MIDDELBURGSCHE
COURANT»
No. 44*
Donderdag
den 11 April,
N t E U rr S T IJ DINGEN.
SPANJE.
PAMPELUNA den 23 maart Zie bier eenige meer uitvoerige berigten
van het gebeurde ïlhier op den 21 dezer
„De tijding vin den opftandwelke den 15 dezer te Uges plaats had, en
die onderiusfchen geen gevolgen hadjoeg de misnoegden binnen deze (lad
ioodanig in het harnas, dat Wij het voorzagen hetgeen den 19 plaats had.
De troepen Van het garnizoengetrouw aan haren eed om de confticutie te
Verdedigen, verdubbelden hare aanzoeken ter ontwapening van de nationale mi
litie, door het indienen van een derde vertoog bij den politieken chef dezer
Pad en een ander bij het congres. Deze (lap werd door de Pampeluners als
ongepast befchouwd en vermeerderde den haat welke federt langen tijd tusfchen
hen en de troepen des garnizoens heerscht. Op het voorbeeld der grenadiers
van de garde en der foldaten van het regiment van Ferdinand VII, te Madrid,
begroetten de foldaten der regeminten van Hostalrich en Jaen, welke te Pam-
pcluna aankwamende misnoegde inwoners met leve de conflttuttel leveRUgo!
Deze beantwoordden zulks door lere de koning! leve de conftitutirniets meer
noch minder! De militairen van het regiment van Hostalrich den 19 des avonds
hunne kazerne betrekkende, zongen het lied van Riégo, en riepen weg met de
Servilende boeren antwoorden: leve d' koning! weg met de jactbjnenen
wierpen te gelijk met (leenen. De foldaten vielen een* priester aan, dien zij
grovelijk beledigden; terftond was de verontwaardiging ten top gedegenmen
riep van alle kanten te wapenmen floot de deuren en winkelsen in een
oogenbük was het alarm en de wanorde algemeen; nationale gardes liepen te
wapen en vielen de militairen op de draten en publieke pleinen aan; deze
Verduurden wanhopig liet gevechtalles rondom hun neerfabeltndeen gedu
rende twee uren hoorde men op draat niets dan het gefluit der kogels en een
verfchrikkelijk gefchreeuw. Intusfchen gaf de generaal Mendizabal bevel aan
de troepen om in het fort te trekken, de eenige maatregel welke bijdroeg om
het gevecht te doen ophouden. De rust herdelde en men begon zch bezig
te houden om de dooden en gekwetsten weg te dragen, wier getal dus wordt
opgegeven: vijf boeren gedood waaronder een muzijkant van de hoofdkerk,
en 38 gekwetsten; 9 militairen gedood waaronder 3 officieren, en 19 ge
kwetsten.
Er werden van beide kanten couriers met de verfchiilende klapten naar Ma-
drid gezonden. Den 90 was de rust herfteld, doch de inwoners waren ver
vuld met verontwaardiging, en niet alleen gezind om de wapen» tegen het
garnizoen weder op te nemen, maar ook om, zoo noodig, het overige der
provincie op de been te brengen. Zoodanig zijn de droevige gevolgen van
het viva Riige en het Tra gala geweest.
F R A N K R IJ K.
PARYS den i april. Vierendertig jongelingenwelke den 8 maart in den
koninklijken tuin door de gensdarmes waren gevat, zijn dezer dagen op
vrije voeten gefteld. De heer Cuvier heeft onlangs in de vergadering der
gedeputeerden openlijk betuigddat er bij die gelegenheid aan de zijde der
militairen een misver/land heeft geheerscht. Het gerucht loopt, dat de
heer Delalotde Heller van het adres van antwoord't welk hij het begin der
tegenwoordige zitting zoo veel opziens heeft gebaardveel kans zoude heb
ben om aan bet hoofd van het algemeen onderwijs te worden geplaatst.
De heer de Corcelles heeft in 'topenbaar verklaard, dat hij, wel verr e
van eènig gevolg te vernemen van de klagtenwelke hij bij de bevoegde
overheid had Ingebragt, omtrent de belediging, die twee gedeputeerden door
openbare ambtenaren was aangedaan integendeel ontwaar is geworden, dat
in de hoofdftad liedjes worden gezongen en verkochtdie ten uiterlle hoo-
-nendezijn, niet alleen voor hem, maar ook voor andere gedeputeerden, zij
ne gevoelens toegedaan. Hij meent, dat daar de liedjeszangers ten allen tij
de daan onder het bijzonder toezigt van de policie en de liedjes zelve zijn
gedrukt bij darzelver drukkermen bet daar voor moet houdendat het een
en ander gefchiedt met goedkeuring van gemelde auronteit. Men verneemt
dan ook in de daaddat 'er dergelijke liedjes worden gezongen en uitgevent
waarin onder anderen 3e naam van den achtenswaardigen Voyer d' Argenfon
voorkomt. Het fchijnt dus. dat de anti-liberalen, op het voorbeeld
van vroegere partijen, welke zich uitfluitend in 'tbewind wilden vesti
gen dit voorzeker niet zeer eervol middel bij der hand pogen te nemen
om hunne tegenftrevers bij de heffe des volks gehaat en verdacht te maken
en -dezelve alzoo aan eene blinde vei volging bloot te (tellen. Tot nog toe
fchijnen ekhter deze pogingen bij de fmalle gemeente de verlangde uitwer
king niet te hebben. Daar intusfchen deze handelwijze lijnregc inloopt te
gen de thans vigerende zeer geftrenge wet op de drukpers, is men nieuws
gierig in hoe verre men dezelve bij oogluiking zal gedogen.
De gedeputeerden beraadflagen thans over de kosten der zeemagt. De ge
neraal Sehastiani wil dezelve aanmerkelijk verminderen, op grond, dat, fe
dert de Britten in 'tbezit zijn van de Kaap, Mauritius en Maltha, alle dc
vereenigde Europefcbe zeemagten niet tegen de hunne bcfland zijn. De
koloniën befchouwt bij als een nutteloze lastdaar men dezelveop voor
beeld derSpaanfche, vroeg of laat onafhankelijk zal moeten verklaren. De
heer Clermont Tonnére, minister van marine, heeft betoogd, dat men met
eene opoffering van 65 millioenen, gedurende 10 jaren, eene zeemagt zou
de bekomen van 4a fehepen en 50 fregatten; - eene magt, beantwoorden
de aan de waardigheid des rijks; hij befchouwde de koloniën in geenen deele
als een last, daar dezelve jaarlijks 100 millioenen goederen uit het moeder
land ontvangen, van welke hetzelve, behalve 5 2 6 millioenen tolregten,
30 millioenen voordeel trekt.
NEDERLANDEN.
BRUSSEL den 6 april. De (lad Brusfei heeft een gevoelig verlies gele
den door het overlijden van den Heer Dindal, accoucheur van H, K. H. de
Prinfes van Oranje. Zijne groote bekwaamheden zullen hem nog langen tijd
doen betreuren.
'sGRAVENHAGE den 7 april. Z. M. heeft den 29 maart 11., eenbe-
fluit genomen, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst, houdendp be
palingen omtrent de wijze van benoeming der Dijk- en Poldar-bcfturen.
Zoo men verneemtis door het gouvernement befloten tot de oprigting
van eenige bataillons, voor welke vaste garnizoens-plaatfen zullen worden aan
gewezen en welke zullen worden zamengefteld uit manfehappen uit de natio
nale militie en andere in Zr. Ms. dienst zijnde troepen, die eene meer ge
ftrenge tucht en behandeling vereischenof tot vesting arbeid of gevangenis-
ftraf verwezen zijn of zouden worden en uit welke bataillonszoo men wil
voortaan de koloniale werving zou worden gecompleteerd. Reeds moeten ver-
fcheiden officieren voor dezelve benoemd zijn. De plaat 'e.i, welke men op
geeft voor de garnizoenen der bataillons belïemd te zijn, zouden Éwezen de
Helder, Brielle co het eiland Walcheren.
UTRECHT den 6 april. Als iets zeldzaams wordt 0111 Van Deventer
geroeid dat men op de hófftede Brinkgrevenreeds zeer goed gewaden en
volkomen groote bloemkool van den kouden grond gegeten heeft, en dagelijks
eet; hetwelk allerzeldzaamst is, alzoo men ze nimmer zoo sloeg, zelfs niee
uit de bakken heeft.
MIDDELBURG den 10 april. Den 4 maart heeft de lord opper-Coffl»
misfaris der Iönifche Eilanden te Zaine het parlement geopend met eene zeef
breedvoerige aanfpraak, waarin hij de ftrenge maatregelen, die tot behouddef
aangenomen neutraliteit in het werk gefteld zijn. poogt te regtvaardigen
door de tallooze emigratien tot onderfteuning der Grieken naar het vasteland,
door den in het midden der Iönifche Staten beraamden aanval op Parga; dood
de vermoording der Turken op het eiland Cerigo, en door het voorval op Zan»
te, waar de Engelfche troepen, te gelijk met de gelande Turken door het
verbitterde volk waren aangevallen, hetgeen voornamelijk tot de ontwapening
der eilanden en de afkondiging der martiale wet op dezelven aanleiding gege
ven heeft.
Van Madrid den 27 dezer fchrijfc mendat ook aldaar weder wanor*
den hebben plaats gehad. Den 24 hebben eenige jonge lieden uit de voorlie
den door de ftraten van Madrid een vaandel gedragenhetgeen zij het teeketi
van koningsgezindheid noemden, en leve de volflrekte koning! geroepen. De
nationale militie is met dezen troep handgemeen geworden en heeft den vaan
deldrager gedood. Tot het vallen van den nacht duurden deze oproerigheden,
en den volgenden dag zouden dezelve weder begonnen zijn, doch, op hec
aanrukken van een aantal troepen van het garnizoen, namen deze rustverftoor-
ders de vlugt.
Ook te Valentia en Lucina hebben er vrij ernflige vechterijen tusfchen de
militairen en de burgers plaats gehad. Een courier van Valladolid heeft de
tijding aangebragtdat het volk aldaar in masfa is opgedaan en het garnizoen
heeft aangevallen en op de vlugt gedreven.
Volgens de jongde Duitfche berigten was men het begin der vijande
lijkheden tusfchen Rusland en Turkije ieder oogenblik wachtende. Men
fprak van eene te doene gewigtige mededeeling door den Oostenrijkfchen mi
nister aan het Duitfche verbond, betrekkelijk het ftelfel van onzijdigheid,
hetwelk de confederatie in de tegenwoordige om Handigheden zoude aannemen,
Van o-Janeiro den 98 januarij wordt gemeld, dat de prins regent,
ondanks de Heilige bevelen van het I'ortugcfche gouvernement, befloten
beeft Brafilie niet te verlateu.
Uit St. Domingo den 34 februari} fchrijfc mendit het den prefident
der republiek Boyer, eindelijitgelukt was zjjngouvernement, zonder bloed»
(torten, over het geheele eiland uit te breiden.
ZEE T fTl N G E N.
MIDDELBURG den 9 april. Heden is «aar zee gezeild het Fregat ("chip
de Onderneming kapit. Hk. Eeltjesgedestineerd naar Demerary.
VLISSINGEN den 9 maart. Gisteren en heden zijn van onze reede naar
zee gezeild
Johatma Cameliakapt. A. Zeeuwen, van Rotterdam naar Duinkerke ge
destineerd, met wol.
Van Antwerpende Oosletflarkapt. J. Mollernaar Bordeauxmet ftuk-
goederen; Neptunes, kapt. W. A. Bakker; de Mariakapt. J. S. Croon;
1 Stad en Landekapt. T. T. Dykstrade Fr edekapt. J. J. GreevenMa-
ria 'Johanna Elifakethkapt. H. G. Boekhout; Johanna Hatittakapt. D.
T. de Jongede 'Jonge Sjbrandkapt. R. T. Meilemaen de Vrouw Mar-
thakapt. D. R. van Wijk, alle acht naar Londen, met boomfchors; Clara
kapt. L. de Necker, naar Bataviamet (lukgoederende Mariakapt.
Anderfen, naar Liverpoolmet ballast; thejemmima, kapt. John Smy, naar
Londen, met ftukgoederen; i'^detif, kapt. J. P. H. Rikmers, naar Liver
pool met boomfchorsde Friendfchapkapt. E. E. de Vriesnaar Lisfabon
met paardeboonentheFriends, kapt. J. Ie Gresley, naar Yerfey, tnethuiden.
Van den 6 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen beftemd, op onze reede
aangekomen:
De Friendfchapkapt. J.R. van der Mey, van Liverpool, met klipzout;
Rehekka, kapt. John Anderfonvan Huil, en Flora, kapt. John Coeper
van Londen, beide met ftukgoederen; de Vrouw /inntginakapt. R. W.
Huismanvan Liverpoolmet klipzoutSuzannakapt. P. van Buscb
van het Nieuwe Diepmet ballast.
M E N G eH ING E N.
Letterkunde.
REIS DOOR GRIEKENLAND EN DE IONISCHE EILANDE#,
Ut DE MAANDEN JüNIJ, JUUJ EN AUGUSTUS l8ai VJfi Dr. CHR.
MULLER, in gr. 8® met het aanhangfel 394 bladzijden
te Haarlem bij de Erven F. Bohn, 1822. Prijs f 3.
Dit werk verdient onder de boeken, welke dezer dsgen het licht zien, voor
zeker loffelijke vermelding, zoo wegens de befchrijving die hetzelve bevat
vsn het Isnd waarop thans de aandacht van geheel Europa gevestigd isalt
wegens belangrijke berigten die hetzelve voor de liefhebbers van oudheid
en gefchiedkunde bevat. Met een warm en edel gevoel voor de zaken der
Grieken trok de heer Muller naar het vaderland van Pericletdoch eene nood
lottige ontmoeting met rooversdie hem en zijne reisgenooten tot het hemd
toe uitplunderden, het levensgevaar dat hem op dat pad bedreigde, de koele
wijze waarop hij te Kalamata ontvangen werd, waren gewis niet gefchikt
om zijne geestdrift levendig te houden en maakte (zoo ais de fchrUver van
het aanhangfel op dit werk zegt) op hem misfehien dien nadeeligen indruk
welke in zijne verdere ^berigten nopens de Grieken, hun karakter, beduur,
krijgswezenverrigtingen enz.niet onduidelijk doordraait. De onpartjj-
digfte berigten omtrent den toeftand van Griekenlandinzonderheid van Mo»
reatijdens het bezoek van den reiziger, bevestigen grootendeels het dpor
hem geftelde. Hoezeer de tegenwoordige Grieken van de beroemde Hellenen
verbasterd zijn, blijkt vooral uit hetgeen de fchrijverin den zesden brief
over hen zegt. Wij meenen het volgende ter overneming niet geheel onbe
langrijk te zijn
De innerlijke neiging en de nood hadden ons met het voornemen nue
Kalamata gebragt, om in het Griekfche leger, welks generale ösf zich ia
die (lad bevond dienst te nemen.
Ik heb voorgenomen over datgene, dat wij in Kalamata vsn de Grieken
moesten lijden, met alle die verzachting te fpreken, welke eene fchroona,
edele zaakin Hechte handen gevallenverdient,
„Wij vonden iu Kalamata ook het zoogenoemde hoofdkwartier der Grie
ken, dat U, eei.e vereeniging van mannen, die zich officieten noemden. Hes
\V\
V»