i^ Now türg: MIDDELBURGSCHE Dingsdag den ïSio C O U R A N Oétober. T, s z 1 ^1 s a M l ^-n 4 jf d e! o 2 -3 s; s s: -'5 &2 s •3* o a D. de alliier D U I T S C H L A BERLIJN den 2 October, Men vvil refulereiide Zweedfche Minister een rapport ovec de reis des <^ewezen Konings van Zweden iiaar Stokholm hpeft gezonden, waarin hij die reisaff.hilderd als een vijandin doel te'^en Zweden hebbende. Men verwacht dienvol- gends, dat Zweden onverwijld de aan dien Ptins toege legde Jaarwedde intrekken i;a!. F R A N K R Ij K. KN 00 ij O O die in het achterrte van onze linie geplaatst zijndeen S be;.;eri;pnde, dst de vijmd begon te wijksnhem met g^ 0 de, grcotde drift vervolgde. Na nog eenige lagen ge- 'S wisfeld én den aftogt van the Euryaies ea the Sheeytaa- g^*^ ter te hebben verznkerd, alvorens deze beweging te 5-3 doen, en de wind ons hoginnende te ontbreken, wend- .5 den wij de fteven en rigtten ons een weinig zuidwaarts, "a Ik hoiide mij overtuigd, dat het overbodig is, u te.S g" doen opmerken, dat, alhoewel de onevenredigheid vza magt eene beweegreden van aarnioedigiüg voor den vij-.H, - and was wij van het oögenblik af aandat de toeftand 0 t- 0^* '7:7* M 0 rt ,0 N tj» N 00 0 14 0 0 '<C c 0 -^ 3 K, 0 C4 i-J c> 0 .3 C3 0 I-t ei 0 til? -0 0 'X^ i> c; 0 :i; c" 0 7Z 0 to "^CC t-J o p PARIJS den 14 October. IMen fpreekt van ecne ge, j van the Eunales en van T'.^^i'Z'^^Wtfto'gev.iarliJk begon urtenis, welke binnen kort zou publiek gemankt wor-1 te worden. c 5 S ,g .H bcurteni den, en die de Keizerin, en bij gevolg heel Frankrijk! ten'toppunt van vreugde zou voeren. liet is overi-{ gens zeer natuurlijkdat zoo wel het Hof als de Siad het levendigst belang (lellen in alles wat eene Vorftin aangaat, die niet alleen door Hare "hoedanigheden aan iederwelke het geluk genietHaar te naderenbe koort maar ook welker beftaan verbonden is aan alle denkbeelden van algemeen geluk en nationale roem. BÜ cnderfcheiden Decrftten van heden zijn, door Z. M. den Keizer en Koning, onder anderen gedaan de na volgende benoemingen: Van den Graaf JndréosfjStaatsraad en Voorzitter der Sectre van Oorlog, tot Groot-Kanfelier van de Or de der drie Guide Vliezen Van den Graaf Schimmelpemincktot Treforier der Orde van de drie Guide Vliezen. PARIJS den 15 October. Bij decreet veti gister is de Kardinaal Mnury benoemd toi Aartsbisfchop van Pa- lijs, vacant zijnde door den docd vau den Kardinaal Belioy en zelfs langen tijd daarna wij niet gewei gerd hebben, in gevecht te treden, en dat wij meer dan anderhalf uur lang den vijand hebben afgewacht. £rT= g blijft mij thans eene aanger»me taak te vervuilen over namelijk, kennis te gevendat, liaarmate de hinderpa len en de gevaren voor ons aangroeidenhet geduld de vlijt, en de onvertfaagdheid bij het Smaaldeel inde- "+-. ,S zelfde evenredigheid vermeerdende hetzelve h^ftraiine— o "f tx CC r- &£-:= Ci £-5 algehecle tevredenheid waardig gemaakten ik moet by- -3 tJ5 Os -ii o -^ O c -Ü «Jï -3 S c:: d R zonder her gedrag van de Kapiteinen Ot'.i'aj en Felkwet prij- 5 -^ zen, welken beide het gelukte de linie in eene zoo gefloien -jj o 1 orde te bewaren, dat deze oniftandigheid L'laarblijkelijk "S-Kiorj^f^ den vijand genoodzaakt heeft, van het ontwefp tot ee- o S S g g g. o bc ïJ- c- tx^ «fi o» VJ H .,3 O a tjso^ %i ZJ tJ3 g£ A. nen tweeden aan"?,l af te zien. y De Kapitein Dv/idas, koninianderen the Etiryaksen n S de Kapitein S:bnkonimanderende Sheerwaterheb- ?J S ben, naar de ilelling waarin zii zich bevonden, a!!esj'° p- gedaan, wat men van hun kon verwachten; ik heb de- denlaatlle doormiddel van een fein gelast, onder zeil S te gaan ten einde u onzen toeftand te dcSPl) weten. Ik ben zeer veel erkentenis san de Ofücierenen Equi- pagie van mijn Schip verfchuldigd voor hun vlijtig en &D co bO .S N -5 j- C3 b.c y. o o S3 ü-f Het Engelsch Dagblad the B'Jorning Chroniclevan den J moedig gedrag; maarjik moet bijzondere melding maken 1 dezer, behelst den volgenden brief, door Sir C'iarks]\&p den Luitenant GrtZ&wwj en van Mr. Bmsri, mijnen Cö/;o« aan de Admiraliteit gezonden; deze brief bevat de bijzonderheden van het gevecht, dat den 20 Julij 1810, voor Toulon is voorgevallen. ;Oütsman, welker gezond oordetl, vlijt en werkzaam heid m.'i .'an bijzonder nut zijp. geweest. Of- Kapiteins Otivay ci F llmves hebben mij gemeld ,- ylan boord v^fïthe Warfpite, voor ToU- idat alle ce lieden van hunne l'.quipagien dezelfde koel» Ionden 20 Juli. j bloedigheid en dezelfden vlijt hebben betoonden dat Mijnheer! in een' vorigen brief had ik de eer,' u te t zij niet minder erkentenis aan hunne eerüe Luitenants melden, dat de vijand tweemaal met eene aarizienlijke mant was uitgeloopen en dat hij niet geflaagd was in het in Zee brengen van een Schipmet levensmiddjtien ge laden en naar de Oost beftemdalsnied>»in het viot bren gen van een Fregat te Bandoldat wij gedwongen had den, aldaar de wijk te nemen. De vijand is dezen mor gen nogmaals met zes Liniefchepen, waarbij een drie-, dekker, de Admiraals-vlag voerende, en vier Fregatten ■uitgeloopen. De wind veranderlijk zijnde was het mij onmogelijk te beletten dat het Fregathetwelk te Ban dol lagzich bij dezelve voegdedoch ik verzamelde het Smaldeel en ftelde hetzelve zoo goed mogelijk u^s in dagorde. Desniettegenfiaande dwong mij de (land waarin the Euryaks en the Shecrwater zich bevonden ■welke genoodzaakt waren dwars voor de voorfte vijan delijke Schepen heen te zeileneen gevechthoewel met een veel kleiner magt en voor de vijandelijke haven, te wagen daar de wind welke aan the Eurt.a!ei tii aan the Sheer'A'ater \isgon te ontbreken, dewijl dezelve gun- ftig voor den vijand bleef waaijen het nemen van the^ Sheervfater zoo al niet zelfs voor the Euryaksbijna zeker maakte. Het werd dus van de hoogfte noodzakelijkheid dat ik een gevecht waagdehoewel zoo nabij de vijande lijke kust en eene zoo veel fterker magt te bevechten hebbende; een gevecht, dat ik, buiten deze bijzonde re omftandigheden mij niet bevoegd zou hebben gere kend, te ondernemen; temeer, daar het waarfchijnlijk •vvas, dat de laatfte windvlagen ons naar het ruim gedre ven hadden. Na the Conqueror en the JJax achter ffiij geplaatst te hebben, nam ik de (lelling, welke het voornemen moest te kennen geven, dat ik had, om het Fregat en den Brik te befchermen en het is met genoegen dat ik u bekend makedat de uitflag van deze beweging zoo vereerend Toor de Engelfche vlag is geweest, als ik had durven •Weiifchen of verwachten wantdaar de vijand fcheen beflotente hebben, de wijkaan onze Vaartuigen af te fnij- den, gelijk wij, om dezelve te befchermen, deed hij Zoodra hij ónder het bereik van ons gefchut was geko men de Schepen zijner voorhoede op ons afkomen ■welke ons dadelijk de laa^ gavsn en vervolgens wenli- den welk voorbeeld wij zelye volgden de uitvoering dezer beweging is men voornamelijk verfchuldigd aan de bekwaamheid en den fpoed van dea Kapitein Otwaj 5 -?= f^ -o -^ i ui JO a 5 S .0 S 2 ë(3 s Loifiy en Fritzmaurin verfchuldigd waren, Ik htfb de eer te zijn, enz. BLACKWOOD, Kapitein, Am den Admiraal Sir Charles Cotton Co/a v: :rtdant-en-Chefenz. Een ander Engeisch Da^b'ad thé Alfred, behelst het J volgend uittrekfel van eencn bijzonderen briefdooreen' Officier aan btiord van de Ajax, over hetzelfde ouder- werp, gefchreven: '5 o 0[> de hoogte van Toulon, den 1% AugUituSi 's 'o Den 20 July 1810, ten 7 uren des morgens, ont-t^ 5 dekten wij de vijau-lelijke Vloot die uit de haven was a geze ld ton getalle van 5 Liniefchepen benevens een c .g 'S Drieoekker van 130 (lukken. Onze Vloot beftond uit s r^ 5 n j,' d ie Liniefchepen, een Fregat en een Brik. Onze Brik 'S lag aan de wind, en bemerkende, dat de vijandelijke^ cT n Vloot de haven uitkwam, geilden wlJ voorwaarts, ten 2 |fQ v einde ons bij den Commodore te voegen; toen gaf de g de vijandelijke Driedekker ons Fregat de laag; het Fre-^ so S 2 1 gat hijste deszel.'s vlaggen, en maakte zeil, ora weder -^ c S bij ons te komenterwijl de vijand op het Fregat en - 'S' S den Brik jagt maakte. Wij befpeurden alstoen de vijan-j:j p s^ 'S delijke voorhoede, welke bet Fregat en den Brik ver-r< g volgdeen met volte lagen vuurdewij zeilde voor waartsen de Commodore gaf het teeken tot het ge-S vecht. Wij hingen terllond de hangmatten in het want, ten einde ons tot het gevecht gereed te maken terwijl 5 de Franfchen op ons en op den Brik vuurden. Wij j. beantwoordden hen met een levendig; vuurhetwelk wij 5 drie kwartier uurs voihielrienterwijl de kogels vanalie s zijden op ons vielen. (2 De Brik op den wind zijnde, deden wij dezolven fein,_« onder den wind naar vel r.p het oogenbük volvoerde; en op d(e wijze werd a bÜ os n Ui o g- s .B "5 S *J ClJ -o i^. cc <ij o-a b» IJ -y -r;^ fli Ui "53 - a o .S -O o y S bo o - O'S. o n -o S w a S e* c .S tu c: -^ CJ -a J= 0} -ü E^ O c: o o <U ons toe te komen iiergeen dezel- S: B rji o - o c <j t^ het Fregat the Euryaks en de Brik the Sheet water van:?^ g; S - ??-^ o 0-. 2 het gevaar, in 'svijaiids hand te vallen, verlost; toen zij in veiligheid warenbegreep de vijanddït het vuur van ons Smaideel voor hein te ilerk wiishij J ging dienvolgens over ftaag, en (levende met volle zei--= len op de kust aan wij volgden zijn voorbeeld en g vervolgden hem, terwijl wij ee'.i Liniefchip van84(luk- a -8 - cS 'S IJ o ■o >-' N 00 i ■- T. "O J bi* c iiS/^ ..en en een Fregatmet dewelke wij in gevecht waren, \mmti -^ l""'j^ fS-^ h r-i p S onze volle laag gaven. De hemel zij dankhJbben noch doodeu noch gekweclleii bekom-tn.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1810 | | pagina 1