MIDDELBURGSCHE Am' COURANT»: BL y No. 148.' Zaturdag SJBjF den p Deceftibèr. NIEUfTST'TDINGEN. ITALIË. NAPELS den 14 november. Den eerden october is door den minister van bnitenlandfche zaken, hertog de CatnpoChiaro eane Nota gezonden aan vorst Metternichbetrekkelijk den ftaatfcundigen coeftand vati Napels. Deze Rota ij tamelijk uitgebreid en zeer wei gefield. Men beftrijdt daarin onder anderen de veronderftèllingals of de Carbon/tri eenen noodiottigen invloed zouden hebben op het beduur des lands, en men haalp menige om Handigheid aan, ten bewijze, dat deze gevreesde invloed niet beftaat; Men verze kert, dat de volksmenigte eendragtig is, en met dén koning, welke uit vrijen wil aan de natie eene conftitntie heeft verleend, wil medewerken ter vestiging van den voorfpoed des rijks; èri men betoogt, dat welke misdagen Oostenrijk ©tok in de Spaanl'che confticmie wil bemerken, geene buitenlaiidi'chemogendheid hét regt heeft, eene (taatsregeling te veroordeelen, welke een onafhankelijk Souverein, vrijwillig, aan zijnenatie meent tamoetenverleencn.Menkomt in de Nota terug op zeker geheim artikel van het tracent va» 12 junij 1815, Waarin onder anderen voorkomt: dat Z. M. de koning der beide Siciïien, de teugels va» t bewind hernemende «eene nieuwigheden zal invoeren, onbegaan baar met de voormalige monarchale inftellingen,, of met de beginfelen, welke door den keizer van Oostenrijk in net beheer zijner Italiaanfche (laten zijn aan genomen." Men meent dat de koning destijds aan een inhoud van dit artikel beef: voldaanen dat het tegt verfhnd van hetzelve Z. M. nimmer de be voegdheid koride ontnemen, om in V vervolg aan zijne volkeren zoodanigein- flellingen te vergunnen, als hij geraden mogt vinden. -- Men verlangt einde lijk inlichtingen wegens de buitengewone wapeningen van Oostenrijk in Italië eh men verklaart, dat indien genoemde regering waarachtige berigcen uit Na pels bekonu, zij overtuigd moet zijn, dat de koning en de natiebeflotenheb ben de onaf liankeiijkheid des lands en de conftuutie tot het uiterfte te verde digen. •Zie hier bet Hot dezer Nota Dienvolgens heeft Z. M. den ondergeteekendeo gelastzich aan Z. Hoogh. den prins van Mettcniich .te, «lenden, om hem een (Veilig et», kathe- gonsch aotwoord af te vragen omtrent het doei dier buitengewone wapenin gen en omtrent de houding van Oostenrijk jegens het ^apojitaausch gouver nement; eene houding ftrijdig met de, banden en gevoelens van vriendl'chap, dia tusfehen die beide hoven beftaan,.weinig .ftrookende met de beginfelen van broederfebap en belangloosheid wélke de verbondene fouvereine» voor het aangezigt des g-heele wereld plegtiglijk verklaard hebben te belijden. „De koning, ctie zoo vele bewijzen van hartelijke genegendbêidvan den kattt Zijner Maj. den keizer, de&zelfs dporlucbugen neef ep .fchoonzoon, ohevangen heelt twijfelt met of de- ophelderingen,in de tegenwoordige Nota vervat, zullep de ongunstige indrukfelen., weikende kwaadwilligheid of perfoonltjke hartstogten van den een of anderen vijand der rust van Eu ropa hem kunnen ingeboezemd hebben, verdrijven, eo hem alle vijandige oogmerken doen opgeven tegen eene natie, die zijne groote deugden bewon derd heeft. Indedaad zoo iets 's keizers luister verdonkereu kop, zou bet Oostenrijks aanval tegen het koningrijk der beide Sicilien wezen. Bezwaar lik zou <ie nakomelingichap zoo groot eene onregtvaardigheidzoo honend eenen aanflag op de regten der.ngtie gelooven, een aanflag des te hatelijker, daar de mogendheid zelve, die zich daaraan fchuldig. snaken zoude kleinfte fiatei» van DuicscWand, die zich eene conftitutie gegeven hebbenniet is te keer gegaan en dat zij geenen, immers geenen openbaren (tap ged/mn. heeft tegen Spanje, wiens voorbeeld wij flechts gevolgd zijn. „Men zou dus aliec-11 aan andere oogmerken den oorlog kunnen tocTchrij- ven, welke Oostenrijk onderneemt tegen eetje vreedzame, eeriiglzjk met haar eigen welzijn bezig zijnde natie, eene natje-, die altoos gereed ag) zjfn, de beste verftandhoudlng met ai ie de vreemde mogendheden te doe 11 voortdu ren, en de bijzondere betrekkingen te bevestigen, welke pusfeheu bet hof van Napels en dat van Weeneu beftaan. hooge meening, welke Z. M, de koning van de perfoonlijke hoeda nigheden Zijner,Maj. den keizer van Oostenrijk heeft opgevat, is hem een veilige borg voor de regtvaardigheid er. wijsheiddie in dei zelfs raadplegin gen voorzitten. Zijne Majefteit gelooft zich geenszins te bedriegenwan neer hij denkt, dat de Oostenrijkfche regering van hare vooringenomenheid tegen ons terug zal komen en-pat de vriendfchapsbanden, die de beide, da- ten vereenigdenzich zot het wederzijdfehe wjelzijn der beide natiën verfter- ken zullen; doch moet ongelukkiglijk dje hoop verijdeld worden, alsdan zijn de koning en geheel de uatie-, befloten hebbende de.onaf hankcljjkbeid des ko- ringrijks en de conftitutie, het palladium onzer regten, den hechften (leun der wettige monarchie, tot het uterlle te verdedigen, bereid zicb onder de puinhoopen des vaderlands te begraven, liever dan onder het juk van buiten landers te buigen. Het voorbeeld van den heldhaftigen wsderftain! der Span jaarden tegen Napoleons dwingelandij zpu ons daartoe aanfporenen bijaldien de berigten, welke het Weenpr kabinet wegens Napels ontvangtder waar heid getrouw zijnalsdan zal het kunnengcloovendat hetgeen wij aan bet- kei ve verkondigen, niet geheel vergroot is. „De ondergeteekend# verzoekt derhalve Z. Hoogt), den prins van Metter- tiictideze nota onder de oogen van Z. Keiz. Kon. en Apost, Maj. te willen brengenen daarop zpodra moge!jjk een Heilig antwoord te willen ge ven, opdat wij weten mogen, wat wjj omtrent de bedoelingen van het Wee- lier hof te denken hebben. „De ondergeteekéndc neemt deze gelegenheid waar, óm aan Z. Hoogh.de verzekeringen zijner hoogachting te hernieuwen." (getekend) Hertog DR CAMPO-CHIARO. G R O .O T - B R 1 T T A N J E. LONDEN den 1 december. Van de expeditie naar de Noordpool verne men wij nog het volgende Na bet gebergte, hetwelk door kapitein Rosshet gthergte van Creoker genoemd was, te zijn voorbij gevaren, heeft de luitenant Parry, aan het vervolg van den pas van Lancasterden naam van Barrow-pas gegeven. De reizigers hebbenten noorden van Barrow-pateen zeer breed ka naal ontdektmaar hebben geen land kunnen ontwarenhoezeer het weder helder en gunstig was. Zij hebben -het land, dat ten westen aan dit onbe kende kanaal grenstNew-Devtn genoemd. Bijna tegen over dat kanaaldat is te zeggen, ten zuiden vau den pas, hebben zij eene andere groote ope ning, bijna zoo uicgeftrekt als de pas zelf, gevonden, aan welke zij den naam van pas van den Regent hebben gegeven. De expeditie is deze opening keer verre ingezeild. Aan bet land tegen over New-Devon is de naam van Ntw-bmerjct gegeven, In die Breken worden zoer vele walvijfchen en xne- l A I$M£ kalven gevonden. Andere fvettw onldeltte püatfen zijn naar den kipitelü Sabine en anderen genoemd geworden. „Ouder andere zeldzaamheden, die ontdekt Zijn op het eil'ind Melville, het voomaamfte van eene gtoep eilanden, in eene kleine baaialwaar de lloutmoedige zeevaarders, in18 1 p overwinterd hebben, is ook een A rijen- kaa'nfche muscus-os. Dit dier heeft een' grooten kop en dikke manen geljjR een leeuw. Het is de eenige van dat gedacht, hetwelk de expeditie, ge durende haar verblijf op het eilandgezien heeft. Eén witte haas is het eenige kleine dier, dat zij op een ander eiland heeft gevonden, maar daar entegen heeft zij vele planten en bloemen van yerfchiilende onbekende foor- ten op die eilanden gezien. De huttenWaarvan eenige fporen zijn overge bleven, hebben naar gisfing, aan eenige Esqiiimaux behoord, Welke het töe- val, of wel eene of andere onderneming, naar d(e ongastvrije luehtftrefteü gevoerd heeft. De expeditie heeft ook uit Baffins-baai, een aantal Meeding* (lukkencanotsenz.enz.medegebtagtwelke allen met eene verwod* derlijke natuurlijke genie, nijverheid en netheid bearbeid zijn. „De koude was zoo vinnig, dat then de grootfte voorzorgen moést gé* 'bruiken om de noodlottige gevolgen er van te voorkomen. Men kan zich uit de navolgende daadzaak, een denkbeeld daarvan maken: - j,Een knëehÉ van kapitein Sabine liep, bij gelegenheid van éeu alarm van brandib deluéht zonder zijne hand te dekken* dezelve Was onmiddelijk bevrofen, -en dèönge* lokkige heeft drie vingers verloren." Er zijn geene fporen van inwoners enbehalve de hierboven gemeldeook geéne van nienffchelijke fchepfeleti gevonden. „In de haven, waar de expeditie.overwinterd hééft, is het ifs tot éetie dik* te van nagenoeg zeven voeten toegenomen; maar zij'heeft, in het Westelij'c gedeelte, gevonden, dat het Ijs meet dan veertig voeten dik Was; en dit- is hetgeen de expeditie wederhouden heeft want er w*s hoegenaamd geen kans omdoor zulk een vast en uicgeitrfkt ligchaamop eene ruimte vaii 50© Engelfche mijlen, te breken, teneinde in dé (Iraat vau Behring te geraken." KR A Ni K. R Y K. PARYS den 1 december. Eergisteren is de heer Madier dé Montjan, lid van het koninklijk geregcShöf van Nimej, en bekend door zijne zoo veel gerucht! gemaakt hebbende petitie aan ,de kamer der gedeputeerdenover bet beftaan van een zoogenaamd verborgen godvernehrent, Voor het hof van éds- fatie vtricbeiieuop dc «ankiagte van in der tijd geweigerd te hebben vin aan de jullitie te gehoorzamen, en te antwoorden op de hem gedane vragen» om dé noodigc ophelderingen en bewijzén te geven wegens eéne onwettigfc en geheime organiiatie der nationale garde, en wegens eeti vCrbbrgen beduur, hetwelk de regten der wettige autoriteit zou overweldigd hebben, waarvan hij in zijne petitie verklaard had zeker te zijn. Bij de intetrogatoiren blééf de heer isfauier volharden in zijne aanklagt: hij verzekerde, de bewijzen daarvan gehad te hebben, en de perfonei» te kennen, die deel.aan het koM* plot hadden, doch Weigerde (leeds dezelve te nóemrn, zéggende, door een' eed daarvan wederhouden te worden, én herhalende, dat, zöo mén de Zaak wilde onderzoeken en de fchrijvers der beruchte geheime nota vervolgen', men in hem een' belangrijken getuigen zoude vinden. De procureur-generaal eischté tegen hemna een zeer jang pleidooi, waarin hij het misdadige éiï onvoorzichtige van zijn gedrag bad trachten aan te toonen, dat hy in zijnerl post zou'worden gefchorst. Heden, heeft de heer Madier zich"verdedigd en betoogd, niet anders te hebben kunnen handelen, dan hij gedaan had, De debatten geëindigd zijnde, heeft, het hof, na lange deliberatie-beflistdat dc heer Madier-, na bet beftaan van een kom plot te hebben aangegevened verzekerd te hebben.dit met bewijzen te kunnen (laven, geweigerd heeft die bewijze» voor dea dag te brengenop grond dat een door hem gedane eed hem dit belette; dat een vrijwillige eed, buiten noodzakelijkheid én zohüet burgerlijke of géeatelyke vordering, geen wettige fede is om aan de jüftitié ontdekkingen te weigeren, die zij in het belang der maacfcbSppil vraagtdat by door die weigering ongehoorzaam geweest is aan de jullitie; dat hij, doof bet nader publiek maken-van gefchriftendie-geféhfkt waren om mistrouweo en baat tusichen de burgers aan te kWeeken, zijne fcbuld heeft verzwaard, en door dit alles zijn pligc als lid van een koninklijk gefegtshof heeft te kttt gedaan. Derhalve heeft -het bof van, casfatie hem gecenftueerd cu iu de hol ten der procedure verwezen. NEDERLANDER. BRUSSEL den 5 december. De ftaatsraad /ipptliusdlreCreué-génertal van de iu- en uitgaande regten en der acqjnfen, is gisteren alhier aangekomeft en in het Hotel de Flandre afgehapt. Van Madrid den.23 november meldt tfien, dat de koninklijke familfè den »i te voren hare plegtige intrede binnen die hoofdftad had gedaanett uoor het gejuich van leve de eet flitutteleve de conftUutionele koning! is out4 vangen. Voorts was alles rustig. Men verzekert, dat de Oostenrijkfthe oorlogs-ministef gfaif van Bet* legardewelke van Weeneu naarTroppau opontboden geweest is, bevél heefC ontvangen om zich naar Napels te begeven, met de vereercjioe zending van bemiddelaar, en dat ondertusfehén deOostenrijkfche ttoepen iö Opper-Italié de voor hen befteimie kantounementen tuilen betrekken, om^t teu minste een gedeelte van den winter door te brengen. GENT den 4 november. Hetgerticht, federt eenigedtigén' verfpreid we gens het verbod van den invoer onzer lijnwaden irt Spanje is ongelukkiglijk bevestigd geworden, en heeft natuurlijk iuvloed op onze ntarkt gehad, na1 mcnlijk op de lijnwaden dié men Bcabat.dfi.ht ftoemt;' doch brieven aft Ka* d;x met den laailten post ontvangen, géven Vée( hetopditt niet de zitting der Cortestegen de aanftaande maand maartdeZ'e onbedachte maatregel zal veranderd worden. 'sGRAVENHAGê den 6 december. Z$|e Majefléit hééft, bij befluic van den 15 november 11.no. 29;' zoo tot vermindering van de kostbaarheid der ftudien in de godgeleerdheid als tot' aanmoediging van jonge liedendie zich aan dezelve zouden willen toewijdeneenige verordeningen vaitgefteld et) onderanderen bepaalds Dat de akademifche lesfeit in de faculteit der godgeleerdheidwelke Zija i opgenoemd 1d het reglement op bet iiooger oncierwysart. 63 no. tare, 82, no. 1 en art. 83, no. 1 of welke, in de gevallen, vermeld art. 62, zouden mogen gehoudeu, wordeft de tegenwoordige akademifche curfus daar onder gerekendvoonaai» gratis zullen wordeft gegeven; zonder dat het' den hoogleèrarén geoorloofd zat zijne'enig honorariumof zoogenaamde koliegte- gelden van de ftudenten te vorderen of hu te nemen. Dat de hoogleeraar in dé godgeleerdheid aatr bet «thertaeuffl te Efanékeraai rékenen van den^égenwoordtgén cutius, detzalfs lesien tskedo giatis zkl gaven.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1820 | | pagina 1