MIDDELBURGSCHE COURANT; No. 6. Zaturdag den Mei. m m G R O O T - B <R L T T anje. LONDEN den 16 april. Men heeft nieu wspapieien uit Amerika ontvan- gen, waar ait blijkt dat er eerie grooce verfcbeidenbeid van gevoelens aldaar heerj-.cht en dat de heer iVJaddisfon aen harden ftrijd zal hebben indien hij zijn vijandig fysthema tegen Engeland wil blijven volhouden. In de zit- jing van het Congres van den ao heeft een der leden van de provintie Mas- fafusfcbec eene zeer welfpiekende redevoering gedaan tegen de tegenwoordige maatregelen van het gouvernement. Hij fpreekt daar in met veel bitterheid van den ongelnkkigen oorlog op do grenzen van Kanada en wenscht des Hemels (baf op de misdadige hoofden van de zoodamgen welke hun vader land in dezen poel van rampen hebben gtftortzal riederkomen. Hij meent vervolgens dat de oorlog alleen door de kuiperijen van de franfche regering ontftaan is en verontwaardigt zich over de wijze waarop de Amerikanen met het fehijnbaar alfchaflfen van de dekreten van Milaan en Berlijn bedrogen zijn geworden. Hij zegt vervolgens van Napoleon: „Zijn glimlach (zoo een diergelijk monfter nog kan glimlachen) is verraad zijne vriendfchaps-betuiging, eene valftrik; zijne genegenheid vernietiging een verbond met hem de veree- niging van ëen lijk met een levend wezen. Ons gouvernement is grootelijks door den keizerlijken despoot bedrogen. Onze oogen zien dien man in een verkeerd licht; een licht 'c welk zijne veroveringen en gfluk over hem ver- fpreid hebben; zagen wij hem zoo als hij waarlijk is, dan zoude hij ons voor komen zwart van moord verraad heiligfchennis er, misdaden welke mij doen verftijven, zoo dikwerf ik zijn naam hoor noemen." B E L G I E N. BRUSSEL den 26 april. De rost dezer ftad iseenige dagen geleden ,ge. ftoord geworden, door militairen, die, zich aan perfoonlijke wraakzucht over gevende, de heilige band, die hen aan elkander verbindt, vergaten. Om de rust fpoedig te herliellen en aan alle verdere buitenfporigheid een einde te maken heeft de gouverneur een regiment Isavallerie van het rusfisch-duitsch legioen binnen de ftad doen rokken, ten einde de patrouilles te paard te verfterken die gewapenderhand alle oproerige zathenrottingenwelke zouden kunnen plaats hebben, uit eikander zullen drijven. Uit dien hoofde worden alle vreed- zame inwoners verzocht dusdanige zamenrottingen te vlieden, ten einde hun leven niet in de waagfthaal te ftellen Wanneer twisten mogcen vereifchende militaire magt te gebruiken, om de orde te herftellen. Brusfi.4 den 26 april 1814.- De (commandant der ftad', Baron DE KATTE. Een der Parijsfche nienwspapieren deelt het volgende mede, Brief van Montarges van dén 23 april. ,,Boraparte is alhier, woensdag, ten vier uren des namiddags, in eenrij tuig Siet zés paarden, gepasfeerd, omtrent vijf en twintig man te paard achter zich hebbende. Derusflfche, oostenrijkfchefranfche, engelfche en pruis- fifche generaals zaten in zes koetfen, ieder met zes paarden befpannen; er kwameh twintig rijtuigen voor de bagage en bedienden van Bonaparte achter aan. Er waren des morgens trek- en rijpaarden, mitsgaders piketten kavalle- rie gepasfeerd. De garde te voet, die zich in deze ftreker? bevindt, was •onder de wapenen. Dezelve heeft het ongelnk van Bonaparte weten te eer biedigen, dewijl zij het ftilzwijgen in achtgenomen en geen enkel teeken var goed- of afkeuring gegeven hebben. Bonaparte is de fchare dier dappere militairen door gereden, is met betooning van gernstheid de Had ingekomen, en heeft ter regter- en linkerzijdede perfoaen welke aan de venfters Honden, en welke nieuwsgierigheid betoonden, hem te zien, gegroet. Vele lieden verwijten hem eene fchijnbare ongevoeligheid. Zooveel is waar, dat hij wei nige lieden belang ingeboezemd heeft. De generaal Bertrand was bij hem in het rijtuig, en fcheen meer aangedaan te zijn, dan hij zelve. Bonaparte heeftop her kasteel van Briare nachtverblijf gehouden hij rijst met kleine dagreizen en begeeft zich naar Saint-Tropezais zijnde de plaats waar hij zich moet itifchepen." BRUSSEL den 27 april. Men heeft de volgende bijzonderheden verno men die van eene zeer goede hand zijn medegedeeld geworden. Zoo dra de Bondgenooten zich in bezit zuilen gefteid hebben van Luxemburg Antwer penGulik, Wezel en van alle de plaatfen welke aan de Maas gelegen zijn, zoo dra de vestingen in de Vereenigde Nederlanden en in Belgienwelke nog door de Franfchen bezet zijn, zullen overgaan, begeven zich de zweedfche armee en de korpfen van de generaals Thielman en Walmoden op marsch naar Wezel en Keulen om zich op den regter Rhijn-oever te posteren en aldaar te verblijven tot htt teekenen van dendefinitiven vrede. De armée onder be vel van den generaal Bulow, zal alsdan in deze provintien komenom er garnizoen te houden, terwijl andere talrijke korpfen van de pruisfifche armée zich tusfehen de Maas en Rhijn zullen plaatfen. In den afgeloopen nacht zijn verfcheidene Haf-officieren met depeches voor de gouverneurs van Hamburg, Wezel en Antwerpen hier doorgekomen. Men rekent dat alle de vestingen In Belgien voor den jo mei door de Bondgenooten zuilen bezet zijn. Men verzekert dat er Engelfche troepen in Antwerpen zullen binnen komen. Men verneemt uit Rijsfel dat op dit oogenblik meer dan 60,000 man geal lieerden en 20,000 paarden in Picardie Artois en fransch Vlaanderen kanton neren. Het is daarenboven genoegzaam zeker dat alle de irrigulierp troepen der Bondgenoten de retraite der gecombineerde arméen van het franfche grond gebied vooraf zuilen gaan. VEREENIGDE NEDERLANDEN. 'sGRAVENHAGE den 2 mei. De dag van heden, beftemd znjjdé totde eerfte piegtige bijeenkomst van de vergadering der Staten-Generaalhebben de in de rcfiJentie aanwezig zijnde leden van welgemelde vergadering zich des morgens om tien uren, vereenigd in het paleis van den Souvereinen Vorst alwaar zij door eenige van hoogstdeszelfs edellieden zijn ontvangen geworden. Hierna zijn dezelven tot het afleggen van den eed in handen van den Sou vereinen Vorst, in den Baad van State toegelaten, naar de orde der provintien zoo als dezelve bij de grondwet is geregeld. Na het afleggen van den eed begaven zich de leden der vergadering suc- cesfivelijk naar de zaal op het binnenhof, voor hunne zittingen beftemd, en van ouds genaamd de Treves-Karaerzijnde dezelfde, waar ook, in vroege re tijden, de ftacen-generaal der Vereenigde Nederlanden hunne vergaderingen hielden. Aldaar aangekomen, occupeerden de leden de voor hen respectiveiyk be- ftemde zitplaatfen, onder beleid van ha eerst benoemde lid der provintie Gel derland, in afwachting van den Souvereinen Vorsc. De Souvereine Vorst, in perfoon deze eerfte vergadering der Staten-Géne- raal zullende openen, begaf zich boogstdezelve derwaarts, verzeld van zijne j vorftelijke zonende hoofden der ondeifebeidene minifterieie departementen en eenige daartoe benoemde leden van den raad van (late, mitsgaders de groot- officieren en benoemde adjudanten, kamerheeren en edellieden; wordende de trein voorafgegaan en gevolgd door eene eskorte ruiterij. Aan het bovengemeld gebouw op het binnenhof, dat door de fchutterij dezer rcfidemie bezet was, gekomen zijnde, werd Z, K. H, aldaar, aan den V S M- ingang, door eene commisfie vao negen leden out vangen, welkeden Sof, nen Vorst, naar her voot hoogsrdenzeiven beftemd verheven geftoelte gelet Hoogstdezelve heeft de vergadering met de volgende piegtige aanfpraa geopend Edel Mogende Heereni Na de bekrachtiging der grondwet, beeft zich mijne eerfte en voornaamfte zorg bepaald tot de bijeenroeping der Staten-Generaal, Met ongeduld, heb ik het oogenblik te gemoet gezien, waarop Ik een g.l déelte vati het gezagdat gebiedende omftandigheden uiij genoopt hadden te aanvaarden, op eene geregelde wijze zouden kunnen overlaten aan de verte genwoordigers der geheele natie. Maar riiec miDder werd uwe fpoedige bijeenkomst gevorderd door het al gemeen belang, daar toch een aantal nuttige en gewigtigeinftellingen en verorde. ningen, Zonder de medewerking der Staten-Generaalgeene plaats konden vinden. Ik heb mij, om deze redenen, en voldoende aan de verwachting en den wensch der aanzienlijkenaan welker uitfpraak wij de grondwet verfchuldigd zijnmet de eerfte keuze der leden van deze vergadering belasten ik bou de mij verzekerd, dat de natie in deze handelwijze mijne even beftendige als natuurlijke zucbt voor baar welzijn, en in u edelmogende heeren, harer waardige vertegenwoordigers herkennen zai, Ik mag 11 de moeijelijkheid van de taak niet ontveinzen, welke wij, heden met vereende krachten ondernemen. In geheel nieuwe betrekkingen geplaatsten daar alles in ons midden en rondsom ons van gedaante veranderd is, vordert ons vaderland, meer dan eenige andere ftaatde onverdeelde aandacht en de bedaarde overweging der regenten. Zeer weinige der infteilingen, bij welke bet voorheen gebloeid heeft, zijn bewaard gebleven voor den verderfelijken invloed der burger twis ten en der vreemde heerfchappij. Wat daarvan te herftellen wat te wijzi gen naar de tegenwoordige omftandigheden, wat misfehien te vergeten zij, moet rijpelijk en zonder vooroordeel onderzocht worden. Allerwege valt de vermindering der voormalige weivaart in de oogen^ Zij zal zonder twijfel herleven door de begünftiging van alle induftrie; door de ruimfte ontwikkeling van het handelsvermogen; door den nog fteeds aanwe zigen geest van orde, fpaarzaambeid en vlijt, die vaD ouds den Nederlander heeft gekenmerkt. Maar na zoo lange en zoo zware rampenwerken deze middelen langzaam; en zullen wij 'slands onafhankelijkheid en eer, zullen wij de achtirg onzer naburen en bondgenooten behouden dan moeten na dadelijk de oprigting van het leger voltooid de herftelling der zeemagt voorgezet, de bezetting der koloniën Vóórbereid worden; allen voorwerpen, van aanmerkelijke kosten en oïrgaven, terwijl de inkomften nog lange zollen getuigen van de verarming, die een noodlottig tijdperk bij de ingezetenen van alle ftanden te wege heeft gebragt. - De ènantiele fchikkingen welke ik iq deze omftandighedenmeest raad- taam geoord.eid heb, en die het mij aangenaam zijn zal, eeistdaags, aan uwe overweging te kunnen voorftellen, zijn ftrekkende, om den lande de zoo hoog benoodigde penningen te verfchaffen, zonder den ontluikenden han del van zijne kapitalen te beropven of te drukken door verzwaarde belastin gen en om tevet}peens vooralhet lot der rentheffers van den ftaat regel- matig en pligtfehojdig te verzekeren; zoo deze fchikkingen door de voorzig- tigheid en ervarenis van Edelmogenden worden gebillijkt, zal ik geene re den hebben, ,om san den geeden uiiflag mijner pogingen, in een zoo gewig- ;'g onderwerp te twijfelen. Even belangrijk is de regeling van al bet geen tot de voortdurende bevei liging des lands door het wapenen der ingezetenen zelve betrekking heeft. Ik neb mij oaarmede retds niet pen vereischten ernst bezig gehooden.en de wet, die de conftitntie ten aanzien van het getal en de inrigtiug der landmilitie vor dertzal, naar ik ver rouwe, nog inde thans beginnende zitting, aan U Edel Mogenden voorgedragen kennen worden. Ik hoop u insgelijks, binnen w-inige dagen, de ontwerpen aan te bieden, die ik omtrent de inftelling van een hoog militair geregtshof en de regtsple- ging in delicten van het krijgsvolk te wateren te lande, door eene fpeciaic commisfie heb doen vervaardigen. Ik moet de examinatie en beoordeeling de zer ontwerpen des te meer aan uwen ijver aanbevelen, om dat de dagelijk- fche ondervinding, ten duideUjkrte, de onvolledigheid en ontoereikendheid der thans v'gerende bepalingen bewijst. Minder dringende, maar echter in allen deeie wenfchelijk en noodzakelijk, is de herziening en hervorming van het geheele fystetna van regten dat de franfchen aan dit land hadden opgedrongen en de bij de grondwet voorgefchre- vene invoering van een algemeen wetboek Deze taak heb ik opgedragen aan mannen, welker oordeel en kimde reeds in geiijkfoortige werkzaamheden be proefd, ons met vertrouwen mogen doen te gemoe: zien het onfehatbaar voordeel van wetten berekend naar den aard des volks naar den toeftand der maatfehappij en naar de vordeiingen van den menfeheli)ken geesten waarvan de uitvoering vrij, zoo wel vao overijling als van noodelooze formaliteiten, tevens bewaard blijve voor die willekeurige vertragingen en andere misbrui kendie voorheen zoo vele burgers hebben benadeeld, en, federt lang, door alle deskundigen zijn gewraakt. Hoe gewigtiger de werkzaamheden zijn, welke het regelen onzer inwsndi- ge belsngens vordert, hoe aangenamer het mij is U Ede! Mogende de verze kering te kunnen gevendat dezelve door geene bekommering over de bui- tenlandfche betrekkingen van den Stsat zullen worden geftoord of afgebroken. Door gematigd en billijk te zijn jegens alien, een ftelfei niet minder over- eenkomftig met mijne perfooniijke neigingen dan mei de gezonde ftaatkunde, zullen de gevoelens van welwillendheid en edelmoedige vriendfchap aange kweekt worden, welke de vreemde mogendheden, en bijzonder Groot-Brit- tanje, jegens ons vaderland hebben aan den dag gelegd, en fchenkt ons de Almachtige zijnen zegen zullen wij de voldoening genieten van door een- dragtigen ijver dat vaderland vroeger dan zoo vele andere ftatendie met het zelve geleden hebben, herfteld te zien in zcifftandige magt in voorfpoed en in dien rang, welke voor het belang van geheel Europa en de duurzaamheid van den vrede met minder wenfchelijk is,, dan voor ons, zeiven. Welke aanfpraak door den fungerenden prefident gepast is beant. woord. De plegtfgheid hiermede afgeloopen zijnde werd de Souvereine Vorst we- derom uitgeleid op dezelfde wijze sis bij het inkomen had plaats gehad, en Keerde vervolgens naar hoogstdeszelfs paleis terug." De vergadering vervolgens tot het formeren eener nominatie van eenen pre» fident, overeenkomft'g art. 66 der grondwet, overgegaan zijnde, zijn op die nominale gebragt oe heeren: Va» Lynden van Hoevelaken Van Boetzelaar van Kyt'hoeken Steengracht van Oosterland. Uit welke door Z. K. II.na dat dit drietal door eene commisfie van Hun Ede! Mogende, aan hoogstdenzelven was kenbaar gemaakt, tot prefiden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1814 | | pagina 1