Vdfc'mdtomm tH#» OESTERS. 10. «hkl» 1». b« ■gij liet lezen van Uw gefchrifcmijn lieer 1 Itwam het mij èn velen mij" lier landgenooten 'voor, 'dat gij al zeer lang in andere landen tnoet gewoond óf rond geztvor venhebben. Uwe taal, fiijlen fpellingverfcbilt toch veel van die der Noordelijke piovipcien; terwijl wij ons daarin altoos naar dezelve ge- fchikt en gevormd hebbenja, zelfs pnder bet fransen beftntir, namen wij, .gelijktijdig met die gewesten, de gronden van Sic gén beek en Heiland aan. Gij fchijnt u ook zeer te vèrgisfen omtrent de denkwijze van ons land. ik ben wel niet op alle plaatfen bekenddoch van 'verre \veg het groot 11e gedeelte kan ik u verzekerendat dj verkeerde gedachten "koe'stéru Maar iaat ons (lellendat dat er ergens eenè enfelé plaats Zijwaaraan ik nog twijfel, in welke het groot 11e en beste gedeelte der inwoners eenftemmig «iet u denkt: boe kimt gij dan nog deze gevoelens, als die van het alge meen voordellen? Neen, mijn heer! gij hebc daartoe even weinig regt als liij, die nog onlangs de Stater-Generaal met zijne verzoekfehriften lastig viel. Gij vraagt, of wij wel weten, dat er om eene vereetiiging van deze lan den met de provincie Zeeland verzocht is. Ik hoop, mijn heer!-dat gli zoo boosaardig niet zijt, als «We vraag fchijnt aan té.duidc»: want zij gelijkt wel eene bel'clwldiging, als of onze achtbare befluurders vaifche tolken van onze begeerte bij Z. M, den Koning geweest zijn. Doch deze brave mannen heb ben hunne daad niet a's een fchelmftuk verborgen gehouden; maar komen Openlijk voor dezélv'e uitbij ieder die er naar vraagt. Voorts is dit verzoek niet in het geheim door éénen enkelen, maar meermalen door onderfcheidèue perfonen, in het bijzijn van velen gedaan. Én hoe konden zij. zich bedriegen omtrent onze' gevoelen? Was de kndop gelegd gedurende clcn heiligen ftrijd tegen Spanje voor onze regten als men- fchen en burgersniet door het verloop van eeuwen te vaster toegehaald? Toen Vlaanderen van nieuws bukte voor den fchepcer des trotfehen overheer- febers, was reeds de welgemeende taal onzer edele volksvertegenwoordigersin den naam hunner burgeren bekend gemaaktwij willen liever alles verdragen en lijden dan fsheiden van de geünieerde provinciënen deze gedachte bleef leven tot op den huldigen dag. Gij kent immers onze gcfchiedenis mijn heer? - Wel nu, herinner u dan het toen in puinboopen herfchapen Sluis: herinner u hoe onze landen door de inwoners bijna geheel verlaten, en onder den vloed bedolven werden: herinner u hoe ?ij, vooral eerst na den Munfter- fehen vrede in 1648 'oeverseht, bevolkt werden door ingezetenen uit de Noor delijke provinciën, pf .dooruit hun land verdrevene Franfchen en Salczbur- gers, federt zoodanig aan de eerden vermaagdfehapedat zij gerustelijk van de .grondleggers der Vrijheid onzer Noordelijke gewesten, als van hunne voor vaders mogen fpreken Ja, wij zijn met regt trotsch op die mannenzoo wel ais op hen, dienaderhand het vaderland verdedigdof door hunne geleerdheid verfierd hebben: op de Ruiters en Trompen, de Vondels en Catzen. Op onze minste dorpen fpreekt men van henen leest men hunne werken. De fma'tcclijke affcheuring van ons geliefd vaderland kon dien geest nietuitbiusfehenmaar, juist onder het vreemd beduur, ing men overal lcesgezelfchappen oprigten, om de gefchriften der Noordelijke provinciën te leeren kennen, en in befchaving, met ons oud va derland gelijken tred te .houden. Van daar dat de fchriften van den gloeijen- den flelmersden hartelijken Tollens en deugdzamen Loosjes, hier met geeu minder vuur en deelneming gelezen worden, dan in eenig ander gedeelte Van ons vaderland. Doch is het welligt trotschheidwaardoor wij ons aan deze roemvolle ge westen vermnagfehapt rekenen? - Neen mijn heer! ook zij erkennen ons we- derkeerig voor hunne broeders en naastbeftaanden. Of fteiien die der Noor delijke provinciën Aardenburgs dappere verdediging in 1672 niet op de lijst der heldendaden hunner burgers? Worden de herhaalde invallen der Franfchen iu 1708 1747 en 1794 niet door hen gefchetst als invallen op bunnen bodem? Prijken onze mannenwan naam niet op de rollen hunner beroemden en geleer den? Ja, bogen zij tegenwoordig niet nog op onze liefelijke dichteres Petronella j J| Moensai»op hunne roemrijke en achtingwaardige landgeuoote? DoetVlaande- J van infehrijvinginhoudende voor welken vasten prijs zij deze leverantie zou met het bewind Vati zajten belast zijn, ontevredenheid met de beliafinde órde zucht om zelf te regeren, in een woord, revolutionaire beginfelen, kenmer ken. Vrees dus ook niet voor tegen-requestendie op zijne overheid ver trouwt en te vreden is, dient geene verzoekfehriften in. En nu, mijnheer! eer ik affcheid van u neem, laat ik ti raden aan de fabel van de vledermttis te denken, die, omdat zij noch tot het eene noch tot het andere diererifoort behoorde, door beide verworpen wierd. Waarlijk, het kon met 11 ook zoo gaan; want Oen regte Vlaming fchijnt gij toch ook niet te willen wezen. Gaar ne zoude ik mijn' naam openlijk bekend maken; want het heimelijk handelen is ons Nederlnndsch karakter niett doch ik vrees, dat het den fchijn koude jjebben, als wilde ik mij eenigen voorrang aanmatigen. Genoeg, ik bed geenszins in eenig openbaar bèfinur van zaken geplaatstik wooit in het district Sluisben er in geboren cn opgevoeden ben zoo weinig be vreesd mij omtrent het groot 11e en beste gedeelte der inwoners vergist te hébben, dat ik, indien ik er mij toe genoodzaakt vijlde, gerustelijk ook mijn* naam zal bekend maken. En gij, inwoners van Vlaanderen! gij zult het immers dezen landaard niet euvel nemen, dat er ouder hen gevonden worden, die openlijk voor hunne gevoelens uitkomen Het is nietdat wij als Nederlanders iets tegen u heb ben: neen, God weet het! met ons ganfche hart reiken wij U de broederhand. Liever hadden wij van dat ongelukkig kenmerkend onderfeheid tusfehen Zuid en Noord gezwegendoch de onverdragelijke ontiefchaamdheid van een' on zer noopte ons tot fprekehopdat niet tnisfehien ons zwijgen voor onver- fchilligheid' mogt gehouden worden. Neenwij haten u niecomdat gij misfehien, door eenè lange fcheoriiig, in fommige dingen van ons verfchilt, Niemand om zijne gevoelens te haten, niemand zijne gevoelens op todrmgen, maar ook voor niemand zijne gevoelens te ontveinzenis immers nog een ka raktertrek, die aan alle Nederlanders gemeen is.- En ik beroep mij op uwe eigene waarheidsliefde zullen wij nietzoo' lang er eenig onderfeheid tusfehen de Zuidelijke en Noordelijke landen heftaactot de laatlleii moeten gerekend worden. God geve intusfehen dat dit onderfeheid fpoedig verdwijne! God zegene daartoe de pogingen van otizen geliefden KoningHij zegene daartoe die van zoo vele braven onder 11 en ens Hij fcheuke onze algemeene Staten den geest om voort te gaan met vrij uit de bijzondere gevoelens zoodanig te uiten, dat eensgezindheid ern broedermin daardoor te gelijk met het algemeen belang bevorderd worde! ZEE T?'ITTn O R N. VLISSINGEN den 16 october. Heden zijn va» Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: De Eendragtkapt, B. A. Kapper, roet tarwe, en de Telegraafkapt. J. A. Schoueveld, met granen en huiden; beide naar Londen. Sedett onze laatlie is niets binnengekomen. BESTURE N en Tn%INISTRATIEN. De Minister van Financiën verwittigt bij dezen elk en een iegelijkdien zulks aangaatdatvan heden af aan alle hukken het ministerie van Finan cien concernerendetoe nadere aankondigingnaar Brusfcl tnoeten worden geadresfeerd. 's Gravenhage, den 13 october 1818. De Minister van Financien SIX VAN OTERLEEIC, De COMMISSIE van het Rataillon Infanterie der Staande Armee No. 2 ten gevolge van Zr. Ms. befluit de dato 2 October 1818, n°. 64, belast met de aanbefteding en het coevoorzigc der Leverantie van het MUNITIE-BROOD ten dienste van bovengemeld Bataillonnoodigt bij dezen alle GegarlifH»', welke tot het doen dezer leverantie zouden inclinerenuithunne biljetten ren wel iets van dit alles En alsof zulks nog niet genoeg wareook buitenlanders befchouwen deze lauden als federt de vroeglie tijden een deel van Zeeland uitmakende. Wilt gij een enkel bewijs? welnu, neem dan c!e uitvinding van den Biervlieter iVillem Betthchzoon. Nog behoorde deze plaats, wat bet burgerlijke betrof, tot Vlaanderentoen hij het haringkaken uitvonden daarom roemt de Vla ming hem als landgenoot. De buitenlander echter befchouwc het» als inwoner der Vereenigde provinciën om dat hij dezen (treek van het oude Vlaanderen federt lange vocu onaffcheidbaar van Zeeland boude. En 1111 de ingezetenen van het gewest zelven, waaraan gij ons hechten wilt? Deze komen hier om Holland tc zieir, en naauwelijks zijn wij in het eerste dorp over de grenzen, of wij zijn vreemdelingen en worden als zooda- nigen behandeld. Ja wij verfchilien ?oo zeer van de bewoners dier plaatfen dat wij met moeite van weerszijden onze denkbeelden kunnen doen verdaan. Moesten onze belhmrders dan vragen tot welk land wij behoorden of welke onze begeerte ware? Zij hadden eerst onlangs bewijzen gehad, hoezeer onze burgers met hun oud Vaderland en om hetzelve ook met den geliefden Vorst wilden daan of vallentoep men in Vlaanderen hieraan nog niet dacht of koude denken. Zij hadden naauwelijks den ontijdige» en onnoodigen ijver der me nigte kunnen beteugelen, die Hgtelijk tot ons verderf had kunnen uitloopen, doch evenwel ook bewees waartoe wij wenscheen gebrage te worden. Ja, bij de eerste aanvraag om de véreeniging met Zeelandwapperden de vrijwillig gthefc .cn vlaggen onzer voorvaderen nog van onze torensi En nu mijnheer! gelooft gijdat deze zoo openlijk aan den dag gelegde gevoelens zullen wy- ken voor de vrees, om eene rivier over te varen?- Dat zij dit zullen bij ons, wier voorvaderen zich op zee verdedigdentoen het nagtige Spanje hunne h. ardfteden vermepsterrifV Wat fpreekt gij van kristen, mijnheer! zijn dan de barrières naar Gent niet even kostelijk? Hoé fpreekt gij van dit alles? daar wii vrii zeker zijn, dat ook hier te landp den. Neen, mijnheer! het is ons nog te versch in het geheugen, welke moeijelljkhedcn en fchaden menig een geleden heeft, om dat hij de taal, 01e bij het adrninistrative en judiciële gebruikt \yerdniec verftond. Wij weten nog hoe dikwijls wij toen door vreemde oogen moesten ziendoor vreemde handen werken, en hoe dikwijls wij de lpeelbal vaii Hechte, geldzuchtige menfehen wierden. En hoe zoqden wij dus de vereemging met eene provin cie kunnen wenfehen waar die taal nog in alles gebruikt den verlangen te doenaan opgemelde Coramisfie verzegeld te doen gewor den, met of voor den 22 October 1818, uiterlle tijd van infehrijving; kun nende de conditiën deswege worden gelezen en de noodige elucidatien worden bekomenbij den Wel Edel Geftrengen Heer Lt. van TIasfeltin het Loge ment Denemarken ce VLISSINGENbij wien de biljetten mede worden be zorgd. A D V E R T E N f I EN. |n Lading naar SURINAME, om in bet laatst dezer maand te Vertrekken, het Hollandsch F;egatfcbip ATALANTAKapitein J. Stoffers; adres bij de Heeren BODDAERT C°. te Middelburg. jVJén zalin de volgende maand de Groenmarkt Wijk B. No. 28, te Middelburg, verkoopen: eene ffaaije Verzameling BOEKEN, TEEKENIN- GEN, Engelfche en andere KONSTPLATENin Vergulde Lijsten met Glazen, eenige SCHILDERIJENwaaronder van goede Meesters, benevens eene fraaije Verzameling van GEDENKPENNINGEN, MEDAILLES en andere LIELHEBBERIJENwaarvan tfe Catalogus- in tijdS bij den Boek- verkooper J. OOMS, op den Langenburgtzal te bekomen zijn. Op Dingsdng den 27 October 1818, zal de Prokureur D. Uyttenhooven als Curator in den vakanten Boedel van wijlen KRYN JANSE BELLE, in leven Stads-Architecc te VLISSINGEN, aldaar, in de Walflraat Wijk I. No. 2Ó8 ten overftaan van den Notaris Abraham van der Swalmepubliek eti aan de meestbiedenden presenteren te verkoopen: eene partij gemaakte en on-' gemaakte MANSKLEEDEREN, twee nieuwe Mahonpoucen BUREAUX, eene fraaije, twaalf Aria's 1'pelende, KLOK, met Mahonijhoucen Kas, ge maakt GOUD en ZILVER, waaronder een fraai Goud Reperitie-Horlogie eenige Wis- Bouw- Zeevaartkundige en andere WERKEN en TEEKENIN- GEISf wel geconditioneerd en van de hS?." ieder n™ r.noderen zL n daags te voren voor eeu ïeucr fchrevene naletenfchap.De ooeaerui /-y "<«5 240ccober .8Vmorge' te VERE, in .de Kerkliraat, van eene partij APBRAA Yzeren Scbuif-Kasfijnen Ramen Platen en meer, wordt? Neenmijn- p. A. VERSCHAFFER, heerT wij vreezen voor die taal meer dan voor de hooge golven der Schelde 0c ober 18.8 ^nrfd^ten v0) f J buiten hendie in van den Broecke en Getuigen m pr* Weinigen zullen dus aan uive redenen gehoor geven zulk eci? verwarden tosftand van zaken hun voordeel zien en dien terug wen- fchèn Want die weinigen., die in Vlaanderen geboren zijn en zich hier eer woon'be<row» hebben,, of om eene of andere betrekking vau het algemeen zouden verfchilien, zullen niet onbillijk genoeg wezen om het gevoelen van hun gering aantal voor dat van allen te willen doen gelden. Dochmijnheerhoe komt het tochdat gij zoo tegen IchoonfchijnencR woorden waarl'chuwt? Ik weet niet dat men ooit eenige poging ui het werk gefteld heeft om iemand voor ons gevoelen te winnen. Het verwondert mij, Johs. bliek doen verkoopen: dar ri niét met tenen ook tegen beloften van eerposten of tegen het hoop geven on ordes-linten waarfchuwt. Wees niec ongerust, mijnheer! wij behoeven eeeue fchoonfclrijuende redenen te gebruiken. Verwacht dus met, oac velen uit o"s midden uwe requesten zullen teekenen. Wij zij" ce zeer overtuigd dat allé dergelijke verzoekfehriften, die zonder bet rijp beraad en de go.dkeu- rjmr onzer wettige beftuurders gemaakt.worden, wantrouwen op het doorzigt d:s Konings, mistrouwen omtrent de re^tfchapenheid der perfonen, die hier Balken, Planken, RibbenSparrenYzeren GENT, zal op Donderdag den 29 n van den Notaris Orante alhierpu eene partij fraaije en zeldzam^PLAN5^j PERZIK-BOOMEN en BROEI-GEW ASSt-i. te op Kr**».. welke op T tol- «j» p:ene bekwame KEUKENMEID met November bèuoodigd, Oebr. Mam Hovemher benoodigdadres tet infor- de ORDONNANTIE, waarnaar btnnen die Gemeente J 1 - tinger. zullen worden geheven. Te lylidoeluureter üoekcrukKeiij van de (jsbros aKRs ABKAHAM'S, I. v-of» «orrtACfritl v tr do mt*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1818 | | pagina 2