MIDDELBURGSCHE
COURAN TÉfjf
No. 8.
jDonderdag
i6s£
den 18 januarij.
S P A N J E.
GIBRALTAR den 26 november. De fregatten van de koninklijke zee-
magt der Nederlanden, de Melampusvice-admiraal de baron van de
'Capellenkapitein Blohen de Tsfelkapitein van Ne.,.,zijn (leeds hier
Het overige van het eskader jaagt de barbarijfche vloot na.
G R O O T - B R I T T A N J E.
LONDEN den 9 jamary. Een fabriekant van Londen heeft oniangs twee
épauletten en een -gouden nestel, voor den keizer van Haïti beftemdver
vaardigd. Deze epauletten zijn verfierd met fmatagdenverbeeldende lau
wertakken en met Herren van diamant. De nestel is insgelijks met diaman»
ten verfierd.
Brieven uit Madrid meldendat toen de koning in den tuin van Aran-
jeuz wandelde, een fchot eeti zijner lijfwachten aan zijne zijde gewond
heeft. Verfcheiden perfonen zijn ten gevolge van dit voorval in hechtenis
genomen.
Men zegt, dat fir Sidncy Smithals infteller en prefident der mnatfehap-
pij van Christen-riddersdie vrijwillig dienst genomen hebbenten einde perk
te (lellen aan de verfoeijelijke en outecrenöe beleedigingen der Barbarijfbho
roof-iiatenden generaal Carrol, zijtjgn luitenant en directeur voor het ver-
eenigd koningrijk van Groot-Brittanje en Ierlandaangefteld heeftmet vol-
magt en inflructienom dit heizaam plan bij alle mogelijke middelen te be
vorderen. Men verzekert insgelijks, dat er van het centraal bureati dezer
nieuwe kruisvaart vertogen verzonden zijn aan a( de zich thans in Londen be
vindende ministers der hoven van de Christen Mogendhedenwier vlaggen ont-
eerd, wier eigendommen geplunderd, wier onderdanen in (lavernij gevoerd
zijn, waarbij dezelve in de (terktle bewoordingen aangefpoord worden, om op
de onderfteuning van dien kruistogt aan te dringen.
Volgens de ftntistiëke (latenwélke aan bet parlement zijn overgelegd,
beloopt de bevolking van de volkplanting Suriname 57,041 zielen, waaronder
2029 blanken, en 3075 vrije zwarten. De overige bevolking beftaat uit
Haven. Het eilaud Curajao telt 12,770 inwoners, waarvan 2781 van blan
ken at'komilig.
De (Iaat der belasting van de inkomftén over het vorige jaar doet het jaar-
lijkfche inkomen kennen van eenige lords en grondeigenaars van ons koningrijk,
volgens hunne eigene opgavenen waardoor men zich een denkbeeld van
hunnen rijkdom kan vormen:
De hertog van Noithumberiand. 125,000 ponden fteriing.
van Devonshire115,000
van Rut land.
van'Bed ford 1 -4
van Mniborbnght
van Bucdeagh
De graaf van Grosvencr
De hertog van Portland 4
De markgraaf Van Ghbniondely
van Hertford 4
De graaf Bute 4 4 4
Enz., zijnde aldus het geheel beloop van
het inkomen van elf voorname grondeigenaren i.ot7,000 ponden fteriing,
Het getal dier gene die een inkomen van meer dan 4'.',ooo ponden fteriing
bezitten, is omtrent 50» liet geen een geheel oplevert vairi ten minde
2,000,000 ponden (lerling.
De Jafoufekapt. Hall, die den 7 november van Jaróaika gézciid is, is
Woensdag te Portsmouth aangekomen, en heeft 1,200,ooó'piasters medege
bragtwelke odrfpronklijk van Vora-Cruz kennen. Dvie vierde van dit ge!d
is voor rekening van den koophandel, en een vierde voor die van liét gouver
nement. Het is denkelijk, dat de /Iftawelke te Port-Roya! aangekomen
was met 250 tonnen kwikzilver, die hij te Triest gehaald had, cene nog aan
zienlijker ibm in Engeland zal aanbrengen.
~N F/DER L ASDEN,
BRUSSEL den 8 jamiary, De gebeitrtehisfenwaarvan Frankrijk thans
bet tooneel is hebben eenige bedenkingen dóen geboren wordenom
trent 'de verfchiilende foorten van Uitgewekenen uit dat land. De her-
rbeping van het Edict van Nantesen de vervolging der Protestanten door
Lodewyk XIV, deed een zeer aanzienlijk-getal van werkzame lieden het land
verlaten, die naar Engeland, Pruisfen en Holland, zuivere zeden, nijverheid'
in het fabriekwezen en andere deugden medebrftgten. De omwenteling van
1-789 deed die fcharen van emigranten uit Frankrijk ontwijken, welke Eu
ropa met verbazing, te midden hunner ongelukken, die ligtzinnigheid en on
bedachtzaamheid heeft zien behoudenwaarover zij te meermalen reden had
den zich te beklagen. Op dit oogenblik trekken er uitgewekenen van eene
nieuwe foort uit Frankrijkhet zij uit hoofde van ballir.gfcliapof om andere
redenen, die men nog niet ontwikkelen kan; deze derde klasfe is weder ge
heel verfehillend Aan dc twee eerdenen wórdt bij den vreemdeling (lechts
niet, ongerustheid en wantrouwen ontvangen.
's ORAVENIIAGE den 11 januarij. 7.. M. heef: onder andere twee be-
ftuiten genomen waarin de navolgende bepalingen voorkomen:
Gelet op het nadeelhetwelk aan den koophandel, het fabriekwezen en
den landbouw, mitsgaders aan den prijs der publieke Nederbndfche fondfen
wordt tèëgebragtdoor openbare gelegenhedenen zelfs buitengewone fa
ciliteiten te geven; 0111 de kapitalen, welke anderzins tot uitbreiding en aan
moediging der drie eerfte bronnen van welvaart van den (laat, of tot aankoop
van laatstgenoemde nationale fondfen zouden worden bedeedin vreemde fond
fen te plaatfen.
In aanmerking nemende, dat daartegen bij zeer goede en heilzame wetten
bier te Lande, in vroeger en later tijden, en laatflclijk bij die, van den 13
mei 1808,, en van den 17 april 1809, is voovzient en belloten hebbende
Om de voortduring en vermeerdering van dit kwaad te (luitendoor aan de
Staten-Generaalzoodanige maatregelen van wetgeving ten dezen voorteilel-
lenals wij ten algeméenen nutte onzer onderdauen, oorbaar zulien vin
den docb tevens de noodige voorzieningen willende nementen einde deze
Zoo gewigtige zaak inmiddels niet zal kunnen worden gebragt buiten haar geheel;
Op het rapport van onze 'ministers van juftltié en financiën
Den Raad van Staten gehoord
Hebben .befloten en befluiten,:
Art. 1. Alle confcntcn vergunningen of toeftemmingenwelke ten deze,
vóór onze komst tot de regering dezer landen en ten gevolge van vroegere
wetten, fpcciaal van die van 13 mei 1808 en 17 april 1809, niugten zijn
verle ndworden bij deze verklaard, voor het vervolg, van geer.è kracht
hoegenaamd meer te zijn, en alzoo gedold buiten alle verdere werking, te
dien" elr'eccedat het,'na dato dezer, aan niemandhetzij hij daartoe b&vo-
reus eenig conféntvergunning of toedemming verkregen hebbe of nirf
welke daartoe niet op nieuw door om expres/eiyk zftl zijn geautorifeerdvrij
zal (laan eenige daden te doenwaartoe de vorige wetten op deze m'ateriö
en fpeciaal die van den 17 april 1809, eene voorafgaande toeftemroing- van
het hoogde gezag of van den koning refpeetivelijk gevorderd hébben.
2. Onze minister van financiën Wordt bij deze gelast, Om van alle beftaan-
de kantoren van adminiftratie en aslociatie, of kompagniefchappen, hier te
lande, onder welken titel of firma dezelve'mogen bekend zijn, welke rece-
pisfen, obligatien^certificaten en akten Of bewijzen van aandeel, behoorende
tot anderedan nationale publieke fondfenhebben uitgegevente vragen
fchriftelijkc declaratorcnonder prefematie van eede, door de dlrecteuren°en
bewaarders of cominisfarisfendaar er zijn, van voornoemde kantoren of
kompagniefchappen getcekenden inhoudende aanwijzing en opgave van den
tegenwoordigen (laat en hoegrootheid van de kapitalenonder derzelver be
heer, directie of bewaringvan het oorfpronkelijke of grond-fondswaarop
en waarvoor de voorfchrevene recepisfen obligatiencertificaten en akten of
bewijzen van aandeel zijn uitgegeven, en van de nummers, het getal en het.
bedrag derzelve: alles, ten einde zich daardoor in (laat te (lellen 0111 aan
ons, onder behoorlijke geheimhouding, het geheel montant der tot dato de
zes aldus uitgegeven obligatiencertificatenakten of bewijzen van aandeel
te doen kenneu.
Overwegende, dat door het traktaat, op den 20 november 1815, te Pa
rijs geflotendit Rijk, door Gods zegen, tot een gewenschten (laat van
vrede is teruggebrngt
Verlangende het bepaalde bij art. 206 der grondwet, wegens het jaarlijks
ontflag in vredestijd van een vijfde gedeelte der Nationale Militiezoo fpoe-
dig mogeiijk effect te doen forteren, 11a dat deinfpectie, welke, tot dac
einde, noodzakelijk over alle de korpfen moet gehouden worden'zal afg'e-
loopen zijn;
Gelet op de artikelen 60, 6162 en 63 der wet, van den 27 februarij
1815, 110. 190, betredende de Noordelijke provinciën, en op de artikeiea
3 en 7 van ons befiuit, van den 1 april 1815, met opzigt tot de Zuidelijke
provinciën
Gezien de voordragten van onzen minister van binneulandfche zaken en van
onzen commisféris-geueraal van oorlog;
Hebben wij befiocen en befiuiten
Art. 1. Het jaarlijksch ontflag zal bij de onderfcheidene korpfen nationale
militie, voor de eerfte reize, plaats hebbenop den eerften april 1816.
2. Met betrekking tot de 20 bataillons infanterie110. 1 a 20en de ba»
taillons artilleriewelke geformeerd zijn uit de laud-militiebij ons befluiE
van den 20 december 1813 opgerigt, zal het óntflag zich bepalen tot de
manfehappen, die in 1814 zijn ingelijfd. Van deze zal, op den 1 april
aanftaatideeen vierde van derzelver tegenwoordig getal Worden ontflagente
dien effecte, dat, bij verhoopte vredestijd, een gelijk ontflag in de'drie
daarop volgende jaren telkens gefchiedendemet primo april 1819, al de in
1814 ingelijfde manfehappen zullen ontflagen zijn; terwijl vervolgensin den
jare 1820, het ontflag zal kunnen plaats hebben van de manfehappen in 1815
aangelootwelke als dan de bij de wet gevorderde vijf jaren zullen hebben
Uitgediend.
3. Met opzigt tot de 31 bataillons infanterip, no. 21 k 5\, en van de
karabiniers, artillerie en trein, ten gevolge van ons befluit van den 1 april
1815 opgerigt, zal het ontflag, op den 1 april 1816, zich bepalen tot zoo
danig getal manfehappen, als bij ieder bataillon of regiment meer aanwezig
zijn dan vier vijfde gedeelten van deszelfs fterktekompleet gerekend moe
ten bedragen.
4. Onder de manfehappen, op den eerften april j8i6 te ontdaan, zullen
bij de refpective korpfen,nationale militie bepaaldelijk begrepen zijn s
In de eerfte plaats: Die door ligchaams gebreken niet meer voor den mili
tairen dienst gefchikt zijn.
In de tweede plaats: Die door het overlijden van broeders ofte anderzin's
wettelijke gronden van vrijftelling hebben verkregenvoor zoo verre zij na'
melijk niet vallen in de termen van artikel 6,
In dc derde plaats: De genen, welke, ten tijde van het Fransch beduur,
in de militaire conscriptie gevallen zijndereeds 5 volle jaren gediend heb
ben hunne tegenwoordigen diénst bij de nationale militie daar onder begre
pen, voor zoo verre zij'evenwel geen plaatsvervangers zijn, en niet valletij
in de termen van artikel 6.
5. De defignatien der manfehappen, in art. 4 bedoeld, bataillons- en regi.
menrsgewljze gefchied zijnde, zitllen de manfehappen, welke alsdan nog
mogten ontbreken aan het getal, hetwelk, volgens artikelen 2 en 3op den
1 april 181 <5 kan worden ontflagen, bij loting, mede bataillons- en regiments-
gewijze, worden gedeflgneérd,
6. Onder die loting zullen niet worden begrepen:
aDe zoödanigenwelke zich aan den dienst hebbende willen onttrek
ken, zonder loting, in de nationale militie zijn ingelijfd.-
b. Degenen, welke, federt hunne inlijving, zich aan defertie hebben
fchuldlg gemaakt, en den vollen tijd dus moeten blijven uitdienen.
7. Alvorens tot de loting worde overgegaanv zal bij ieder bataillon en re
giment eene nauwkeurige lijstvolgens model aan het tegenwoordig befluit
geannexeerd, worden opgemaakt van de onder-officieren en manfehappen,
welke geregtigd zijn daaraan doei te nemen. Daarna zuilen er een gelijk ge
tal vierkante biljetten, waarop de nummers duidelijk en leesbaar zijn gefchre-
venop eene gelijke wijze worden ineengerold11a dat dezelve door den
kommanderenden officier van 'het bataillon of regiment zullen zijn gepava-
pheerd en aan de belanghebbenden,, met luider ftemme, voorgefteld. Deze
biljerten zullen vervolgens in eene buskom of ander'gefchikt voor;verp bij
een geworpen door elkander gefchud en op cene zichtbare plaats voor den
kommanderenden officier worden ter neder gclteld.
8. De geregtigden tot de lotiug zullen daarna, in de orde, naar welke zij
op de lijst geplaatst zijnieder een biljet trekken. De laaglle nummers zul
len regt geven tot ontflag. De uitflag der trekking zal met luider (lemma
worden békend gemaakten naaivwkeuriglijknevens ieders naamop de ia
art. 7 vermelde lijst worden aangeteekend.-
9. De loting zal gefchiedcnonder het opzigt van den kommanderenden
officier van elk bataillon of regimenten in het bijwezen van alle de officie
ren. De lijstwaarop de uitflag is aangeteekendzal door alle de aanwezi-
ge officieren worden gecertificeerd en onderteekend.
10. Het zal aan de 'manfehappen, welke nummers van ontflag zullen ga
trokken hebben, vrijftaan dezelve nut die van andere geregtigden tot de lo
ting van hei hetzelfde bataillon of rcgimeut vtrwi4feien^ mits hun vetlsg-
107,000
95,000
90,000
95,000
84,000
80,000
78,000
77,000
76,000