COURANT;
1
P
MIDDELB URGSCHE
R
w$.
K
JNo.'i-
Donderdag
den 20 November;'
^^^^i---
w^
Wê
Jck,
eene
Wr
W-
W"'*
^m
|b
jS-
mcf
^j^
I naar
;ars;;
llast-
bus-
kapt.
elen;
en la
an,
il het
twer-
i fu;-
I
'sGRAVENHAGE don 13 mvemhe,;
tTit de voordragt van den Minister vgn Financien, welke zicli heden ter
vergadering heeft gefistcerd, ten einde aan A-i Kamer voor te dragen ds
noodijje wetten ter bepaling van de uitgave voor den openbaren dienst van
1818 en de middelen ter dekking dezer onicosten, blijkt liuofdzakeüjk
{Offchoon M'ijreich hiervan in "'t kort in om No. vanesrgister hebben gefpvo-
ikcii, meenen wij echler onzen lezeren met het geven van dit naddr en meer uit
voerig vcrflag geen'' ondienst te zullen doen.^
De belioeftcn voor het aanftaande jaar 1818 beloopen eene fom van 74
millioenen.
2°. De inkomsten van 's lands fchatkist van dat jaar worden geraamd op 67
en een half millioen.
3°. Bij de begrooting van de uitgaven voor het no;:loopende jaar 18 17, ten
bedrage van 73,400,000, moet nog eene foppletie worden gevoegd van 3,381,000
guldenswaarvoor de noodigc middelen moeten worden gevonden
4°. Gedurende het jaar 1818 moeten de achterttallige vorderingen worden
geregeld, te weten: a, de oude gevatigde fchuUi in de Zuidelijke pyoviiicien
waarvoor infchrijvingen op het grootboek A& nationale rentegevende werkelij
ke fchuld zullen worden uitgegeven, ten bedrage van 15 en'een ha!f millioen
kapitaal werkelijke fchuld en het dubbeld daarvan uitgeïlelde fchuld, naar
aanleiding van de wet van 14 mei 1814, m b, de Nederlandfche achterllaiid
welke ten laste komt van dit Rijk en welke eene infci^rijving te weeg zal
brengen (immers voor zoo verre men kan berekencn_) van 16 17 millioenen
guldens, mede op het grootboek der nationale werkelijke fchuld.
5°. Ten einde te voldoen aan de verpligtingen, voortfpruitende uit het trak
taat, op den 13 augustus 1814 te Londen geflotenmoeten inliet jaari8i8
de iioodige middelen worden aangefchaft om te vinden eene foin van twintig mil-
.lioenen guldens, ten einde te worden aangewend ter bevestiging en wapening
der zuidelijke fiontieren. Men moet ook voorzien in het geen de beftaande
belastingen voor hei loopende jaar minder opbrengen dan het geen waarop zij
geraamd zijn.
6'^. Ten einde de noodige middelen te vinden oui deze buitengewone be
hoeften, a!s een te kort van j\ millioen op de gewone behoeften voor ,18 18
éene vermeerdering van 3,381,000 op de uitgaven van 1817, de :o miiiioen
l^ier boven gemeld, en het minder bedrag van de inkomsten van 1817, zal
men uitgeven voor 45 millioen fchulribekenteniifengevestigd opdeneveiuue-
len en fuccesfivelijken verkoop der domeinenonder beheer van het fyndi-
caat der Nederlandenedoch geheel en a! afgefchi-icen van de uitgegevene
fchuldbekentenisfen in den jare 18 15, welker bedrag alzoo in geenen deele
wordt vermeerderd en welker aflosfing op den gewonen voet voortgaat.
7°. Ter voldoening van art. 199 van de Grondwet, bepalende dat de
fchuld van den Staat jaarlijks in overweging zal u'orden genomenter bevor
dering van het befaiig der fchuldeifchers van denzclven ftek Z. E. de Minister
voor om, daar, door het liier voren voorgerteldede nationale werkelijke Ic huid
met 30 k 32 millioen kapitaal en de uitgeflelde met een gelijk kapitaal wordt'
vermeerderd, te zorgen cat dezelve daardoor niet in verval gerakc en tot dat
einde de vaste jaarlijkfche uitgave aan de amortiGuie-kas, thans geraamd op
2 millioenen,'vasteftellen, met-het jaar 1819, op 2,500,000 guldensop dat er
heden, die het traktaat van 20 november hebben geteekend, volgen? algCM
meene grondbe^infelenis gemaakt, üe pifeteutien ten laste van Frankrijlc
zijn geliqiiideei^ met infchrijvingen op het grootboek van deze mogendheid,
a 60 ten honderd. Al lieten onze krachten het toe, om dat deel hetweltó
de Nederlanden te bourt vaic, ten vollen en in gereed geld te betalen, zop
zoude zulks niet billijk zijn. Men hei'f: alzoo gemeend de liquidatie, van,de
fchulden door het Fiansch be.luur in de Nederlanden gemaakt, te moeten
voorftellen tegen 150 ten honderd, in inscriptien op het grootboek van sia^
v/erkelijke rèntégevende fchuld. In de Noordelijke provinciën beftaat ,nos
een achterftaod welke geheel Nederlandsch is, waaraan het Fransch beftuuf
geen deel heeftdoch welke mede behoort geliquideerd te worden. Deze
kan in twee klasfen worden verdeeld, die, weike eventueel na 181.0 met fyn-
dicaat-bons zoude zijn betaald, en die, welke in 1807 reeds achterftand was
verklaard en waarvan de liquidatie in tSri reeds in 't onzekere was gefteld.
DaSr de pretentien van de eerstgenoemde klasi'e (die van het Fransch beftuur)
welkeindien er geene verandering had plaats gehad in den Staatten vollen
en in klinkende minit zouden zijn voldaan geweest, nu met 60 a 70 ten hon
derd worden betaald, moeten de fchuldeifchers van de beide laatlle klasfen
ieder naar evenredigheid zich met eene minder gunstige behandeling te vredeii
houden. Men kan omtrent het bedrag van alle deze pretentien nog geene be-:
paling maltenmeu meent echter de inscriptienwelke voor de eerste klasfat
zullen worden uitgegeven, te mogen fcha'tten op 12 4 13 millioenen kapitaal
die voor de tweeae op 2 millioenen, en die'der derde op anderhalfin het
geheel i6i 17 millioenen.
„Het was billijk en noodzakelijk om het kapitaal van de gevestigde fchuld
eenigermate te vergrooten; het-is ook billijk om dezelve voor verval te bewa
ren. Alle ingezetenen hebben er belang bij om dezelve, in vergelijking mee
die van andere rijken en met den llandaard der interesfenop den hoogst mo-
gelijken prijs te zien. Men heelt daarom begrepenom, hoezeer deze vet*
meerdcring met die herkorastig uit de Austro-Belgifche fchuld injeeue vergfev>
lijking (bat met de vermeerdering van krachten om den last te helpen dragen^
de werking van de amoriifatie-kas te verbreeden. Het kapitaal, aan dezelve
overgelaten, is vrij aanzienlijk, en herkomstig uit dat gede-jlte van de natio->
nale fchuld, hetwelk, door de affcheiding van Oost-Vrieslandniet meer ten
laste komt van den Staat. De vastftelling van de jaarlijWche uitloting zal
met de jaarlijkfche aiuortiiatiede houders der uitgeïlelde fchuld opbeuren
vermits dezelve nu niet alleen veel vroeger moet afloöpen dan bij de.wet vat?
14 mei 1814 was bepaald, maar zelfs in minder dan de helft van den tijd
gedurende welken zij auderzins zoude hebben.beftaan,
De geldenbenoodigd ter bevestiging onzer Zuidelijke frontierenbehoe*
ven geel) opzettelijk vertoog. Elke vrije, (laat is verpligt om zijne verdediging
door wettige middelen te verzekeren. De gelden daartoe beno.odigd zullen,'
even als die, welke door den Staat in 1816 en 1817 daartoe zijn aangewezeo^
met nut en voordeel worden belleed. Duizende behpeftigea. vinden daatdoop,
arbeid en breod, en het befteden van zulke groote fommen gelds, als toe
deze wapening noodig zijn te weten het aandeelhetwelk wij daarin dra
gen, het daar mede gehjkihand aandeel van Groot-Brittauje en de zestig, Pjl-
lioenen borlogs-contributiedoor Frankrijk te betalen eji door de vecboaden^
an ii
eei)a
:n 20
:ii bij
fprin-
iinnet
dezS
mii
jaarlijks geregeld eene uitloting van 5 raillioeucn kapitaal uitgeïlelde fchuld mogendlieden afgellaau, in zoodanigen koran tijd, heeft binoen dit RijkveeE
wel meerder maar niet minder, zoude kunnen plaats hebben. Voorts heeft voovdeels gegtven,
de amortifatie-kas de middelen om nog daarenboven 5 -millioenen uitgeïlelde 1 „Om in alle deze buitengewoiie behoeften te voorzien ftelt raen vpor; hecl
fchuld met derzclver kans-biljetten jaarlijks te vetnictigen. Met den i janua-creëren van 45 millioenen fchuldbekentenisfen; meer dan men rekent noodi®'
rij 1819 zal men de uoodige maatregelen hebben genomen op dat de rente-} te hebben. Dan omtrent het bedrag der indirecte belastmgen voor het laac
betaling van de werkelijke fchuld iugereeden geide, binnen eene'maand naden' 1818 moet
'iBs
vervaldag, geregeldzij afgeloopen.
Z. E. heeft de'noodzakelijkheid en doelmatigheid van alle deze maatrege
len in eene breedvoerige redevoering betoogd en aangedrongen; in welke rede
voering Z. E. onder andere, in fubftantie, het navolgende aanmerkte
De fuppletie voor dca jare 1817 wordt te weeg gebragt door de duurte
de ondervinding nogmaals beflisfeij 5 de buitengewone duurte heefc
het aankoopen van granen buitenflands noodig gemaakt;- de fchatkist heeft daac
voor de penningen voorgefchoten eu het bezwir daaruit gefproten is nog niec.
bekend, hoewel men het door het vooïdeelig overfchot van yroegeje.jarea
hoopt te kunnen dekken. Men heeft daarom geoordeeld om dit buitengewoon
erediet zoo groot te Hellen dat men in het vervolg geene vrees zoude behoe-r
der levensmiddelen de ministciien ven justitie en van oorlog hebben dezeven te voeden. Deze fciuildbekentenisfen zullen rtaan onder beheer van het
fuppletie noodig gemaakt. Deajidere takkenvan belhiur, hoewel mede gedrukt! achtingswaarciigligchaam van het'Nederlandfche fyndicaat en eeue tweede ferie der
uitgegevene fchuldbekentenisfeii uitmaken, zonder echter iets met de eerfteferiesf
(in 1815 uitgegeven) gemeens te hebben. Deze fchuldbekentenisfen.zullen
WagJ
eena
iikea
tad.
•den,
)pde
1 van
reien
viele
tl.
1
AR-
enen
a ede
gop
fter-
cula-
1
:u!ks
ndeii
1
t,
AK-
ffi
eens
uder
dam.
1
door dezelve oerzaak kunnen voortgaan zoo men hét overfchot van Ibmnu-
ge hoofdftukken en de onvoorziene uitgaven tot het vinden van het te kor
van aiidere kan aanwenden.
De behoeften van 74 millioenen zijn noodig en kunnen voor als nog niet
verminderd worden. Het was niet raadzaam om het te kort van 7 en een half
'Aillioen, waarvoorin 1818 moet worden voorziendoor andere belastingen te
vinden, om dat de ondervinding den gang der indirecte belastingen «og niet
genoegzaam heeft geleerd en het als dan alleen op de directe belastingen zonde
zij nnedergekomen, welke men zeer bezwaarlijk zoude kunnen verhoogen. De
commisfic, benoemd om de aanllagen der onderfcheidene provinciën in de di
recte belastingenten einde eene ten dezen allezins geëvehredigde belasting te
ontwerpente bepalenis lleeds werkzaam in het inwinnen der noodige fta-
tistieke opgavendoch heeftuithoofde van de moeilijkheid der zaak, zich nog
niet bevoegd gerekend om ten dezen eene verandering voor te (laan. In de
wet op de patenten beltaan nog eenige gebrekenwelke verholpen moeten
wordenmen durft zich echter niet vleijen dat de ten dezen benoodigde .wet
vroeg genoeg in deze zitting zal worden voorgedragen. Men rekent ha doel
matiger om den opbrengst der directe belastingen \vedcr bij twaalfde «edeel-
ten te doen plaats hebben.
„Deinkomften over den jare 1817 hebben negen millioenen minder opge-
bragt, dan de lom, waarop zij geraamd waren,- het minder bedrag van de
eigenlijke indirecte belastingen is van zeven millioen; men kan echter voor als
beftaan uit ftukken van 1000 guldens, met een coupon van 50, waarvan
de aflosfing in 1820 begint. Daar deze nieu^ve. fchuldbekentenisfen opna-
tionale domeinen gevestigd zijnwordt de verkoop derzelve fuccesfivelijk en
bij termijnen.in openbare veiling voorgefteld: Men heeft reeds dikwijls aan.
dit middel, ais zeer gefchiktde algemecne goedkeuring gegeven. Door de
ze domein-goederen in bezit te brengen van bijzondere eigenaren, worden dei
ontvangften van zegel-registratie en fuccesfievermeerderd. Men ?ai echter
in dezen verkoop omzigtig te werk gaan en alles behouden .waarvan de.bewa
ring door algemeene en bijzondere belangens wordt voorgedeld. Dat gedeelte,
't welk van deze nieuwe fchuldbekentenisfen niet is afgelost, naden verkoop,
der domeinen zal kunnen worden afgedaan u:t de buitengewone belasting van
15 ten houderd welke thans voor de eerfte feries w^rdtgehevente weten,
7ia de geheele aflosfing dezer feries welke men ?ich vleit dat reeds in,t laatsc
van 1824 plaats zal hebben gehad, ais wanneer de genoemde belasting van
15 per cent op verfchillende objecten zoude kunnen worden verlengd. Eena
gedwoiigene se gcideraakhig van dez^ nieuwe fchuidbckeiuenisfenhoe weinig
drukkend die maatregel in 1815 ook geweest moge zijn, verlangt Z.M.niet,
daar de nood zulks niet bepaaldelijk vordert, Z, M. weuscht deze tegelde
making op eene ailezins vrijwiliige wijze toe te vertrouwen, aan de ainortif^-
tie-lias, welke niet alleen met geheimhouding en onder 's Konings dadelijka
nog daaruit geen zeker gevolg trekken; want dit minder bedrag moet voor- bevelen werkzaam, maar ook aan eene behoorlijke en vertrouwen verdieuenda
eerst nog verminderd worden met drie millioenen uitftaande creducnwaarvan ir.zage onderworpen is. Men rekent dat de nieuwe fchuldbekentenisfen in 1829
nv/rtpii?"f «^''ft'fde^jaar plaats heeft, en het gemis van de vier'l zullen zijn afgelost en alzoo zoude men tegen aftend van eene waarde van
wf fJn^L ^"'1^° toegefchreven aan i 22-ï millioen domeinen in het bezit zijn van eéne welgebouvvde en fterk ge-
llTt' ,111'.;. ^°Z^^Ll''"Il^'''''}^ ^f' "■i'^^"fi'ïfl^''" van üo- I wapende voormuurter waarde van 7:0 80. millioen.
kerijen en brouwerijen uit dien zeilden hoofde enz.; weshalve men geene
zwarigheid heeft gemaakt om het bedrag vau deze, bron van iukomflen op
nieuw op 18 mihoenen te bepalen.
„Het was billijk om de houders van de oude gevestigde fchuld der Zuide-
hjke provinciën, welke door de willekeurige behandehng van het Fransch be-
üuuropieene veel meer ongunlligc wijze behandeld vvaren dan de houders van de
llollandlche fcnuld, in alles met deze laatstgenoemde gelijk te ftellen. Men
heeft het alzoo gepast geoordeeld om de wet van 14 mei 1814, tot herftel
der Nationale ichuld (converfie in werkelijke en uitgeïlelde fchuld met eene I
zekere bijbetaling) op dez elve toe te pasfen. l
De Nederlandfche achterftand wordt gedei
Z. RI. is overtuigd dat deze middelen, hij welke Hoogstdezelye na .rifpen
rade is blijven fiÏÏllaan, de gefchiktllc zijn, en vertrouwt, met de tnedewer-
king van de Staten-Generaalte toonen, dat wij meer dan genoegzame midde-
lendoorzigt en eendragtbezittenomgyen als in 1815, een geregeld
ftelfel van geldmiddelen te beramen; terwijl Hoogstdezelve niets zal verz;jimen
om door befparingen, vcirainderingen en vereenvoudigingen, de uitgavenen
door verbeteringen, de inkomsten, tot een, voor alsnog ontbrekend dcick
noodzakelijk, evenwigt te brengen."
D ITS C H L, A N .Q.
cedc»ltelnV dnrir H« iv^^„„ a" ^^'^'^^''^^^'O^ doot Fransrijk betaaldHAMBURG den' 11 november. Nog gedurig ziingnze dagbladen ver
fieauitelijK door de ^cdcIlaHdeu, naar de ïeselicg, welke door d. mogend- [met berigten aangaande het leest der üc-vürmuig: [amaier echter i»; bet, d»S