'91 MIDDELBURGSCHE Dingsdag den 6 December. 3. Ons befliiic vau tien 2 toatrt II,, waarbij de indigo van site foorten it cour Ant. V ER EF.NIGDE NEDERLANDEN. VERVOLG en SLOT der wet van Z. li. II. betreffende de mi litaire 'i l ands gronden en gebouwenen het bouwen en aan leggen van woningen, tuinen, enz. in den omtrek der vestin gen fier kt en, enz. Art. 7. Het «al aan niemand, dan aan dedaartoe geregtigde militairen of van wegeden dienst der fortificatiën geëmployeerde en daartoe geamorifeerde perfoneu vrijftaaneenig ander gedeelte daarvan te bewandelen, dan de geivo ne paden op de walgangenen zoodanige pleinen weike voor de pasfage onver mijdelijk moeten gefebikt blijven-. Ook zullen geeue runderbeesten, paarden, fchapen, gc-iten, varkens of ganzen ter beweiding ergens cp 's Lands militaire gronden worden toegelaten ten ware op die gedeeltenwaarop zulks aan de pachters in de conditiën ex- presfelijk mogt zijn vergund. "De beesieo welke regen dit verbod op 's Lands milkaire gronden trog- ten gevonden worden zullen dadelijk in fchiitftalleii of in verzekerde bewaring worden opgenomen tot dat door derzelver eigenaars de fchaden aan de wer ken toegebragtzullen vergoed zijn, boven en behalve eene geldboete van tien guldens, tefi voordeele van diegenen, die deze ongeregeldheden zullen aangeb'agt hebbenen ten gevolge van wier aangifte de aanhaiing van het vee voornoemd zal gtfehied zijn. 8. Alle voerlieden vsn vrachtwagens en andere rijtuigen zullen gehouden zijn de barrières bruggen en poorten van 's Lands vestingen en fterkten dimmer anders dan bij den (lap hunner paarden door te rijden; alle degradation, door hun toedoen daaraan veoorzaskt, zullen ten hunnen koste worden her field en derzelver riituigen en paarden zoo lang in verzekerde bewaring ge houden worden, tot dat die vergoeding van fchade voldaan of daarvoor de vereischte cautie zal zijn geftekl behalve de betaling eener boete van drie goldeh9, ten voordeele van de wacht die de ontdekking gsdaab heeft; enten einde nienlsnd van dat verbod eenige ignorantie preteudcreza! hizelve aan den ingang der buiten-barrièresin leesbare letters, op een afzonderlijk daar toe beftetnJ bord, wordt n uitgedrukt. 9. Alle buitenplaatfen, Ballingen, huizingenboerenwoningen, fchuren of getimmerten van weiken aard ook; alle tuiuii g 11 boomgaarden, dreelten en andere beplantingeh welke zich bevinden op den affland vafi 300 roeden der (leden of plaatfen, die, in deri loop der Isatfte vijtiig jaren, tot fterkten hebben gediend of niet fortificatie-werken zijn omringd geweest, eri rhahsge rekend worden tot de vestingen, fterkten en linien der ee\fle en tweede klasfen te behooren, zullen, zoodra wy zulks, voor de defenfie van het 'and, on vermijdelijk zullen oordeelen op onzen last afgebroken verbrand of vermeld wórde», zonder dat daarvoor eenige vergoeding van fchade aan de eigenaars zal worden toegelegd, evenmin als waren deze voorwerpen dóór den vijand vernietigd. Voor zoo verre, evenweltijdens den aanleg dier vestingen, (ferkten en linten van defer fie, zich reeds, binnen den bepaalden kring van 30O roeden, -zoodanige voorwerpen bevonden en deze nog werkelijk bellaanzal daarvoor, bij eventueel noodzakelijke vernietigingvan 's Lands wege, eene billijke febadevergoeding aan de eigenaars worden toegedaan. 10. De bij art. 9 bepaalde affland van 300 roeden, zal gemetén worden, als volgt: L a. Vodr vestingen fterkten enz., met bed.kte w.gen omgeven, uit den rand van derzelver borstweringen b Vior ve.ringen perkten enz., zonder bedekte iïegen maar mét enve lopes uf buitenwerken uit den buitengracht boord dezer werken en Vbor vestingen. Perkten, enz., die geene bedekte weger)envtloppes cf luiter.svi 1 ken bezittenuit den buitenboord van de grachten des hoofd wal. iJfTeigenaars of bewoners van zoodanige voorwerpen, in art 9 tmr- welke thans nog -binnen den bepaalden kring van 300 roeden van di vestingen van de eerfte en tweede klasfen beftian zollen ^paraan geene verdere Vert mmerlngen mogen doen, dan noodig zijn om hunne eigendommen te hou den in den ftandwaarin dezelve zich bevinde-ff De eerfte aanwezende officieren van de-genie in de bedoelde vestingen var de eerfte eu tweede klasfen zullen naauWkeurig acht geven dat aan 'dit artikel ftiftelijk worde voldaan, In geval van overtreding* zullen zij zich doarove'r^mosten adresferen aan het plaatfeüji» beftuur, het welt alsdan de noodige maarregelen baar resem zal in Jjet werk ftellen, en zich, in geval van veifcfïil, daarover aan den fecre- *tari.<ï vanftsat yoor de binrtenlsndfche zaken adresferen. 12. Ten einde evenwel den landbouw, in den getnelden lcdng van voor- fchreven vestingen, fterkten enz., zoo min mogelijk te belemmeren zal bet voortaan (echter alleen op bekomen verlof van het departement van oorlog,) oyè'reenkomstig het hiernavolgende aofleartikelaan de opgezeteneh «rilftaah tpsfehen de 100 en 300 roeden van dezelve, houten woningen en getimmer ten met daken van riti of ftroo p te rlgten', zonder metfelwerk of onvarbrand- bare lldfFen en materialen, dan alleen het kleine ijzer en die bouwftoflén, wel ke voorde fchoor- en baardfteden onvermijdelijk vereischt women, gelijk cok voor de fteenen fondamenren en voetingen, mits deze iantfte riet booger dan een' voet boven de oppervlakte van het maaiveld optrekkende, en bij gekolg op geene heuvelen of de geringde v 'hoogirg van het terrein. Tosfchen de vestingen, enz. en de eerfte honderd roeden, gemeten als in a t. 10 bepaald iszal hoegenaamd geene betimmering of beplanting mogen worden uitgevoerd. 13, In de nabijheid der houten woningen en getimmerten, in het voorgaan de artikel vermeld, rrocb ergens elders binnen den bepaalden kring, zullen ee. ge audere atfluiiirgen van tuinen oferven gedoogd worden dan alleen zamen- gefteld uit rasteringen en houten /chuttingen vatbaar voor oogenblikkeüjke verbrandingen bij ge'volg geene doornen o! andeie heggen; terwijl de boom gewasf n alleen uit vruchtboomen zullen mogen beftasn. 14, Binned den bepaalden kring van 300 roeden, zullen voorts, noch door particulieren perfonen, noch door provinciale of Redelijke of polder-belluren noch zelfs door de adminiftratie van den waterftaateenige dijken, wegen, watergangen, flooten of andere werken kunnen worden aangelegd, zonderde projecten daartoe bsvoiens aan het departement van oorlog in te zenden, ten einde derzelver voorgeftelde rigting te beoordeelen en bijaldien die fchadelijk mogt bevonden worden, met gemeenfehappe 1 k overleg zorg tg dragen, dat daaidooi aan den vijand nergens ecriige dekking of fchuilpiaats verfchaft worde, 15. Desgelijks zullen er, in den hierboven bepaalden kring, nergens eenige hoopen ppin afbraak of andere belemmerende verzamelingen kunnen geborgen worden, dan flechis voor eenen zeer korten tijd, en dan nog alleen tiaar ter plaratfe, waar.zulks door deu eerst aanwezenden ingenieur, toe wiens resfbrt devestingen of fterkten, enz, behooren, zaLaangewezen*ijn. t. 11. mi Ie 16. De bep-,linpen, bij areikeienp, 10, 11, 12, 13, i4 en i5gemaakc; Zijn toepas fel ijk op alle werken vandefeifh, ünien eo posten, het zij dezelve gtïfofeerd Beftaan, of tot dekking van achter gelegene vestingen en ftetkteti dienen. TnsThen die werken en de vestingen of fterkten za}in gewoneom* Handigheden, het bouwen van woningenliet aanleggen van tuinen enz.,bin nen den Ding van 300 roeden kunnen toegelaten worden docb nimmer zoti. der bejtomeue permis fie van hec gouvernement en achter volgens het daarin ta ftellen verbana. Voor too verre zoodanige voorwerpen, bij den aanleg der werken, reeds binnen dien kring beftonden en thans nog beftaan, zal daarvoorbi* eventuet* noodzakelijke vernietiging, ook billijke febavergoedingen aan de eigenaren ge geven worden. 17. Wanneer er, Voorde vestingen en fterkten, dorpen of bunrfchappen beftaan, op minder dan 300 roeden ai'ftaods, wordt alle aanbouw of betim mering naar den kam der vestingwerken ftellig verboden en «,%-w-s op dè inflandhouding der reeds aanwezige gebouwen de biervoreo geibeidë artikelen en wel fpeciaal het bepaalde bij art. j 1 in a-les applicabel gemaakt, In de dorpen ol' bunrfchappenwelke thans meer dan 300 roeden van dé vescingen en fterkten verwijderd zijn zal alle verdere aanbouw verhinderd wor den zoodra die dorpen of buurten met derzelver getimmerten tot aan den kring dier 30Ö roeden zullen genaderd zijn. 18. In den kring der vestingen, fterkten, enz., van de derde klasfe zal het, tn vredestijd, aan ue ingezetenen vnjllaan te bouwen tuinen aan te leggen en hunne erven te ameliorerenzonder fpeciale permisfie van het gouvernement' met dien verftande echter, dat, wanneer de oinllandigheden de vernietiging dw voorwerpen te eeniger. tijd mogten vórderen, daarvoor geene febadever goeding door de eigenaars zal kunnen worden gepretendeerd. De voorfz. vrij heid houdt op, ingeval van oorlog, als wanneer zulks niet dan op verkregen» toeftemming van het gouvernement zal mogen gefchiedeu, eo onder de daarbij, naar gelang van om Hardigheden te ftellen verbindtenisfen. 19. De watermolenstot uitmalingen der polders noodzakelijk zollen.bin. néo den bepaalden kring van 300 roeden van de vestingen en fterkten der drié kiasfcn mogen worden geftichtwanneer dezelve óp geeneandere plaatfen kun nen opgerigt Worden, doch zullen dezelvein dat geval, niet anders dan vaii hout, met bckleediiigen van riet of llroo, mogen gebouwd zijn, en slzoo in geval van noodvatbaar voor eene ooger.blikkelijke delfrucfie, voor welke ecffier geene vergoeding van fchade Za! gegeven worden dan in het ingeval ten flotte van a t. 16 vermeid. 20. Alle aanvragen, welke, ten gevolge van de bepalingen dezer wetzon den mogen gedaan wofden om permisfie tot bouwing, herbouwing, aanleg van tuinen met opgkande hoornen of doornen-heggen, boomgaardeu en wat verder, zonder vooraf bekomen toeftemmlng, niet gefchieden mag, zullen moeten worden g-adreslterd aan het departement van oorlog, hetwelk daarop zal innemen de confideratien van de directeuren der fortificatiën. Ingevolge van bckorfienë tócfteromingzulten de vertoonerS dier verzoek- fchritten voor en aleer handen aan hét werk te mogen (lain z'ch bij pu blieke akte, moéten verbinden tot nakoming der daarbij gaftelde voorwaarden, en dadelijk, te hunnen koste, drie legale expeditie!» cïïer akte aan den direc teur der fönfficitién doen toeltóroen, ven welke er eer.e zal worden verzon den aan het 'departement ven oorlog, eene verblijven zal onder de arebivea van de directie der fortificatiën, en de derde bij de papieren vaif liet garnizoen .-al worden opgelegd. 21. In tijd van oorlog, zullen door ons, ter bereiking van het oogmerk dezer wet de behoorlijke defenfie namelijk van bet grondgebied van den Haat, zoodanige méér effiVacfeufe maatregelen ter uitvoering van de gemaakte be palingen fpeci-al ten aanzien van de artikelen 1 en 11, genomen worden,als wij in cas van rood zuftan vermeenen te behooren. ■22. Di* directeuren der fortificatiën zijn fpeciaal verantwoordelijk voor de Hipte uitvoering r^n oezè Wet. In hunne uit te brengen adv^fen, zullen zij altijd de daaibij gemaakte bepalingen moeten in het oog houden eudeartikelea aanhaien waar op zij hèn a'rtvijs gronden. Lasten en bcveien, dat deze in het Staatsblad zal worden geïnfereerd etidac een genoegzaam getal exemplaren gedrukt,en naar'alle de vestingen, en (leden en plaatfen bij om de vestingen, fterkten en fortificatie-wei ken van deu Haat gelegen, zal worden verzonden, oru aldaar te worden afgekondigd en aanga- plakt. Lasten en bevelen voortsdat onze minifteriële departementen en andere autoriteiten justicieren en officieren, wicn zulks aangaat, aan de naauwkeu- ige uitvoering de hand zuilen houden, zonder eenige conuiventie ó'f disfimu- lacie- Gegeven in 's Gravenhaga den 16 november des jaars 1814, eo van onza regering het eerfte. geteekend WILLE M. Wij WILLEM bij de gratie Gods Prince van Oranje-Nasfau Souvcreia Vorst der Vereenigde Nederlanden enz. enz. enz. j\an alle de genendie dezen zuilen zien of hooren lezenfalut I doen te weten Alzoo wij, aan de eene zijde, in aarme-king genomen hebben, hoezeer het onze vvensch is, den ontluikenden handel, door eene vermindering dér bellaande konvooi regtenkrachtdadig aan te moedigen, mitsgaders in Haatte ftellen om tegen onze comraerciere de naburen zonder nadeel re kunnen din gen; en, aan den anderen kant, hoezeer het belang van 's lands kas en de billijkheid vorderen, dat, bij eene aahzienelyke vermindering der beftaauda regten, te gelijker tijd ophouden de misbruiken en ongeoorloofde faciliteiten welke uit eene verkeerde toepasfing der wet, ten nadeele va» 's lands belan gen zijn ingeflopen Zoo is hetdat wijden Raad van State gehoord, eb met gemeen overleg- der Staten-generaal dezer Landen, hebben goedgevonden en verftaan, gelijk wij goedvinden en verftaan bij deze: Art. j. Met den eersten januari) aanftaande, zullen worden gehouden voor ingetrokkenen gefLld buiten eff ct alie z'oodanige wetten en refolutiennaar welke, van de ter zee inkomende en ter zee uitgaande goederen, 13 geheven geworden twee per Cent van de waarde op het Inkomen, eu éèn per cent op liet uitgaan, bekend onder de benaming van premie of veilgelö en van welke1 belasting mitsdien alle in- en uit te voeréne goéderen en ko'opmaufchappen bij deze, voor als dan, worden vrijgefteld. 2. Het tranfico-plakkaatvan den 26februarlj 1802, za! wordén gehöéden voor in zoo verre gealtereerd, dat de daarbij bepaalde tranfito-regte» insge lijks van den eersten jatiuarij aanftaande af aan, op de helft zuilen zijn gemo dereerd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1814 | | pagina 1