MIDDELBURGSCHE COURANT. No. 124: Zaturdag den 14 October/ N I E U Ur S T T D f N G E N. GROOT-BRITTAN JE. BESTUR EN Ey 4D MÏNISTR JTIEN. «r LONDEN den 6 october. Na dat de heer Broughameen der raadslieden van H. M. de koningin, den 3 dezer hare verdediging in eene uitvoerige aanfpraaJc voor de kamer der pairs begonnen had, beeft bij dezelve den 4 dezt voortgezet. Hij begon met op de gctuigenisfen van Barbara Krantz. van Carlsruhe, én andere getuigen aanmerkingen te maken. om.te doen zien dat dezelve te- genftrijdig waren en de verfchillende hoofdpunten van befchuldigiug logen- flraften. Vervoigeus heeft hij over Pergami gèfproken, en ontkend dat' zijne bevordering zoo fnei geweest is als fommlge getuigen g >zegd hebben. Hij beweerde, dat het een man van verdienste was, wiens afkomst geenszins zoo laag was ais men gewild had dat generaal Pino hem aan zijne tafel had,toe gelaten, en, dat het een Oostenrijksch edelman was, die hem bij den kamer heer der koningin tot- courier had 'voorgefteldde hoop betuigende dat hij fpoedig zoude bevorderd worden. - Daarna fprak hij van het gedrag der ko ningin overhoops, en hield (laande dat zij zich aan geenerlei misdaad, gecner* lei-ligtzinnigheid, geenerlei laakbaar bedrijf had fchuldig gemaakt. Om het goede denkbeeld te bewijzenhetwelk de overleden koning van de prinfes van Wallis, zijne fcboondochcerhad, las de heer Brougham egnen brief voordien die fotiverein haar den 13 november 1804 had toegezonden, en welke van zijne achting en genegenheid voor H. K. H. getuigenis droeg. Hij las ook eenen brief voor van den tegenwoordigen koning aap zijne gemalin, gedagteekend den 30 april 1796, ten bewijze dat er destijds geen verwijt hoegenaamd wegens hec gedrag,der prinfes van Wallis beiload. Wij ders zt ide hij iyiilords, met gevaar om in herhalingen te komen, verzoek ik u op niéuw de twee groote punten, waarop ik mij gronde, niet uit het oog te verliezen, zijnde: 1) dat de vervolgende partij de daadzaken niet geftaafd heeft door geloofwaardige getuige.!welke ter harer befchikkjng waren2) dat de ge tuigen, welke zij heeft durven voorbrengen, niet geloofwaardig zijn. Uwe lordfchappen herinneren zich het gedeelte der Heilige Schrift, waar de zamen- zweerders der grijsaards tegen de knifche Suzanna in even welfprekende als d.ehterliike termen befchreVen wordt.' Hunne verklaringen waren duidelijk Consequent en niet. weerfproken en hun (lagtofFer werd niet voor bet tegen haar gefmeed komplot bewaard dan door de' verklaringen der grijsaards over de foort van den boom. Hetzelfde heeft plaats met het getuigenis van lVla- j ce-hiwelks valscbheid dobr cien commies van den bankier zal bewezen worden. Deze kleine bijzonderheden .zijn ten aanzien der zaak.zelve, wci- jiig belangrijk, doch zijn zeer belangrijk daarindat zij op de geloofwaardig heid der ge.uigen invloed hebben. Die omftandigheden zijn niet toevallig. De raenfchen noemen dezelve vermetel toevallen; doch het zijn raadsbellui- ten der Voorzienigheid, welke niet wli dat de misdaad zegepraje, en die 'de ve-drukte onfchu'd te hulp komt. Dusdanig is het tegenwoordig geval. Dus danig zijn de geiuigenisfei) tot (laving van <bt regtsgeding- onvermogend om een burgerlijk r?gc te optnemen- ongerijmd om van de minfté beleed». ping te overtuigen, - fchapdelijk wanneer zij worden voortgcbragt tot onder-1 fteuning ecner, befchuldigiugvan de zwaarde foort, welke tot niets geringere 'firekt dan tot or.teering eencr koningin van Engeland. Wat zal ik dus zeggen i zoo hierin het cenige foort van bewijs beftaat, waarop men eene acte van fegterUjke wetgeving wildoen doorgaan, eene wet ex past facto tegen die vrouw zonder verdediging Milords, ik bezweer uwe lordfchappenalles'wel te overwegen; gij ftaac op den rand eens afgronds. Gij kunt.in uwe overijlde loopbaan voorttreden- gij kunt een vonnis tegen de koningin uitfpreken doch het zal het laat'fte vonnis zijn, dat gij immer uit zult ('preken. Hare ver volgers zullen in hun ontwerp reieurgeftcld worden, en het verderf hetwelk zij over de koningin willen brengen, zal op hen zelve terug fluiten. Redt het land, milords, van de ijsleltjkheden, die hetzelve te wachten ftaan, - redt u van een dreigend verderf, - redt het land welks fieraad gij uitmaakt, doch waarin gij niet meer prijken zult, wanneer gij yan het volk zult zijn «fgefcheiden, even als bloemen, welke boven denwortelep den tak eens booms worden afgefbeden. Redt het land, milords, ten einde gy het moogc blijven vertieren. Redt de kroon, die aan hec wankelen is, - de aristocra tie, die waggelt - liet altaar zelfs dat niet meer in veiligheid zal kunnen blijvente midden der fchókken, die desze|fs verwant, dep troon, 'züiien, vernielen. Gij hebt gezegd, gij hebt gewild, - de kerk en de konipg heb ben gewilddat de koningin van haren plegtigen dienst beroofd wierde, doch in fted.e djer plegtigheid heeft zij de vurige wenfehen des volks vpor zich. Zij heeft mijne gebeden niet. nopdig; doei, het is voor mijn vaderland dat ik hier mijne (meekbeden roe den troon der barmhartigheid rigc. op dat .ciiebarm- hartigheid ruimer over het volk worde uitgtjlori dan zij het verdienendie het befturen, en op dat uwe harten tot rept vaardigheid bekeerd mogen worde:,. Na eenige oogcnblikken toevens, vergunde de kamer dat de heer Williams een der raadsheeren der koningin het Woord nam en deze maakte aanmerkin! ■pen op de ondervragingen en verklaringen der getuigen. Hij had ten 4 ure zijpe rede nog niet geëmriigd, toen, op de motie van lord Erékine de kamer werd geadjourneerd. In cte zitting van den 5 deed lord Holland aan de ministers de drie vol gende vragen: i°. of de regering geenerhande mededing ontvangen had ren aanzien der tegen Napels gerigte krijgstoerustingen van Oostenrijk? 2". of er geene hulp van geld of anderzins gevraagd was? 30. of ergeene aanmoediging gegeven was. 0111 in de zaken van andere onafhankelijke natiën tusfehen bei de cej komen. I,0rd Liverpool antwoordde hoofdzakelijk, dat Groot- Brlttaujes ftaatköndevoor het tegenwoordige en in de thans plaats hebbende omflandigheden, met medegehragt dat het zich in de zaken der beidc Sicilien mengde; dat de regering, noch regtftreefes noch van ter zijde, daartoe cenige verbindteuis had aangegaanen geen ancier gouvernement had aangemoedigd om tus.'chen beide te treden. Vervolgens, eenige bedenkingen der lords Holland en Grey beantwoordende, voegde lord Liverpool er bij datterwijl hij verklaarde dat, in de tegenwoordige omflandigheden, de regering geen Toornemen had in de zaken der beide Sicilien tusfehen te tredenofandere mogendheden aantemoedigen zulks te doen, hij deze opheldering gaf, met de uitdrukkelijke voorbéhonding, dat de Britfche regering wegens haai vol gend gedrag en in andeie omflandigheden aan geene banden gelegd wilde zijn, uoch verrtaan worden eenige meening te uiten omtrenc bet gedrag door an dere natiën gehouden, hoezeer ook afwykenae van onze bijzondere llaackunde. Na dat vervolgens, op verlangen van markies Lansdowneeen onderzoek, omtrent de correspondentie111 de zaak van defl heer Marietti begonnenen de jonge Marietti gehoord waswerden de wederzjjdfctie regtsiaden in de zaak der koningin op nieuw toegelaten, (ti de heer Williams liervftrr* fff* pleidooi. Hij voerde onderanderen aan, dat een kamerheer des groot-hef o*$ van Bade, als getuige omtrent de verklaring van Barbara Krantz verlangt zijnde, van dien vorst geen verlof had kunnen verwerven, om naar Engé'ancf te komen. Lord Liverpool merkte aan, dat de invloed der Engelfehe rege ring te dien aanzien niet verzocht was, en bood aan, om nu nog eeneu cou rier naar Carlsruhe te zenden. Hierna werd aan de regesraden der koningin verlof gegeven offl hunne ge tuigen te roepen, en het overige der zitting werd met derzelver verhoor be- ftemd. De eerste getuige was John Leman klerk van den heer Vizard folütfteur der kóningin. Hij was met depeehes aan den baron Dente, kamerheer de» groot-berrogs, naar Carlsmbe gezonden, en zijne getuigenis liep over 'da weigering van dien beambte. De tweedekolonel St. Legerverklaarde den post van kamerheer bij Je konirt- giaalteen verlaten te hebbenuit hoofde van den Hechten ftaac zijner gezondheid. De derde, iord Guilford zeidemenigmaal met de koningin in Italië gege ten doch nimraëj eenige gemeenzaamheid tusfehen haar en Pergami bemerkt te hebben. De vierde, lord Glenbervie, verklaarde hetzelfde. De vjjfi-e getuige, lady Charlotce Lindfay, verklaarde insgelijks, tusfchtf* de koningin en Pergami nimmer iets onvoegzaams bekeurd te hebben. Zij heeft den dienst van H. M. in 1817 verlaten. Heden zijn de verhoeren voortgezet. Lady Lindfay is eerst door den fot- hcteur-generaal tegen-verhoord,.vervolgens door Dr. Lnshngrou weder-ver- hooreien daarna zijn haar door verfcheidene lords vragen gedaan, Z is er bij gebleven, geen onvoegzaam gedrag tusfehen de koningin en Pertani be merkt re hebbenzoo lang -ij in dienst van H. M, gebleven is. Vervolgens isin de zesde plaatsHord Llandnff geroepen. Hij géttf d - tegen het eind van 1814 in Italië geweest te zijn en eens of tweemaal *s v. ees met de pnnfeffvan Wallis gegeten, doch nimmer eenig laakbaar gedrag tus fehen haar en Pergami gezien te hebben. De zevende getuige was de heer Koppel Craven, die In ,814 een van da kamerheeren oer priufes geweest was. Hij was ruim zes maanden in l a- eir diefist gaweesten was. te Napels gekomen, daarin vier maanden laiwer <"- bleven dan hij aanvankelijk bedoeld had. Hij was het, die Pergami'als courier in dienst van I I. K. H. gebmgt had daartó: verzoent door den Cos- tennjkfebeu beambte markies Defigiari, die Pergami zeer had aanbevolen co gezegd had zijne familie we! te kennen. Vervolgens werd in de achtfle plaars flr Wil Ha m Gel! geroepen. Een d-el van zijne getpigénis liep over zekere poatorde, door kardinaal Gonfalvi. als fe. cretaris van (hat Zijner Heiligheid den Paus, gegeven, en hl welke H. M," toen zij, na t-e dood des ouden koningsnaar Engeland vertrok, blooteiijlC genoemd wordt Carolina yan Engelandzonder den titel van koningin, Wij vernemen op het oogenbtikdat de getuigen der koningin te Dou- vres zijn aangekomen. De geestdrift met welke dezelveontvangenzünheeft bijna die overtroffen welke plaats had bij de aankomst van H'. M. zelve. De matrozen wierpen zich in het water en bragten degetnigenin hunne armen naaf den wal. Zij vertrokken naar Hftmmerfmith door eene bende mu/.iekancen vooraf- gegaan. Des anderendaags, ten 8 uren des morgens, kwamen zij ter beftem* der glnatfe. De gravin Oldi ;s met eenige andere getuigen aangekomen. N E D E R LANDE N.. BRUSSEL den 10 october. De aanflaande zitting der Sia-m-Genersa' zal in velerlei opzigten zeer-belangrijk zijn. Behalve het ter discusli» brengen def Wetboeken, zuilen er, zoo men verzekert, ontwerpen woid:n ingebragt ter verbetering van het fteifel van Indirecte Belastingen, gelijk mede de over dag der Directe Belasiingen. Heden morgen is 'A. Exc. de minister van juftitie alhier aangekomen. Men vre dat de ftaatraad de Mey van Streef kerk met eeue bijzondere zending belastdezer dagen naar Londen is vertrokken. - Bijzondere brieven van Lisfabon, van den 23 feptember, melden, dat alles aldaar zeer rustig is en dat de plaats gehad hebbende verandering in het gouvernement een gunstigen invloed op hec papieren-geld gehad heeft, het* welk van 26 op 1 8J gedaald is. Men verzekert dat te Madrid de tijding, is aangekomen, dat Mexico da conftitutie had aangenomen en hare gedeputeerden ttond af te vaardigen. dom e I N E N. De RAAD en REKENKAMER der DOMEINEN, ais bij Zijne Mafs* fteits Betlnic van den 18 Januari) 1815- No. 20en nader-Befluit van den 4 januarij 1819, Lite. NL No. t, ten dezen geautorifeerdgeeft aan de hierna genoemde reclamanten van Schorren en aanwasfen te kennendat coiifticucieve titels van derzelver eigendom met de door hen ingeleverde be wijzen, gezonden, zijn san de volgende Heeren Directeuren van de Registratie en de Domeinen, om onder derzelver onderhoorige Ontvangers, naargelang der wocuiplaatfen van de belanghebbendente worden verdeeldais: ButgtC, y Burgemeester der Gemeente van 1 aanden Heere Directeur def Registratie en Domeinen ia Gert, (Admmiftraceuren der Godshuizen te J de Pro vmcièOost-Vlaanderen Miltsmart, (Erfgenamen van wijlen 'Juhannes) x Mattere, s.(jfacobus Adrianus) idem inde ProvincieZeeland, Pan/us c. s,Qddricn Jaft.es') 1 Dat die (lukken óp de gemelde Domein-Kantoren verkrijgbaar zijn tegen be taling van 50 cents voor ieder zegel van eiken conflitutieven titel,en tegeu behoorlijk reju van den eigenaar of deszeifs gequalificeerden. De voormelde eigenaren worden tevens gewaarfchouwddat het voor hen van belang is, zich van die Conftitucieve Titels te voorzien, en dat in -ral die Hukken niet binnen zes maanden, na dagteekenitig de-er, afgedaald zijn, het Departement der Domeinen zich voor de bezorging van die bewijsftnkketi niet meer verantwoordelijk zal houden, dewijl de eigenaren, zoo door de aatj hen toegezonden kennisgevingenais door deze bekendmaking, overvloedig zijn verwittigd, en zichzelven de nadeelen, te fpruiten uit het verzuim *11) dezelven te ligtenzuilen te wijten hebben. 's Graveubage den 21 September 1820. De Raad en Rekenkamer der Dom -inen, FANNIUS SCHOLTEN vt. Ter ordonnantie van dezelve, C. VISSER yt., h(.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1820 | | pagina 1