PUBLltiATIE. is, en 't welk een ieder op gelyke wys* ais in het voorgaande -Ar* ticul bepaald is, zal moeten onderteekenen,tot bevestiging, datliy san zyne verpligting voldaan heeft. 38. Dat een ieder zal kunnen voldaan, met de Duplicaat Quiton- tie invoege voorfchreven ingevuld, en geteekend verzegeld over te geven; doch dat aan de Duplicaat Quitantieri een uicerlyk ken baar teekeq zal gegeven worden, ten blyke, dat het ingevulde Qui- tatien zyn. 39. Dat de genen, die voor de.beide termynen dezer Geldhefitng op eenmaal fourneren, en de Quitantie of Quitantien va$i de beide termynen by de eerlle ophaling zullen overgeven, verplicht zullen zyn, in het Declaratoir op de buiten zyde de Duplicaat Quitautiè geplaatst, in te vullen, dat dezelve behelst de Quitantie voor het Fournisfement van de beide termynen. 40. Dat een ieder, welke geen drie honderd Guldens JaarlyksIn komen heeft, en volgens het voorfchrift Ue-zerTIeffiiig niet gehouden is te contribueren, by't ophalen de Quitantien verplicht zal zyn, daar van aftegeven een behoorlykgeteekehd Declaratoir, volgens'c Formulier hier achter gevoegd. 41. Dat een ieder, welk zoodanig een Declaratoir mogt nodig' hebben, het zelve zal kunnen halen ter Secretary zyner woonplaats, of op zoodanige plaats, als door het Plaatfelyk Beltuurwaartoe by behoort, zal worden aangewezen. 42. Dat de ophaling van de hier boven vermelde gereekendé én Verzegelde Duplicaat Quitantiengelyk ook van de Declaratoiren in de twee naast voorgaande Articule.n vermeld, zal gelchiedeii in een gefloten Bus of Kistje, behoorlyk door het Plaatfelyk Beduur verzegeld, en van boven met een opening voorzien; en welke Bus of Kistje met de voorfz. Quitantien en Declaratoiren wederom zal moeten gebragt worden by de respective Plaatfelyke Befluureii. 43. Dat de respective Plaatfelyke Beftuuren zullen benoemen ee- jje Commisfre van drie Perfoonen, in welker byzyn dé voorfz. Bus- fen of Kistjes zullen worden geopend, en door welken, volgens de orde der onderfcheidene Bnurten een Lyst van de opgehaalde Du plicaat Quitantien en Declaratoiren geformeerd zal wordgn, ten ein de te kunnen nagaan, of er eenige Ingezetenen in gebreke zyn ge bleven, aan hunne verplichting te voldoen. 44. Dat, hyaldien bevonden mogt worden, dat eenige Ingezete nen geen Quitantien of Declaratoiren hadden overgegeven dezelven ten hunnen kojtwa door een Bode zullen worden gefommeerd, om alsnog binnt® 04 uuren aan hunne verplichting te voldoen, op poene'van als fuspeCt te zuilen worden opgegeven en eene fequês- tratie in derzelver Boedel te zien decerneeren op twee Perfoonen door het Plaatfelyk Beftuur daar toe re éommirceeren. 45. Dat, ingeval iemand wettige redenen mogt hebben, waar door hy verhinderd was, zyn Quitantie of Declaratoir over tegeven, of te doen overgeven, de zoodanige gehouden zal zyn, die redenen dadelyk in gefchrifte, en met zyn naam omLrteékendin te leve ren aan het Plaatfelyk Beikiur't welk dezelve zal bèöordeelén. 46. Dat wanneer de redenen door het Plaatfelyk Beduur wettig geoordeelt worden, de fequestratie dadelyk zal worden opgeheven, zoo verre dezelve reeds mogt gedecerneerd zyn, en anderzins geen plaats zal hebben maar dat aan de zoodanige alnog gelegenheid zal gegeven worden, om aan zyn verplichting ten dien opzicht te vol doen; terwylwanneer die redenen ongenoegzaam geoordeelt wor den de fequestratie dadelyk zal worden gedecerneerd, zoo zulks nog niet mogt zyn gefchied, en dienonve'rmindert zoodanig iemand door gyzeling tot volbrenging van zyn plicht zal worden gecon- firingeerd. 47. Dat invoegen voorfchreven ingekomen Duplicaat Quitantien, dadelyk wel niet zullen worden geopend; doch wanneer onverhoopt mogt blyken, dat het provenue van de gedaane Heffing in eenig Gewest of Plaats niet zoo veel heeft bedragen, als overeenkomiiig het vermoedelyk vermogen der Ingezetenen van zoouanig Gewest of Plaats had moeten zyn opgebrugt, alsdan door zoodanige Ge committeerden, als wy daar toe zullen qualificeerenaan ons zal worden voorgefteld, welke middelen van onderzoek er in dezen zul len behooren in 't werk gefteld te worden, terwyl inmiddels die Du plicaat Quitantien bewaard zullen worden, ter emde by opening van dezelve, wanneer wy daartoe zouden mogen befluitenzal kunnen worden opgemaakt en beoordeelt, welke Ingezetenen al, -en welke niet aan hunne verplichting voldaan hehben. 48. Dat indien onverhoopt het geval zoude mogen exteerendat Wy ons in de verplichting gebragt vonden, 0111 de opening der Duplicaat Quitantien te decreteerenals dan elk en een iegelyk die zich in dezen naar behooren gedragen heeft, volkomen kan verzekerd zyn, dat, evengelyk dit geen gevolg zal zyn van ee ne onnodige nieuwsgierigheid, zoo ook daar door de flaat van deszelfs inKoraften geenzins zal worden gedivulgeerdals heb bende wy vastelyk voorgenomen, in dat geval zoodanige effica- «ieufe mefures te nemen, waar door ons oogmerk bereikt, en her voorfz. onaangename voor de brave Ingezetenen voorgeko men zal worden. 49. Dat wy echter verre afzyn van eenige infchikkelyk te zul len gebruiken, ten opzigte van de zoodanigen, welken bevonden ïullen worden zich in dezen niet van hunnen pligt gekweten te hebben, als welken gehouden zuilen zyn te betalen eene driedub- helde Contributie van het geene zy anderzins van hunne i.ikom- /len zouden hebben moeten fourueeren. 50. Dat byakiien geene opening der Duplicaat Quitantien nodig pogt geoordeeld worden, na verloop van zekeren bekwamen tyd, zoodanige maatregelen genomen zuilen worden waar door een ieder zich kan verzekerd houden, dat van de overgegeven Du- 'piicaat Quitantien nimmer eenig misbruik zal kunnen worden ge maakt. 51. Dat eindelyk elk en een ieder zich volkomen verzekert aan houdïn, du wy eruflig bsflaesu hebbenzoider aanaiêa van perfoon, onze oisajregtilea ter executie "te 'eggen; Waar rot de lroogstgcconflituëerde Mngt in el'c Gewest, ons de uodige iiV fqrmatïén en adfii,lende zal verleen.cn. EK op dat niemant hier van eenige ignorantie zoude kunnen voorwenden, ontbieden en'verzoeken wy de boögstgtconiliruëer- dc M.igten In da respective Gewesten, dat déze Publier tie'tert fpoedigften mogen worden gepubheeert en gciffigeerc, daar zuikl te gefchiëden gebruikeiyk is» Aldus gedaan en gerrrefteert ter bovengemelde Vergaderingin den Hage, de 5 December 1797. tiet derde Jaar der \Bataaf- fche Vryheid. (tvis gëpnrapheert) S. yék LANGEN,vt, (onder ftond) Ter Ordonnantie van deze ve. ('.Vas g-jteekeod) Ai. SIDERIU^. F O R Af U L I z R t N. QUITANTIE. Ontvangen van in comptant geltlde fotnma van ter voldoening van den iirmyn der Na Hooi a tik Geld'teffing op de inkomfienconform de Publicatie van de Nationa le Ve> gade ring van den 5 December. Ontvangen van in Quitantien van de by anticipatie gefourneerde Penningen de foin- ,'tna van ter voldoening van den fermyh der Nationale Getdh'efhig op de inkomfienconform de Pu blicatie der Nationale Vergadering van den 5 December 1797. Q U O T I S A T I F. - B I L L I E T geplaatst op de binnen zyde ïngcvolge en tér Voldoening aan de Publicdtlc der Nationale Ver gadering van dato 5 December 1797, ver klare in Öndergeteekende naar niate Van niyii Jaar lyhc'i inko envolgens het voorfchrift der gemelde Publicatie berekendmy zelve gequotifeerd te hebben ah bèlloórendc tot de Clasfe welker Jdarlykfclte inkomfien bedra gen gulderti of daar boven Actum &'c. Op de buiten zyde van de Duplicaat QUITANTIE. Ik 'Óndërgeteekènde Woor.ende verktare deze te zyn de Duplieaat-Qit tantie voor ntyn gedaane fourrtisfement in den termyti der Nationale Géldheifmg op de inkomften by Publicatie der Natio nale Vergadering van den 5 December 1797 gedecreteerdvoor zot) veel ik volgens de quotifatie der Clasfe, waar toe ik behoor e ver plicht ben te fourr.eeren En verkldre verder op myn Burgertrouwen onder bezef der flraffewaaraan ik my in geval van bedrog of verzuim in dezert zoude bloot ftellendat ik voor my zelf, en voor zoodanige quaii- teiten waar in ik tot' het fourrtisfement verplicht wasniet alleen het preciefe mordant der quotifatie van de Clasfe waar in ik my opgèvegefourneerd hebbemaar ook daar en boven het volle mon- tant van 8 per Cent van myne inkomfien zoo verre dezelve boven de quotifatie der gemelde Clasfe ledragen-, dat ik my houdeten vollen te hebben voldaan aan myne verplichtingom de ter myn van myn aandeel te fourneren in de Gelctheffng over myne inkomfien uitgefchrcen en dat ik niet minder betaald heb be dan ik na de berekening myner inkomfien ingevolge voorfchrift van de bovengem. Publicatiedaar in te betalenverplicht was. DECLARATOIR, voor de geenen, die geen drie hon derd guldens Jaarlyksch inkomen hebben. Ik Onderteekende verklaare op myn BhrgertrouWen onder besef der flraffewaar aan ik my ingeval van bedrogof verzuim in dezen zoude bloot ft éllenna het opmaken van de fom van myn Jaarlyksch inkomen vol gens het voorfchrift der Publicatie van de Nationale Vergadering van den 5 December 1797 bevonden te hebbendat hetzelve inka* men geen drie honderd guldens Jaarlyksch kan bedragen. Actum GELTKHEtnffRflIEID, ROED ERSCH A P. jt)fc NATIONALE VERGADERING REPRESENTERENDE HET VOLK VAM Nederland, aan alle haare Medeburgeren, Heil en Broederfchap! Alhoewel wy met aandoening de zwaare lastenwelke de Inge zetenen dezer Republiek in de laatfte Jaren hebben moeten dragen onsgaduurig voor oogen (lellen en met verlangen het tyditip te ge- moet zien waar op alle buitengewoone uitgaven zullen ophoudeng en de meest mogelyke bezuinigingen het volledigst efeCt kunnen er langen; nochtans houden wy Ons verzekerd, dat wanneer bet be houd van 't Vaderland en de handhaving onzer Onafhanglykheid nieuwe fournisfementen van penningen vorderdwy ons door gee- nefhaqde bedenkingen moeten laten aftrekken van 't nemen van zul ke maatregelen, aan welker voldoening onze politicque exiflentie op het iinauwst verbonden is. E11, gelyk van alle tydeit het beflaan dezer Republicq als eene respectabele Zee-Mogendheid de voorname grond geweest is, waar op wy onze onafhanglykheid als eene afzonderlyke Natie hebbert moeten vestigenzoo vertrouwen wy ook, dr.t elk regtgeaard Va derlander, in de tegenwoordige gefteldheid van zaaken, niets vooc ons belangryker Zal achten, dan met verdubbelden yver ons op nieuws ter Zee toe te rusten, om door eene aanzienlyke Zeemagt met onze Bondgenooten roemryk mede te werken, tot die pogin gen, welke gefebikt zynom het Engelsch Ministerie tot,zoodani ge ftappsu te Rood'ïïkeuj waardoor wy eerlang geraken mogen tor

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1798 | | pagina 5