"aooll!?|Ms- ^ir III .>as I sslfS^l Is^S2 ia-ïi isi z gs s««|- -fs. S5 iKoË U'S'9* I --O -2 S Dj »9?^a &- - ?r§ ISo o 5?SC 2SS - £\L «Só'mS^ 2 t» ïe s* l 13 S a a r* °- 'S «31 fs z^-3 S s >a-a S4 s-ts ^2ï3tt)3W' S |f S Oc§ p 5r£a |5Pr3 B s- 3. S g 2 s r» r*«2 r1^ r*a§s S»S--« "®>g ?-'a2r re01" "3 O S- SN.aïitJ S ig* r?° g SS Og - §feiö§2 a|o - 4,? 1 s Ji-Ss-gl 8S»®w;s,s:-a^*® 8* - °Ss 5.' ii S a 5»S-^ a a ro Sg- 5» 2 >o a ■J*. Kt pa 5 ït a 3 5." Oa 1 sï® MS5 1 J:-»s^s a.5S g coa - 5 s s;- r Ié g." o r xr Póa S »S "ts s- s- a -,i o'g s g &s 1 "c- o- 2* g.§ S.re^ S- 9 s^s- ■--8-§s ^«§-"11^13 2 ï,o-^2n g asi?§.S gs "sC^r 2. Oa° Pi tf» 3-" 3 N° S o 3«SS. o S.O !=,S K^§sfS s V^ gSgS ^1 S S 2 §-°-cr Sf sS*„^8X -Êg5.595.^ g«re^ r» 5 e- S035. 3 2 NEDERLANDEN- MiddEL burg, den 8. Augustus. In onze voonge bet Advis van den Baron van Zuilen van /Vyvela, betreffende de Misfive van den Hertog van Bruni" %Vyk, medegêdeelt hebbende! Kunnen wy piet afzyn deszelfs Protest tegens de AugtnentatiederLnndmagt, plaats te vergunnen. Zie hier den Inhoud; %ibtr lienirïk van Zuilen vanNpeld, in den laatst- gehouden Quarthrt Vergadering van den £i H"ey Ïv8rzyn Protest rsferveerende.ten aanzien van het Confent van Augmentatie, waar in door u Edel Klo nende is Geconfenceerd gewotden. Benevens mede omtrent de Conclufie van den Heere Bentjnch. Zyn- de redenen, waarom hy vermeent heeft daar tn te moeten Difficuleeren, van die Natunr, datbemdeze- ve by nadere overweeging niet anders kunnen voor komen dan gegrond genoeg, om daar by te 1 eriiu.ee- ren. En wel om navolgende reeden; Daar thans de nood des Lands ons meer dan oo'tpeisc, om volgens Pligt en Ge weeten alles roetebreDgen bet geen de Onhandigheden van Land en Onderdaanen Wettiglyk begeeren. Geen vrees voor ongunst, nog verlies van Ampten, en zelfs van ons Leven zoude ons kunnen verfchóonenom niet in alle deszelfs deelen aan deze onze toevertrouwde pligt te voldoen. Uit overweeging, Edele Mogende Heerenvan deze onbetvvistbaare waarheid en hoogde noodzaakelykheid de zer Landenzoo ten opzigte van de Critiqueals onaan gename omftandigheden waarin zig deze Republiek be vind, door eene onvoorziene, onverwagte en onbillyke Ootiogs-Verklaaring vanzyne Brittannifcbe Majefteit; bad ik verilvagt, dat wy niets onbeproeft zouden gelaaten heb ben om met de andere Bondgenooten deze Staat10 een behooriyk postuur van tegenweer te ftellenen door dien weg aan het Engflscb Mmifterie te doen beklagen, dezen haaren onregtvaardigen ftap. Maar dat wy ook by voort gang onzen voornaamften aandagtdaar heen zouden geves tigd hebbenom onze Zeemagt in een meer geduchten (iaat, en overeenkomftig het gevaar toeterusten. Gaarne betuig ik ontfteld en verleegen te ffaauover het inaftive van dezen Staat, en ik bedroef my nog meer, wanneer ik overweeg, of niet mogelyk de redenen zelfs, vso deze vooreen iederonbegrypelyke inaaiiiviteit,inden omtrek van dit Gemeenebest moeten gezogt worden. Reeds is 'er wederom eèn groot gedeelte van het Jaar- gety verloopenen niets minder dan behoorlyke voortgan- een in de noodige toeftsiing, overeenkomftig het gevaar, word men gewaar. Wat draalt uien* Oaac wy immers al le Edele Mogende Heeren, te duidelyk overtuigt zyn, hoe zigtbaar de drukkends (lagen Nee f lands Eren van Wel vaart, doen kwynen. Onze Bezittingen in Oost' en West-Indienworden ge- deeltelyk gedreigt, en zyu reed» gedeeltelyk gerooft. De Eet van deze Landen tot nu tos met zoo vee! roem onge- fchonden bewaard, word thansopenlyk van onze Vyanden vertreeden, en moet door andere Mogendheden metverag- tioe befpot worden, en den Hemel weet welke onverwag te laagen de Vyanden van deze Staat in onze Ingewan den bereiden, welke als het te laat zal zyn, geenegenee- zinge meer te wagien hebben. Dog wat zeg ik, het is te zeer bekend, en ik zoude u Edele Mogende reeden geeven van zig te beklagenwan neer ik ondernam het zigtbaarfte gevaar af te fchetfenwaar mede deze Republiek gedreigt word. Dit gevaar zoo als de Omftandigheden zig thans opdoen, is van die Natuar, dat het niet minder wezen kan; of het moet elk Vaderland lievend Regent, 'tmoet elk Vrybeid-Beminnende Burger, Traanen afpersfen, en het zelve is in een zoodanig klaar dsgiigt geplaatst, dat het als eene misdaad zoude kunnen aangewreeven worden, hier van onkundig te zyn, of te willen fchynen. Wanneer wyEdel Mogende Heereneen oog vestigen op onze Comvtercieals die fterke Zenuw van onzen Staat, dao moeten wy ook op dat oogenbük overtuigt zyn dat dezelve thans dubbeld onzer aller aandagt verdiend. Den daadelyken invloed welke zy beeft op alle de mindere dee len, van dit gantlche Gemeenebest, is te bekend, en dus onnoodig te bewyzen. Dog uit dien hoofde is het onwe- derfpreekelyk waaragtig, dat ook het gantfchelighaam deelt 111 alle deszelfs verminderingen, waaraan zy reeds door ver zuim van behoorlyke Protectie is blootgefteld geworden; immers onze Kooplieden geen Proteftie, ten minsten, fpoe- dig genoeg verwagtende, zyn daar door genoodzaasc ge worden hunne Schepen in buitenlandfche Havenen te moe ien verkoopen, tot geen gering nadeel dier Onderdaanen, en het is te vreezendat grooterrampenban, en de Com mercie dezer Republiek dernmten Zullen treffendat dl* ten eenemaal onoverkomelyk ftaan te worden. E11 is dat zoo Edel Mogende Heerent daar alle onzt kragten in de Commercie gevonden worden, wat blyfc'et dan nog vooir ons over, om ons van het welvaaren dezef Republiek te verzekeren. En daar de totaale ruïne van veelt onzer Onderdaanen hier van afhangt, hoe zullen wy daO de Welvaart eener Regeeringe in 'talgemeen afleiden? de- wyl dezelve alleen op 't geluk der Onderdaanen moet ge grond zyn. Dog willen u Edel Mogende dit een en ander, ai eecs als herftelbaar opgceven, dan zal den Siaat egf-'t Jaareii lang nodig hebben, om haaren eerste luister en haat febaade met vergoeding berfteld te zien. Denk egter niet Edel Mogende Heeren, dat ik door H difficulteereovoor het tegenswoordigemy geheel tegeO de vermeerdering der -Land Troupen aankantte, neen, hei tegendeel is waarheiden ik verklaar daar toe mede genee- gen te zyn, te meer, daar het nietgehgel te verwerpen Is» dat dezen Staat door onvoorziene toevallenin eenen Oorlog aan de zydevau bet vaste Land zoude kunnen worden inge wikkeld, en het zeker eene gegronde Staatkunde is by tyds daar tegen te voorzien. Dog wanneer deze Staatkunde in zya geheel gevolgt word, dan diende men uit hoofde van die gevaar iterber aan te dringen op de voarzieninge der Ma' gazynendan direét op de vermeerdering der Troupendia van alles gebrek hebbendenimmer kunnen voldoen aan bet oogmerk, waar toe dezelve zoude gefchikt wezen. 'tls waar, dat tot deze Augumentatie envoorzieningeia gefchikter rydspunften dan deze is aangedrongen geworden en bet waare wel te wenfehen geweest, dat daar toeallede Bondgenooten geconcurreert hadden, dog tot dat einde kunnende de middelen Verkragt zyn, en het is zeker, dat Provinciën tegen Provinciën gewoeld hebbenzonder diaf omtrent iets vast te befluiten. Voor het tegenswoordige, fcheenen my de om Handighe den van dit Gemeenebest, in die fltuatie, dat ik niets min der verwagt haddan dat men ter vermeerdering der Land militie zoude aandringenen nog minder daar in te zullen Confenteeren, Voor my, ik kan een vermeerdering van Troupen, voor zoo verre dezelve de Landmilitie betreft» 3 voor het tegenswoordige niet anders aan merken, als ten «if- tersten nadeelig en zelfs gevaarlyk. Het is immers onwe* derleggelyk Edel Mogende Heerendat een Augmentatie te Lande, voor het tegenswoordige, niet andera dan nt- 1 deelig zyn moet in de uitrusting onzer Schepen. De fchaars- - heid van Volk, welke reeds dePrtemientef aanwerving ge- dwongen hebben te verhoogen, deklagteo van het nog fab- fifteerend gebrek in deze, zyn fpreekende bewyzen, dat dit alles in zulk eéniydftip nog grooter worden moet, wanneeï 1 'er een aanwerving van Troupen plaats heeft. En wat aanbelangd de vrees van u Edel Mogendevoot j gevaar aan de Landzyde, is mogelyk nader en gegronde* 1 dan ik nog voor het tegenwoordige bezef en beken niet ts voorzien. Dog dit oleeo» zoo zyndo KOO zoude dit drei- gond gevaar met het werkelyke daar zynde, nimmer aan het laatste den voorrang kunnen betwisten, om met de groots-1 te ernst alles te befleeden tgeen 't noodzaakelykste eo t j voordeeligste heil zouden kunnen aanbrengen. Het waar derhalven te wenfehen geweest Edel Mogende 1 Heerendat wy ons met de overige Bondgenooten, mes 1 de grootste yver bezig hieldenom te voorzien in een ge- j dugte Zeemagt, en minder belangens, mindere vrees voot 1 dit oogenbük verlooren. Door die weg alleen, kan de ge-1 febonden eer van dezen Staat herfteldde Commercie gepro-1 regeert wordenzynde het laatste wel van dat aanbelang, dat dezen Staat of met dezelve ftaan blyve, of met dezel- ve vallen moet. Ik herhaal bet nog eens Edel Mogende Heerenen niet 1 zonder ontroering, dat alles zoo vanbinnen als vanbniten tenfterkfteafcbynt mede te werkenom het aanzien en het ontzag van de Regeering verlooren te doen gaanen om dit GemeeHebest, te doennederftorteti in dienjaamerlykea ftaat, waar uit het met zoo veel goed en bloed ia opge komen. Om alle deze en meer andere redenen, welke ik ftilzwy- geade voorby gaa, heb ik my genoodzaakt gevonden, voor het tegenswoordig tydftip te moeten difficulteereo. ia het Aagmenteeren onzer Landmilitie; immers tot dat hes Zeewezen in een bebootlyken ftaat gebragt zy, om den Vyand het hoofd te kannen biedenen onze Ingezeetenea te verzeekeren met Codes byjland, van hnnne wettige be zettingen, en wy als dan ruimer handen hebben om daar omtrent nader te refolveerenzoo als het met het meeste nut dezer Landen overeenkomt, zonder my vo"t het te genswoordige uittelaatenomtrent eenige Poïh««j van hes Plan zelve, welke eenige'Confideratien verdienen kunnen. Niets had ik met meetder regt verwagt Edel Mogende Heerendan dat myue Negative Stem«n een ftuk van be zwaar, dat geen zou te weeg gebragt hebbeB, 'tgeen met den aart onzer Regeeting en wettige Cenftitntie overeen komstig was. Dog het tegendeel is gebleekec, enz. m a 2 3 fc 1 s Alzoo by de Edele Mogende Heeren BURGEMEESTEREN en RAAD in Groningen, de gerechtelyke befebry- vinge over den Boedel van den Heer WIARDÜS HOMMES is uitgebragt, worden diens Crediteuren gead verteerd, om hunne prauentien over dezelve, voorden 7 September 1781. ter Stads-Secretary aldaar op te geeven, en te doen aantekenen; en voorts, dat de Heeren W- OLDEROP, J. BUSCH en G. VAN TROJEN, op authonfa- tie van BURGEMEESTERS en RAAD opgemeld, tot de bebeerioge van die Boedel zyn gequaliSceerizoo dat al- le handelingen verders met voornoemde debiteur in te gaan, var, Nul eogeeoocr Waarde wordeugehoudenweshalve» dezen tot iedersnarigt kan verftrekken. 4i Uit de hand te Koop, een PAKHUIS met een WOONHt is daar annex, bekwaam tot een WAGEMAAKLKbr WINKEL; nadere onderrichting by de Uitgevers dezer .C nurant. Te M I D D E L B R G, Gedrukt by.W. t» J. ABRAHAMS, JBoekveikoopew i"T -3 l_i 'j» o n j d> f*> '-* 5 3 r o o fö g" so s: 2 o s. -g- h '§^StfBgu®sro~.S« <5 s,g.n 9 FT cr f S M Ogo 3 ï«ff° "d a' Sr 5 n J g k' rj O ra 0 S tg. 5 O l> w 3 s il 5 S ^§0^»* o 55 tu w O" -» -r 'O. <5 i«£ S>O!? D2'5o2.5~ 5 7C Qï a5^ O - - -f 3 - 5 Q* w J "2 2, vr -C ,_j re Jlï re <s> D 3 S3 m a C ra re e U, CV» T -i 58 »-M - T* >3^ K n H) 2; "CiTj-r, S> Ifr-0 5b «Wr, a a Sa O <a» B o ro o È.5js -3 tv Z' 1 co o i' pp - g3 iT O rS s t"^/3§.s ns =f re W O Sj TO C®S - rT /O - G w- X k* C"V 2. «2 o^JTjas 5 cr o vfj pr O =3 C3 a »5 O C 3 rt >_H <*i" f"5» Ï^S -2fca-^D«rea S n« O S; 5? -O S5 S - -- n. n O o -.TO a re 2S - a J. es 3.<-4 S a vc a re-^jts-rsw^ S"?"t3»£.'*'<i >.- re 2j S- S m ft 00 3 tg'^m»-eOa<52a<5, lë^ËovS-^ol^- °i> S S-A _- Co L" - o =3- H«| SS - o- o- 5, a a i it S y ry re" a K-, US B re. va >T?t ZH ®MO tr) W q. g ibP« V* i Cu CV* II s? 5J 5 Cl «'Sr1 O a re re n w ï2 s* f-* f 2 o 5 a" 2 tn V» Ci-rë re^^ig-- rë' -S|3E J O oxb *^3 jK>,fö «-J- <T> -* «NS 5S sN 5 CTO fc- s d o r^ S. 5i >o h-ün.' a rê 3 c »?S (V. m f) flk Q rn Q. 1 O ïLr», a 21 Vl J!»! O -r- u - 0 O ro -"• 1 c |»%S?? n> ff r?K O S" - 0^» N 5H Q- O r?' t=» =3 3;&3o 28S 3.g3 re 2Ï a«CK. <p »- O g-S 2 n a o ci 5S IS N rhSi A rt «5* O- O 5 T O 23 re* Ï>S v* W 0 rü cu* o„, 2 N -« fc, 3 n - ^2»^l««TiC-rejTro «-te 8 o g »<ci3 a dl, re. t-rei ca. o 2 a 5 o. g> Jp #t> >M 03 J<V o.a.0 S. rt >7)p. C3 rv H e-e.^ s S er f-T» .wS^hSs J5 <5 ÏS3 S tk. O, re* g m 1 S' Nre™5>S 2 Cre .2. o W SC 3 j3 ^.52' th t3-'* 5*5 ra ra 5 c r~< o r& O *3 h-i 5r O o n» n» o |S®si.s3» cr re 2" Co Pa ^OM_2re>j< c<»o=a^o rew ►-. re a O C] a a r» va S: <5 ra3 O aug£.< c 2 c* g^cra i-a P3 V3 P 2. ta n a W O. d a.03 Q- i "Ssa^Strebg-p S ba re o» N2 5 3 Üa 3 r<. rr> S* <D U pqr ia 5, rë S' W i W Y G. wSf1 o0^ 5 P3 W 5 t" S9 re a r£» r— ts-g, _CS bt, ï?1 (~i<rr- «re ^5 B 2.» JQ- <t> v> CP - 5:1 iï B N* rr* ►Ore 3 c 3 S1 S" re. .re a S" - o Ï5 n B s». «- ft> «o* S*&Cïin i^3 G o. f-j C2^ re V re o. na ro E>re S p-a^re* s r SiB g.^;; .«■wg s- ra b M ro a. >5 5-5T fö *3 te ro O rre O

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1781 | | pagina 2