Na. 42.
MIDDELBURGSE
ïmt'-m
mmê
Ao. 1707.
COURANT.
ingemerland
Dingsdag,
den 7. April.
PORT G A L.
Lissabon, den 3. Maart. Men is in deze Haven
bezig een Oorlog-Schip uit te rusten, waar van
zig een ieder verbeeld ,dai het beftemd is om'erzig na Rio
dejaneyro mede te begeeven,om aldaar de voortbrengzelen'
der Goud Mynen van den Koning in telaadenentegelyk
het Zeevolk aan Boord te neemen, welke op het Schip heb
ben gediend het gene niet meer in Zee kan gaanwaar
van laatstleden melding is gedaan. Zyn Majr. voor eelti
ge dagen geleden den Heer Francisco de Mello tot zyn
Extraord: Minifter by het Hof van Deeiemarken benoemd
hebbende, begind zig die Heer gereed temaaken, om zig
na de beftemde P.aats te kunnen begeeven ,en men geloofd,
dat hy zynwegovcr Engeland zal neemen. Dewyl de En-
gelfche Paquet-Boot,op den 21. January laatstleden van Fal-
rnoutb vertrokken, en na dezen Haven gedeflineerd zynde,
alhier nog niet verfcheenen is, raakt men alhier boe langer
boe meer deswegens in bekommering.
I T A L I E N.
Livorno den 7. Maart. Op den 19 der voorledene
Maand, na de Middag omtrent ten 4. uuren, arriveerde
in deze Haven een Felouque onder e»n Napelfche Vlag,
gecommandeerd door den Schipper Hniello-Hlanzo van
Jfcbiadie voor eenige dagen van daar was uitgeloopen
bevracht met koopmanfchappen voor Sardinien. Gemeld
Schip door ftorm genoodzaakt aan het Eiland van Capraja
aan te loopen en aldaar zyn anker hebbende laaien val
len kreeg aanfionds «an het Fort eenige Canon fchooten
door zyne1 Zeilen, en zelfs het Schip wierd'erdoor befcna-
digd. De Schipper oordeelde toen gepast maar fchielyk
de Napelfche Ving op te heisfchen; dog 'er wierd niet te
min op hem gefchooten, dus dat hy verplicht wierd zyn
Kabels te kappen en onder zeil te gaan. Dusdanig bericht
heeft hy aan de Regeering en deComisfarisfen ter Gezond
heid alhier ingediend welke twee van zyn Scheepsvolk,
doodelyk gekwetst zynde, in het Hospitaal van San-^in-
tnnin hebben ingenomen. Vrydag kwam een groote Ca
talaan fche Barqueop dezeReede ten Anker,ende Capitein,
die dezelve commandeerde, heeft verhaald, dat hy na Ge
nua gekomen zynde met een Lading Wynen men zyn
Schip aanftonds had ontladen, en op Bevel van aeRegee-
rine <?00. Soldaaten aan Boord had gezet, alsmede de noodi-
c el vftocht, met welke hy na Caprafa onderzeil was moeten
laan aan gemeld Eilandter ftreekealwaar hy die Man-
fchap moest ontlfcheepen, aangekomen zynde was hy door
den fterken tegenfland der Corfifche Troupen daar in ver-
Gefchiedte Cracow, op den Kroonings Ryksdag,
den 29. September 1697.)
Is het wel te vermoeden dat (indien men niet het
oog had gehad op de volkome gelykheid onder de Bur-
gers met betrekking op nunne Religie, dewelke door
de Grond-wetten van de Vryheid en de tegenwoordige
Regeerings-geftelaheid van de Republyk ingevoerd ge-
worden is) mett dan gevreesd zoude hebben de Griek-
febe Kerken door he: neemen van de Catbolyke re bele-
digen.
Wanneer men zigzomtydsiti privaate ConfceJeratien
en Aciens, waar in men openbaare Voetfpooren van de
Onrust en Verbitterdheid vind, van den ouden en waaren
zin der Schikkingen van de Republyk verwyderdkeerd
men nogtans l'elkens tot deze te rug in dat gewichtig
oogenbiik, als ieder nieuwe Koning de Rechten, Pre
vilegien en vrvheden vaa de Natie guarandeerd. Alsdan
vind men den geheelen Nadruk van het gemeenfehappe-
lyk Belang, en de Evengelykheid verkrygt op nieuw
haare Rechten.
Het verder Vervólg in de naaste Courant.
V R A N K R Y K-
Parys, den 17. Maart. Saturdag laatstleden alles tot
het vertrek van hec Geleide van Madame de Daupbiae
gereed zynde deed de Bisfchop SW» Verdun Eerste Aal-
moesfenier dier Princes by overleving, ten 10. uuren
'smorgens, de Ceremonie van het Lichaam op te beffen,
het géne in een Rouwkoets wierd geplaatst, welke èeftemd
was ora het na de Hoofd-Kerk van Sens over te brengen.
Korten tyd daar na begaf zig het Geleide op de tocht in de
volgende orden: Twee Guardes-du Corps; 60. Arme,
Toorifen draagende; een meenigte Koetzen van de Lie
den, welke den Rouw uitmaakten; 50. Muskettiers vaa
de tweede Compagnie; 50. van de eerfte; 50. van de lich
te Ruitery; een Staat-Koets des Kooings, waar in geze
ten waren de Graaf de Berrenger, Staats-Cavalier vaa
Madame de Dauphins, en de Marquis de Neile, haar
Eerfte Voorftiyder; twee andere Koetzen van den Koning,
bezeten door de Dames van Mevrouw dz Daupbine-, een
vierde Koels van den Koning, waar in zaten de Gravin
de a Marcbe, de Hertogin van BrancasStaats Dame
van Mevrouw de Daupbinede Gravinne de Tesfè de
Hertogin de Suilyen de Gravin de Sabran, Speel-Dame
van de Gravin de la Marcbe-, een vyfde Koets, voeten-
de den Bisfchop van Verduneen Aalmoesfenier van
Mevr. de DaupbineHaar Biechtvaderen dePaftoorvan
hinderd geworden; eindelyk was hy gedwongen gewor- de Koninglyke en Parochiaale Kerk van NStre Dame te
den na dez" Reede te zeilen, alwaar hy nog legt benz- Verfailles de Pagien der Koningin; 24. Pagien van den
vêne*wpe 'ten Oorlog uitgeruste Genueefche Feiou- Koning en verfcbeideneStaat-Jonkers Hunner Majefteltem?
vens
quea,
Vervolg van het BctqÖg der Rechten van de Dist'
denten in Poolen en dier Mogendhedenwelke
zig voor ben geïnteresfeerd hebben.
Uit ditConfirmatie-Teeken van de Koningen Hendrik
en Stepbanus moet men aileenlyk de Confoeiieratie van
'573- erkennen: Wanneer eene andere diergelykeCon-
focJeratie voorhanden geweest was, zoo zoude deze Be-
vestiging en de kracht, dewelke men aan dezelve heeft
gegeeven, om een Vonnis van een Gerechtshof ipjofac-
toTe vernietigen, geen geringe Rechts-Titul voor deDis-
fid"nten wezen, en voor altoos den Rang aantoonen,
welke zy in den Staat gehad hebben.
De Rechten van de Disfidenten waren nog in aanzien
by de Verkiezing van Augustus II. Behalven den Eed
wegens de handhaavir.g van den Vreededewelke met
den Eed van zyne Voorzasteu gelykluidende is, drukt
hy zig in het Bekr aebtigings-Diploma in dezer voege
uit(Alfchooa wyterwyl wy door den tegentfoordt-
gen Briefde Geestelyke Previlegien en Vryheden en an-
dere Z83kcn bGvcsnccn 9 in onzsn Led de Roofjiscb-C^
tbolyke Kerken genoemd hebben, zal dit nogtans geen-
zins aan de Griekfcbc Kerken en haare Previlegien ten
nadeele ftrekken Veel meer willen wy dezelve in alle
huune kracht onderhoudenen even zoo weinig aan
het ander Artikel van onzen Eed eenige krphking toe-
brengen, namer.tlyk: dat wydeRusteH Vreede onder
w de Disfidenten handhaven en befchermen zuilen, ter-
wyl wy beloven en verzekeren dezelve op het ftandvas-
tigfte, krachtigfte en zorgvuldigfte te onderfteunen.
vier Trompetters te Paardde Wapen-Heerau's: DeMar-
quis de DreuxOpper-Hofmeester,- en de Heevde Nan~
touilletCeremonie-Meester; 4. lichte Ruiters te Paard
Hier op volgde de Rouw Koets, waar benevens aan beide
zyden de Cent-Suisfes van 's Konings Lyfwacht gingen,
omringd zynde door een groote meenigte Knechten van
Zyn Majt. te Voet4. Kamerheeren van Mevrouw de
Daupbine droegen de vier flippen van het Rouw-Kleed
de Commandeeiende Officiers van deGens-d'Armes, lich
te Ruitery en Mnsketti'ers, gingen by de voorfte Wielen.
De Ridder de Fraguier Vaandrig van de Compagnie
Schotten en de Graaf de NadaillacExempt der Com
pagnie de Beauvaisvolgden de Rouw-Koets aan het
hoofd van een Detachement van de Guardes-du-Corps
welke door den eerstgem. dier Officieren gecommandeerd
wierd en door 50. Gens-d'Armes gevolgd wierden. Al
le de Troupen van Zyn Majt.alsmede de Pagien en Knech
ten te Voet, droegen Toortzen. De Tocht wierd door de
Koetzen der Lieden, welkedetiRouw uitmaakten,geflo
ten. Het Lichaam kwam ten zeiven dage te Fontainebleau
aan, en wierd in de Capefle^van het Cafteel geduurenda
de nacht ten toon gefield. 'sVolgenden daags, tegen 7.
uuren, 'savondsarriveerdehet zelve onder gemeld Gelei
de te Sens de Cardinaal de LuynesAartsbisfchop van
die Stad, ontflnS het Lichaam van Mevrouwde Daupbi
ne aan de Kerk-Deur; wordende door den Bisfchop van
Verdun aan den Cardinaaiuitgehandigd en de Kist wierd
in het Choor gebragt, alwaar de gewoonelyke Gebeden
gezongen wierdenwaar na de Gravinne de la Marebe
en alle die bet Geleide verzeld hadden, heenen gingen.
Geduurende den nacht bleef het Lichaam dier Princes in
gemeld Choor ten toon flaauen s anderen daags den 23.