huurwaarde in de week.
2. Alle fabriekentrafieken, gebouwen, alle fchuren en Rallen van den
landbouwkerkenfcboolgebouwengeflichted van publiek onderwijs en
weldadigheid en alle gebouwen voorden publieken rijks, provincialen, fte-
deüjken of plaatfelijken dienst.
In de belasting op de huurwaarde, deuren en vensters, haardfteden én het
mobilair zullen niet worden aaogeflagen eigenaars of huurders van huizen,
welke door hen niet worden bewoond, mits Zich geen mobilair daarin bevindt.
Eigenaars of huurders van huizen, welke van den 1 januari) tot den laatften
december van het afgeloopen jaar zijn onbewoond geweestal is Ivetdat zich
daarin mobilair heeft bevonden, en waarvan de belasting voldaan is, zullen
voor het loopende jaar voor dezelve in de vier eerfte grondflagen niet worden
aangeflagen.
De belasting is verfchuldigd door de gebruikers der woningen en gebouwen,
hetzij dezelve eigenaren daarvan zijn of niet.
De inwonende eigenaar of inwonende gebruiker eener woning, welke gedeel
ten van dezelve, kamers of vertrekken, aan anderen verhuurt of afftaat, zal
de belasting van de geheeie woning verfchuldigd zijn, behoudens zijn regt
om dezelve van de medebruikersin evenredigheid van de belastbare huur^
Waarde dier gedeelten, kamers of vertrekken, te veihalen, voor zoo ver by
de huur-concracten daaromtrent geene andere bepalingen mogten zijii of wor
den gemaakt.
Gedeelten van woningen of kamers en vertrekken in woonhuizenWelke
van den uitwonenden eigenaar of uitwonenden verhuurder worden in gebruik
genomen, gelijk mede gedeelten van pakhuizen, welke afzonderlijk worden
gehuurd of in gebruik genomenzullen als afzonderlijke perceelen worden be-
fchouwden zal de belasting door de gebruikers verfchuldigd zijn»
Woonhuizen en gebouwen of gedeelten van dienwelke niet dan bij de
maand of by de week worden verhuurd zullen worden befchouwd als door
(je eigenaars of verhuurdersoffchoon uitwonende, zelve te worden gebruikt,
èn de belasting door hen verfchuldigd zijn.
De onzuivere huurwaarde der woningen en gebouwen zal möeten worden
opgemaakt uit de vergelijking van den huurprijs van foortgelijke of het meest
daarby komende woningen en gebouwen in de plaat*waar dezelve zich
bevinden.
De Deuren en Fensters,
Vöor iedere buitendeur en venster, welke in de huizenen gebouwen gevon
den wordt en uitkomt op de ftiaat, plaatfen, tuinen, vaarten of wateren,
gal betaald worden, als volgti
Deuren en vensters gelijkvloers en Véhstefs der twee Volgende verdiepingen.
In gemeenten beneden de 5,000 inwoners. f 00 40»
In gemeenten van 5,000 tot beneden 10,000 inwönefs. - 00 1 50.
In gemeenten van 10,00b tot beneden de 25,060 inwoners, - 00 60.
In gemeenten van 25,000 tot beneden de 50,000 inwoners. - 00 80.
In gemeenten van 50,000 inwoners en daarenboven. - 1 IO.
Vensters der hoogere verdiepingenmitsgaders deuren en vensters der kel
der* voor zoover dezelve bewoond worden s
In gemeenten beneden de 5,000 inwoners. 00 40.
In gemeenten van 5,600 inwoners en daarboven* - óo 50.
Van deze belasting zijn vrijgefleld:
1. De deuren en vensters in woonhuizen, beneden de twintig gulden jaar
lijkfche of zestig cents wekelijkfche huurwaarde.
2. Diewelke dienen om licht of lucht te geven op zoldersin kelders en
•ndere plaatfen, die niet tot woning Van menfehen (trekken; voorts deurenen
Vensters in fabrieken, trafieken, fchüren en Rallen, kerken, fchoolgebouwen
geftichten van publiek onderwijs en weldadigheid eh alle gebouwen voor den
publieken ryksprovincialenRedelijken of plaatfelijken dienst.
3. De vensters, welke gevonden worden in d*ken of dekkingen,
De HaardfledeUi
Van haarcifieden, waaronder worden verftaan haarderi, nisfen, kagchels,
up welke wijze ook geplaatst, ovens, eesten, fmidfen, enz., zal worden
betaald, ais volgt.'
Wanneer er Hechts eétie haard (lede gevonden Wofdt, f 00 40.
Wanneet1 Cr flethts twee zyn, voor ieder. - 00 75.
Wanneer er drie of meerder zijd, vöor ieder. - 1 75.
Ovens, .fournüizen en dergeiyke ftookplaatfenwelke in hetzelfde ver
trek, onder denzelfden fchoorReen van eene haardftede zijn geplaatst of ge-
Rookt worden, zullen iiiet als afzonderlijke haardfteden, maar gezamenlijk
éls édhé haard (léde worden befchouwd.
Van deië belasting zijn vrijgefteld
1. De haardlleden in woonhuizen, van beneden de twintig guldens jaar-
jykfche of zestig cents wekelijkfche huurwaarde.
2. De haardfteden boven het getal van twaalf in ieder huis of gebouw.
3. De haardfteden in kerken, fchoolgebouwen, geftichten van publiek on
derwijs of weldadigheiden in alle gebouwen voor den publieken rijks, pro
vincialen, ftedelijkcn of plaatfelijken dienst.
De b3k-övens ten platten lande en in de fteden, welke afgezonderd van
de woonhuizen en gebouwen zijn opgerigten de haardftedenwaarvan de
openingenmitsgaders de rook-uicgangenzijn coegemetfeld en toe het Ro
ken van vuur zijn onbruikbaar gemaakt.
Het Mobilair.
V4n elke honderd guldens der waardè van het mo! i'airzal wórden be
taald een gulden.
Hiérvan zijn uitgezonderd
1. AHe böuw- en tuingereedfebappen J wagehskarrenliedenploegen'efo,c
2. Alle paarden, koeijen, fchapenvarkens en allerlei rundvee; alle rij
tuigen, (leden; zadels, énz.alsmede dé Ralgereedfchappen van pikeurs,
postmeesters, voerlieden, enz., voor zoo verre zij eëbtér rytuigen of tui
gen san anderen in vaste huur afflaan inoet de belasting daarvin door de ge
bruikers Worden betaald.
3. De zadels, bitten, hóofdftéiren-, éhk.dienende vóór dé ^aïrdéh va:
geestelijken, militairen, ambtenaren-, enz.
4. Alle ftbriek- en trafiek-geréedfehappetr.
5. Alle handwerk-gereédfebappen en inftrnraénteR.
tf. Alle winkel-Itamoör- en pakhuis-gereèdfchappenkastendoo zgn
kasten, tónden, banken, fchalen, enz.
7. De kleederen, lijflinnén en vérdere lyfttöebehoóréupMrte'n; jttweë-
lefi, 2akhorologienenz.
8. Alle boeken, zee- en landkaarten, prenten; fchilderyenantiquiteiten
en zeldzaamheden.
Van de perfonele belasting op den vierden gróndfisg !s Vrijgeftéld
1Het mobilair in huizen van benedeö de twintig jtSriijkfièhe of zestig
cents wekelijkfche huurwaarde,
2. Het mobilair in kerken, IcBÖóigeb'óutoèhi geflithtert van publiek on
derwijs en weldadigheid, banken van leening eh ih gebouwenbeftemd voor
den pübllêken rijks, provincialenRedélijften óf piaathfiijkeb 'dienst.
3. Het mobilair in winkels; magazijnen óf wetkpla4tfen der Vervaaldigeri
verkoopers of verhuurderster Verkobp of verhuring gevonden wordende.
Deze belasting is verfchuldigd döör de gebruikers der woningen.
De Dienstboden.
Vin al dé dienstbodenWaarvoor gehouden worden zulke lieden'die btf
perfonen of huisgezinnen, tot derzelver Raat of gevolg behooren; of tot het
waarnemen van hüisfelijke zaken in geftidigéti dienst gebruikt worden zon.
der onderfcheid öf deze liedën in- of uitwonen en ih of Uit het hüi* van le
vensmiddelen worden voorzienzal worden betaaldals volgt
Voor iedere dienstbode zeven guldens.
De genenwelke niet meer dan flechts éené vrouwelijke dienstbode hou
den behoeven voor dezelve fletbts te betalen vier guldens.
Voor iedere werkbode, welke tevens alë dienstbode wordt gebruikt zal dé
belasting bedragen drie guldenswordende onder deze Werkböden V.er.n«an
de zoodanigen, die hoofdzakelijk en--doorgaande gebruikt wórden tot Vei'ver-
rigten van Wetkzaamheden in fabrijkentrafijken den handellandbottW
bedrijven of neringendoch bij die werkzaamheden tevens dienstborfeo-Werk
of hüisfelijke diensten verrigten.
Van het aantal der voorfchréven dienstbodendie in dé eerste Helft vin het
jaar bij de fchatpligtigen in dienst zijn of genomen worden, zal de. belasting
over het geheeie jaar verfchuldigd wezen; voor die; welke in j'uiy au
gustus of feptember in dienst zijn genomen; zal de belasting Hecht» vobr hel
loopende fcaif jaar en voor diewelke in octobernovember öf decembef
zyn gekomenover dat jaar in bet geheel geene belasting verfchuldigd zijm
Van deze belasting worden vrygefteld
Werkböden van den eigeniyken gezegden landbouw, doe is Vin dé «dó*
danigerr, die in en door den landbouw hun voornaamRe beftaan vinden;
2. Minnen, zoo lang zij zogende zijn, en dienstmeiden; beneden ja
ren oud,
3. Gouverneurs en gouvernantesbeiast toet het önderWijs en befluUr vari
kinderen, fecretarisfenklerken, tuinlieden, mits gèeu van alleri dienstboderi
werk verrigcende.
4. Naaisters, fchöbnmaakRerS eri dergelijke lieden, feits niet meer dafi
doorgaande drie dagen in de week in het huis van dehzelfden fchatpligcigeri
werkende.
5. Oppasfers, mits op zlcbzelvë wonende en meer dan een afzonderlek'
wonenden perfoon of huisgezin bedienende.
6. Huisbewaarders en huisbewaardfler*bij afwezigheid der bewoners hei
huis bewonende.
7. Werkböden in fabrieken; trafieken, handel; landbouw, bedrijven of
neringenmits geen dienstboden-werk of hüisfelijke diensten verrigtende:
8. Ambachtsgezellen en daglooners, mits .geen dienstboden-wérk doende.
De belasting is verfchuldigd door de perfonen öf hdisgezinneawélké dé
dienst- of werkböden houden.
De Paarden.
Öe perfonele belasting op de paarden zal wegens alle paardenoud 3
en daarboven, geheven worden op den volgenden voet:
1. Van élk paard voor gemak en weelde twintig Guldens.
2. Van elk paard van ondernemers van postwagens eri diligence»; pilteürs
postmeesters, ftalboudersvöerlieöen én verhutirdèté vbu paardéd; vjt/fcül-
dens,
3. Van elk paard, alleen gehouden wordende voor den landbouw, fabrie
ken, trafieken, bedrijven of neringen, wanneer dezelve tevebs wórden ge
bruikt voor rijtuigen op veren of riemen, zeven Guldens.
4. Van elk paard van militairen en ambtenarenwelke zij., volgens dé fee-
flaande reglementen, verpligt zijn te houden, wanneer rj dëzeive tot andere
einden dan by de dienst-reglementën is bepaaldgebruikenzeven GüidenS.
5. Van eik paard, door militairen en ambtenaren geKoiiden wórdëhdé j oSven
het getalhetwelk zijvolgens de dienst-reglementenVerpligt zijn te hou
den, twintig Guldens.
6. De kooplieden in paarden, ais zoodanig in himrie gemeente algemeeo
bekend en gepatenteerd, en geene verhuurders van paarden zijnde, zullen In
de belasting verfchuldigd zijn, wanneer zij doorgaande minder dan tien p:ar
den houden, twintig Guldens, en doorgaande meer dah tien paarden houden
de, veertig Guldens ineens.
Door paarden van gemak of weelde worden verftaan dezulke', weJke door
particuliere perfonen of huisgezinnen worden gehoudenin eigendom of i
vaste huur of vast gebruik van anderenen dienende om gebruikt re wordeó
als rijpaarden, ónder het zadel of om gefpannen te worden voor rijtuigeu.
Onder vaste huur of vast gebruikwordt de huur van paarden inde maand', en
allé verdere huur-afftand of gebruik anders dan by de reis,- verftaan.
EERST» :'«RO()bÉiG.
tWEEDE GRONDSLAG»
DERDE GROND SL A O.
,jr
VIERDE 'GRONDSLAG, \v
VIJFDE GRÖNpSLAC.
ZESDE GRONDSLAG,