MIDDELBURGSE COURANT* den £3. Aprih JNo. 45?. Donderdag B^eUd^0V°-S^- Sterfe is4 K^ingPver- trokken 'Prins van Brunswykna Silefien ver- Ao. i^|. l?n?o9QT-BRITTANNIEN. te drey|en; zoo gy bêlluyï'ëewelH'Tr^k1^," het,gevaac te overweegeuhoé 'iwyfelaetiir g1yJ{eni heb 8? Oorlog zyn; maar kan men iri twvfel ftl®mTften Van den Vraate mmbeml .muij,,, n tLoS nen Wrden 13* April. De .Faculteyt^der Médicy- onze tWr"tq" m -va,ï ^ét.menschlyk gedacht, in vvaarno lrant cen ver'iaal doen plaatzen «ener nieuwe waanjBpnnpg omtrenthet doorfnydeh der fchaambeende- den l!1 verh?al' het weiK i? derzei ver Vergadering Van zen 's' beftaat in een briefen by ge voegde Atteltatien van St. Paul de Leonm-Neder-Bretagnein oato den 2 At,rii t-ttQ ,w„., j: 6 UUUl clilC -11J Lid LI 11J I Li LI CI LI 1UUJLCII ut" ooorfnyding der fchaambeéndcrciionmooglyk was, waar om hy die Opératie terflond in 't Werk (telde en daar door gemélde Vrouw van een Zoon verloste. Wel ver, dat deze dato den 2 April 1778, van dezen inhoud:'""' zekere°Zr Vrbetvroüw in dié Stad, 26 iaaren aw van den Soldaat, oud. zynde hebbende'bvoprto^ 2 nlfer dan Ö2 opren in haar arbeyd veriosfen J en onmooglykhéyd ziende haar te Ch rni t?'V d£n 21 fth'Wy laatstleeden oiri den datd.o dr\ fi>CSl Welke' gekomen zynde, oordeelde, o ae verloylng door alle andere middelenbuytén de doorfn'-"-" om hy gemfelé- Operatie eeuige nadeeljge gevolgen zoude gehad hebben, zagen dé Heer Défpres en de Vroetvföuw, tot haar groo- te verwondering, de verloste Vrouw 2 dagen daar na by 't vuur zittën ert zich alleen na bed begeeven. Zondag den 2e Maart deed zy haar kerkgang te vöet, zonder ee- tógé onderffeunmg; fpysde dien middag by de Heer Dés- v°ldaM te r«g' hebbende dien dag haar nvsr? 10 Geen gevolgen dier Operatie zyn by een Vg eeyen en n bevind zich m den zelfden Haat, als vrouw, die gelukkig op dé gewoone wys verlost is. fiew gewee2en Jefuït, Beauregard genoemddié aahge- KoninT!S ge,c!uurencie de Vasten te Ferfailles voor den eedaan wiiun'r,«eeft dezer dagen aldaar een Leerreden geaaan in welke hy met ronöe wooraeu gc/.cgu hCCrv. Bat alle ome bcdendaagfcbe Pbilofopben Schelmen (Ste lerats;) yigren. ®es tusfchen den 29 en 30 der Voorleeden Maand .t ®urgt Dampierre in Champagne een hevige De fck j00r weike ioHuyzen in denasch gelegd wierden. Word op6oo^r^ ver0°lZr'nkc »og fmertelvker maakt, als het WwgBfej het lot £n een moeder, die, 7 maanden zwanger zynde, en reeds een haarer kinderen ifyt de vlammen gerukt héb- bendeook een tweede wilde reddendog met het zelve in de armen 'om het leeveri gekomen is. Het Hof heeft dezer dagen bevelen afgevaardigd tot het tlytrusten van nog eenige Oorlogfcheepen en tot den aan bouw van verfcheyde anderefchoon onze zeemagt nu teeds al in een gedugten fhat is. Mén verzekerd, dat 'er reeds delenom'ter Kaap tér vaaren, benevens een Ordonnantie tot regeling van het Verdeden der buyt gemaakte góederengereed liggen om «ytgevaardigd te Wordenzoo dra het Hof van Lotidou Vyandelykheden tegen óns. zal aangevangen hebben. Men meetid reden te hebben te geloovendat de Ko- gin z,ch zwanger bevindhet welk reeds by -voorraad gro0t genoegen de Natie Verwekt, fade 661 Fullartlr in qualiteyt van Secretaris van Ambas- jyr ,van Groot-Brfttannien,hier geweést zynde, heeft zyrr tevs 6>' ^ytuySen en Paarden doen verkoopen, en de y ua London aangenomen. deed hp r VervolS van den 10. April. Den 7 dezer gende Aaufpr i|aa fatham in het Hoogerbuys de vol- Tn- My lords Een m^n groot leedwezen ben ik eenige tyd van het te j0egen verftooken geweest ter dezer plaats myn P|j»c uoen. ik neem met blydfchap het oogenblik van ver- L ozmg waardat my myn ziekte laatom U te Zeggen at ik van den tegenwoordigen hachlyken toefiand van aaken denk. Hoe gelukkig ben ikMylords],ra„r genoeg te hebbenmet behulp dezer krukken, onder u fe verfchynen; hoe gelukkig, dat het graf my niét heeft w eg ffkp0Oteiln V°°r dat 'k plegtig ^klaard heb, hoe fferk Rvk maatregelen, ftrekkende ter verdeeling van die 3fte zondgren' ofde Onaf- "SW&eyd der Colomen te erkennen. Ik hoop hooyt te zien, Mylordsdat men fchandelyk laat vaareade regten van dit Land; dat deszelfs Inwooner#. een flap doen, die den luyfterder Kroon bezwalken,, dé waardigheyd van dit Ryk verminderen, en de gantiche Natie in een toefand vqn vernedering ea verachting zoil forten. Ik vley my My lords!, dat'er in dit Land nog zyn een menigte Anti'Bourbpns, een menigte van zulke lieden, die den dood verkiezen zouden boven de fchandö de Kroon van Groot-Briltanttien afhanglyk van het. Huys van Bourbon te zien. De Kroon Van Engelandis altoos vry en Keyzerlyk geweest; zy heeft weerman de landingen der Deenende invallen der Schotten, de poó- gingen der Noormannen -, zy beeft dóeö mislukken 4e ge- dugte ontwerpen van Spanjeuen verdelgd zyn pnver* winlyke Artnada. Tot hier toe zyn de Vereenigde krag- teii van Frankryken Spanjen vrugteloos tegen baar geweest. Zullen wy dan nu alles opgeevenzonder den degen te trekkenen zulkswyj Frankiyk ons Zegd het te doen? Neen, IWyJattis ik ben een jfer. geene, die 'er nooyr in zuilen toeflemmen; Fratikryk zegd onsFer- klaard America Öhbafbailglykzy Is u niT'mee/onder- worpen; tk heb een Commercie Traüaat met uwColonïen Soflooten zyivareti onaf hanglyk, toen zy met ,'h on derhandeling traden, en nu ben ik voorneemens ben in aer&elver onafhanglykbeyd flaande te houden. NeenIk zal nooyt de hand tot zulk een fchikking leenen de min- fte blyk van zoo een flaaffche inwilliging té gefiveh, zou wezen ti Vyanden zeggen.' Neemd al, wat gy tol ld} al, wat gy vraagd-Jaat ons flegts iii rust. Eer mén toe zulk een vernedering kome zou ik my tot "liet laatfte toé tegen de vdorgeftelde onafhanglykheyd verzetten; ik zou doen uytbarften een gevoeligheydgelykmaatig de be- leedigingdie óns gdebied is; mét eên woord, ik wilde, met onze kragten te beproeven Zien, wat de uytfiag dezet beproeving zoude wezen. Ik ineen den aart der middelen niette bepaalcn; al', wat ik weet, is, dat, zoo Wy bezwyketi ui ite onuetueemmg, wy ais mannen zuilen bezWykenw» kunnen genoodzaakt worden voor gfooter kragt fe bukken niaar wy.zullen als Engelfche. dervenIk heb' gezegd,' ■Mylords!, dat ik den aart der middelendiéliï önze magc zyn, niet meende te bepaalen; egtër,Zoo men my lflyhge-" voelen vroeg, zou ik het zeggen: zoo niet mét nut, teti minfleu. met opregtlieyd. Voor eerst, MylordsJ, is 'ec geen middelweg te kiezehWy hebbeh flegts de keus Zoo gy "uCona(S-i^cBBe"c" beyde komen hachlyk voor herinneren den toeftandwaar in dit Land zig bevond, by de komst van den nu regeerenden Vorst. Wy verwekten toen de ^verwondering van alle ons omringende Volken: wy hadden t geluk een Prins op den Throori te Zien Van het Iluys van Brunswykzyn tegenwoordig regeefe'ndë Maje- 'n,/'^eja»ta.van deszef® deugden. Hoe is'tmoog- lylcMylor..sdat 'er in zoo een kort tydsverloop zulle een jamrnerlyke omkeering in onze zaaken voorgevallen is ïk weet t niet, maar ik vrees, dat eenige Héymelyke in vloed, bedektlykop den Troon werkende, een rampfpoe* dlge beweeging aan het beduur geefd, en beuzelagtige raad- geevjngen in de Vergaderingen olaasdwat my betreft, ik (la na geen bediening; ik behoor tot geen party tayn eenige eerzugt is nuttig te wezen myn Vaderlandingeval het myn gedagten vraageitmogt. Nooyt, Mylords!, neen nooyt zal ik toeftetiimen, dat America ónaf hanglyk zy;nooyt zal ik toeflemmen, dat'tHuys van BrUnswyk van zyn erfdeel beroofd vvorde; de regten van de kroon zyn onvervreemdbaar; wie zal 'er befchikking ovet durven maaken. Laat óns eens ondef- ftellen, dat het werge'evend ligbaam eenpaarig van de afhang- lykheyd van America afziet, wie zal dan door hetParle- dient durven bevestigen die renunciatie, Welke ter zelfder tyd gefchieden zoude, voor de fuccesfie vau den vermoedelykeil Troorrs-Opvolger,"de Prins van IFalles, den Bisfchop vafl Osnabrugvan de andere Prinfen erf PriöfeSfendie de hoop van de Kroon uytmaaken? De Prins van IFalles ié door zyn geboorte tot die opvolging geroepen. Welke Onderhemelfché magt fon veranderen de Ofdfe van opvob ging, toegekend de Nakomelingen van Prinfes Sopbia en haar Prote/lantfcle Erfgenaamen Toer. het doorlugtig Huys van Brunswyk tos den Troon geroepen werd, maa'a>

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1778 | | pagina 1