M E N gITTaTg E N.
Z E E T r D I N G E N.
Te Middelburg» ter Boekdrukkerij van
A. Ik fcéb we! geboorddat het met vttrekijktts ook gbt-a
BESTUREN ey A O !\1 INIST R ATI EN.
A Ti V E R T E N T T E N.
de GibrqsdbRS ABRAHAMS
cn kadert liggende. Ons fchoon carrillon werd gedurende den dtg by herha
ling befpeeld.
Ten i s uren paradeerde de fchutterij en het garnizoen op de groOte markt
na door den heer Generaal Majoor en Provincialen Kommandant de flirten ge-
irapecceerd te zijndefileerden dezelven vöorbij ZynHoog-Ed.-Geftr.
Zijne ExC. de heer Gouverneur ontving, ten één uurde gelukwenfchin-
gen der Burgerlijke en Militaire Autoriteiten; terwijl het muziek der fchutterij
zich in de Abdij liec hooren.
Des namiddags was er dipé bij den heer Gouverneurop deszelfs buiten
plaats der Hoede, op hetwelk de voornaamfte Autoriteiten waren getioodigd.
Des avonds verlustigde men zich met het affleken van vuurwerkenen het
heerlijke weder begunstigde zeer aangenaam dezen blijden feestdag. Moge
dezelve nog dikwerf gevierd worden
SLUIS IN VLAANDEREN den 23 augustus. Heden arriveerde alhier,
•wederom direct van Bordeaux, het fmakfchip de Frouw Aatjekapt. Kuit,
geladen met onderfcheiden foorten van wijnen, voor rekening van den beer
P\ le Rot alhierwordende elk oogenbiik nog eene lading, voor zijn ed. re-
kïning te-'géinoet geziens men meldt dit ais eene bijzonderheid, wtjl ietader-
gelijks fedèrt meer dan eene eeuw, alhier geen plaatsgehad heeft.
VERE den 2 5 augustus. Op gisteren namiddag zijn doorde loodsboot no.4,
alhier gefiatiotineèrdtwee manfc'nappen, zjinde de timmerman en een ma
troosaangebragtwelke door gemelde boot zijn gered van het zinkend WTak
van het Prubfisch btifefchip Merturius, van St, Martin, met zout naar Me
mel beilemd. Gemelde manfchappen verklaren, dat de kapitein, vier ma
trozen ér een jongen zijn verdronken.
Ówderhovd over de aanstaande Zon-Eclips.
A. Wjj naderen al meer en meer den 7 feptember: och! was die zware
Eclips reeds voorhij
3, En w*> ch 't za! bij helder wee*'- een heerlijk verfchljnfel zijn.
A. ja, maar men vertelt ze 'gr en, van duisternis, dat men
du Renen op den middag -ie.,eu van verfchrikkelijk wedèr en
diergelijke dingen.
B. En gij gelooft daaraan
A. Ik heb er geen kennis van, ie* maakt elkander bang.
ft. Dwaas genoegI gij zijt baUj, or de duisternis
A. Men zegt i.i ie Zon bijna gei el verduisteren moet; en dat men kaar
ten zal moeten omftekenen dat is toch op den middag maar naar.
B. En al ware d:; nudan ou di> duisternis toch niet langer dan eenige
"'rtigc o-tren kunnen duren doch dit zal nu bet geval niet zijn.
A Dan b?t n.it akelig duister worden?
Btj ue grorfle dtrsrernis, omtrent het midden der Eclips, ten 2 uren,
zal oe o - ernis rt ."vaarde- zijn dan of er een-en-vijftig heldere volle
-Manen t gelijk asihdett Hemel Jonden,- en dat is immers nog licht
genoeg? Ik verzeker u, dat men het fijnfle werk zal kunnen verrigcen.
A. Dan zullen er ook geene fterren gezien worden?
B. Niet eene eenige; alleenlijk is hecmogelijk, dat, omflreekshet midden
der Eclips, de Planeet Fenusdie thans Morgen-Ster isvooreenen
korten tijd zigtbaar worde: men zal haar moeten zoeken inliet westen,
omtrent 25 graden of 50 Zons fchijnbare middellijnen boven de kim
*t fpreekt van zelve dat de lucht ook aldaar helder za! moéten jiljn.
A. Maar hoe weet men dat toch zoo juist van die een-en-vijftig volle Manen?
B. Zeer eenvoudigdoor proefnemingen weet mendat het licht der Zon
drie-honderd malen fterker is dan dat der volle Maanzoo dat het ver-
eenigd licht van drie honderd volle Manen gelijk zou liaan met dat der
Zon. Nu zullen, bij het midden der Eclips, nog r*^ van hep licht
der Zon overblijven; en als men nu ook van drie-honderd volle
Manen neemtdan krijgt men 51dus is die rekening zoo heel moege
lijk niet.
A. Ja maar, het verfchnkkeiyk weder, dat er op volgen moet!
B. En wie kan dit voorzeggen
A. Men zegt, dat men doorgaans ziet, dat flecht weder op de Ecüpfen
volgt of met dezelve invalt.
B. Even dikwijls ook het tegendeel: men zou zich daarvan overtuigen,
als men oplette en daarvan aanteekening hield; maar al volgde er flecht
weder op, dan heeft de Eclips als Eclips daaraan geene fchuld, even
min, als wanneer uwe febaduw over iemand anders in 'c voorbijgaan
hénen fchuifc.
A. Ja maar, men weet toch zoo veel te zeggen van de Maan, als die dus
of zoo komten als zij op dien of dien dag van de week invalten rat
is het, zegt men, ook eene Donderdagfche Maan; en dus dit alles za-
men werkt.
B. Nog eensmerk op en teeken aan: dan zult ge u het best overtuigen,
dat van dit alles niets befïendig waar is, zoo als het ook niet zijn kan.
Ik wil u een paar voorbeelden ter overtuiging bijbrengen
Alle negentien jaren komen de Nieuwe en Volle Maneneerste en
laatfte Kwartieren en ook de Eclipfen als zij kunnen voorvallen, op
dezelfde dagen der maandals negentien jaren te vorenen dit verfchiic
in drie eeuwen maar eenen dag zoo had men eene hier onzigtbare Zon-
Ec'.ips bij de Nieuwe Maan van den 7 feptember 1801 nu op den 7
féptember 1820 eene zigtbare, en er zal weder eene Zon-Eclips, hoe
zeer hier onzigtbaarplaats hebben op den 7 feptember 1839.
Bij de Volle Maan van den 23 dezer hadden wij twee dagen te vo
ren Herken Noord-Oosten windmet veel regennegentien jaren
vroeger, in 1801, viel de Volle Maan ook op den 23 augustus, en
men hadtwee dagen te vorenN. O. wind geen regenen op den
33 zeiven fchoon weder; en nog negentien jaren vroeger, in. 1782,
kwam de Volle Maan almede op den 23 augustus; men had, verschei
dene dagen voor en na, betrokken lucht en Z. Z. W. winden, doch
geen tegen.
Op den 7 feptember 1782 en 1801 kwam de Nieuwe Maan, even
als nuop den 7 feptember: in 1782 heeft het, van den 19 augustus
tot deu 13 feptember, niet geregend; op den 4 en 6 feptember had
men Noordetlichten van den 2 tot dep to helder weder. In 1801
twee dagen voor en na de Nieuwe Maan, Westelijke, Zuid-Westelij-
ke. Zuid-Oostelijke, Noord-Oostelijke winden, met regen en buijig
weder.
Zie da Ar flechts een paar Haaltjes; zoo zeker gaan alle die vermeen
de vaste regelen! In plaats van u met alle die dwaasheden in te laten,
rade ik uen elkzich liever in (laat te (lellen om deze heerlijke
Eclips wel ivaar te nemen.
A. Moet Ik dan niet in een' emmer mee water kijken
B. Het licht der Zon wordt door deze terogkaatfing niet genoeg verzwakt
om er het oog lang aan te wagen: een fchoteltje met droop of olie is
dan nog beter, mits men zorge dat er geene lucbt-blaasjes op zijn; dit
geeft eene zeer gladde oppervlakte, en wordt ook niet zoo ligt door
den wind bewogen als water; echter rade ik u ook dan nog met eene
uaald of fpeld een gaatje in een kaarteblad te prikken, en door het-
Jelve het van het waterde llrqop of de olie tetuggekaatfle beeld der I
ön re befchouwen,
B. Mits «en er goed mede wete om te gaanen er gekleurde glazen
heef:doch als men eenen verrekijker op een' voet ksn vast Tm5rc«*
zoodanig dat die voet vast blijve (laan .en de iqjker zich to al» rijgtis*
gen laat bewegen, dan kan men het vertrek,zoo donker mogelijk ut»
Jtenen vangen het beeld der Zon door den verrekijker op eew wit
fchermmen kan dan dit beeldnaar mate men bat fcherm nader bij
of verder van den kijker plaatst, zoo groot maken als men Wil, ea
aldus kunnen verfcheidene perfone.n te gelijk de Eclips zeer Fraaidoeb
in eenen omgekeerden (land, befchouwen; het vereischt echter eeltig*
handigheid om den kijker goed te beduren, juist van pas uit te bate»*
en het beeld fcherp en geheel op het fcherm te houden; ik «de ft
daarom, zoo ge de Eclips op deze wijze wilt waarnemen, O «cttg®
dagen ce voren, als de Zon fchijnt, daarin wat te oefenen.
A. Dat is al wat omflagtig. 1
B. Het is toch zeer goedevenwelom de Eclips mer eert goed oog
fcherp te zien, behoeft men geenen kijkers daartoe is een donker ge*
kleurd glaasje voldoende, ea, zoo men dit niet heeft, kan men aieh
even goed aldas behelpen: Neem twee heldere en zuivere, ewn
groote glaasjes; neem een kaart en-blaadje van dezelfde grootte, tn fi'fl
bet middenfte gedeelte uit, zoo dat er maar een randje overig blijft
berook dan eert der glaasjes, aan ééne zijde, zoo eenparig mo?eI|jk»
boven de vlam eener lamp. tot dat men door dit berookte glaasje, veer
het oog gehouden, de vlam der lamp naauwelijks meer kan zien; lef
dan op deze berookte zijde voofzigtig het randje van kaartenbladen op
dit tandje het onberookte glaasje: ueem alles voorzigtig, zonder verCfcbvi-
ven, op, en vereenig terftond de tanden der glaasjes rondom met ze
gellak 't geen men wat dik en aan beide zijden tot om de randen moet
opleggen: dit houdt lang; door dezen kleinen en goedkoopen roedel
kan men altijd zonder hinder in de Zon,' en dus ook de Zon-Ecüpfetl
zeer duidelijk zien: de zon beeft alsdan eene gele kleur.
A. Ik hoop liet op de eene of andere wijze te beproevenals wij nu maar
helder weder hebben.
B. Dat wenfehen alle liefhebbers: er is echter in ons klimaat niet in het
minste op te rekenenen 't is zeef mogelijkdat alle de berekeningen
en fraajje afbeeldingen dezer Eclips vergeefs gemaakt zijn. Evenwel
is er thans nog even min reden om (lecht weder, als om met voile za»
kerheid eeue heldere lucht te voorfpellen. Wy moeten het afwachten.
K.
AANBESTEDINGEN.
Onder nadere goedkeuring van Heeren Gedeputeerde Statenvan de Pro.
vincie Oost-Vlaanderenzal, op Woensdag den 30 augustus 1820, des mor-
gens ten 10 uren, in de gewone Zaal van bet Gouvernements-Huis te Gend,
worden aanbefteed
1°. De noodige werken tot vernieuwing vati twee Vloei-Deuren aan de
Sluis ce Wirt;
2°. De vereischte herftellingen aan de Bermen en Trekwegen van den Den'
dercusfchen Aalst en Dender monde.
De voorwaarden en bellekken dezer werken zijn te lezen aan het Hotel
van het Gouvernement te Gent, en in de Bureaus van den Hoofd-Jngenieur
in het tode district van den Wncerilaac aldaar.
Bij Heeren BURGEMEESTEREN der Stad MIDDELBURG, ontvangen
zijnde een Adviesbrief, wegens liquidatie eener acbterflallige Pretentie van
J. L. van MUHLHAUSENwordt de belanghebbende of zijne Regtver-
krijgenden uitgenoodigd, zich ter Stads-Sectetarij zoo fpoedig mogelijk aan
te melden.
De ONTVANGER-GENERAAL in ZEELAND, adverteert dat van he
den af, gedurende vier maanden, in de refpective Arrondisfementen dezer
Provincie, zullen betaald worden de Intresfn van Borgtogtenover het j(le
half jaar 1820.
]\,fen zal op Woensdag dep 30 Augustus 1820, des voormiddags tl uren
precies, ten overflaan van den Notaris P. van de Graftpubliek prefenteren
te verkoopenin een Pakhuis in hec Kraanflraacje
Eene partij Ledig VAATWERKr
Eene dito Losfe DUIGENf Leggende in een Pakhuis m
Eene dito YZEREN BANDEN, J de lievengang.
Een End KABEL,
Twee SCHEEPS POMPEN, r
Vijf Vaten GEZOUTEN VLEESCH, -eende Pakhuis in
Eene partij SCHEEPS BESCHUIT, j bec Kraan(Iraatje.
Eene dito GORT, J
Een MASTleggende in liet Dok.
Eene SCHEEPS BOOT, lang 24 voet, leggende op de voormalige
O. I. Kleine Werf.
En wat er verder zal worden geprefenceerd.
Deze GoedereD kunnen des morgens voor de verkóoping, door «en ieder
worden bezigtigd.
£)ingsdag den 29 Augustus 1820, VERKOOPIN4, ten overflaan van
den Notaris P. van de Graftaan het Vendu van Meubelen, Beddegoed,
Lijnwaat, Kleederen, een Klavecimbel, Afbraak, en voorts alles wat een
ieder zal aanbrengen! Maandag te zien.
jyjen zal op Dingsdag deu 5 September 1820, des morgens om tien ure",
binnen Middelburg in Zeeland, publiek en met den ftokkevoor de BANK
VAN LEENING, prefenteren te verkoopen, alle PANDEN, verpand tot
en met den laaiden dag van Junij 1819; wordende dus de belanghebbenden
gewaarfchuvvdde verlcheneu Intresfen te betalenuiterlijk Maandag den
4 September 1820.
5. van ZOOM, te Goes, biedt zich aan tot. hec bewerkftelligen der Liqui
datie en Converfie van de Acluerllallige Plaatfclijke Intresfen en rentegevende
Obligatien., voor de houders derzelve, ten laste de Sta'd Goes.
J)e ondergeceekende maakt aan het geè'erd publiek bekenddat hij op Maan.
dag zijne Affaire als Broodbakker zat openen; verzoekt een ieders gunst en be
looft eene prompte bediening. F. I. de KLERCK
Viisfingeii 28 Augustus 1820. WalfliaacLm. I. No. 156.
Jjij C. van Asjendelttnaast de Teeken-Akademiebest Beuken en Olmen
VAAMHOUT, BLOKKEN k/6 per Vaam, en Klein HOUT ii 12 Stui
vers per ZakTURFenz.
Jyene KEUKENMEID tegen November benoodigdWijk K. No.
rJfen eersten eene MEID benoodigd, op den hoek van de Breeftraac Lett.
O. No. 143.
J£en BOODSCHAP-MEISJE benoodigd, korte Gistflraat A. 128.
B'J S. van BENTHEM zal op aanflaatiden Maandag mo' en worden
uitgegeven: DICHTSTUKJE bij het Fertrek van den rFel Eerw. zeer Cel,
Heer D. M. KAAKEBEEN, door P. F. Loifen.
De Prijzen der Granen zijn ah in de voorgaande werk.