EXTRAORDINAIRE
n
9
No. 20.
VRYHEID, GELVKMEID, BROEDERSCHAP-
rx
1798
SATURD AG DEN 10 FEBRUARY.
PUBLICATIE.
xaaar wy.-ock Lugs dezen weg ue's ie fpoediger hopen mede .te wer
QIET VIERDE JAAR DER B AT A A F SC HE VETHEID.)
GELTKHEID, VRTHEID, BROEDERSCHAP.
De nationale vergadering, rëpresenteerende het volk van
Nederland, aan alle haare Medeburgeren, Heil en Broeder-
[chap.l
Gelyk deze Republicq hnare politique exiftentie van alle tyden
daar'aap verlchuldigd is', dat zy zich als eene magtige Zee-Mogend-
Jieid beeft doen keunen eti refpefteeren.; en ook dan alleen haare
onafhanglykheid met roem beeft gehandhaafdwanneer zy, door
eene aanzienlyke Zeemagr, ontzag'aan haare Vyandenen vertrou
wen aan haare Vrienden wist in te boezemen; zoo hebben ook alle
welgezinde Vaderlanders ten allen ryde hunne pogingen vereenigd
om onze Na vale Magt te verfterkenen de eèr onzer Nationale Vlag
te handh' ven. j
Maar zoo; het immer onzen plicht.is geweest onzen vver hier toe
aan te vuuren, het is ongetwyfeld in de beftisfende oogenblikken
waar in wy ons thans-bevinden.
Geen meerder of minder belang van het één of andemgfedeelte der
Republicq het welk met de voornanroe zetels van den koophandel
gauwer: vwe.eoigd of verder da; rvm verwyderd is kan hieromtrent
«enig verfchii van bedoelingen veroorloven. De eer van den Ba-
taaffchen naam, en de bevestiging onzer onafhanglykheid, iian al
len onze Medeburgeren even dierbaar, eischt, dat wvtriet fiiam-
geyoegde krachten denovermoed von het Engelsch Mi uister ie
dat, door allerlei onrecht en geweld, (leeds onze politique vernie
tiging beoogt, heldhaftigfcgenftaan 'en b>y onze Bondgenooten ge-
duurig de overtuiging verlevendigen, dat onze politique exiftentie
nis eene onafh uiglyke Zee-Mogendheid zoo miauw verbonden met
hunne belangen, <>ls onalféheidbaar van ons is. Nu vooral, nu de
|Kgygsverwoestingen, op het vaste Land /een einde fchynen tenemen,
en nu zich alles vereenigen moet, ora ter Zee den laatften Vyand
tot den Vrede te noodzaken nu vordert piet alleen de zucht naar
Vryheid en Onafhanglykheid, maar nu eischt ook"'! behoud van 't
Vaderl nd, dat wy onze kraéhoen verzamelen ora tot de zénvoor
't Menschdom zoo~hejlznmen ftryd roemryk te concurreeren ten
einde wy het gewigt der medewerking onzer Zeemagt by ooze-Brit-
fche benyders geducht maken en by onze getróuwe Geallieerden
ineer en meer doen. kennen en waardeuren.
Maar wy hebben by 't Bamffche Volk geen nieuwen aandrang
nodig, De dankbaarheid di - wy o rder 't gevoel, der Üorlttgsram
jpenvgrfchuldigd zyn aan den heldenmoed der Braven, weiken in
den laatften Zeedag, den roem van onzen Landaart, als byzonder-
iyk voor de £ee gevormdftaande gehouden en ve levendigd heb
ben, eischt ook, dat wy-hulde doen aan den ontvlamden yver on
zer Landgervooteu welken aio mme blvken geven, dat zy, zelfs
door tegt i'p,Deden opgewekt, hunne zucht voor onze Zeemagt voe
len a nw létteren, en zich van zelfs tot allerlei opoffering bereiden
om t nze Zeehelden te onderfteunenen onze Vaderlandlche Vlooc
te hevftcUenen te verheft" 11.
Wy hebben by zulke eene Natie niet nodig, eenige aanmoedigin
gen te gebruiken, om baar te bewegen, dat zy ons goedwill.igiyk
de hand biede. Wy voldoen, Hechts zoo wel aan den vrywilligen
wensch onzer Medeburgeren als. aan den gebiedenden eisch onzer
verplichting, wanner wy hen oproepen, ora ons tot een fpoedig
bentel van 's Lands-Vioin, door prompte en ruime fournisfementen
van gereede Penningen in ftaat te (tellen,
Wy zouden onze Landgenooten onteeren, indien wy vooronder-
fielden, dat in qenig gedeelte der Republicq Vaderlanders gevon
den wierden, die niet zouden verlangen, dezen last, zoo veelmo-
gelylt, met eenparige fchouderen te dragen maar; wy zouden ook
onze oogen moeten fluiten voor den zvvaren last, die voor veelen
reeds uitermate drukkend is-, indien wy niet door alle gepaste mid
delen zochten het gevoel der overmaat van dien last te leenigen,
en denzelven draaglyker te maken.
Het is' uit overtuiging der noodzakelykheidom beide deze be
doelingen ons -voor oogen te ftellen dat aan den eenen kant eene
geldheffiug, gcevenredigd unar elks inkomften, ons is voorgekomen
bes: gefclukt te zyn, om den last door alle de Ingezetenen van de
geheele Republicq, naarmate van ieders vermogengelykelyk te
doen dragen; en dat wy aan den anderen kant de toezegging van
eenen matigen interest geoordeeld hebben, in 't midden der bezwa
ren,'die ons drukken, het eenigsc middel te zyn om 't gevoelen
van dien last voor elk, die denzglven draagt, eenigzints te ver
zachten; en om langs dien weg, «ietfieebts door het billyke maar
ook door het .aanviemelyk'a van dien maatregel, dien wy in 't werk
ftellen, dgszclfs fpoedige en volkomene volvoering des te beter te
bevorderen.
Aangezien dan tot handhaving onzer onafhanglykheid, en totbe-
hotjd der dierbaarfte belangen van ons Vaderlandniets flechtseene
buiténgewoone bekostiging ten behoeve onzer Zeemagt, en daar
toe eeueaigem-ene heffing der benodigde Penningen vereischt wordt;
ken tot bevordering van eenen algemeene* Vrede, Welke den ruim
den weg 'moet Banen tot zoodanige vermindering van lasten, ris
wy allen reikhalzende te gemoet zien.
ZOO IS T, dat wy, vooronderftellende de concurrentie dmr
Huogstgeconft tuëerde Machten van de onderfcheidene Gtwes u
goedgevonden hebben te decreteeren, gelyk wy decreteeren by
dezen: ïlrAi -■ 'j Ti) ver.
A t. i. Dat. er eene algemeene Geidheffing over deegeheele Re
publicq zal gefebieden, by vvyze van opbrengst van" acht ten hon
derd, van het J-qrlyks inkomen van el Ir der Ingezetenen.
2. Dat de Penningen uit deze heffing proveniéerenée zullen wor-
den geftort in de N tionale Casfe, en. direïteiyk ftaan ter ilispofitié
van onze Vergadering, of zoodanige Perfoonen, welken wy daar
toe zullen hebben gecommitteerd.
3. Dat-de gemelde Penningen gebruikt zullen worden in.de ee<fie.
plaats, om daar| uit goed te maken de kosten van de extraordinaire
Reparatie, Aanbouw en Ëquipeering van Oorlogfchepentot'lier-
fteLen vermeerdering van 's Lands Nat ale Macht ver.iscbt Worden
de: en in, de tweede plaatsvoor zoo verre de opbi engst der Heffing
deze extraordinaire uitgaaf mogt te boven gaan, in mindering van
hetgeen* voorde Marine, volgens de te maken begrooting voor
den J are 1798 zat biyken benodigd te zyn.
n 4 Dat voor het geen in deze Geldh-ffing zal worden gefourneerd
zulten werden afgegeven Obligation, met Coupons: ten laste der
Bataaffche Republicq, lopende tegen den Intrest van drie ten hon
den in 't'Jaar, ingaande met den agvan het fournisfement.
5 Dat in deze GeMlitfung zal worden gecontribueerd door, of
van wegen elk Ingezere en dezer k.publico die Jaarlyks drie hon
derd, guldens of daar boven aan inkomen heeft, en zulks zonder
«enige uitzonderinghet zy hy tot een Huisgezin behoort, by an
deren, of op zich zeiven woont, het zy hy zyne Goederen of Be
zittingen zelf beheert, of onder de Voogdy of Curateele van anae-
ren ftaat, of .dat de Adtriniftratie zyner Goederen aan ander,n ge-
Uemandeerd is gelyk hetzelve dan ook zal gefchieden duur de
Weeskamers van de Goederen der Weezen, Ingezetenen van deze
Republicq zyr.de, of alhier t'huis hoorende, en by Weesmeesteren
of.Gecotnmitteerden derzelven. of ook wel by een of meer vander-
zelver Suppoostenof door hun angeftelde Adminiftiateurs geadmi-
niftreerd wordende; en zulks in allen gevalle, ten opzichte van ie-,
der Wees afzouderlyk.
6. Dat van de voorfchreven gevorderde Contributie zullen zyn
uitgezonderd zoodanige Ingezetenen, welke Jaarlyksgeen driehon
derd guldens inkomen hebben: gelyk ook de inkomften van zooda
nige fundatiën of .gedichtenwelke tot onderhoud van arme en on
vermogende Ingezetenen gedestilleerd zyn.
7. Dat, oiïchoon de uitzondering van zulken diegeen driehon
derd guldens inkomen hebben, ten oogmerke heeft, om onze min
der gegoede Ingezetenen te gemoet te komen, wy nochtans in de
zoodanigen geen mindere bereidwilligheid of verpligting veronder-
ftellenom tot behoud van het lieve VaderlVnd, en ter bevordering
van eenen gewenschten Vrede, zoo veel in hun vermogen is, toe-
tebreugen; en dat wy mitsdien van hunne Vaderlandsliefde vertrou
wen, en hu» (des n'oods) vermanen, om door vrywillige giften
waar van wy de begrooting aan hunne volkomene vrye keuze en de
infprsak van hun geweeten overlaten, met hunne Medeburgers»
's Lands Schatkist te helpen ftyven.
8. Dat deze Heffing zal gefchieden van het beloop van alle in
komften welke door een ieder Ingezeten dezer Republicq Jaarlyks
genooten worden'; en mitsdien van alle Renten, Intresfen, Divi
denden, Revenuen, Pacht-of Huurpenningen, Penfioenen, T011-
tinen, Prjeb.en.den, Winften, Baten en Voordeden, zoo van vast»
Goederen, als andere Capitalen en Effecten, het zy hy die in ei
gendom bezit, of waar vanhy het vruchtgebruik genietmitsgaders
vati de onderfcheidene Profesfien Koophandel, Neeringen Hand--
teeringen, Ambachten, Fabricquen, Traficqueu of Handwerken
door hem gedreven of geëxerceerd wordende: fpeciaal ook van al
le Traélementen, en Emolumenten, Daggelden, Vacatiën, of on
der weiken Titul ook eenig voordeel genooten wordende uit hoof
de van Regeerings-posten Ampten Bedieningen, Officien en Be-'
neficienen generaalyk van alles, uit welken anderen hoofde, of
ouder welken anderen Titul eenig Ingezeten zyn kostwinning mogta
hebben, niets hoegenaamd uitgezonderd.
9. Dat om de begrooting van de Jaarlykfcbe Inkomften te vin
den ten aanzien van zoodanige Ingezeteuen, by de welken dieou-
zeker zyn, dezelve verplicht zullen zyn, die inkomften over da
laatfte drie Jaaren om te flaan, en het derde gedeelte van dat 111011-
tant te houdeq^voor hun Jaarlyks inkomen; des nochtans dat ten
aanzien der Renten en Intresfen van Obligatier. of andere Efftéten,
dezelve berekend zuilen worden, naar het geen aezelven bevonden
worden ten tyde der Heffing dadelyk te renderen; dat voorts die
geenen welken nog geen drie Jaaren achter den anderen een inko-
men gehad hebben, hei *»lve zullen berekenen naar den tyd, dat